jul 122012
 

door Wouter

De ronde sticker, die ik onlangs van een lantaarnpaal in Nijmegen peuterde, toont de Palestijnse vlag en het opschrift in Engels en Arabisch “FREE PALESTINE-BOYCOTT ISRAEL”, met daarbinnen nog de woorden “Freedom, Equality, Return”, en de url www.bdsmovement.net.

BDS staat voor: ‘Boycott, Divestment and Sanctions’, en is gebaseerd op een oproep van een reeks Palestijnse organisaties uit 2005, waarin de eisen aan Israel als volgt werden samengevat:

  1. Een einde aan de bezetting en kolonisatie van alle Arabische grond en het ontmantelen van de Muur
  2. Erkennen van de fundamentele rechten van de Arabisch-Palestijnse burgers van Israel voor volledige gelijkheid; en
  3. Respecteren, beschermen en promoten van de rechten van Palestijnse vluchtelingen om naar hun huizen en eigendommen terug te keren zoals vastgelegd in VN resolutie 194.

Op deze eisen zal ik verderop terugkomen.

Arabische boycot

De boycot-Israel beweging kent diverse wortels en tal van variaties. De Arabische Liga werd in 1945 opgericht om de vestiging van Israel te verhinderen, en besloot toen tot een collectieve boycot van het ‘zionistische project’, na 1948 omgezet in een boycot van Israel, van bedrijven die ermee handelen en van bedrijven die handelen met bedrijven die ermee handelen (dat laatste was van meet af aan onuitvoerbaar). Berucht zijn de ‘niet-jood verklaringen’ die in de jaren ’70 voor ophef in Nederland zorgden, toen Saoedi-Arabië van bedrijven waarmee het zaken deed bleek te eisen dat zij geen Joodse werknemers zouden afvaardigen, waarvoor Nederlandse instanties soms verklaringen afgaven.

Egypte en enkele andere Arabische landen schortten hun boycot of delen ervan op na de jaren ’70, maar grotendeels is zij nog steeds van kracht.

Racisme en Apartheid

Na het jaar 2000 kwam de particuliere boycotbeweging pas echt op gang, die als ‘lichtend voorbeeld’ vaak verwijst naar de boycot van Zuid-Afrika onder Apartheid.

In 1975 waren de tegenstanders van Israel (vooral islamitische en Oostbloklanden, met steun van voormalige kolonieën) er bij de VN in geslaagd om het zionisme te doen veroordelen als vorm van racisme, maar dat werd in 1990 teruggedraaid, toen er eindelijk zicht kwam op een vredesproces en een tweestatenoplossing. Nadat dit proces vastliep in 2000, begon men Israel als “Apartheidsstaat” zwart te maken, daarbij geholpen door de veiligheidsmaatregelen die Israel tijdens de Tweede Intifada invoerde, zoals de afscheidingsbarrière (tot “Apartheidsmuur” bestempeld) en het weren van Palestijnen op wegen waar vaker aanslagen plaatsvonden (misleidend “Apartheidswegen” of “Jews only” wegen genoemd). De in het begin van de Camp David-onderhandelingen door Israel gedane voorstellen voor beperktere Palestijnse autonomie of een kleiner en versnipperd gebied voor de Palestijnse staat, werden met verwijzing naar Zuid-Afrika afgedaan als “bantustans”, waarbij wordt ontkend dat later in de onderhandelingen wel een aaneengesloten gebied is aangeboden.

Het is duidelijk dat er van Apartheid in Israel geen sprake is; het voldoet aan geen enkel punt van de definitie daarvan, maar de suggestie wordt in de boycotcampagnes voortdurend gewekt om Israel te delegitimeren en een boycot te rechtvaardigen. In het BDS-handboek dat Omar Barghouti in 2011 schreef, maakt hij veelvuldig duidelijk dat hij het bestaan van Israel afwijst als zijnde een kolonialistische en racistische Apartheidsstaat, en waarschuwt hij zelfs tegen samenwerking met Israelische vredesgroepen. Ook de bredere Palestijnse beweging is gekant tegen ‘normalisatie’ als het meewerken aan dialoogprojecten en concrete vredesinitiatieven waarbij Israelische organisaties betrokken zijn. Het doel is niet een vreedzaam compromis te bereiken, maar Israel internationaal te isoleren en op de knieën te krijgen totdat het aan alle Palestijnse eisen voldoet, zonder concessies van Palestijnse zijde.

De eisen

De eisen van de diverse boycotcampagnes zijn overigens niet eensgezind, hoewel veel groeperingen zich sinds 2005 achter de Palestijnse oproep hebben geschaard. Soms worden er eisen aan toegevoegd als het opdoeken van de kernwapens door Israel en vrijlating van alle Palestijnse gevangenen.

