Buitenlandse zaken beging stupiditeit
– Door Tjalling –
Het ministerie van Buitenlandse Zaken adviseerde Royal Haskoning DHV om diens betrokkenheid bij een afvalwaterzuiveringsproject in Oost-Jeruzalem te beëindigen. HaskoningDHV zou moeten stoppen met de bouw van de installatie omdat die volgens internationaal recht in door Israël bezet gebied zou staan. De kwalificatie `bezet gebied’ is in dit geval echter betwistbaar en gelet op de gevolgen van deze beëindiging is het advies van BZ ronduit een stupiditeit. Een project wat zoveel had kunnen bijdragen aan een goede levensstandaard van alle mensen in de betrokken regio wordt als gevolg van formele en rigide EU-regelgeving teniet gedaan. De nieuwe installatie had maar liefst 200.000 mensen, vooral Palestijnen, van schoon water moeten voorzien. Royal Haskoning liet weten, `zich graag te houden aan de (inter-)nationale wet- en regelgeving’ en is op zes september uit het project gestapt.
Het project was bedoeld om de Kidron beek weer schoon te krijgen. Deze beek stroomt door de Kidron vallei, tussen het Oosten van Jeruzalem en de Dode Zee. De vallei wordt geteisterd door een dagelijkse vloedgolf van zo’n 45.000 kuub aan rioolwater, vuilnis en gebrek aan zuivering en dreigt daardoor een ecologische en maatschappelijke ramp te worden.
Niet alleen de Kidron vallei is ernstig vervuild. De NRC meldde dat er het afgelopen half jaar op verschillende plaatsen in het zuiden en midden van Israël een ‘wild poliovirus type 1’ werd aangetroffen in het rioolwater. Dit is mede te wijten aan het Palestijnse waterbeheer. In de afspraken binnen de Oslo-II Akkoorden werd namelijk vastgelegd dat de Palestijnse Autoriteit verantwoordelijk zou worden voor het waterbeheer in de toekomstige Palestijnse staat. Daar is tot nu toe niet veel van terecht gekomen. Palestijns ongezuiverd rioolwater wordt nog altijd afgevoerd naar/in de watervoerende lagen van de bergen van de Westbank. Onder invloed van de zwaartekracht sijpelt het vieze en besmette water ondergronds westwaarts tot in de watervoerende lagen die west van de grenzen van 1967 liggen. Gelukkig bleven de gevolgen van het poliovirus beperkt, maar toch laat dit voorval zien hoe slecht het is gesteld met de kwaliteit van het water in Israël en de Westbank. Alle reden dus om Israël en de Palestijnen deskundige hulp te verlenen op het gebied van waterzuivering, te beginnen in één van de meest vervuilde gebieden, de Kidron vallei.
Een indrukwekkende groep mensen is in het gebied zelf begonnen met het oplossen van de eerste proceshobbels en technische vraagstukken. Op 10 oktober 2012 was Ingenieurs Zonder Grenzen te gast bij UNESCO-IHE in Delft, waar een lezing over water in dit conflictgebied werd gehouden. Jeroen Kook, projectmanager bij Royal Haskoning DHV en Joktan Cohen, bestuurslid bij IZG, belichtten de technische oplossingen en complexe politieke aspecten van het vuilwaterprobleem in de Kidron. Het was de inzet van IZG, RHDHV, Deltares, UNESCO-IHE en de TU Delft om een bijdrage aan dit bijzondere project te gaan leveren, door Nederlandse kennis in te zetten voor beide partijen. Het specifieke doel was om juist deze zo vervuilde vallei zijn natuurlijke kracht terug te geven, zodat er weer landbouw kan plaatsvinden, dat toeristen de route gaan gebruiken en de vallei een brug zou worden tussen de lokale bevolking. Kortom een sterke economisch impuls die bijdraagt aan wederzijds begrip en vrede. De geplande werkzaamheden en het humanitaire doel daarvan zijn nu teniet gedaan.
De terugtrekking uit dit project zal, in tegenstelling tot het beoogde doel van de nieuwe EU regelgeving, het vredesproces alleen maar belemmeren. Bovendien werken De EU-richtlijnen niet alleen averechts, ze staan soms ook haaks op de Geneefse Conventies. Het Franse Gerechtshof van Versailles verwierp in maart 2013, in een vergelijkbaar geval, de aantijgingen tegen de aanleg van een tramlijn in Oost-Jeruzalem. Het oordeel van de Franse rechtbank was dat Palestijnen, net als iedereen, recht hebben op openbare voorzieningen. Dit waterzuiveringsproject is ook een openbare voorziening. Het Franse gerechtshof heeft haar oordeel gebaseerd op de Geneefse Conventies, alsmede op artikel 25.1 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, waarin het recht op een adequate levensstandaard is vastgelegd. Het waterzuiveringsproject draagt daar zeer zeker aan bij.
