BDS in een nieuw jasje
IMO Blog
Anti-Israel organisaties roepen geregeld op tot een boycot van Israelische producten. Dit gebeurt vaak onder het mom dat onduidelijk is of producten uit Israel dan wel de Westbank komen en je daarom maar beter alles kunt boycotten. Geregeld duikt deze bewering op: “er staat weliswaar Israel op het etiket maar je koopt een product uit een illegale nederzetting, en werkt daarmee zomaar mee aan de onderdrukking, onteigening en zelfs etnische zuivering van de Palestijnen”. En dat gewoon bij Albert Heijn. Deze week brachten verschillende ontwikkelingsorganisaties weer eens een rapport uit dat uitlegde hoe vreselijk fout de nederzettingen zijn, en überhaupt alle Israelische activiteit over de Groene Lijn. Uiteraard verschenen daarop artikelen in de kranten waarin de beweringen uit dat rapport klakkeloos werden overgenomen en geen enkele wederhoor werd toegepast of afstand genomen. Trouw schreef:
En kan de consument het label ‘herkomst Israël’ überhaupt nog serieus nemen? In elk geval niet bij cosmetica van het merk Ahava. De ‘Israëlische’ smeersels met Dode Zee-extract worden bereid in een Israëlische nederzetting op Palestijns gebied. Deze voorbeelden vormen slechts het topje van de ijsberg. Dit blijkt uit een rapport dat vandaag wordt gepubliceerd door 22 internationale hulporganisaties, waaronder Cordaid, IKV Pax Christi en Icco. Conclusie: Europese consumenten worden dom gehouden over dadels, citrusvruchten, kruiden, plastics, textiel en speelgoed uit illegale nederzettingen.
Het leest alsof Trouw letterlijk het persbericht van genoemde organisaties heeft overgenomen.
De fabriek waar de Dode Zee producten van Ahava worden gemaakt ligt inderdaad net over de Groene Lijn, maar de grondstoffen voor de producten worden aan de Israelische kant uit de Dode Zee gewonnen. Eerder berichtten we daar het volgende over:
Al ruim voor de stichting van de staat Israël werden grondstoffen gewonnen uit de Dode Zee. Al in 1907 vroeg een mijningenieur uit Siberië genaamd Mosje Novomeysky daarvoor toestemming aan de Ottomaanse autoriteiten. In 1920 emigreerde Novomeysky naar Palestina en deed gedurende een aantal jaren onderzoek. Na herhaalde verzoeken werd hem in 1929 de aanbesteding voor de mijnbouw in het Dode Zee gebied gegund. Novomeysky’s Palestinians Potash Company, kortweg PPC – kreeg een vijfenzeventig jarige concessie. Hij had zich echter al in 1922 gevestigd op de noordelijke oever van de Dode Zee, waar de belangrijkste productie-installatie gevestigd werd. In 1939 werd een kibboets genaamd Beit HaArava gevestigd in de buurt van de fabriek. In 1943 woonden er honderd joodse families, onder wie velen die ontsnapt waren aan nazi-Duitsland.
Tijdens de 1948 oorlog tussen Israel en haar buurlanden werden de kibboets en de fabriek aangevallen door het Irakese leger, dat 43 werknemers van de elektriciteitscentrale bij Naharyim gevangen nam. Daarop werd besloten de bewoners van het noordelijke Dode Zee gebied te evacueren. Kort daarna vernietigde het oprukkende Arabische Legioen (Jordanië) de twee kibboetsen, het hotel en de fabriek.
Uit dit verhaal blijkt dat niet alle Israelische activiteit over de Groene Lijn een zware oorlogsmisdaad is en erop gericht is om arme onschuldige Palestijnen van hun land af te jagen. Israel herbouwde de fabriek in 1968, nadat het in de Zesdaagse Oorlog de Westoever op Jordanië had veroverd. Er woonden geen Palestijnen op die plek, en de enigen die er waren verdreven waren de Joden die er voorheen gewoond hadden.
Maar hoe zit dat nou met die etikettering? Ik herinner me dat GroenLinks een paar jaar geleden een overwinning meldde: de Europese Groenen hadden een voorstel in het Europees Parlement ingediend en aangenomen gekregen, dat er voortaan een duidelijk onderscheid moest zijn tussen producten uit Israel en uit de nederzettingen, en dat dat op de etiketten zichtbaar moest zijn. Israel mocht nog producten uit de nederzettingen naar de EU exporteren, maar die vallen niet onder het gunstige handelstarief en er mag niet ‘made in Israel’ op staan. Israel ging akkoord omdat anders het gunstige tarief voor de producten die wel gewoon uit Israel komen zou vervallen. Men besloot de kolonisten vervolgens zelf te compenseren omdat men tegen dit onderscheid is.
