In de NRC wordt regelmatig gesuggereerd dat een (al dan niet heimelijke, machtige) Israëllobby een sterke invloed uitoefent op het beleid van onder meer de Nederlandse regering, zoals ik in het vorige deel schreef.
Dit lobby gegeven klinkt ook door in een NRC artikel over het werk van Nati Rom, die zich inzet tegen een boycot van Israël, schijnbaar ondersteund door de Israëlische regering. Dat artikel besprak ik al op mijn IMO Blog.
BEU
En dan is er de amechtig langer wordende reeks artikelen onder de noemer ‘AOW schandaal Asscher’, een in mijn ogen hele hoop gebakken lucht, en verspilling van kostbare tijd en energie aan een non-issue dat slechts een paar mensen en een te verwaarlozen bedrag betreft. Het gaat uiteraard om de principes en de overheid is inderdaad onduidelijk geweest, maar wat een draai wordt eraan gegeven! In het laatste artikel in deze reeks wordt een klein groepje Nederlandse AOW’ers in Israël (merendeels oorlogsslachtoffers) samen met de immigrantenorganisatie voor Nederlanders in Israël neergezet als fraudeurs. Zo schrijft men:
“Het zal niet vaak gebeuren dat een minister enthousiasme toont voor een voorstel om via adresfraude sociale wetgeving te ontlopen.” En: “Asscher is destijds verteld dat de controlemogelijkheden van de SVB beperkt zijn, blijkt uit de stukken. Daaruit blijkt ook dat de ambassade en opeenvolgende bewindslieden zware druk voelden van een lobby van belanghebbenden.”
Deze reeks is een sprekend voorbeeld van hoe je verblind kunt raken door een bepaald paradigma dat je aanhangt (nl. de bezetting is het grootste probleem en centrale thema in het conflict en van daaruit moet alles worden bekeken) en daardoor andere zaken niet meer ziet. De wet BEU (Beperking Export Uitkeringen) voorzag niet in een situatie met bezette danwel betwiste gebieden, daarover is pas later door de politiek besloten. De wet is niet gemaakt om te voorkomen dat mensen die in volgens Nederland bezet gebied wonen het volledige bedrag aan AOW uitgekeerd krijgen, maar om de controleerbaarheid van de voorwaarden van die uitkering zoals of je alleenwonend bent. In landen waarmee Nederland geen verdrag heeft is het niet mogelijk die controle goed uit te voeren, in bijvoorbeeld Oost Jeruzalem echter wel. De politieke component, waarin onderscheid wordt gemaakt tussen mensen aan deze en de overzijde van de groene lijn, was niet de oorspronkelijke intentie van de wet zoals de NRC dat juist wel suggereert. Daarbij is het op sommige plaatsen in Jeruzalem echt niet duidelijk aan welke kant van de groene lijn je je bevindt. Voor Israël is dit geen grens, en voor de meeste inwoners ook niet: zij vallen allen onder het zelfde stadsbestuur en wonen op grond van de lokale wetgeving in Israël. Ze gingen er – oud en soms ook ziek – dicht bij hun kinderen wonen om verzorging te hebben en niet te vereenzamen. Daarbij waren tot 2010 alle betroffenen ook oorlogsoverlevenden, en het was nooit de bedoeling van de Nederlandse overheid juist die mensen te treffen.
Ook in deze reeks van de NRC speelt de idee sterk mee dat Israël een sterke lobby heeft die teveel invloed heeft op de politiek en die daarmee in verlegenheid brengt, terwijl het in feite om een kleine en niet erg professionele organisatie gaat die in overleg met de Nederlandse overheid naar een praktische oplossing voor een probleem zocht, namelijk om overlevenden van de oorlog die sowieso niet hadden mogen worden getroffen, te helpen om niet onterecht (en onbedoeld) gekort te worden. Ik kom hier in een apart artikel nog op terug.
