= IMO Blog =
(Vervolg op: De pot verwijt de ketel: NRC hekelt eenzijdige berichtgeving in Israel)
“Haar daad van verzet? Glimlachen”
Jannie Schipper: ‘Zij ging de cel in, maar haar lach ging viraal’ – NRC 21-5-2021
Nog een zeer eenzijdig verhaal in de NRC is het interview met de Palestijnse Mariam Afifi, die mee demonstreerde tegen de huisuitzettingen bij Sheikh Jarrah en daarbij werd gearresteerd. Dat die arrestatie, net als de huisuitzettingen, niet deugt staat voor de NRC vast en hoeft dus niet verder onderzocht te worden (Je kunt net zo goed de website Palestine Link raadplegen over Israel-Palestina, als de NRC). Het propagandastuk voor de Palestijnse zaak begint ermee hoe ze…
“…hardhandig in de boeien werd geslagen nadat ze had geprobeerd een andere jonge vrouw overeind te helpen. Toen ze vervolgens op straat zat, handen op de rug, keek ze met een stralende glimlach om naar een mededemonstrante die haar een kushandje toewierp – en recht in de camera van een van de vele aanwezige journalisten. Het beeld werd op Instagram, Twitter en YouTube honderdduizenden keren gedeeld.”
Hoe gemeen weer van de Israeli’s, die natuurlijk expres een lieve jonge vrouw te grazen namen terwijl ze – hoe ontroerend – een andere vrouw overeind wilde helpen. Maar haar stralende glimlach is sterker dan de sterkste Israelische soldaat met zijn hypermoderne wapentuig, zo laat dit verhaal zien. Vervolgens spreekt ze de soldaten rustig maar belerend toe, en vraagt ze of dit nou was waar ze in hun jeugd van droomden: onschuldige mensen onderdrukken. Natuurlijk krijgen we het antwoord niet te horen. Een antwoord van mensen van vlees en bloed, die daar ook staan om voor hun zaak op te komen, om escalatie te voorkomen of bang zijn zelf aangevallen te worden, wiens grootouders misschien wel in 1948 uit hun huizen in Sheikh Jarrah zijn verdreven toen heel Oost-Jeruzalem werd gezuiverd van Joden.
Afifi is een model Palestijn:
“Normaal gesproken houdt ze zich liever bezig met boeken en muziek; Afifi studeerde Engelse literatuur, organiseert muziekactiviteiten in een centrum voor geestelijk gehandicapten en speelt contrabas in het Palestijnse Jeugdorkest. Ze zwaait met een linnen tasje met een kleurige fiets erop en een naam: Amsterdam. Twee jaar geleden trad ze met het orkest op in het Concertgebouw.”
Geweldig. Als alle Palestijnen zo waren als Afifi, denk ik dat er niet zoveel Israelische soldaten rondliepen en ze gezellig samen muziek konden maken.
Dit is alles wat de NRC over de kwestie Sheikh Jarrah te melden heeft:
“De bewoners van Sjeikh Jarrah zijn al decennia in rechtszaken verwikkeld om hun huizen te behouden, die in de jaren vijftig werden gebouwd voor Palestijnse vluchtelingen maar worden opgeëist door Joodse organisaties.”
Hoe, wat, waarom, waar, sinds wanneer? Wat opvallend wordt weggelaten is dat er sinds de late 19e eeuw al Joden woonden in Sheikh Jarrah, die in 1948 moesten vluchten naar West-Jeruzalem. Sheikh Jarrah ligt tussen West-Jeruzalem en de Scopusberg, een Israelische enclave na 1948, die geëvacueerd moest worden omdat Trans-Jordanië doorgang weigerde. Nadat Israel in 1967 Oost-Jeruzalem had veroverd eisten de vroegere eigenaren hun huizen en grond terug. Hoewel verdreven Joden na 1948 huisvesting hadden gekregen in West-Jeruzalem, oordeelde het Hooggerechtshof dat zij aanspraak konden maken op de huizen die zij of hun familie in 1948 verloren hadden, evenals Joodse organisaties die de grond voor 1948 bezaten.
Je kunt zeker twisten over hoe rechtmatig dit eigenlijk is, maar niet vergeten moet worden dat gevluchte Joden uit Arabische landen ook al hun eigendom zijn verloren. Dat wordt dan vaak gezien als een begrijpelijk gevolg van oorlog en in dit geval de ‘prijs voor de stichting van Israel’. Maar omgekeerd geldt dat natuurlijk evenzeer: de Palestijnen en iets later Jordanië hebben uit alle macht geprobeerd Jeruzalem in handen te krijgen en werkelijk etnisch te zuiveren, maar ze verloren uiteindelijk. De Joodse organisaties wiens eigendomsrechten in Sheikh Jarrah door de Israelische rechter zijn erkend, sloten in 1982 een huurovereenkomst met de Arabische bewoners, waar de bewoners later op zijn teruggekomen omdat ze de Joodse eigendomsrechten niet willen erkennen. Die eigendomsrechten zijn in 2003 verkocht aan een nationalistische organisatie die verdere ‘verjoodsing’ van Jeruzalem nastreeft en al jaren probeert via rechtszaken de Arabische bewoners eruit te zetten.
