apr 292013
 

– IMO Blog –

De Adviesraad Internationale Vraagstukken hecht naar eigen zeggen veel waarde aan het internationale recht. Men schrijft wat dit betreft:

Hij [de AIV – RP] neemt daarbij de Advisory Opinion van het Internationaal Gerechtshof over de Israëlische muur uit 2004 als uitgangspunt, omdat daarin op veel omvattende wijze wordt gesproken over de juridische situatie en omdat actuele hete hangijzers, zoals de positie van (Oost-)Jeruzalem, het recht op zelfbeschikking van de Palestijnen, de nederzettingen, de grenzen en de schaarste aan water, direct of indirect van een juridisch oordeel worden voorzien. De Advisory Opinion was gevraagd door de Algemene Vergadering van de VN, die hierover had besloten in een stemming met 90 stemmen vóór, acht tegen en 74 onthoudingen, waaronder die van Nederland.

het Internationaal Gerechtshof  in Den Haag

het Internationaal Gerechtshof in het Vredespaleis in Den Haag

De uitspraak van het Internationaal Gerechtshof (IGH) is een advies en geen bindende uitspraak. Het IGH doet alleen bindende uitspraken over geschillen tussen staten, en alleen indien beide partijen daarmee instemmen. Het advies over dit conflict is dus ongebruikelijk. Een aantal landen, waaronder Nederland, vonden ook dat het IGH hier eigenlijk geen uitspraak over zou moeten doen omdat dit in de eerste plaats een politieke kwestie is. Men vond dit iets dat tussen de partijen onderling in onderhandelingen geregeld moet worden, samen met de andere hete hangijzers zoals de nederzettingen, grenzen, vluchtelingen etc.

De platte Aarde

Dit advies was zoals men zelf al aangeeft gevraagd door de Algemene Vergadering (AV), waar de Arabische, islamitische en niet gelieerde staten een meerderheid hebben en daarom iedere anti-Israel resolutie op een automatische meerderheid kan rekenen, hoe absurd die ook is. De AIV verwijst vaker naar de AV en ook naar de VN Mensenrechtenraad als bronnen van internationaal recht. Dat is absurd. AV resoluties vormen geen internationaal recht; was dit wel het geval, dan zou Israel al lang niet meer bestaan. De Mensenrechtenraad bestaat zelf voor het merendeel uit ondemocratische landen, voor een flink deel Arabisch of islamitisch. Vandaar ook dat men er niet of nauwelijks toe komt om notoire mensenrechtenschenders als Soedan, het Libië onder Ghadaffi, Saudi-Arabië of Iran te veroordelen, en altijd maar weer naar Israel wijst. Ik meen dat de helft van haar speciale onderzoeken Israel betreft, en Israel een van de weinige landen is waarvoor een permanente mensenrechtenrapporteur werkzaam is. Uiteraard rapporteert de beste man alleen over schendingen door Israel, en worden Palestijnse misstanden en geweld geheel buiten beschouwing gelaten.

De uitspraak van het IGH kwam tot stand via een zogenaamde Emergency Special Session (ESS) die geheel was gewijd aan Israelische mensenrechtenschendingen op de Westoever en in ‘bezet Oost-Jeruzalem’:

On 15 October 2003, the Chairman of the Arab Group, on behalf of the States Members of the League of Arab States, requested the resumption of the Tenth Emergency Special Session of the General Assembly to consider the item of “Illegal Israeli actions in Occupied East Jerusalem and the rest of the Occupied Palestinian Territory” (A/ES‑10/242);  this request was supported by the Non-Aligned Movement (A/ES‑10/243) and the Organization of the Islamic Conference Group at the United Nations (A/ES‑10/244).  The Tenth Emergency Special Session resumed its work on 20 October 2003.

Tijdens een volgende meeting van deze ‘Special Session’ werd de resolutie aangenomen waarin het IGH opdracht kreeg zijn advies te geven. De tiende ESS zou daarna nog tien keer bij elkaar komen, alle tien keer om over Israels (vermeende) wandaden te praten. Ik geloof niet dat er al tien ESS bijeenkomsten zijn geweest over Syrië, of over Soedan.

