nov 162013
 

Ronny Naftaniel= IMO Blog =             

Het kan bij Trouw niet op: Israel is de slechterik, de Palestijnen de onschuldige slachtoffers en dat moet erin geramd. Dus bracht Trouw als enige van de landelijke kranten een behoorlijk negatief getint interview met vertrekkend CIDI directeur Ronny Naftaniel. Waar andere kranten gewoon correct zijn carrière en belangrijkste wapenfeiten weergeven, vond Trouw het nodig om weer met een zurige ondertoon en negatieve kwalificaties aan te komen zetten. Het artikel gaat, je verwacht het niet, eigenlijk weer vooral over de nederzettingen en hoe slecht die zijn voor de vrede. Daartussenin zitten dan wat citaten van Naftaniel die een en ander wat weet af te zwakken en te nuanceren, wat door Trouw als ‘rechts’ en ‘geniaal’ wordt gekwalificeerd. Het gaat nauwelijks over de vele andere obstakels van het conflict, over Arabische onwil, Palestijnse doublespeak, Palestijnse beloftes die niet na worden gekomen en het probleem van Hamas. Of over wat het CIDI allemaal heeft gedaan en wat Naftaniels persoonlijke motivatie is zich daar zo voor in te zetten.

De kop van het stuk luidt “Achter het masker van meesterlobbyist Ronny Naftaniel“. Oei, oppassen met die vent dus, een ‘meesterlobbyist’. Dat is dus iemand die achter de schermen van alles wat het daglicht niet verdraagt heeft bedisseld. Iemand die, als geen ander, weet hoe de machthebbers te bespelen, iemand die in het grote spel van de macht een spilfunctie bekleedt. Het is van daar een niet zo heel grote stap naar de notie van de machtige Joodse lobby, die achter de schermen veel macht naar zich toetrekt. Joden zijn als enige minderheid, er veelvuldig van beschuldigd meer macht te hebben dan op basis van hun aantallen gerechtvaardigd zou zijn. Het kleine CIDI dat door slim opereren en dankzij ‘meesterlobbyisten’ veel invloed heeft, past daar naadloos in, en dit verwijt is het dan ook vaak gemaakt.

Trouw schrijft in de lead: “Vandaag verlaat hij zijn geliefde lobbyclub, het Cidi. Reden voor een gesprek over de omstreden rol van deze organisatie, en over de kans op vrede.

Hoezo is de rol van het CIDI omstreden? Hier ook weer de suggestie dat de activiteiten van het CIDI en Naftaniel het daglicht niet echt kunnen verdragen en hij zich met dubieuze praktijken bezig hield. Trouw vervolgt:

Daarentegen lijken tegenstanders vooral opgelucht dat ze eindelijk verlost zijn van de directeur van ’s lands invloedrijkste Joodse lobby-organisatie, een club die sommigen smalend omschrijven als ‘ambassade-bis van Israël’.

Ik weet niet waar Trouw de afgelopen jaren was, maar ik heb Naftaniel niet veel meer gezien in debatten en in de media. In Trouw is hij zeker niet meer geplaatst, want daar heeft men het niet zo op de ‘Israellobby’ en plaatst men liever voor de 467ste keer een stuk van iemand als Hamburger of de directeur van het anti-Israelische UCP, dan een stuk van iemand van het CIDI. Esther Voet is het afgelopen jaar met name in het Reformatorisch Dagblad en op de Post Online geplaatst. Dus erg opgelucht hoeven ze niet te zijn bij Stop de Bezetting, het Palestina Komitee of een Ander Joods Geluid. Overigens draagt Trouw in de stukken van de eigen redacteuren hun visie ook al ruimschoots uit. Die opluchting moet meer dan 5 jaar geleden plaats hebben gevonden, toen Naftaniel nog weleens in debatten optrad en daar opviel door zijn grote feitenkennis.

Nadat Naftaniel het belang van vrede en een tweestatenoplossing heeft bepleit, vervolgt Trouw:

Maar na deze voorzet zwakt Naftaniel het belang van het conflict toch graag nog wat verder af.

