nov 222017
 

= IMO Blog = 

Vervolg op: Sigrid Kaag: topdiplomaat met Palestijnse banden (2)

Hij is even blijven liggen, maar ik wou nog enkele artikelen over minister Sigrid Kaag bespreken, waaronder het voorheen al genoemde persbericht van Likoed Nederland. In de voor Likoed kenmerkende stijl noemt men Kaag een ’terroristenvereerder’, concludeert dat haar man mogelijk persoonlijk de hand in terreur heeft gehad (hij diende immers onder Arafat die opdracht gaf tot deze aanslagen), dat zij bewondering heeft voor terroristen omdat ze een foto van haarzelf en kinderen met Arafat in haar woonkamer heeft, dat ze goede banden heeft met terreurorganisaties (omdat ze zich in interviews geregeld op haar goede relatie met de sjiitische terreurorganisatie Hezbollah beroept). Zo gaan ze nog even door met hun zevenmijlslaarzen: ze heeft haar kinderen ‘pro-terreur’ opgevoed omdat haar dochter een keer “Marwan Barghouti for president” op Twitter had geliked. Ze heeft ‘de democratisch gekozen Israëlische premier Netanyahu’ onder meer “een racistische demagoog” en “geen vertegenwoordiger van vredelievende Israëli’s”’ genoemd, en heeft nauwelijks verbondenheid met Nederland o.a. omdat zij haar kinderen Palestijns noemt.

Deze vermenging van reële punten en halve waarheden, overgoten met een populistisch sausje, werd bij hoge uitzondering door de NRC opgepikt en gefileerd. Terecht schrijft Tom-Jan Meeus dat je geen goede banden met terreurorganisaties kunt ontlenen aan een foto of een opmerking in een interview, waar dat duidelijk anders was bedoeld. Een diplomaat onderhoudt immers met alle belangrijke partijen in een land of conflict goede banden, en zij moest destijds in Libanon toezien op naleving van resolutie 1701 tussen Israel en Hezbollah, en dan is het wel handig als je ook met Hezbollah kunt praten. En dat de like op Twitter van haar dochter erbij halen laag bij de grond is, temeer daar zij vlak ervoor twitterde „met pennen, woorden en intelligentie” te willen strijden voor Palestina. Dat ze haar kinderen Palestijns noemt was overigens in reactie op Palestijnse militanten in Libanon die ze stevig toesprak omdat ze niet naar haar wilden luisteren, en kun je dus ook niet buiten die context gebruiken als ‘argument’ om haar vaderlandsliefde of wat dan ook in twijfel te trekken.

Prikwater en blikjes cola

Dingen uit de context halen en vervolgens nergens bronnen vermelden, zodat nauwelijks is na te gaan waar het uitkomt, het is geen sterke beurt. Meeus viel het meest over wat ze zou hebben gezegd over Netanyahu. Probleem: ze heeft dat niet zelf gezegd maar haalde heel clever Israelische mensenrechtenorganisaties aan, die volgens haar (en Meeus) uiteraard de waarheid verkondigen, zoals in mijn vorige blog al beschreven. Likoed had beter eerlijk kunnen schrijven dat ze met instemming sprak over wat anderen zeiden, en dat ze Arafat vrijpleitte omdat de Palestijnen het zo zwaar hebben. Men had beter kunnen schrijven dat haar kinderen pro-Palestijns zijn en dat laten blijken op social media en via hun vrijwilligerswerk, en dat ze zelf, vroeger althans, ook vooral  oog  lijkt te hebben voor de Palestijnse kant. Dan hadden ze een punt gehad, en terechte zorgen geuit over de vraag of Kaags blik op het Midden-Oosten en Israel niet te zeer is gekleurd door haar man en het werk voor pro-Palestijnse organisaties als UNRWA. In zijn ijver Likoed af te serveren is Meeus overigens ook niet helemaal eerlijk: de foto van haar gezin met Arafat is ook volgens het onverdachte De Correspondent niet gelijk te stellen aan standaard foto’s met hoogwaardigheidsbekleders:

Die middag haalt Kaag prikwater en blikjes cola uit de koelkast. We zitten in haar ruime, lichte woonkamer in het centrum van Beiroet. De buffetkasten staan vol met foto’s van skivakanties en staatshoofden. De foto van haar en haar zoon met Yasser Arafat valt op. Ze is er nog jong, met een bob en felrode lippenstift en lacht hard, spontaan. Niet de geperfectioneerde glimlach van de foto’s met andere hoogwaardigheidsbekleders.