In 2009 beweerde de radikale organisatie PEACE ook al dat Israel met de etiketten knoeit en niet eerlijk is over de herkomst van de producten. Zij werd daarvoor door de Reclame Code Commissie op de vingers getikt omdat de beweringen niet waar en ongefundeerd waren. Ik heb er ernstige twijfels bij of de huidige beweringen beter gefundeerd zijn. In het rapport van de ontwikkelingsorganisaties vond ik geen duidelijke bewijzen hiervan. Het bevat alle bekende aantijgingen tegen en over de nederzettingen: hoe zij het leven voor de Palestijnen onmogelijk maken, hun economie ruïneren, en hoe kolonisten de Palestijnen belagen. Wanneer een Europees bedrijf investeert in de light rail in Jeruzalem of een trein van Tel Aviv naar Jeruzalem die een paar kilometer door het niemandsland bij Latrun gaat, wordt dat aangeduid als het investeren in de illegale nederzettingen. De export vanuit de nederzettingen naar Europa zou 16 keer hoger liggen dan die van de Palestijnen, wat uiteraard een groot onrecht is en alleen verklaard kan worden uit de slinkse methodes en het bedrog van Israel. In werkelijkheid vallen Palestijnse producten wel, en producten uit de nederzettingen niet onder het gunstige EU handelstarief. Het is waar dat alle Palestijnse export via Israel loopt en dat dat soms extra obstakels oplevert, maar het is wel erg makkelijk om het gehele verschil alleen daaraan te wijten. Aannemelijker is dan ook dat andere factoren een rol spelen, zoals minder moderne landbouwtechnieken, lagere opleiding, slechtere organisatie en dergelijke.
Het is al een tijd in de mode om bij problemen van Palestijnen maar één oorzaak aan te wijzen, en dus ook één remedie voor te schrijven: Israel en Israel hard aanpakken. Het rapport is, het mag niet verbazen, vooral gebaseerd op eenzijdig pro-Palestijnse bronnen zoals Betselem en VN organisatie OCHA (je weet wel, van die tweet over dat Palestijnse meisje dat niet door Israel maar door een ongeluk zwaar gewond bleek te zijn).
Trouw schrijft verder:
De organisaties pleiten voor eerlijker etikettering. Ze vinden ook dat de EU handel met de kolonies moet ontmoedigen of zelfs verbieden. Voormalig EU-commissaris van buitenlandse betrekkingen Hans van den Broek sluit zich daarbij aan, schrijft hij in een voorwoord. Niet alleen om ‘het nederzettingenbeleid te stoppen’, maar ook om ‘de geloofwaardigheid van het Europese standpunt te herstellen’.
Als Europa de handel met de nederzettingen zou verbieden op grond van mensenrechtenschendingen die daar voorkomen, dan moet zij de handel met een aantal dictatoriale regimes waar het nog heel wat triester gesteld is met de mensenrechten ook stoppen. Ook de handel met Marokko en China zou kritisch tegen het licht moeten worden gehouden, want wie weet dat zij ook wel producten als ‘made in Marokko’ c.q. China exporteren die eigenlijk uit de bezette West Sahara en Tibet komen? Dit alles om ‘de geloofwaardigheid van het Europese standpunt te herstellen’.
De EU steunt de tweestatenoplossing, waarbij er, in ruil voor vrede en erkenning en goede afspraken over veiligheid, een Palestijnse staat op de Westelijke Jordaanoever zal komen. De reden dat die vredesbesprekingen steeds vastlopen en vaak geheel stil liggen, ligt voor een niet onbelangrijk deel bij de weigering van president Abbas om te praten. Voor zover de aantijgingen uit het rapport al kloppen, is het voortduren van deze situatie dus niet alleen Israel aan te rekenen. De EU heeft associatieverdragen met Egypte, Tunesië, Algerije, Libië, Libanon en Syrië. In een deel van deze landen gaat het er niet echt fris aan toe op het moment, zijn (nieuwe) dictators aan de macht, worden christenen vervolgd, en Egypte wordt steeds openlijker antisemitisch. Om ‘de geloofwaardigheid van het Europese standpunt te behouden’ zou de EU de handelsvoorwaarden van deze landen ook wel eens mogen heroverwegen. Het is opvallend dat mensenrechten- en ontwikkelingsorganisaties daartoe zelden oproepen en in een tijd dat er dagelijks tientallen mensen omkomen in Syrië en vrouwen en christenen steeds verder onder druk komen te staan in sommige landen in het Midden-Oosten, hun energie stoppen in weer een rapport over Israel en de nederzettingen. Er zijn zeker misstanden, en ik ben het niet eens met het beleid van de huidige Israelische regering wat dat betreft. De verhoudingen, bij de ontwikkelingsorganisaties en bij de krant die het allemaal kritiekloos opschrijft, zijn echter weer eens zoek. De hummus en de falafelballetjes van Tivall zullen er niet minder om smaken.
Ratna Pelle
Meer over de Israel boycots (BDS) en wat er mis mee is:
- Egged in Waterland: boycotbeweging mist de bus
- Wat is er mis met BDS?
- Een boycot van Israel is een boycot van vrede
- IPI achtergrondartikel: Waarom draagt een boycot van Israël niet bij aan vrede?
Uitstekende analyse! Het ontgaat immers de meeste mensen dat het EU-Med verdrag voorziet in gunstige handelsvoorwaarden voor het héle gebied rond de Middellandse badkuip, inclusief landen als Marokko, Tunesie maar ook Israel, Palestijns gebied èn Jordanie. Wat maakt het dan eigenlijk uit wáár de dadels vandaan komen, zou je zeggen? Het zou de EU bijvoorbeeld sieren als ze eerst eens de oorsprongsperikelen rond bijv. Parma-ham of balsamico “uit Modena” zou oplossen.