nov 042012
 

Artikel 1 uit de Kerkorde van de PKN geeft aan wat de officiële positie van de PKN kerk is ten aanzien van Israël.

                          

Door Tjalling.

In de afgelopen jaren zijn er binnen de PKN-kerken diepgaande meningsverschillen gerezen over de zogenoemde ‘onopgeefbare verbondenheid met Israël’. De reden daarvan is een veranderende visie onder veel leden van de PKN ten aanzien van Israël. In plaats van de naoorlogse solidariteit met de Joodse staat Israël komt er in toenemende mate aandacht voor de Palestijnen en met name ook de Palestijnse Christenen. Die groeiende aandacht voor de positie van de Palestijnen zet de onopgeefbare verbondenheid van de PKN met Israël wel onder druk. Er is hier overigens sprake van eenrichtingsverkeer, want voor zover mij bekend voelt men vanuit Israël zelf die verbondenheid met de PKN Kerk veel minder. Er is namelijk maar weinig dialoog hierover met Israëli’s.

Artikel 1, 2 en 7 van de Kerkorde van de PKN

In artikel 1 van de Kerkorde van de PKN wordt duidelijk genoemd dat de PKN-kerk ‘deelt in de aan Israël geschonken verwachting’. Dat is een heel belangrijk punt wat niet zonder reden is geplaatst in dit eerste artikel. Die geschonken verwachting aan Israël wordt bepaald door het Koningschap van God. Heel het Oude Testament spreekt over de verwachting van het Koninkrijk Gods. Dit rijk zou tastbare werkelijkheid gaan worden. Volgens artikel 1 deelt de PKN-kerk in diezelfde verwachting; dat is dus totaal iets anders dan dat de kerk zichzelf zou zien als het nieuwe en vergeestelijkte Israël. Bovendien wordt door dit artikel de vervangingstheologie officieel als passé afgedaan.

Maar of men het zich binnen PKN-kringen bewust is of niet, concreet gaan de discussies die momenteel gevoerd worden echter vooral over de verhouding tussen artikel 2 en 7 uit diezelfde Kerkorde, en dus niet over die verwachting. Artikel 2 komt kort gezegd neer op de intentie om de boodschap van Jezus Christus mondiaal te verkondigen. Volgens de kerken is het heil van Jezus Christus namelijk bestemd voor iedereen en moet om die reden over de hele wereld worden verspreid. In artikel 7 staat, dat de kerk geroepen is om inhoud te geven aan haar onopgeefbare verbondenheid met het volk Israël. Deze twee artikelen staan op gespannen voet met elkaar. Vanuit het Joodse geloof wordt de geschonken verwachting aan Israël totaal anders gezien dan in het christelijk geloof. Artikel 1 overbrugt dit diepgaande verschil door alleen te spreken van ‘Israël’. Daarmee wordt bedoeld, het Israël dat voorkomt in de Bijbel en van daaruit de geschiedenis in. Daar hoort ook het grondgebied van Israël bij. In artikel 7 wordt het probleem van de afnemende solidariteit met de staat Israël opgevangen door te spreken van een onopgeefbare verbondenheid met het volk Israël. Dat moge dan handig zijn ‘opgelost’, maar desondanks zat men binnen de PKN met nog een ander struikelblok. Mede vanwege de verschrikkingen van de Holocaust was de PKN kerk teruggekomen op zending onder de Joden (dus het volk Israël). Daarvoor in de plaats kwam een dialoog tussen de kerken en Israël. De laatste tijd echter komt er binnen de PKN weer meer aandacht voor de zogenoemde vernieuwende en helaas ook weer de vervangende boodschap van Jezus Christus, die dus in plaats van de boodschap aan Israël zou zijn gekomen. Op dit moment heeft deze ontwikkeling nog geen officiële status gekregen. In artikel 1 is immers expliciet  genoemd dat de kerk deelt in de aan Israël geschonken verwachting.

Toenemende aandacht voor Palestijns leed

De Palestijnse Christelijke gemeenschap heeft in december 2009 het Kairos document ‘Uur van de waarheid’ gepresenteerd. Dit document pretendeerde een analyse te zijn van de wanhopige situatie van het Palestijnse volk, met een oproep aan kerk en wereld. Het document is enkel vanuit Palestijns perspectief opgesteld en werd officieel onder de aandacht van de PKN kerk gebracht. Ondanks, of misschien wel dankzij, dit eenzijdige Palestijnse perspectief, raakte men in PKN kringen onder de indruk van het Kairosdocument, wat vervolgens een stempel op de discussies heeft gedrukt. Mede daardoor ontstond ook binnen de kerkelijke ruimten gaandeweg het beeld van een oppermachtig Israël tegenover weerloze Palestijnen.

