mei 072015
 

CIDI-EstherVoet= IMO Blog = 

 

Esther Voet vertrekt met ingang van 1 juni 2015 als directeur bij het Centrum Informatie en Documentatie Israel (CIDI). De reden hiervoor is dat er door het bestuur recentelijk een nieuwe strategische lijn is uitgezet aangaande de toekomst van CIDI. Beide partijen kwamen tot de conclusie dat die koers een ander directeursprofiel vereist en hebben daarop in goed overleg besloten uit elkaar te gaan.

Dit meldde het CIDI afgelopen vrijdag in een persbericht. Ik had bezoek en las het pas midden in de nacht, en zoals vele anderen had ik het niet zien aankomen en schrok ervan. En zoals vele anderen vroeg ik me af wat die ‘nieuwe strategische lijn’ precies inhoudt? Het CIDI gaat daar verder niet op in, maar Voet en ook voorzitter Ronny Eisenmann doen dat elders wel. Zo schrijft het ND:

Het bestuur wil dat het CIDI zich beperkt tot twee thema’s: Israël en antisemitisme. Dat strookt niet met het optreden van Esther Voet. Die mengde zich de afgelopen jaren in tal van discussies die wat het CIDI-bestuur betreft aan andere organisaties overgelaten kunnen worden. Voorzitter Ronnie Eisenmann noemt als voorbeelden ‘herdenken, situaties rond 4 en 5 mei, discussies over een burgemeester die iets doet met een monument en veiligheidszaken in Joods Nederland’.

De nieuwe koers is besproken tijdens een heisessie in februari en moet nog verder worden uitgewerkt. Die bijeenkomt legde ‘een belangrijk verschil van inzicht’ bloot. ‘Ik vind dat het CIDI in het hart van het publieke debat moet staan en daar denkt het bestuur anders over’, zegt Voet. ‘Het bestuur wil een minder prominent profiel. Daarvoor ben ik destijds niet aangenomen. Mijn opdracht was het CIDI op de kaart te zetten. Ik denk dat ik daarin geslaagd ben.’

(…)

‘Esther heeft in haar karakter dat ze heel graag op zaken wil springen, als die voor haar komen’, zegt Eisenmann daarover. ‘Dat doet ze zeker als ze de indruk heeft dat anderen het niet oppakken. Als bestuur vonden we dat we op bepaalde terreinen wel wat terughoudender konden zijn. Onze middelen zijn beperkt, die kunnen we maar een keer uitgeven.’ Voet wijst erop dat niet zij, maar het bestuur de koers verlegt. ‘Daar ga ik niet in mee.’ Als directeur heeft Voet naar eigen zeggen met succes gelobbyd in politiek Den Haag voor de veiligheid voor Joodse instellingen in Nederland. ‘Ik hoop dat mijn opvolger zich daarvoor ook blijft inzetten, want het is essentieel, die stem in Den Haag.’

Het is vreselijk moeilijk om tegenwoordig als pro-Israel stem gehoord te worden. Tegenover één pro-Israel spreker in Nieuwsuur, Pauw of Radio 1 staan er vaak drie van de andere kant, en hetzelfde geldt voor opiniestukken in kranten. Esther Voet deed erg haar best om gehoord te worden, en stelde zich zowel activistisch als genuanceerd op, een combinatie die je helaas niet vaak ziet. Daarbij ligt het CIDI zelf onder een vergrootglas, en verschijnen er met enige regelmaat artikelen in de krant over deze goed geoliede en o zo machtige lobby. Een lobby die in werkelijkheid in het niet valt bij de grote jongens van de grote bedrijven en belangenorganisaties die met succes weten te verhinderen dat sociale of groene wetgeving hun belangen ook maar enigszins schaden. De auto industrie, de vlees industrie, VNO-NCW, de tabakslobby, levensmiddelen en snoep, kleding, de farmaceutische industrie, stuk voor stuk houden ze zeer nuttige wetgeving tegen die gezondheids- en milieuschade, dieren- of mensenleed en zelfs zware misstanden moeten helpen verminderen. Lobbyisten vertellen er soms zelfs met enige trots over, al houden zij zich doorgaans stil.