Ik vind zeker niet dat de geschiedenis rechtvaardigt dat Israeli’s alles inpikken wat ze pakken kunnen, maar het is voor een krant wel zo netjes en volgens de journalistieke normen, om de achtergrond en relevante feiten te geven van een dispuut. Zodat mensen zelf hun goed geïnformeerde mening kunnen vormen. NRC vervolgt:
“Het verhaal van Sjeikh Jarrah geldt volgens de jonge activiste voor alle Palestijnen in Jeruzalem. Afifi is ervan overtuigd dat het Israëlisch beleid is om de Joodse meerderheid in Jeruzalem te vergroten. ‘Dat kan alleen maar door Palestijnen weg te jagen. Als ze Sjeikh Jarrah overnemen, gaan ze vervolgens door naar Silwan, en dan naar de volgende wijk. Het is een domino-effect.’
Mariam Afifi op Instagram, zondag 16 mei: Gisteren in Sjeikh Jarrah. Dit zijn ongewapende vrouwen die worden aangevallen door volledig gewapende soldaten! Dit is alleen maar omdat we zongen voor vrijheid en ons recht om vrij te zijn!”
Wederom aantijgingen waarvan niet duidelijk is of ze wel kloppen en waarvan de krant ook geen moeite doet te achterhalen hoe dit zit. Bij demonstraties in Sheikh Jarrah braken vaker rellen uit waarbij over en weer geweld werd gebruikt. Het lijkt me niet logisch dat die soldaten in actie zouden komen als er alleen maar ongewapende vrouwen mee zouden lopen die mooie liederen zingen over vrijheid…
Conclusies over voorgaande stukken en de berichtgeving
Wat opvalt in de stukken die ik hiervoor heb besproken, is dat het allang niet meer gaat over de vraag of Israels bombardementen wel proportioneel zijn en ook niet om een paar huizen in Sheikh Jarrah, maar dat alles op een hoop wordt gegooid en als bewijs gebruikt om heel Israel te delegitimeren. Daarbij worden grote woorden met veel emotionele lading gebruikt, zonder dat dit ergens op is gebaseerd, zoals dat de Palestijnen worden weggevaagd, dat ze niet meer kunnen ademen, dat er een taboe op Palestijnen rust, dat hun bestaan wordt vernietigd etc. Het klinkt heftig en als een antropoloog of andere deskundoloog het zegt dan nemen velen toch aan dat het wel ergens op gebaseerd zal zijn.
Ook weer heel hip is het om Israel als koloniaal project neer te zetten, waarmee het automatisch van zijn bestaansrecht wordt ontdaan, gedelegitimeerd. De Joden wordt hun recht op zelfbeschikking ontzegd, hun band met het land, hun wortels, hun eeuwenoude verbondenheid en aanwezigheid daar, met een paar pennenstreken doorgestreept. Ook opvallend hoe Israel van de meest brute daden wordt beschuldigd. Soldaten en politie doen niks liever dan onschuldige vrouwen hardhandig in de boeien slaan en om vijf uur ‘s ochtends deuren intrappen om arme uiteraard onschuldige Palestijnen op te pakken. Alles uit pure intimidatie en machtsvertoon, want Palestijns geweld lijkt niet te bestaan, nergens wordt erkend dat ook Palestijnen deel hebben in dit conflict, sterker nog, er mag helemaal geen sprake meer zijn van een ‘conflict’.
Dat zou namelijk juist dat suggereren: dat er twee partijen zijn, dat er twee vechten en wellicht twee schuld hebben. Het zou verdoezelen dat Israel sterker is en zwaardere bommen kan gooien, maar bovenal: het geeft beide partijen legitimiteit, het is een frame dat ertoe uitnodigt te onderzoeken wat de posities, belangen en doelen van beide partijen zijn. Niet de Palestijnen, maar Israel, en het legitieme streven van de Joden naar zelfbeschikking zijn taboe geworden in deze discours.
Door enkel nog te spreken van een koloniaal project, van een militaire bezetting (niet van de Westoever maar van het hele land), van onderdrukking en agressie, worden de Joden wederom ontmenselijkt en uitgewist. Ze worden niet genoemd maar als het over Israel gaat, gaat het natuurlijk over Joden. Israel is hun land, de enige plaats waar zij zelfbeschikking hebben en geen minderheid zijn, waar Joden altijd naartoe kunnen en hun religie en cultuur en geschiedenis worden gekoesterd (al clasht het wat dat betreft soms flink en nemen de tegenstellingen toe, maar dat is een ander verhaal). In dit land moeten zij ook de rechten van de Arabieren respecteren en daar is genoeg kritiek op mogelijk, maar het grote verschil met die kritiek en deze ‘critici’ is dat de Joden daar helemaal geen macht mogen hebben en dat zij ieder Israelisch machtsvertoon, iedere militaire actie of operatie, het hele leger, afkeuren.