In april dit jaar werd in de Bergkerk te Amersfoort het boek Roep om verzoening van Naim Ateek gepresenteerd. Deze bijeenkomst was alles behalve een verzoening met de Joodse staat. Ds. P. Verhoeff, preses van de generale synode van de Protestantse Kerk in Nederland, riep de aanwezigen op om het boek goed te lezen om daarna tot andere theologische inzichten te komen. Dat had hij vanuit zijn functie zo nooit kunnen stellen. Van iemand in een gezaghebbende positie mag men een onafhankelijke opstelling verwachten. Niet alleen Verhoeff, de baas van de PKN, blundert, ook de secretaris van het ‘PKN- bedrijf’ kan er wat van: “De kerk is onopgeefbaar verbonden met Israël, maar wie meent dat de landbelofte voor Israël nu nog geldt, overspeelt zijn hand”. Dat schrijft dr. Arjan Plaisier, scriba van de PKN, in zijn bijdrage aan de bundel ‘Meervoudig verbonden’. Doel van deze bundel is het moeizame gesprek in de kerk over de relatie met Israël en de Palestijnen een nieuwe impuls te geven. ‘Meervoudig verbonden’ werd op 1 november dit jaar gepresenteerd in de Thomaskerk te Amsterdam.

Artikel 1 uit de PKN Kerkorde verloochend

In de bundel ‘Meervoudig verbonden’ stelt Plaisier tevens: “Wanneer over ‘onopgeefbare verbondenheid’ gesproken wordt, is het goed te bedenken dat er nog steeds een Joods volk is”. Daar komt de aap uit de mouw. Onder die verbondenheid wordt wel het volk, maar dus niet het land Israël gerekend. Deze stelling verloochent artikel 1. Immers bij de daarin genoemde, aan Israël geschonken verwachting hoort ook de Bijbelse landbelofte. Natuurlijk kan die belofte verschillend worden gezien en uitgelegd, maar dat neemt niet weg dat de landbelofte als feit wordt genoemd in het Oude Testament, de Joodse Bijbel. Aan die belofte gaat men binnen de PKN kerk de facto niet, maar in allerlei discussies wel, voorbij. Deze discussies worden door andere leden van de PKN, en ook daarbuiten, met lede ogen aangezien. Een aantal leidende figuren binnen de Gereformeerde Bond, het Confessioneel Gereformeerd Beraad, de Confessionele Vereniging en het Evangelisch Werkverband hebben gewerkt aan een brochure over de relatie tussen kerk en Israël. Het stuk heeft als titel ‘Onopgeefbaar verbonden’ en werd in september 2011 aangeboden aan de PKN. Kort samengevat attendeert de brochure er op dat het denkbaar is dat de PKN kerk bij het maken van politieke keuzes de theologische vragen rondom de unieke plek van Israël in Gods heilsplan dreigt te vergeten. Met die politieke keuzes doelt men op de toenemende kritiek op de Joodse staat.

Ook op de inhoud van deze brochure had Plaisier een bedenkelijke reactie: “Mijn grootste bezwaar is echter dat de Christologie te kort komt. Het heil is in Jezus Christus, dat is de doorslaande verkondiging van het Nieuwe Testament. In Hem heeft God beslissend gehandeld”. Dat is duidelijk: volgens Plaisier  heeft God in Jezus Christus beslissend gehandeld en vanuit die visie kan de onopgeefbare verbondenheid alleen op het volk Israël van toepassing zijn. Vasthouden aan de Bijbelse landbelofte is immers het overspelen van de handen.

De realiteit

Door het beslissend handelen van met name de seculiere zionisten kon er een onafhankelijke Joodse staat worden gesticht. De in 1948 opgerichte seculiere  staat Israël, en artikel 1 van de kerkorde van de PKN, garanderen respectievelijk de veiligheid van het Joodse volk en dat de PKN-Kerk deelt in de aan Israël geschonken verwachting. Deze twee aspecten, die beide een reële gestalte zouden moeten geven aan de onopgeefbare verbondenheid, worden bij al de kerkelijke discussies hierover achterwege gelaten. Theologie kan een levensgevaarlijk vak zijn. De geschiedenis, en met name wat er tijdens de Tweede Wereldoorlog is gebeurd met de Joden, heeft geleerd dat kerkelijke geloofsuitspraken indirect daartoe bijgedragen hebben. De PKN kerk heeft daarom haar positie ten opzichte van de Joden  herzien en in artikel 1 van de Kerkorde van de PKN gesteld dat de kerk alleen deelt in de verwachting die aan Israël is geschonken. De huidige discussies  binnen de PKN  over de onopgeefbare verbondenheid zouden op  termijn  tot herziening van artikel 1 kunnen leiden. De ontwikkelingen binnen de PKN ten aanzien van de verhouding met Israël moeten dus goed in de gaten gehouden worden.

 

Bronnen:

 

Share