= IMO Blog =
Aalst lacht met iedereen?
Na mijn blog vorige maand over groeiend antisemitisme in Europa, ben ik zoals ieder jaar in Limburg carnaval gaan vieren. Helaas werd de grote optocht in Sittard vanwege het stormachtige weer twee weken uitgesteld (en nu vanwege onder meer het coronavirus definitief afgeblazen).
Wat wel doorging op 23 februari – en op andere manier een storm opleverde – was de grote optocht in Aalst (Oost-Vlaanderen), die voor de tweede keer op rij wansmakelijke karikaturen van Joden meevoerde. Bart Schut schrijft in het NIW:
Alle antisemitische stereotypen waren aanwezig in de optocht die afgelopen zondag door het centrum van Aalst trok: grote haakneuzen, verwijzingen naar gierigheid en zelfs een gekruisigde Jezus werd opgetrommeld om de Ajuinen eraan te herinneren wie hun heiland vermoord zouden hebben. Maar de carnavalsvierders gingen verder, veel verder. Als Chassidische Joden uitgedoste Aalstenaren bleken ook gelede poten te hebben, want ze waren mieren, insecten dus. Er zat er een vergezochte connectie met ‘klaagmieren’ achter, want ‘Klaagmuur’, begrijpt u hem? Humor! Ook werd er een lijst met ‘regels’ getoond van het ‘Joeds fiesjcomitee’. Een daarvan luidde: ‘zeker niet de waarheid spreken over de Jood’, een ander ‘wat de Jood wil, zal gebeuren’ en een derde ‘drugs- en ander zwart geld is voor ons’.
Er werden afbeeldingen meegevoerd van handenwrijvende Joden met enorme neuzen, die zo uit Iraanse cartoons of Der ewige Jude leken te komen. Verschillende groepen feestvierders gingen verkleed als SS’ers; zij werden luid toegejuicht door de toeschouwers. Op hun rode armbanden geen hakenkruis, maar ‘Unesco’, want u begrijpt dat wat de VN Aalst hebben aangedaan minstens zo erg is als het lot van de Joden tijdens de Shoa. En ja, sommigen droegen Davidsterren op de zwarte nazi-uniformen.
Er werden zo’n 2000 Davidsterren in de kleuren van Aalst uitgedeeld door een lokale carnavalist en lid van Vlaams Belang. Hij zei desgevraagd:
“Alle gelijkenissen met bestaande symbolen zijn louter toevallig. Ik wilde buttons maken met het symbool van de stad Aalst op. Ik had er de A van Aalst in de kleuren van het stadslogo eens recht opgezet en eens averechts. (…) Nu zeggen de mensen mij dat dat op een Joodse ster lijkt. Ik ben daar echt van geschrokken”.
Daarnaast waren er ook klassieke gele Jodensterren, op een sticker met ‘Joot’ erop geschreven, en de tekst ‘ok ver unesco?’. Ook erg grappig waren de leden van de UNESTAPO, gekleed in nazi uniform met rode band om de arm. Uit de foto’s en filmbeelden blijkt dat diverse groepen Joden als thema hadden, hun vermeende overgevoeligheid voor kritiek, hun geld en hun almacht. Dit alles werd goedgepraat met de leuze ‘Weir lachen mé iederiejn’. waarvan speldjes te zien waren die diverse lokale politici droegen met ook weer een karikatuur van een Jood erop. Je moet wel consequent blijven. Maar met geen andere groep, laat staan minderheid, is voor zover ik weet ‘gelachen’. Het motto van dit alles: de Aalstenaar laat zich niet de mond snoeren en zal nooit ‘buigen’ voor kritiek.
De aanleiding voor dit alles was immers de commotie die was ontstaan vanwege een wagen in de optocht van vorig jaar, waarin geldbeluste orthodoxe Joden met enorme neuzen op een praalwagen werden getoond. Het motto: de betreffende groep hield een sabbatjaar (een jaar waarin ze weinig investeren in de wagen) en ‘kwam zo op het idee om Joden op de wagen te zetten’. “Wij vonden dat komisch, als roze joden de stoet in met een kluisje waar we ons opgespaarde geld in bewaren”. Die Joden zagen er niet bepaald vriendelijk of komisch uit. Ook de toezichthouder van de optochthal waar de wagens worden gebouwd verdedigde de controversiële wagen van de Vismooil’n van 2019:
De wagen was “eigenlijk bedoeld als compliment”. Joden staan volgens hem immers bekend als de belangrijkste heersers op financieel gebied in de wereld, zoals in de diamantsector. “Wij gooien geld over de balk, zij kunnen tenminste sparen.”
Carnaval zou het feest zijn van de omdraaiing, het belachelijk maken van de macht en de elite. Het opvallende is dat er in Aalst nauwelijks Joden wonen, er speelt niks rond Joden, ze zijn in het normale leven geen issue. Vanwaar dan al die aandacht, en die behoefte juist met hun te ‘lachen’? Zelf vier ik overigens al meer dan 25 jaar carnaval in Limburg, en ik heb nog nooit zoiets gezien. Ook nooit mensen als Jood verkleed gezien.
Groteske overdrijving
Terecht werd een en ander veroordeeld door diverse politici waaronder oud-premier en nu Europarlementariër Guy Verhofstadt en de huidige Belgische premier Sophie Wilmes, die liet weten: “Het gebruik van referenties en stereotypen die gemeenschappen en bevolkingsgroepen stigmatiseren op basis van hun afkomst, leidt tot verdeeldheid. Het brengt het samenleven in gevaar. Zeker als het gaat om bewuste en herhaalde acties.” Ook de Europese Commissie was ontstemd en een woordvoerder liet weten: “Het zou vanzelfsprekend moeten zijn dat dergelijke beelden niet thuishoren op Europese straten 75 jaar na de Jodenvervolging.”