Ze zeggen, allemaal in koor (Anne de Jong, Maurits Berger, Umayya Abu-Hanna, Grassiani): ‘jullie Joden horen daar niet, jullie zijn kolonisten en moeten terug naar Europa en het land teruggeven aan de Palestijnen. Op zijn best mogen jullie er wonen als ingezetenen van een toekomstig Palestina, maar jullie hebben geen recht op zelfbeschikking. Jullie bestaan in feite niet als volk, daarom noemen we jullie ook überhaupt niet, we wissen jullie geschiedenis in het land uit, en ontkennen het leed jullie aangedaan, niet zozeer in Europa (dat vinden we heus heel erg) maar juist dat van de Palestijnen en Arabieren. We wissen alle Arabische geweld uit, van de opstanden in de jaren ’30 onder leiding van de met de nazi’s heulende moefti, tot de blokkade van Jeruzalem in 1947, de aanvallen op Joodse inwoners voor de stichting van Israel, de binnenvallende Arabische legers, de aanvallen vanuit de Golan op lagerliggende Joodse plaatsen voor 1967, etc. tot en met de zelfmoordaanslagen, de aanvallen met messen, met auto’s, ballonnen met explosieven erin (ja ja, de Gazanen zijn een vindingrijk volk).’
‘We stellen de Palestijnen als volkomen onschuldig en vreedzaam volk voor, dat daar al meer dan 70 jaar op de meest brute wijze wordt onderdrukt en uitgewist. Ja in feite zijn zij eigenlijk de Joden van toen, en zijn jullie de nieuwe nazi’s. En de media leggen ons niks in de weg, sterker nog, we mogen alles zeggen en schrijven, niemand die ons corrigeert behalve een paar zielige hasbara types, maar daar maken de eigen redacteuren van de kwaliteitskranten wel gehakt van. Want ook zij zien dat het tij keert, en niemand wil achterblijven. Pro-Israel zijn is zo passé, sterker: kolonialisme is zo passé, misschien kunnen we samen met de beelden en straatnamen van de oude zeehelden die in feite oorlogsmisdadigers waren, ook Israel voorgoed aan de kant zetten.’
Het is verbluffend dat wetenschappers dergelijke simplistische en extreme propaganda produceren. Juist zij horen een kritische en onderzoekende houding te hebben naar alle partijen. Zo heb ik het althans ooit geleerd op de universiteit, maar daar lijkt niet veel van over.
De media leken minder dan ooit geïnteresseerd in objectieve en genuanceerde (achtergrond)informatie over het conflict. Partijdige mensen als Bertus Hendriks, Paul Aarts en Peyman Jafari (de laatste twee hebben de oproep tot boycot ondertekend) werden als onafhankelijke deskundigen aan het woord gelaten, terwijl ze dat overduidelijk niet zijn.
De eigendomskwestie in Sheikh Jarrah kent een lange geschiedenis, waarover nauwelijks feitelijke informatie werd gegeven. Het is lastig te zeggen wie in zijn recht staat. Huisuitzetting is tragisch vanuit humanitair oogpunt, maar het schijnt dat de bewoners al tientallen jaren weigeren huur te betalen omdat ze de Joodse eigendomsrechten niet willen erkennen. Nergens werd een poging gedaan ook maar iets van de complexiteit duidelijk te maken.
In het algemeen was de berichtgeving nauwelijks op feiten gebaseerd maar vooral op emoties. Dreigende huisuitzettingen, gearresteerde demonstranten en met bommen en granaten bestookte burgers: de Palestijnen waren vooral degenen die het moesten ontgelden. Verschillende incidenten met Palestijns geweld die mede tot de escalatie hadden geleid bleven onbelicht.
Zoals altijd hebben geweld en escalaties daar een toename van antisemitisme hier tot gevolg. Daarin speelt de eenzijdige berichtgeving ook een rol. Waar media zich wel verantwoordelijk voelen om moslims niet teveel te stigmatiseren (waardoor ze soms wat te politiek correct zijn), lijkt men naar Joden toe daar in het geheel geen last van te hebben. De onsympathieke kolonist daar met zijn pijpekrullen en zwarte hoed werkt door op hoe men hier naar Joden kijkt.
Ik hoor steeds vaker van Joden die zich in Nederland niet meer thuis voelen, dat men weg wil, bang is. Dat is 76 jaar na het begin van de oorlog afschuwelijk. Joden moeten zich hier thuis voelen en veilig weten, of ze nu pro-Israel zijn of juist Israelkritisch, en of ze er ook Joods uitzien of niet. Waar Angela Merkel dat soort dingen zeer duidelijk en onomwonden zegt, mis ik dat hier nog wel eens. Het is NIET logisch dat geweld daar leidt tot antisemitisme hier. Het feit dat de link wordt gelegd laat zien hoe belangrijk het is om genuanceerd over het Midden-Oostenconflict te schrijven.