Er is nog iets. Volgens het VN handvest is het niet de bedoeling dat de Algemene Vergadering zich met zaken bemoeit die ook bij de Veiligheidsraad liggen, omdat men elkaar dan in de wielen kan rijden. Maar terwijl de tiende ESS weer bij elkaar werd geroepen, werd er ook in de Veiligheidsraad over de kwestie gesproken, en daar besloot men de Routekaart voor Vrede als leidraad aan te nemen. Het gebeurt eigenlijk continu dat de AV resoluties aanneemt over Israel en tot actie oproept terwijl het ook in de Veiligheidsraad wordt besproken. Arabische landen brengen zaken continu in op de AV om een Amerikaans veto te omzeilen. In de AV kun je ook aangenomen krijgen dat de aarde plat is en Israel dat heeft gedaan (vrij naar Abba Eban), maar toch lijken die onzin-resoluties voor steeds meer mensen en groeperingen een serieuze leidraad te vormen, met als smoes dat de Veiligheidsraad nou eenmaal vaak niet tot ferme uitspraken kan komen vanwege het vetorecht van de permanente leden.

Daar kan nog aan worden toegevoegd dat Israel door het Arabische blok uit tal van VN organen wordt gehouden, en als enige land bijvoorbeeld nog nooit lid is geweest van de Veiligheidsraad, terwijl daar wel altijd minstens een Arabisch of islamitisch land zitting in heeft. De VN werkt namelijk met regionale blokken, en Israel hoort op grond van haar geografische ligging tot het Aziatische blok. Dit blok boycot Israel echter onder leiding van de Arabische landen, en daarom is Israel na veel vijven en zessen toegelaten tot het ‘Europese en andere staten’ blok. Daar zijn echter een aantal beperkingen aan verbonden waardoor Israel nauwelijks participeert in VN instituties. Ook is het niet welkom bij zittingen van regionale organen in Geneve en kan het er alleen in New York bij zijn. Daardoor kan bijvoorbeeld nooit een Israelische rechter verkozen worden in het IGH en kan Israel ook niet meestemmen voor de rechters die er zitting in hebben. Wanneer je je beroept op VN resoluties en uitspraken van VN organen, moet je je van deze geschiedenis bewust zijn om te kunnen begrijpen dat die resoluties en uitspraken alles behalve neutraal zijn.

Legaliteit van de ‘muur’

De AIV schrijft:

Eveneens met 14 tegen een spreekt het Hof uit dat de VN, in het bijzonder de Algemene Vergadering en de Veiligheidsraad, moeten nagaan welke verdere actie nodig is om ervoor te zorgen dat er een eind komt aan deze illegale situatie. Tevens stelt het vast dat op alle VN-lidstaten de plicht rust de illegale situatie niet te erkennen en geen hulp te verlenen bij de instandhouding daarvan, en dat zij erop moeten toezien dat elke belemmering van het Palestijns recht op zelfbeschikking die van de muur uitgaat tot een eind wordt gebracht. Na het uitkomen van de Advisory Opinion vroeg de Algemene Vergadering om integrale uitvoering ervan. Zij deed dat met een stemverhouding van 150 vóór (waaronder Nederland), zes tegen en tien onthoudingen.

Het advies van het IGH heeft geen enkel oog voor Israels kant. Slechts op één plek wordt kort opgemerkt dat Israel het recht heeft haar burgers te beschermen tegen Palestijns geweld, om vervolgens uit te leggen dat dat niet mag door een afscheidingsbarrière op te richten. Ook wordt gesteld dat artikel 51 van het VN handvest, dat het recht op zelfverdediging van landen tegen geweld bevestigt, niet van toepassing is op geweld vanuit de Westoever omdat de Westoever geen aparte staat is. Op andere gebieden krijgt ‘Palestina’ echter wel de status van een staat:

By the aforesaid Order, the Court also decided, in accordance with Article 105, paragraph 4, of the Rules of Court, to hold public hearings during which oral statements and comments might be presented to it by the United Nations and its Member States, regardless of whether or not they had submitted written statements, and fixed 23 February 2004 as the date for the opening of the said hearings.  By the same Order, the Court decided that, for the reasons set out above, Palestine might also take part in the hearings.  Lastly, it invited the United Nations and its Member States, as well as Palestine, to inform the Registry, by 13 February 2004 at the latest, if they were intending to take part in the above‑mentioned hearings.  By letters of 19 December 2004, the Registrar informed them of the Court’s decisions and transmitted to them a copy of the Order.

