jun 192012
 

Van de IPI redactie

Door het Israelische beleid in de bezette gebieden zouden tussen 1967 en 1994 zo’n 250 duizend Palestijnen hun verblijfsrecht verloren zijn. Dat berichtte het ANP (en met hen vele Nederlandse media) op 12 juni onder de hijgerige kop ‘Israël schrapte 250.000 Palestijnen’, op gezag van een rapport van een niet met name genoemde Israelische mensenrechtengroepering, die deze gegevens van het Ministerie van Defensie heeft losgepeuterd.

Wat is het geval? Palestijnen die langdurig het land (gebied) verlieten, moesten om de zoveel jaar (zeven jaar bij Gaza, drie jaar bij de Westoever) hun papieren laten verlengen in Israel, anders verliep hun verblijfsrecht. De meeste Palestijnen zou dit echter niet duidelijk zijn geweest, en anderen waren gewoon wat laks, waardoor heel veel ‘expats’ later tot hun ontsteltenis niet meer mochten terugkeren. Veel hiervan waren naar verluid studenten en jonge gastarbeiders. Anderen (in Gaza ruim de helft) verloren hun verblijfsvergunning doordat ze niet op de diverse volkstellingen reageerden. Er waren wel procedures om het verblijfsrecht te laten herstellen, en met de installatie van de Palestijnse Autoriteit in 1994 mochten ook enkele duizenden bannelingen van de PLO terugkeren naar de gebieden. Aldus Akiva Eldar in Haaretz, die de mensenrechtengroepering identificeerde als Hamoked.

Antizionisten zien hierin het zoveelste bewijs van ‘etnische zuivering’ door Israel. Israel-sympathisanten klagen over de tendentieuze berichtgeving van het ANP. Het zijn de gebruikelijke reacties uit beide kampen.

Was dit etnische zuivering? Bij etnische zuiveringen stellen we ons normaal toch iets anders voor, zoals grote moordpartijen en massale deportaties. Bovendien neemt het aantal van de ‘gezuiverde’ bevolkingsgroep nadien significant af, terwijl er in 1994 alleen maar meer Palestijnen in de betreffende gebieden woonden dan toen dit beleid begon.

Bekend is dat veel Israeli’s de in 1967 veroverde gebieden het liefst wilden houden: meer dan de kuststrook waarop Israel grotendeels gevestigd is, was dit de historische en voor velen heilige Joodse geboortegrond, volgens de religie door God beloofd, volgens veel seculieren door Balfour en de Volkenbond beloofd aan het Joodse volk, volgens veel anderen vooral ook een strategisch gebied om de veiligheid van het land te kunnen waarborgen in een vijandige omgeving. Bekend is ook dat de Israeli’s met de Arabische bevolking van het gebied in hun maag zaten, maar ook met de internationale afwijzing van de Israelische claim erop.

Het was van meet af aan duidelijk, in elk geval voor het nuchtere deel der Israeli’s, dat de internationale gemeenschap een annexatie door Israel niet zou accepteren, en anderzijds ook dat de Arabische buurlanden nog steeds niet bereid waren om vrede te sluiten, ook niet in ruil voor teruggave van het veroverde gebied.

De Israelische regering had als belangrijkste prioriteiten, en heeft die nog steeds in grote lijnen: veiligheid, vrede en internationale erkenning. Zonder vrede als optie, en met maar beperkte erkenning en acceptatie, gebood de veiligheid om voorlopig de controle te houden over het gebied. Wat er verder met het gebied en de bewoners moest gebeuren, daarover was men verdeeld. Er werden naarmate de jaren verstreken steeds grootschaliger Joodse nederzettingen gebouwd, en tegen Palestijns geweld en opstanden werd doorgaans hard opgetreden, maar de grenzen waren open en de levensstandaard van en voorzieningen voor de Palestijnen werden opgekrikt. De meeste Israeli’s meenden dat van een milde, ontspannen bezetting sprake was, die beiden tot voordeel was, maar de meeste Palestijnen keken daar anders tegenaan, zoals bleek toen de Eerste Intifada uitbrak.

Was dit tendentieuze berichtgeving? Het beleid om verblijfsvergunningen in te trekken van Palestijnen die klaarblijkelijk al voor de Israelische bezetting in het gebied woonden, lijkt niet te stroken met redelijke rechtsnormen. Toch zou dit normaal gesproken niet als kort ‘nieuws-item’ moeten kwalificeren (het vond decennia geleden plaats), maar als iets om degelijker te onderzoeken en in een context te plaatsen. Tendentieuze koppen zonder context, die alleen het heersende beeld over Israel en de Palestijnen versterken, passen blijkbaar beter in het ANP-beleid dan verantwoorde informatievoorziening.

Overigens zou dit probleem, zoals veel andere problemen die de Palestijnen (en hun sympathisanten) Israel verwijten, opgelost zijn als er eindelijk een vredesakkoord komt, en de Palestijnse regering zelf kan bepalen wie ze op haar grondgebied wil toelaten.

Wouter

Share