Wat een idiote opmerking. ‘Nog wat verder’ suggereert dat hij dat eerst ook al deed, wat onzin is, hij benadrukte juist het belang ervan. “Vroeger zagen mensen de Palestijns-Israëlische strijd als de moeder van alle conflicten in het Midden-Oosten”, herinnert hij zich. Als de Palestijnen en Israëliërs eenmaal vrede hadden gesloten, zou overal vrede volgen.

Zo zien velen het nog steeds, maar het is in feite een bizar idee als je even doordenkt. Er zijn en waren tientallen conflicten in het Midden-Oosten, en alle landen kampen er met onrusten of binnenlandse problemen. Er was en is armoede, werkloosheid, corruptie, wanbeleid en religieus extremisme, om maar een paar problemen te noemen.

“Maar kijk nu eens rond in Syrië, Egypte of Iran. Daar zie je onrust die niets met het Palestijns-Israëlische conflict te maken heeft. Daarom moet je voor een oplossing denk ik niet meer bij dit conflict beginnen.”

Zoals gezegd, dit was vroeger ook al zo maar is door de recente onrust en omwentelingen nog explicieter aan het daglicht gekomen. Deze constatering heeft hoegenaamd niks met ‘afzwakken’ van het belang van een oplossing van het I-P conflict te maken. Het is simpelweg een constatering dat het Midden-Oosten groter is dan Israel en de gebieden en er meer aan de hand is dan nederzettingen op een gebied ter grootte van de provincie Gelderland. En Israel kun je niet geheel los zien van die andere kwesties.

Later legt hij uit dat de beeldvorming over Israel is veranderd. ‘Europa gruwt steeds meer van de Israelische powerplay’, zo meldt Trouw (powerplay vind ik een groot woord voor het niet altijd precies doen wat Europa zegt), en Esther Voet had eerder aan Peres gevraagd hoe het toch komt dat Israel steeds meer vrienden kwijtraakt. Trouw vraagt Naftaniel naar zijn mening:

“De beeldvorming in Europa is veranderd”, verklaart hij. “Vroeger werd Israël gezien als een kleine, kwetsbare staat, bedreigd door Arabische buurlanden. Het was David tegen Goliath. Totdat Israël in 1967 de buren aanviel en als bezettingsmacht ging fungeren. Het werd toen zelf een Goliath. Op het nieuws horen mensen sindsdien voortdurend over nederzettingen, afscheidingsbarrières, controleposten, enzovoort. Daardoor is de kritiek op Israël onmiskenbaar toegenomen.”

Heeft hij dit echt zo gezegd? Of heeft Trouw zijn verhaal in eigen woorden opgeschreven, waarbij de toon subtiel werd aangepast? Ik weet het niet, maar het klinkt, niet geheel toevallig, weer naar het bekende verhaal dat Trouw steeds maar weer vertelt over Israel. Hij gaat door met een verhaal dat Trouw duidelijk minder aanstaat:

Wat hem betreft hoort het bezette Oost-Jeruzalem bijvoorbeeld bij Israël, ook al claimen de Palestijnen het als hun toekomstige hoofdstad. Daar moet de Europese Unie dus gewoon geld aan blijven geven. En als de EU dat weigert, maakt ze het voor Israël onmogelijk om door te gaan met de wetenschappelijke samenwerking waar nu over wordt onderhandeld. “Israël loopt dan veel geld mis, maar voor Europa is de schade groter: het zal een enorme technologische achterstand oplopen. Trouwens, China staat al klaar om de EU als geldschieter te vervangen. Nee, Israël hoeft echt niet naar Europa’s pijpen te dansen.”

Onder het kopje ‘ambassade-bis, commentarieert Trouw:

Stevige rechtse taal, ongeremd pro-Israëlisch. En dat is nou het geniale van Naftaniel, zeggen zijn opponenten: dat hij het Cidi aan het publiek heeft weten te verkopen als een onafhankelijk instituut, terwijl het in wezen de Israëlische regering verdedigt. Vandaar de kreet ‘ambassade-bis’. Daarbij zouden Naftaniel en het Cidi retorisch heel slim opereren: eerst roepen dat ze de nederzettingen afkeuren, wat Nederlanders graag horen, om vervolgens diezelfde nederzettingen des te effectiever te verdedigen.