Zoals eerder geschreven liet ze zich in Buitenhof destijds bijzonder mild over hem uit. Hij kon er allemaal ook niks aan doen en moest een kans krijgen (die had hij toentertijd royaal gekregen en was in rap tempo bezig hem te verprutsen) en het lag allemaal uiteraard aan Israel. Als je tientallen jaren met een Palestijns politicus getrouwd bent (ook al is het een gematigde man zoals hij door verschillende mensen wordt omschreven), voor UNRWA hebt gewerkt, in Oost Jeruzalem woonde, en je 20 jaar geleden behoorlijk eenzijdig uitliet over het conflict, hoe groot is de kans dan dat je er nu objectief en evenwichtig tegenaan kijkt, met oog voor de grieven en argumenten van beide kanten, en het extremisme aan beide kanten? Die kans is volgens mij niet heel groot. Ik geloof zonder meer dat ze met de Israeli’s goed door een deur kan en ook vrienden in Israel heeft maar dat maakt je nog niet evenwichtig in je visie op het conflict. De zorgen uit Joodse en pro-Israel kring zijn dan ook zeer begrijpelijk, en moet je niet over een kam scheren met wat uit rechtse en populistische hoek komt.

Oud-ambassadeur

Overigens zijn er ook verschillende opvallend milde stemmen uit pro-Israel hoek, zoals van voormalig ambassadeur Haim Divon, die zowel Kaag als haar man niet als anti-Israel heeft ervaren:

Ik heb hem ervaren als een gematigde Palestijn, ook hij geloofde in co-existentie. Hij heeft zich daar zeer voor ingezet. (…)

Ik heb nooit het idee gehad dat ze in professioneel opzicht anti-Israël was. Ze was haar werk wel zeer toegedaan, zette zich enorm in. Ook privé ontwikkelde zich een relatie, we hebben contact gehad, dat was er ook tussen hun en onze kinderen. Wie haar werk aangaande de verwijdering van Syrische wapens heeft gevolgd, weet dat ze heel hard werkte. Ik heb haar altijd zeer gewaardeerd.

Een (ex-)ambassadeur laat zich doorgaans diplomatiek uit, dat is immers zijn vak, maar hier spreekt hij uit persoonlijke ervaring. De wereld is niet zwart-wit, en Kaags achtergrond en houding hoeven geen probleem te zijn voor de relaties met Israel. Wel verwacht ik dat ze Israelkritisch beleid voorstaat zoals de labeling van producten of het demotiveren van bedrijven om zaken te doen met bedrijven in Israel die op de een of andere, vaak indirecte, manier ook zijn verbonden aan de nederzettingen (bijvoorbeeld omdat ze daar ook diensten leveren). De afgelopen jaren kregen felle Israelcritici wat dit betreft steeds meer voet aan de grond, waardoor soms waardevolle samenwerkingsprojecten werden stopgezet, zoals van Royal Haskoning met het Israelische waterbedrijf. Of ze hier veel in kan doen is echter zeer de vraag, omdat ze onder Halbe Zijlstra staat en omdat de meningen in de coalitie erg uiteenlopen.  Overigens heeft Zijlstra afgelopen donderdag nog gezegd dat de regering Palestina niet eenzijdig gaat erkennen. Volgens hem brengt het ‘separaat erkennen van de Palestijnse staat de tweestatenoplossing juist verder weg’, aldus het CIDI. Bert Koenders, de vorige minister van Buitenlandse zaken, dacht hier anders over.