De negatieve verhalen over de Israellobby en het uitvergroten van haar macht zijn een uitwas van een doorgeschoten kritische houding tegenover Israel en haar sympathisanten. Nederland was lang pro-Israel, volgens sommigen wel erg kritiekloos, maar dat lijkt nu in het tegendeel te zijn omgeslagen. Alles wat Israel doet ligt onder een vergrootglas. De Israelkritische rapporten van NGO’s zijn niet bij te houden en staan in geen verhouding tot de ernst van Israels (vermeende) misdragingen, zeker als je dat vergelijkt met andere landen waarover een fractie van dit aantal rapporten verschijnt. Op dezelfde manier regent het veroordelingen door allerhande organisaties, politici, onderhandelaars, diplomaten en VN organen terwijl de 49 bloedigere conflicten in de wereld grotendeels aan ons voorbij gaan.

Over deze selectieve verontwaardiging en eenzijdige focus is al veel geschreven, ook hier, maar zij blijft verbazen. Terwijl ik dit schrijf berichten de media uitgebreid over een rapport van Breaking the Silence waarin de Gaza oorlog van afgelopen zomer weer eens wordt gehekeld. Dat heet, Israels rol daarin, over Hamas gaat het nauwelijks. Ondertussen vallen er in Syrië, Libië en Jemen bij bosjes burgerslachtoffers en zou een organisatie als Breaking the Silence daar volkomen ondenkbaar zijn. Niemand schijnt zich in die landen van enige regel of moraal iets aan te trekken, maar dat is geen nieuws, dat weten we. Er waren wel enkele reportages over deze landen, maar meestal globaler van aard en vooral de totale ontreddering schetsend. De media aandacht valt echter in het niet bij die voor Israel, zeker in vergelijking tot de aard van de problemen en het leed in die landen. Geen oorlog werd het afgelopen jaar zoveel onderzocht en zo vaak gehekeld als Israels Gaza oorlog van afgelopen zomer, en dat zal ook gelden voor een eventuele nieuwe oorlog.

Dit alles maakt de rol en positie van het CIDI er bepaald niet makkelijk op. De eigen positie ligt meer onder vuur dan die van andere, veelal invloedrijkere lobby’s. Daarbij is het bijna ondoenlijk om alle aantijgingen, beschuldigingen, kritiek en rapporten zorgvuldig te bekijken en met een uitgewogen en weldoordacht weerwoord te komen. Daartoe is het CIDI met een handvol medewerkers simpelweg niet toegerust. Ondanks deze problemen was Esther Voet zichtbaar en strijdbaar. Soms op dit soort onderwerpen, vaak ook wat betreft antisemitisme, die andere poot van het CIDI. Ook daar is veel broodnodig werk te doen. Antisemitische incidenten nemen toe, het gevoel van onveiligheid binnen de Joodse gemeenschap neemt toe, er zijn spanningen met vooral jonge Marokkanen, en Israels acties lijken steeds meer woede op te roepen bij een deel van de bevolking.

Het CIDI kan dus wel wat versterking gebruiken, zou je denken, maar juist dat ligt lastig. Men heeft er soms zichtbaar moeite mee wanneer andere organisaties op het ‘eigen terrein’ komen. Daarbij is er binnen Joods Nederland een interne strijd gaande om invloed en wie namens de gemeenschap mag spreken. Ik heb zelf gelukkig niks met dergelijke zaken te maken, als ongebonden niet Joodse blogger, maar het is het laatste wat men kan gebruiken. Ik citeer Paul Damen van de Joodse Omroep, die wat dit betreft geen blad voor de mond neemt:

Dus: gefeliciteerd, heren: op het moment dat die Appa die door allochtone jongeren gevróten wordt, roept dat de Holocaust een hoax is, gaat u miepen over wie de woordvoerder is. Heren, u komt er wel. Die nomenklatoera van een tiental families, dát is de pest voor Joods Nederland. Niet de het antisemitisme, de discussie over de kosjere slacht of de besnijdenis, nee: het mes dat Joods Nederland in de rug heeft, is te zien in de spiegel. Nu ik deze laatste regels tik, is het inmiddels 1 mei geweest. Welnu: Joden! U heeft niets te verliezen dan de ketenen van uw kovedschleppers! Bevrijd uzelf!’

Dat ‘heren’ moeten we denk ik letterlijk nemen. Het is nog steeds geen vanzelfsprekendheid dat een mondige vrouw een organisatie leidt en gezicht geeft. Na 40 jaar de zeer kundige en genuanceerde maar ook wat afstandelijke Ronny Naftaniel was Voet een nieuw en fris gezicht, met eigen accenten en een directere stijl. Ook de media waarderen af en toe een nieuw gezicht, en zij had daar als voormalig journalist en hoofdredacteur van het NIW al een en ander opgebouwd. Er was echter vanaf het begin kritiek. Ze zou niet representatief genoeg zijn, ze zou inhoudelijk niet sterk genoeg zijn (ze kwam inderdaad in live discussies inhoudelijk niet altijd sterk over, maar dit is iets waarin je kunt groeien, en ze ving dat aardig op met haar charme), en blijkbaar speelde er dus ook een ordinaire machtsstrijd.