Vreselijk rechts en inderdaad geniaal, om naast kritiek op Israel het ook voor Israel op te nemen waar je de kritiek onfair of doorgeschoten vindt. De suggestie dat het CIDI niet onafhankelijk is, is volkomen uit de lucht gegrepen, net als de aantijging, mooi verpakt in de kritiek van de opponenten, dat het CIDI de Israelische regering verdedigt. Wie het CIDI een beetje kent weet dat men wel degelijk onafhankelijk is en soms stevige kritiek heeft op de regering. Maar men neemt het, en dat zint Trouw duidelijk niet, wel op voor Israel en haar bestaansrecht. En ook hier weer worden zaken op subtiele wijze verdraaid: men suggereert dat Europa gewoon maar geld geeft aan Oost Jeruzalem, als een soort ontwikkelingshulp, maar dat is natuurlijk onzin.

De aanleiding voor Naftaniels reactie is de etiketteringskwestie, en de nieuwe maatregelen tegen alles wat maar enigszins met Israels aanwezigheid op de Westbank in verband kan worden gebracht. Trouw omschrijft dit als volgt: “Het stopzetten van subsidies aan kolonisten vindt Naftaniel niet per se verkeerd.” Als argeloze lezer denk je dan ‘Wat!? Subsidieerde Nederland tot voor kort de kolonisten? Schandalig! En daar was Naftaniel voor? Wat een walgelijke club.’ In werkelijkheid gaat het om een aanscherping van een Europese maatregel die al langer van kracht is, waarin organisaties en instituten die ook maar indirect iets met de bezetting te maken hebben, van financiële steun en samenwerking worden uitgesloten. Het gaat sowieso niet om kolonisten maar om projecten, zoals bijvoorbeeld de bouw van een waterzuiveringsinstallatie in een riviertje in Oost Jeruzalem. Over de Groene Lijn dus, in wat ‘bezet gebied’ heet, waar vooral Palestijnen van zouden profiteren maar ook daar wonende kolonisten. Zo’n project kan en mag dus niet meer, en wordt hier even omschreven als ‘subsidie aan kolonisten’. Over misleiding en sluwheid gesproken.

Trouw becommentarieert verder:

Zelf zijn de activist en het Cidi sinds jaar en dag tegen de nederzettingen. Maar de organisatie spant zich niet erg in om de kolonisatie te stoppen. Sterker nog, telkens als Europa concrete maatregelen wil nemen – zoals het etiketteren van producten uit nederzettingen of het stopzetten van Europese subsidies aan kolonisten – dan leunt het Cidi met zijn volle gewicht de andere kant op. Alsof de club liever niet heeft dat kolonisten een strobreed in de weg wordt gelegd.

We geven nog maar eens voor de 654312ste keer onze mening over de nederzettingen, het Ene en Enige Probleem in het Midden-Oosten conflict. Naftaniel legt nog maar eens geduldig uit (hij heeft hier ervaring mee) dat hij niet perse tegen de etikettering is, maar wel tegen een aparte behandeling van Israel.

Het CIDI leunt inderdaad de andere kant op wanneer er alleen druk op Israel wordt uitgeoefend, en alleen eisen aan Israel worden gesteld, en alleen maatregelen tegen Israel worden genomen, terwijl de Palestijnen altijd en eeuwig buiten schot blijven. Precies om die trend tegen te gaan, om aan die eenzijdigheid een tegenwicht te bieden, is het CIDI opgericht en is het nu harder nodig dan ooit. Trouw heeft de noodzaak van het bestaan van clubs als het CIDI perfect geïllustreerd. Dat had geen activist van Stop de Bezetting of het Palestina Komitee zo treffend kunnen doen.

Ratna Pelle

Share