Vragen over Anis Al Qaq

Ook Leon de Winter kwam, het zal niet echt verbazen, met stevige kritiek op Sigrid Kaag, of eigenlijk vooral op haar man, Anis Al Qaq. Maar waar Likoed en sommige anderen nogal op de populistische toer gaan en zaken uit hun verband rukken om een beeld neer te zetten van een minister wiens hart meer in de Arabische wereld ligt dan in Nederland, komt hij met feiten, verontrustende feiten. In het hem kenmerkende proza (‘Yasser Arafat, de hoofdman van een Levantijnse roversbende’) schetst hij de omvang van de corruptie onder Arafat, ook en juist op het ministerie waar Kaags man onderminister was:

In dat rapport werden namen genoemd, een unicum in de Palestijnse maatschappij. De volgende zaken kwamen onder meer naar boven in het rapport: misgebruik van overheidsgeld door de minister van Planning en Internationale Coöperatie; uitzonderlijk grote vergoedingen voor huur, salarissen, reizen bij opnieuw de minister van Planning en Internationale Coöperatie; ’niet-competatieve’ zakentransacties die tot verhoogde kosten leidden bij, alweer, het Ministerie van Planning en Internationale Coöperatie.

Dit rapport was nota bene opgesteld door Al Qaq, dus hij moet er alles van geweten hebben:

Hij gaf zelf de onderminister van dat notoir corrupte Ministerie van Planning en Internationale Coöperatie opdracht de corruptie in Gaza te onderzoeken. Die onderminister maakte het zinloze rapport en werd later door Arafat benoemd tot vertegenwoordiger van de Palestijnse Autoriteit in Zwitserland, waar, niet ver van de hoofdvestiging van Banque Lombard Odier & Cie, zoveel organisaties van de Verenigde Naties zijn gevestigd met een bloedhekel aan Israël.

Met het rapport werd niks gedaan, aldus De Winter. Niet door de PA en Arafat, en niet door de EU en andere landen en internationale organisaties. Men bleef de PA steunen, en de corruptie ging door. Wel werd Al Qaq overgeplaatst naar Zwitserland. Misschien wist hij inmiddels iets teveel en was wat al te ijverig geweest in zijn onderzoek naar de corruptie? Leon de Winter meent echter dat hij er zelf wellicht ook aan heeft meegedaan en niet beter is dan de rest:

Als al-Qaq schoon is, is hij schoon, en dan is hij gelukkig die ene uitzondering. Maar als hij vuil is, heeft het Nederlandse volk het recht dat te weten, ongeacht het geklaag van NRC-Handelsblad dat de man van Sigrid Kaag er niet toe doet. (…)

Ik vind dat hij er wel toe doet. Wat zouden we ervan vinden als de minister van Justitie getrouwd was met een lid van een criminele organisatie? Via de VN, de EU of direct, gaat Sigrid Kaag als minister van Ontwikkelingssamenwerking miljoenen Nederlands belastinggeld overmaken naar de Palestijnse Autoriteit, waarmee haar man, tegenwoordig als activist en NGO-consultant, intense banden heeft. Dat zij dat doet, lijkt me – laat ik het voorzichtig zeggen – nogal ongemakkelijk.

Deze vergelijking is wat sterk aangezet, maar ook bij mij roept een en ander wel vragen op, zij het niet precies dezelfde als De Winter heeft. Al Qaq diende acht jaar in de regering van Arafat. Het lijkt onlogisch dat hij al die tijd schone handen heeft gehouden terwijl de corruptie welig tierde, en Arafat miljarden aan buitenlands donorgeld verduisterde. Maar wellicht was hij een van de weinigen die dit wel intern aankaartte en zo probeerde te veranderen? Vergelijkbare vragen kunnen gesteld worden over Arafats steun voor geweld en aan zelfmoordterroristen. Het lijkt onwaarschijnlijk dat iemand op zo’n hoge positie daar niet vanaf heeft geweten. Als Al Qaq werkelijk zo gematigd is als bijvoorbeeld Haim Divon hem beschrijft, dan moet hij daar zeker moeite mee hebben gehad. Misschien was hij ook hierin idealistisch en hoopte Arafat te beïnvloeden? Of wilde op zijn minst op zijn eigen departement goed werk doen voor de Palestijnen, juist om radicalisering tegen te gaan? Het zou kunnen, maar daar is verder niks over bekend. Het kan ook zijn dat hij, zoals wel meer Palestijnen, met twee monden sprak: een gematigd geluid naar buiten toe maar ondertussen niet tegen het ‘gewelddadige verzet’ tegen de bezetting, zoals aanslagen door Palestijnen vaak worden aangeduid.