Minister-president Jan Jambon van Vlaanderen was opvallend mild in zijn reactie. Hij riep de Aalstenaren op om volgend jaar ‘andere zaken te zoeken om mee te spotten’. De burgemeester van Aalst Christoph d’Haese (NvA) en een minister van NVA die ook meevierde, vonden een en ander een ‘groteske overdrijving’ en de parodieën niet van dien aard om als antisemitisch te worden gekwalificeerd.
Op de facebookpagina van D’Haese is een discussie losgebarsten tussen voor- en tegenstanders. Het sterkste argument van de voorstanders: jullie weten niet wat carnaval is en oordelen over wat je niet kent. Zo meent ook een columnist dat het probleem vooral is dat mensen geen Oiljsters begrijpen. Anders zouden zij immers snappen dat die mieren niet op ongedierte slaan maar op de Klaagmuur (mier is zowel mier als muur in het Oiljsters, ziet u). De door deze groep meegevoerde klaagmuur in de optocht maakte dat natuurlijk al voldoende duidelijk. Er hangen diverse briefjes op zoals: ‘Ligt een geloof onder vuur? Steek een klacht tussen onze muur’ en ‘U zou ook klagen als er in uw piemel was gesneden’. Dus daarmee is volkomen duidelijk dat het echt alleen maar grappig is bedoeld.
Carnavalcide
In diverse opiniestukken en blogs wordt de kritiek van de machtige Joodse lobby die censuur eist gehekeld en de moedige Aalstenaar die zich de mond niet laat snoeren geprezen. Op Doorbraak.be ging men nog verder en spreekt van ‘carnavalcide’:
Vlaanderen sta op en bestrijd de carnavalcide van de klaagmuur. Spring op de barricades en verdedig de Vlaamse cultuur. Het is een misdaad om lijdzaam toe te zien hoe de Aalstenaar de nek omgewrongen wordt. Het is een misdaad om de vrije meningsuiting in Aalst te laten verzuipen. Het is een misdaad om humor op te sluiten in een cel van politieke correctheid. Het is een misdaad om lijdzaam toe te zien op deze carnavalcide.
Misschien kunnen ze volgend jaar wel een concentratiekamp nabouwen in de optocht, met de UNESCO met de Joden samen als kapo’s en de Aalster carnavalisten als gevangenen. Dat zal de rest van de wereld leren dat je een Aalstenaar zijn feest niet af mag afnemen.
Het moge duidelijk zijn: de Aalstenaar is op zijn lange tenen getrapt en diep gekwetst dat zijn humor niet overal op prijs wordt gesteld. In plaats van te erkennen dat die wagen vorig jaar met Joden, haakneuzen, geld en muizen misschien toch wat ongelukkig was gezien de geschiedenis, pakte men dit jaar groot uit met talrijke groepen en acts waarin Joden belachelijk werden gemaakt, als achterlijk, geldbelust en humorloos werden weggezet, waarbij zelfs nazi symbolen werden ingezet. De reacties van de mensen die om het hardst roepen dat het allemaal onschuldig is en die Joden niet zo moeten zeuren (en met hun poten van een Vlaamse traditie moeten afblijven) zijn zelf niet van antisemitisme gespeend. Tom Lanoye verwoordt het treffend in Humo:
Dat is het lastige en gevaarlijke aan humor. Hij is niet per definitie onschuldig. Hij bezit een duistere kant die zich gemakkelijk laat misbruiken voor andere dingen dan een lachsalvo. Wie dat ontkent, heeft zelf iets te verbergen, achter zijn mombakkes van fatsoen, tradities en burgermansvertier.
Ludieke nagedachtenis?
En als je dan denkt dat het echt niet erger kan, dan zie je dit:
In het Spaanse dorp Campo de Criptana liepen in de carnavalsoptocht groepen mannen en sexy vrouwen in een soort van nazi-uniforms, de mannen compleet met geweren, en eveneens sexy geklede gevangenen met gestreepte blouses en vrouwen met Israelische vlaggen. Het geheel oogt extreem onsmakelijk, en terecht werd dit door de Spaanse minister van Buitenlandse Zaken fel veroordeeld. De Israelische ambassade en Joodse organisaties reageren geschokt.
Toch is er een verschil met Aalst, waar de minachting voor Joden en hun gevoelens eraf spat. De Spaanse groep bood namelijk haar excuses aan (dat is dus ook een manier om op kritiek en ophef te reageren, beste Aalstenaren) en gaf aan dat het zo niet bedoeld was:
“Wij bieden onze excuses aan voor het verdriet dat wij hebben veroorzaakt. Onze intentie was goed, we wilden geen haat oproepen”, zegt de woordvoerder van de carnavalsvereniging. Ook een woordvoerder van de organisatie van de carnavalsoptocht zegt dat de groep de slachtoffers van de Holocaust wilde eren.
Dat deze excuses oprecht zijn blijkt ook uit de tekst achter op de wagen:
Dit betekent zoiets als “ter nagedachtenis aan de 6 miljoen Joodse mannen, vrouwen en kinderen die omgekomen zijn tijdens de Holocaust en al diegenen die het slachtoffer zijn van vervolging en uitroeiing op basis van hun ras, seksuele geaardheid, religie, etnische afkomst of politieke ideeën.”
Hoe een groep erbij komt dit thema op deze manier in een ludieke carnavalsoptocht met sexy pakjes en ophitsende muziek te presenteren, is me een raadsel. Dat de organisatie van de optocht dit niet van tevoren heeft opgemerkt en de groep van deelname uitgesloten, begrijp ik ook niet.
Ratna Pelle