Er zijn nog talloze andere voorbeelden van artikelen waarin dit idee van een lobby die wel erg succesvol is een rol speelt. Het ligt extra gevoelig omdat het raakt aan het aloude idee van de geheime Joodse almacht. Antizionisten en felle Israëlcritici klagen steevast over de macht van de zionisten en de zionistische lobby, en wanneer je met Israël sympathiseert of begrip opbrengt voor Israël wordt je al snel in de hoek van de lobby geplaatst. Overigens geloof ik niet, zoals u lijkt te suggereren, dat de omslag in Nederland ten aanzien van Israël wordt veroorzaakt door een machtige Palestina lobby. Zoals u ook stelt hangt dit met verschillende factoren samen, zoals het feit dat de oorlog langer geleden is, de veranderende samenstelling van de bevolking en ook veranderingen in Israël zelf waar sinds eind jaren ’70 rechtse partijen meer invloed hebben gekregen.
Gematigde stemmen
U schrijft dat het interview met Nir Baram een goed voorbeeld is van een gematigde stem uit Israël die ruimte kreeg in de krant. Dit is echter wel weer een overwegend kritische stem richting Israël, en in het interview werd ook veel nadruk gelegd op die kritiek, waardoor er maar weinig ruimte overbleef voor zijn ideeën over vrede en een oplossing van het conflict. Ik had het in mijn brief aan u over ‘gematigde VERDEDIGERS van Israël’, mensen dus die eens niet weer vooral kritiek op hun eigen land hebben en de verrechtsing hekelen, maar wijzen op andere problemen en obstakels in dit conflict zoals het extremisme aan Palestijnse kant. Er zijn gedesillusioneerde vredesactivisten die merkten dat hun open houding en zelfkritiek aan Palestijnse kant niet werd beantwoord met eenzelfde houding en er alleen over Israëls fouten kon worden gepraat. Mensen die niks moeten hebben van de nederzettingen en Netanyahu maar daarin niet de enige of hoofdoorzaak van het voortduren van het conflict zien.
Op mijn kritiek op de eenzijdige nadruk van uw krant op de verrechtsing en verharding in Israël zegt Derk Walters:
Dat ik daar kritisch over schrijf, komt niet voort uit negatieve vooringenomenheid, maar eerder juist uit de hoop dat de Israëlische democratie en rechtstaat intact blijven.
Waarop u reageert:
Is dat meten met twee maten? Je kunt ook, of eerder, zeggen: het getuigt van serieuze journalistieke betrokkenheid bij Israël, een land dat zichzelf beschouwt als een democratische rechtsstaat, waarmee wij onszelf eerder identificeren dan met de omringende Arabische dictaturen – maar dat dus ook gehouden kan worden aan de normen die daarbij horen.
Dat laatste vind ik een lastig punt. Het is begrijpelijk dat we Israël aan hogere maatstaven meten dan de omliggende Arabische dictaturen, maar er kleeft ook een risico aan. Israël is geen Nederland, en wordt wel omgeven door die dictaturen. Het leger moet voortdurend voorbereid zijn op een aanval, op aanslagen, op het ergste. Logisch dat het leger daardoor een andere, veel grotere betekenis heeft, en dat waarden die daarbij horen zoals de bereidheid geweld te gebruiken en nationalisme, ook anders gewaardeerd worden. De geschiedenis van het land en ook het besef dat het zonder goed functionerend en zeer alert leger niet lang zou kunnen overleven, tekenen de maatschappij en de politiek.