Het lijkt erop dat het IGH Palestina wel de voordelen van een staat wil geven, maar niet de verantwoordelijkheid die daarbij hoort om bijvoorbeeld zelf aanslagen vanuit haar grondgebied op Israelische steden tegen te gaan. Of, in de woorden van Ami Isseroff:

Thus, to achieve its finding, the court held  at the same time  that there exists an armed conflict, and that territories are occupied territories of another state,  but also and at the same time asserted that Israel has no right to defend itself in that conflict, because there is no other state involved.

Het advies van het IGH stamt uit 2004, toen Israel net een ongekende golf van terreuraanslagen achter zich had. Soms waren er meerdere dodelijke aanslagen per week, met in totaal tientallen doden per maand, met enkele uitschieters naar de honderd. Israeli’s durfden niet meer over straat en het openbare leven was ontwricht. Men moest iets doen, en besloot, naast de herbezetting van een aantal Palestijnse steden, tot de bouw van een afscheidingsbarrière.

Ook het Israelische Hooggerechtshof deed uitspraak over de legaliteit van de ‘muur’, en oordeelde dat de route op meerdere plaatsen aangepast moest worden om de Palestijnen te ontzien. Israel is niet altijd even voortvarend geweest in het uitvoeren daarvan, en het heeft jaren geduurd voordat deze aanpassingen zijn doorgevoerd. In het oordeel van het Israelische Hooggerechtshof, dat zich kritisch opstelt tegenover en onafhankelijk is van de regering, werd een reële afweging gemaakt tussen het recht van Israel zich tegen aanslagen te verdedigen en het recht van de Palestijnen op vrijheid van beweging. Het oordeel van het IGH daarentegen wees Israels recht op zelfverdediging af en ging verder alleen af op Palestijnse claims. Een aantal landen, deskundigen en organisaties hebben zogenaamde ‘oral statements’ gegeven, waaronder, niet verwonderlijk, diverse Palestijnen, vertegenwoordigers van de Arabische Liga, de Islamitische Conferentie en individuele islamitische staten.

Recht op terugkeer

Het AIV stelt:

De AIV voegt aan bovenstaande beschouwing toe dat de Advisory Opinion van het Hof en de resoluties over onder meer het recht op terugkeer passen in een lange reeks van besluiten van met name de Algemene Vergadering van de VN en de VN-Veiligheidsraad waarin duidelijk wordt dat de Palestijnen het internationale recht grosso modo aan hun zijde hebben. Het aantal resoluties van een dergelijke strekking, algemeen verwoord dan wel gewijd aan specifieke thema’s, is talrijk; de belangrijkste, circa twintig in getal, werden recent aangehaald in de resolutie van de Algemene Vergadering over de status van Palestina.

Zoals reeds uitvoerig beargumenteerd is de idee dat het recht op terugkeer van de vluchtelingen en hun miljoenen nakomelingen is verankerd in het internationale recht pertinent onjuist. Dat krijg je ervan als je AV resoluties als internationaal recht gaat beschouwen. Hoe kan in vredesnaam iemand als Korthals-Altes meegaan in deze onzin? De Veiligheidsraad heeft ook de nederzettingen gehekeld, maar stelt daarnaast ook eisen aan de Palestijnen. De belangrijkste resoluties zoals delingsresolutie 181, 242, 338 en later de aanname van de Routekaart gaan uit van vrede op grond van een tweestatenoplossing, waarbij de territoriale integriteit, veiligheid en erkenning van alle staten in de regio uitgangspunt is. Dat betekent dus dat in ruil voor Israelische opgave van land, vrede en erkenning wordt geboden. Nergens wordt een eenzijdige terugtrekking van Israel geëist. De idee dat de Palestijnen het internationaal recht aan hun kant hebben is dan ook onjuist. Helaas geloven steeds meer mensen, instanties en politici in de Palestijnse propaganda waarin inderdaad Israel aan een serie eenzijdige eisen moet voldoen voordat er überhaupt gepraat kan worden. In 2005 riepen ruim 70 Palestijnse maatschappelijke organisaties op tot een boycot (BDS) van Israel. Dat leek een radikale positie, maar is nu mainstream geworden. Wie had toen kunnen geloven dat deze oproep, in iets afgezwakte vorm, nog geen tien jaar later zou zijn overgenomen door een gerenommeerde adviesraad, voorgezeten door een VVD-er?

Ratna Pelle

 

Share