Royal Haskoning werkte tijdens de bouw ook samen met de gemeente Jeruzalem. De Palestijnse Autoriteit heeft het waterzuiveringsproject echter niet goedgekeurd. De Palestijnse Water Autoriteit (PWA) zegt dat bij dit project geen sprake is van samenwerking tussen Israël en de PWA en dat de Palestijnen niet het meeste voordeel zouden hebben van dit afvalwaterzuiveringsproject. Maar uit een financieel plan van het Milken Institute, blijkt dat Palestijnse experts allang bij het project betrokken waren en de PWA ook contractpartner zou worden. Ook de minister van Water van de Palestijnse Autoriteit was in 2012 bij een bijeenkomst in het Palestijnse dorp Ubeidya over het project. De Palestijnse Autoriteit lijkt zich pas na de publiciteit en protesten van ‘anti-normalisatie’ activisten te hebben gedistantieerd van het project. Joël Voordewind (CU) wijst erop dat het project ook een schoolvoorbeeld was van samenwerking tussen Israëli’s en Palestijnen. Bovendien speelt volgens hem de PWA een politiek spelletje. Hier haakt Harry van Bommel (SP) in reactie op Joël Voordewind gretig op in. Volgens Van Bommel zouden de Palestijnse autoriteiten zich verzetten tegen het project, dat in zou gaan tegen het internationaal recht. Hij plaatst zich daarmee kritiekloos achter de PA en baseert zich op een eenzijdig rapport van The Rights Forum, een stichting die nota bene op initiatief van Dries van Agt is opgericht.
Het is trouwens zeer de vraag in hoever Royal Haskoning zich werkelijk graag wilde houden aan de internationale wet- en regelgeving. Een woordvoerder van de Israëlische regering zei afgelopen 6 september tegenover de Israëlische krant Ha’aretz dat Royal Haskoning is bezweken door politieke druk vanuit Nederland en door intimidatie en pesterijen. De bouw van de installatie zou immers de inwoners van het gebied – hoofdzakelijk Palestijnen – juist ten goede komen. Daar wees Voordewind ook op, maar Van Bommel vindt het standpunt van de PA kennelijk belangrijker dan het welzijn van de Palestijnen. De EU neemt de standpunten van de PA ook kritiekloos over. Nederland loopt al vast vooruit op de nieuwe regelgeving van de EU en daarom gaf BZ het advies aan Haskoning om te stoppen met dit unieke project.
De nieuwe EU-regelgeving vloeit voort uit het standpunt van de EU dat het bouwen in `de bezette gebieden’ het grootste struikelblok zou zijn bij het streven naar vrede. Het is inderdaad een obstakel maar niet het grootste. De hardnekkige Arabische weigering om Israël als Joodse staat te erkennen is wel het grootste obstakel. Het voert te ver om daar uitgebreid bij stil te staan. Wel wil ik nadrukkelijk stellen dat het resultaat van de terugtrekking van Royal Haskoning alleen maar verliezers kent, met name onder de Palestijnse bevolking zelf. Nogmaals; deze stopzetting is te wijten aan de formele en rigide EU-regelgeving. Het zal mij niets verbazen wanneer over enige tijd uit voortschrijdend inzicht zal blijken dat het advies van BZ inderdaad een stupiditeit was. Het uitspreken van een mea culpa daarover zal dan zeker niet misstaan.
Bronnen:
- http://www.refdag.nl/nieuws/economie/nederlandse_ingenieurs_weg_uit_oost_jeruzalem_1_766566
- http://www.nrc.nl/nieuws/2013/08/26/rivm-waarschuwt-voor-poliovirus-in-israel/
- http://www.haaretz.com/news/diplomacy-defense/.premium-1.543535
- http://www.israelnationalnews.com/Articles/Article.aspx/13563#.Ui8tnDZ7LTp
- http://likud.nl/2011/05/de-bezette-gebieden-en-het-internationale-recht/
- http://www.zionism-israel.com/blog/archives/00000758.html
Internationaal Recht zou constant in beweging zijn en het stanpunt der volkeren vertegenwoordigen. De vraag is of je dan nog van Recht kan spreken of van willekeur of opiniepeiling.
Daarbij komt nog dat het EU parlement al lang niet meer de steun van het volk heeft en wordt gezien als zakkenvullende ambtenaren.