Deze noodzaak tot alertheid heeft ook gevolgen op psychologisch vlak. Je ziet bij ons al hoe snel onzekerheid en angst leiden tot extreme posities en steun voor partijen met een xenofoob en nationalistisch karakter. We zouden wat mij betreft wel wat vaker in de spiegel mogen kijken en bedenken dat, gezien de veel extremere omstandigheden, Israël het eigenlijk best goed doet. Dat neemt niet weg dat er genoeg is om je zorgen over te maken, en die zorgen mag een krant uiteraard ook beschrijven zonder van eenzijdigheid te worden beticht. Maar dat moet dan wel binnen een context gebeuren met ook aandacht voor de problemen van het land en de oorzaken, en de veel extremere posities van haar tegenstanders. Daarom erger ik mij ook zo aan het uitlichten van die uitspraken van Bennett, Lieberman, Turgeman en andere nationalisten. Er wordt totaal geen context bij gegeven. Intussen zegt Abbas 10 km verderop:
Wij zegenen iedere druppel bloed die voor Jeruzalem is gevloeid, omdat het schoon en puur bloed is, bloed dat voor Allah is gevloeid, als Allah het wil. Iedere martelaar zal in het paradijs komen, en iedereen die gewond is zal worden beloond door Allah.
Dat ontgaat Leonie van Nierop en Derk Walters dan blijkbaar. Als Walters wil dat de Israëlische democratie en rechtsstaat intact blijven, zou hij misschien wat meer begrip kunnen kweken voor de positie waarin Israël verkeert? Israëli’s voelen zich internationaal geïsoleerd en onbegrepen, en dat wakkert nationalistische sentimenten aan. Ze zien dat buitenlandse media vaak met name de Haaretz als bron gebruiken en kleine, soms radicaal linkse en antizionistische organisaties aanhalen als objectieve bronnen. Wederhoor wordt zelden toegepast. Ze herkennen zich niet in het beeld van buitenlandse kranten waarin zelden hun perspectief staat.
Als er al eens iemand met een pro-Israël visie wordt geciteerd gebeurt dat in een negatieve context, zo iemand wordt als probleem neergezet. Ze zien dat de BDS beweging, die anti-Israël en anti-vrede is, veelal wordt gezien als geweldloze verzetsgroep tegen een wrede bezetting. Ze zien dat zelfs ex-terroristen en Hamas leiders soms als redelijk worden geportretteerd, terwijl hun eigen politici als gevaarlijke ultra nationalisten worden weggezet. En de reactie is dat ze het buitenland wantrouwen en vatbaarder zijn voor de nationalistische retoriek waarmee Lieberman en Bennett zo goed scoren. Ik hoop van harte dat u dit Walters en Van Nierop wilt voorleggen. Ik vrees dat hun berichtgeving niet bijdraagt aan het intact houden van de Israëlische democratie, maar leidt tot een steeds kritischer en negatievere houding van het Nederlandse publiek en meer nationalisme aan Israëlische kant, en daarmee aan de polarisering rond dit thema in Nederland.
Twijfels
U schrijft:
Intussen is de kern van de zaak, ook als we uw diagnose samenvatten, dat een oplossing voor het conflict verder weg lijkt dan ooit.
U vraagt zich, met Tessler en Salomon Bouman, af of Israël met het huidige nederzettingenbeleid wel Joods en democratisch kan blijven en ziet kritiek daarop niet als anti-Israël of eenzijdig maar als het uiten van bezorgdheid:
Tegen die achtergrond vind ik het niet ‘eenzijdig’ wanneer NRC kritisch over dergelijke ontwikkelingen in Israël bericht. Mits, zoals ik u vorige keer schreef, de bottom line is en blijft dat aan het bestaansrecht van de staat Israël als zodanig niet wordt getornd.