Hoe nu verder? Het CIDI spreekt van een ‘nieuwe strategische lijn’. Men wil een ‘minder prominent profiel’, aldus Voet. Men wil zich beperken tot de twee hoofdthema’s Israel en antisemitisme, en terughoudender optreden. Dat klinkt allemaal niet hoopvol. Zo ontzettend veel was Voet nou ook weer niet in het nieuws. En om aandacht te krijgen moet je soms snel op dingen inspelen. Mogelijk dat andere organisaties (het Centraal Joods Overleg) dat nu meer gaan doen waar het zaken als herdenken en Joodse veiligheid betreft. Het is op zichzelf zeker niet verkeerd om de taken te verdelen, en aan Israel en antisemitisme heb je werk genoeg, maar waarom daarbij niet de ambitie (minstens) evenveel in de publiciteit te komen en evenveel in Den Haag voor elkaar te krijgen? De stem van het CIDI is in Nederland hard nodig, naast een eventueel ook duidelijkere stem van andere Joodse organisaties. Men zou wat minder in of-of, en wat meer in en-en moeten denken. Zich minder druk moeten maken over de eigen positie en invloed, en zich concentreren op wat het effectiefst is.

Overigens was er tevredenheid en blijdschap in het populistisch-rechtse kamp, waar men weinig van Voet moest hebben vanwege haar duidelijke kritiek op Wilders, en haar in hun ogen te milde houding tegenover de islam. Het is een discussie die vooral op internet en sociale media de afgelopen jaren steeds feller is geworden: moeten we de islam als probleem zien en benoemen of juist proberen met gematigde moslims samen te werken in de strijd tegen antisemitisme en antizionisme? En is Wilders goed voor de Joden en Israel en de enige die ‘echt durft te zeggen waar het op staat’ of is hij een populist die groepen tegen elkaar opzet, en daarmee zelf bijdraagt aan een gepolariseerd klimaat? Het CIDI heeft zich altijd ingezet voor samenwerking, voor verzoening en voor een tweestatenoplossing. Lange tijd was dit ook de positie van een meerderheid van Joods Nederland. Dat lijkt, afgaande op de discussies hierover, te zijn veranderd. Hoewel het natuurlijk ook mogelijk is dat de gematigderen zich meer en meer terug trekken uit het debat. Het is hoe dan ook een slechte ontwikkeling wanneer een grotere groep mee gaat in de polarisatie die van anti-Israel zijde al lang aan de gang is. Het is de vraag of deze ontwikkeling het CIDI ook zal beïnvloeden.

Het is misschien ook niet reëel om te verwachten dat men vriendelijk, genuanceerd en verzoenend blijft terwijl men zelf geregeld met antisemitisme te maken heeft, op internet de meest vreselijke verwensingen en beledigingen leest, wanneer men de vele Joden- en Israel-haatsites en -facebookpagina’s ziet, de vele oproepen tot geweld, en wanneer deze zaken vervolgens in de Nederlandse media en ook politiek maar mondjesmaat aandacht krijgen. Wellicht dat wanneer islamitisch gefundeerd antisemitisme stevig veroordeeld wordt, wanneer haatzaaiers als Appa geen podium meer krijgen bij antiracisme demo’s en programma’s van de NPO, wanneer felle antizionisten wat minder aandacht krijgen, dat men dan weer meer oog kan krijgen voor nuance. Het gematigde geluid van het CIDI heeft helaas niet kunnen voorkomen dat zij als geoliede pro-Israellobby met teveel invloed werd neergezet. Misschien krijgen de media straks een pro-Israel geluid zoals zij het zelf al zolang afschilderen: stevig, eenzijdig, aanvallend. Ikzelf blijf tegen beter weten in hopen op een toenadering tussen de kampen, een gemeenschappelijke wens tot vrede en ook vreedzaam samenleven hier. En ik hoop hartstochtelijk dat het CIDI inhoudelijk niet van koers zal veranderen en haar stem gehoord zal blijven worden in de media en samenleving.

Ratna Pelle

Share

  One Response to “CIDI gaat verder zonder Esther Voet”

Comments (1)
  1. Alhoewel van het ‘rechtse kamp’ en lijnrecht tegenover je slotconclusie (laatste twee zinnen), mijn complimenten. Uitstekend stuk!