Andere groeperingen proberen de bestaande weerzin tegen het boycotten van de enige Joodse staat te omzeilen, door hun boycot te beperken tot bijvoorbeeld een academische of culturele boycot of een boycot van alleen producten die in Joodse nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever en op de Golan Hoogvlakte zijn geproduceerd. Omdat Israel deze doorgaans zou labelen als gemaakt in Israel, komt dit laatste in de praktijk vaak neer op toch een boycot van alle producten uit Israel, wat sommigen vanuit die redenering openlijk propageren. In vrijwel geen enkel geval spreken boycotters van nederzettingenproducten zich uit tegen een boycot van heel Israel; zij lijken zich eerder te beschouwen als een laagdrempelige instapmogelijkheid voor wie een totale boycot (nog) een brug te ver is.

Betreffende de drie eisen die het grootste deel van de boycotbeweging heeft overgenomen:

1. Een einde aan de bezetting en kolonisatie van alle Arabische grond en het ontmantelen van de Muur.

– Opvallend hieraan is de vage formulering: veel activisten beschouwen heel Israel als ‘bezette Arabische grond’. Bij de ‘Muur’ wordt verzwegen dat die een reactie was op een Palestijnse terreurgolf tegen Israelische burgers, en valt op dat niet wordt gepleit voor het verplaatsen van die muur naar de Groene Lijn, een optie waarmee de ICJ genoegen zou nemen. Die veroordeelde de ‘muur’ namelijk omdat die deels op de Westelijke Jordaanoever werd gebouwd; op haar erkende grondgebied zou Israel het volste recht hebben een afscheiding te bouwen.

2. Erkennen van de fundamentele rechten van de Arabisch-Palestijnse burgers van Israel voor volledige gelijkheid.

– In principe erkent Israel bij wet alle burgerrechten van Arabische inwoners, maar er zijn wel specifieke wetten die onderscheid maken om verschillende redenen. Zoals het bijzondere karakter van de Joodse staat als een land dat een eeuwenlang verspreide etnische groep weer een nieuw en veilig thuis wil bieden, en het feit dat men Arabische burgers niet wil verplichten om tegen andere Arabieren te moeten vechten in het conflict met de Palestijnen en de buurlanden (en wellicht ook niet vertrouwt op hun loyaliteit in deze). Daarnaast is er door een verschillende achtergrond, cultuur en geschiedenis van oudsher verschil in de economische positie van de meerderheid der Joden en Arabieren, en is er zoals in elk ander land in de praktijk discriminatie van etnische minderheden en achtergestelde groepen. Deze is echter niet uitzonderlijk groot voor de regio, en Arabieren (en andere minderheden) hebben in Israel meer rechten en vrijheden dan in de meeste Arabische staten.

3. Respecteren, beschermen en promoten van de rechten van Palestijnse vluchtelingen om naar hun huizen en eigendommen terug te keren zoals vastgelegd in VN resolutie 194.

Resolutie 194 verwoordde geen fundamenteel recht, en bevatte nog allerlei andere punten, die door de Arabieren werden verworpen. Het ging voorts om vluchtelingen die “in vrede met hun buren wilden leven”, en dat dit “op de eerstvolgend uitvoerbare datum zou moeten worden toegestaan”, wat betekent dat er eerst een daadwerkelijke vrede moet worden gesloten. Bovendien had zij betrekking op de vluchtelingen van destijds (1948) en niet op hun inmiddels miljoenen afstammelingen. Deze resolutie had overigens niet alleen betrekking op de Arabische vluchtelingen, maar tevens op de Joden die onder meer uit de oude stad van Jeruzalem en uit Gush Etzion werden verdreven.

Bezwaren

Er zijn vele bezwaren aan te voeren tegen een boycot van Israel, niet in de laatste plaats dat deze campagnes een karikatuur maken van het conflict door het zwart-wit voor te stellen, terwijl beide partijen legitieme claims hebben en beide partijen obstakels tegen een compromis opwerpen. Indien er van buitenaf eisen gesteld moeten worden om te helpen het conflict te beëindigen, dan moeten deze voor beide partijen gelden.

Veel Israeli’s zouden een bunkermentaliteit hebben en doen alsof de hele wereld tegen de Joden is. Bij sommigen, vooral bij rechtse zionisten, lees ik dit soms ook letterlijk. De weg naar vrede kan nooit leiden via het veroordelen, delegitimeren en isoleren van de enige Joodse staat ter wereld en de beweging die haar vorm gaf.

Er is nog een oudere voorloper van de boycotbeweging: in april 1933 riepen de nazi’s op tot een boycot van Joodse bedrijven. Sindsdien is er geen jaar voorbij gegaan waarin niet Joden, hun beweging of hun staat werden geboycot. Als we eens een moratorium afkondigen voor om te beginnen 10 of 20 jaar, waarin er eens géén Joden worden geboycot, dan kan die bunkermentaliteit misschien ook geleidelijk worden afgebouwd.

 


Selectie artikelen over en tegen Israel boycots

IPI website:

Nieuwsblog:

Videos:

IMO Blog:

Washington Post:

Zionism and Israel Information Center:

Zionism on the Web:

Groot-Brittannië:

 

Share