Wanneer je stelselmatig maar éé helft van de foto laat zien, één kant benadrukt, het ene eruit licht en het andere negeert, dan werk je mee aan de delegitimering van Israël. U heeft zich met mij gestoord aan het podium dat de felle antizionist Abou Jahjah kreeg in de NRC, maar in feite past het in een trend. Bij hem is de delegitimatie compleet, en hij beweert valselijk dat iedereen in de regio beter af is zonder Israël als staat waar de Joden zelfbeschikking hebben. Maar ook de NRC werkt mee aan het zaaien van twijfels over Israëls bestaansrecht. Door Abou Jahjah aan het woord te laten. Door Shawan Jabarin als redelijke stem neer te zetten. Door BDS als vreedzaam en slechts gericht tegen de bezetting te omschrijven. Door extreme uitspraken van Israëlische politici eruit te lichten en Palestijnse te negeren. Door steeds maar weer op de nederzettingen en bezetting te hameren als ENIGE probleem en oorzaak van het conflict, ook wanneer het daar helemaal niet om gaat. Door organisaties die Israël gunstig gezind zijn als machtige lobby neer te zetten (en ‘lobby’ heeft nou eenmaal een negatieve bijklank) en over pro-Palestijnse organisaties en hun invloed te zwijgen.
Ja, ik maak mij ook zorgen om de uitzichtloze situatie die er nu is. De Israëlische vredesbeweging, indertijd goed voor honderdduizenden mensen op straat en veel invloed in de politiek, is gedecimeerd. Veel mensen die vroeger actief waren voor vrede en verzoening zijn gedesillusioneerd geraakt. Ze zagen dat hun handreiking, hun zelfkritiek en activisme tegen rechts in eigen land niet werden beantwoord met enige zelfkritiek of activisme voor vrede aan de andere kant. Kritiek op de nederzettingen werd niet beantwoord met kritiek op het standpunt over het zogenaamde recht op terugkeer van miljoenen vluchtelingen en vooral hun nakomelingen. Kritiek op racisme niet met kritiek op antisemitisme aan Palestijnse kant. Het uitzoeken van zwarte bladzijden uit de eigen geschiedenis niet met de dubieuze positie van de grootmoefti en andere Palestijnse leiders van weleer.
De Palestijnen zijn altijd zeer dubbelzinnig geweest in hun erkenning van Israël, en het idee van twee staten voor twee volken is nooit gesteund, ook niet door de ‘gematigde’ Abbas. De nationalisten in Israël spinnen er garen bij. De kolonistenbeweging kon zijn invloed uitbreiden en wordt nu openlijk gesteund door de regering. Twintig jaar geleden waren de meeste Israëli’s bereid om de meeste nederzettingen en circa 95% van de Westbank op te geven voor vrede, en daarom stemden ze op Barak. Nu wordt er gepraat over annexatie van delen van de Westbank. Het ligt natuurlijk niet alleen aan de Palestijnen, maar het is zeker een factor van betekenis, samen met de negatieve houding van de VN, de zeer kritische houding van de EU en het gevoel in het buitenland niet begrepen te worden. Wanneer eisen aan Israël (zoals stoppen met bouwen in de nederzettingen) gepaard waren gegaan met even duidelijke eisen aan de Palestijnen (stoppen met de opruiing, opgeven van het ‘recht op terugkeer’) was er wellicht welwillender op gereageerd. Maar de eisen waren doorgaans eenzijdig, net als de kritiek. En nu dreigt het in Israël inderdaad de verkeerde kant op te gaan en is het debat in Nederland (en veel andere landen) gepolariseerd en wordt er niet meer naar elkaar geluisterd.
Ik ben blij dat u de tijd heeft genomen wel naar mij te luisteren en op mijn kritiek in te gaan. Ik blijf hopen dat de berichtgeving in de NRC evenwichtiger wordt, mogelijk met uw inzet? Zoals wel vaker het geval is willen we uiteindelijk denk ik hetzelfde, maar verschillen we in onze visie op de weg ernaartoe. En de rol van uw krant.
Ratna Pelle
Eerdere correspondentie:
- Brief aan NRC over berichtgeving Israël
- Antwoord van NRC ombudsman Sjoerd de Jong
- Vervolgbrief aan NRC Ombudsman over berichtgeving Israël
- Antwoord aan NRC ombudsman Sjoerd de Jong (2)
- Tweede antwoord van de NRC ombudsman
- Vierde brief aan NRC ombudsman over berichtgeving Israël