door Ratna
Afgelopen week berichtte de Israelische krant Yediot Achronot dat Netanyahu in geheime onderhandelingen met Syrië in 2011 bereid was de Golan op te geven in ruil voor vrede. Het is niet de eerste keer dat geheime vredesbesprekingen uitlekken, en dat blijkt dat leiders daarin meer opgaven dan ze naar buiten toe zeggen. Het is ook niet de eerste keer dat de concessies achteraf worden ontkend.
Er is al vaker met Syrië gesproken, en ook Olmert en Barak bleken bereid (het merendeel van) de Golan op te geven indien daar stevige veiligheidsgaranties tegenover zouden staan. Mogelijk is dit keer de hele Golan aangeboden (Barak eiste nog een strook van ca. 100 meter zodat het hele meer van Tiberias in Israelische handen zou blijven) vanwege de dreiging van Iran. Iran bevoorraadt via Syrië de Hezbollah, en kan in het geval van een Israelische aanval op haar atoomprogramma makkelijk via Hezbollah Israel bestoken. Israel hoopte wellicht er door een akkoord met Syrië sterker voor te staan als het tot een confrontatie komt met Iran. In ruil voor de Golan zou Syrië tenminste de samenwerking met Iran, inclusief de doorvoer van wapens naar Hezbollah moeten beëindigen. Syrië zou dit niet duidelijk hebben willen toezeggen. De onderhandelingen liepen verder stuk op onenigheid over het tijdspad en omdat in Syrië ernstige onlusten uitbraken. Volgens een Amerikaanse diplomaat waren de onderhandelingen serieus en was de kans groot dat het tot een vredesverdrag was gekomen als er in Syrië geen interne strijd was losgebarsten. Volgens een hooggeplaatste medewerker van Netanyahu was er nog niks afgesproken, en had Israel een aantal eisen op tafel gelegd wat betreft veiligheid. Ook had Syrië niet toegezegd de kontakten met Iran te zullen verbreken.
Het is bij dit soort zaken altijd lastig erachter te komen wie de waarheid spreekt. Het komt Netanyahu natuurlijk niet goed uit dat op het moment dat hij vervroegde verkiezingen aankondigt en hij er goed voorstaat, dergelijk nieuws naar buiten komt. Zijn achterban is tegen concessies, en zeker tegen het afstaan van de Golan aan een schurk als Assad. De Golan ligt erg strategisch en van daaruit zijn voordat Israel het gebied in de Zesdaagse Oorlog veroverde, de lager gelegen Israelische plaatsen en kibboetsen in Galilea veelvuldig bestookt met raketten. Ook op historische gronden kun je vraagtekens plaatsen bij de Syrische claim op de Golan. In de oorlog van 1948 heeft Syrië een strook land die deel is van de Golan maar daarvoor bij Palestina hoorde, veroverd. Dit gebied zou Israel niet terug hoeven geven. De rest van de Golan is pas met de verdeling van het gebied tussen Engeland en Frankrijk in 1923 bij Syrië gekomen. Het is inmiddels langer in Israelische dan in Syrische handen. De Golan is niet alleen strategisch omdat het hoger ligt maar ook vanwege de riviertjes die naar het lager gelegen Jordaandal stromen en van vitaal belang zijn voor Israels watervoorziening. Voor 1967 probeerde Syrië deze riviertjes om te leiden om zo Israels watervoorziening in gevaar te brengen.
Het is echter duidelijk dat Syrië geen vrede zal accepteren zonder teruggave van de Golan, en indien het zou lukken daarmee de band met Iran door te snijden, wegen de strategische voordelen wellicht op tegen de nadelen. Dat wil zeggen, zolang er een stabiel regime is dat z’n beloftes kan nakomen en een stevige internationale controle daarop. Het huidige Syrië is een puinhoop waarvan nog niet duidelijk is wie het morgen zal regeren. Bovendien heeft Assads regime zoveel ellende en bloedvergieten op zijn geweten dat hem nu belonen in de vorm van de Golan sowieso niet opportuun zou zijn. Hij zou hiermee goede sier kunnen maken terwijl zijn leger dagelijks bommen op huizen, scholen en flatgebouwen gooit. Zijn verdediging van de Palestijnse zaak klinkt nu holler dan ooit, en ook Palestijnse vluchtelingen in Syrië hebben voor de bommen moeten vluchten.
Voor Israel is vrede van cruciaal belang maar het kan een gebied maar één keer weggeven, en er maar één keer concessies, een betere verstandhouding en meer internationale erkenning en goodwill voor terug krijgen. Het heeft in 1979 vrede met Egypte gesloten en de gehele Sinai teruggegeven, in ruil voor een kille vrede, fatsoenlijke veiligheidsgaranties, rust aan de grens en betere kontakten met sommige Arabische landen. Het heeft geen goede diplomatieke en culturele betrekkingen met Egypte of andere landen gekregen. Van uitwisselingen op allerlei gebied maar ook economische samenwerking is ondanks toezeggingen niet veel terecht gekomen. In Egyptische media en populaire TV series werden Israel en Joden gedemoniseerd, en er gold zelfs een onofficiële culturele boycot van Israel. Nu, meer dan 30 jaar later, lijken de voordelen die er wel waren, met name rust aan de grens en enige samenwerking bij het tegengaan van terrorisme en wapensmokkel, te verdampen. Egyptische politici praten openlijk over het ‘aanpassen’ van het vredesverdrag, er zijn diverse aanslagen geweest en de wapensmokkel naar Gaza wordt geen strobreed meer in de weg gelegd. Veiligheidsgaranties en afspraken kunnen makkelijker worden geschonden dan gebied terug veroverd. Daar ligt Israels kwetsbaarheid wanneer het verdragen sluit met landen wiens leiders en bevolking in meerderheid tegen erkenning van en vrede met Israel zijn en dit enkel doen uit strategische overwegingen. Ieder vredesverdrag zou dan ook gepaard moeten gaan met een stuk vredeseducatie, met uitwisselingen en gemeenschappelijke projecten en aandacht voor de geschiedenis en uniciteit van de nieuwe bondgenoot. Dat is echter niet af te dwingen en Arabische leiders maken zich daar niet populair mee.
De trieste realiteit is dat de omwentelingen en onrust in de Arabische wereld de kansen op vrede met Israel hebben verkleind en de Arabische straat, opgehitst door de media, eerder een hardere lijn voorstaat. Israel ondertussen moet blijven laten zien dat het vrede wil, en bereid is daar land voor op te geven. De uitgelekte vredesbesprekingen laten zien dat wanneer het erop aankomt Israel pragmatisch is en kiest voor eigen welzijn en rust boven nationalistische sentimenten, claims of landbeloftes. Zelfs Netanyahu, in de media veelal afgeschilderd als havik en kolonistenvriend, blijkt bereid tot pijnlijke concessies als hij verwacht daar echt mee te winnen. Het is wellicht slikken voor zijn achterban, maar voor het Westen moet dat goed nieuws zijn.