Het zou interessant zijn meer te weten te komen over zijn drijfveren, rol als onderminister en visie op het conflict, maar het lijkt verder eigenlijk niemand te interesseren wat vroegere (ex-)ministers onder Arafat dachten en in hoeverre zij medeplichtig waren aan de wandaden van Arafat. Die hele wandaden interesseren alleen een groepje ‘ultrazionisten’ en ‘rechtse populisten’ die alles wat uit Arabische hoek komt en verdacht is aangrijpen om hun afkeer van moslims en Arabieren te rechtvaardigen, zo lijkt het.

Grachtengordelaars

Waarom zijn weldenkende ‘gutmenschen’ en grachtengordelaars daar niet in geïnteresseerd? Omdat ze alleen of op zijn minst voornamelijk de bezetting zien als probleem, precies zoals Kaag het 21 jaar geleden in Buitenhof met grote welbespraaktheid verwoordde. Tegenover haar zat een in de ogen van de meeste mensen waarschijnlijk nogal hysterisch aandoende religieuze vrouw die de zogenaamde ‘groot-Israel visie’ verdedigde. Ze leek vooral als illustratie te dienen om duidelijk te maken dat het probleem lastig op te lossen is. Was iedereen maar zo weldenkend als mevrouw Kaag, zullen de grachtengordelaars en weldenkers van toen gedacht hebben. Dan was het probleem zo opgelost.

In 21 jaar is er in sommige opzichten niet veel veranderd. Net als toen zitten de religieuze fanaten aan beide kanten, en heeft juist het Palestijnse terrorisme het nationalisme in Israel aangewakkerd, en net als toen is er in de media vooral oog voor de extremisten aan Israels kant. Wat Al Qaq deed boeit buiten het ‘ziowereldje’ geen hond, en het ongenoegen over en wantrouwen tegen Kaag wordt vooral gezien als bewijs van extremisme in dit wereldje. Jammer. Ik hoop nog eens een interessant interview met Al Qaq te lezen, met een interessant inkijkje in de regering Arafat en misschien ook interessante inzichten over het falen van het vredesproces. Rest me nog te zeggen dat Kaag natuurlijk geheel zelfstandig denkt en dat zelfs als haar man indertijd ‘fout’ zou hebben gezeten, dat niks zegt over haar capaciteiten. Het enige punt wat dan relevant is, is de door De Winter benoemde belangenverstrengeling.

Ratna Pelle

Share

  One Response to “Sigrid Kaag (3): tendentieuze kritiek en terechte zorgen”

Comments (1)
  1. Goed artikel, beste Ratna. Ik citeer er even uit: Het lijkt onlogisch dat hij al die tijd schone handen heeft gehouden terwijl de corruptie welig tierde, en Arafat miljarden aan buitenlands donorgeld verduisterde. Maar wellicht was hij een van de weinigen die dit wel intern aankaartte en zo probeerde te veranderen? Vergelijkbare vragen kunnen gesteld worden over Arafats steun voor geweld en aan zelfmoordterroristen. Het lijkt onwaarschijnlijk dat iemand op zo’n hoge positie daar niet vanaf heeft geweten. Als Al Qaq werkelijk zo gematigd is als bijvoorbeeld Haim Divon hem beschrijft, dan moet hij daar zeker moeite mee hebben gehad. Einde citaat. Het is tamelijk opmerkelijk dat er niets bekend is dat Al Qaq enige kennis heeft gehad van de enorme PA-corruptie, dat er geen aanwijzing is of hij ooit interne of externe kritiek daarop heeft geuit en dat zijn standpunt over terreur tegen Israelische burgers nergens te traceren valt. Dat zijn allemaal flink negatieve indicaties met betrekking tot de democratische gezindheid van de heer Al Qaq, die kennelijk erg bedreven is in het zich hullen in stilzwijgen. Alarmerend.