= IMO Blog =
Het is moeilijk om strijdende partijen tot substantiële concessies te bewegen als zij het idee hebben dat de ander het hem gebodene zal misbruiken om je te vernietigen. Veel Israeli’s zijn er van overtuigd dat de Palestijnen, en een meerderheid van de Arabische wereld, hun weg wil hebben, Israel weg wil hebben en de Joden op zijn best als tweederangs burgers zal gedogen. Een realistisch akkoord houdt stevige land concessies in voor Israel; het moet zich dan terugtrekken uit zowat de gehele Westoever, waardoor Israel op haar smalst nog maar ca. 15 km breed zal zijn. Dat is een enorm veiligheidsrisico als de ander je eigenlijk wil vernietigen, of als er een gerede kans is dat er een bewind aan de macht komt dat dat wil. Lapmiddelen zoals een tijdelijke aanwezigheid in de Jordaanvallei of zogenaamde ‘early warning stations’ werken alleen wanneer er enig vertrouwen is. Het feit dat de Palestijnen fel tegen al dat soort van ideeën gekant zijn, zegt voor Israel genoeg. Israel heeft daarnaast slechte ervaringen met buitenlandse troepenmachten: die in de Sinai liet zich door Nasser makkelijk wegsturen, en die in Libanon stond erbij en keer ernaar toen Israelische soldaten daar werden ontvoerd en Hezbollah een ongekend wapenarsenaal opbouwde.
Het Israelische wantrouwen wordt gevoed door tal van uitspraken van politici, geestelijken en mensen op de officiële PA TV. In kinderprogramma’s leren de kleintjes al dat het hele gebied eigenlijk van hun is en dat het hoogste doel is om een martelaar te worden in de strijd voor de bevrijding van Al Quds en de Al Aqsa Moskee. Terroristen die tientallen burgers hebben gedood worden geëerd als helden, scholen en zomerkampen naar hen vernoemd. Enfin, het verhaal is bekend, al wil het nog niet tot onze media en de meeste politici doordringen. Het is niet vreemd dat vervolgens blijkt dat veel Palestijnen denken dat de Joden hen allemaal willen doden en uit zijn op wereldmacht. Dat is het beeld dat hen van de Joden wordt voorgeschoteld. Wat er ook gebeurt in de regio, welke ellende hen overkomt, het ligt altijd op een of andere manier aan Israel en de Joden. Men gelooft dat de Joden achter 9/11 zaten om zo de VS tegen de moslims op te zetten, en men gelooft in een Joods wereldcomplot waarin de Joden achter de schermen aan de touwtjes trekken. Complottheorieën doen het sowieso erg goed in de Arabische wereld waar vaak incapabele en corrupte machthebbers graag de aandacht afleiden van de eigen problemen en men bovendien nogal in de slachtofferrol zit.
Pas wanneer dit alles wordt doorbroken, wanneer de eigen verantwoordelijkheid van Palestijnen wordt aangesproken en gestimuleerd, en wanneer zij een reëel beeld van Joden en Israel te zien krijgen, wanneer ze oog krijgen voor de overeenkomsten tussen beide volken en religies, oog krijgen voor de pijn die ook zij hebben geleden, maakt vrede een kans. Momenteel overheerst in de Palestijnse schoolboeken, zelfs volgens onderzoekers die naar eigen zeggen het Israelische narratief wat dit betreft onderuit haalden, een negatief beeld van Israeli’s en Joden. In een onderzoek waarin het IPCRI meewerkte, bleek dat in de Palestijnse schoolboeken men zichzelf vaker als slachtoffer neerzet, de ander als dader en er minder informatie over de ander te vinden is dan in de Israelische schoolboeken. Ik merkte eerder naar aanleiding van dat onderzoek op:
In het geval van de Israelische schoolboeken zie je wat dit betreft een duidelijk verschil tussen enerzijds staatsboeken, die onderdeel zijn van een open samenleving, en anderzijds de ultra orthodoxe boeken die onderdeel zijn van een gesloten gemeenschap. Zij komen veel dichterbij de Palestijnse boeken uit, die ook onderdeel zijn van een vrij gesloten samenleving waarin geen echte vrijheid van meningsuiting heerst en religie een vaak dominante rol speelt.
(…)
Daarnaast viel me op dat de Israelische staatsboeken veel concreter zijn, concretere voorbeelden geven en feitelijker en informatiever zijn. Betrek je dit op het algemene verhaal over de functies van een nationaal narratief en hoe dit een conflict in stand helpen houden en rechtvaardigen, dan bieden de Israelische boeken meer ruimte voor een nieuw narratief waarin vrede en verzoening centraal staan. Weliswaar wordt in de beschrijving van de geschiedenis de eigen kant sterk benadrukt en gerechtvaardigd, er is ook ruimte voor kritische kanttekeningen. Dit blijkt ook op andere terreinen in de Israelische samenleving, zoals de kritische journalistiek van met name de Haaretz, de vele maatschappelijke organisaties die voor Palestijnse rechten opkomen en misstanden aan de kaak stellen, en de nieuwe historici die het eigen narratief bekritiseerden en zelfs geheel verwierpen. Sommigen namen daarbij het Palestijnse narratief klakkeloos over, zoals Ilan Pappe, anderen bleven onafhankelijk en kwamen zelfs weer iets dichter bij het Israelische narratief uit, zoals Benny Morris.
Het is moeilijk iets te veranderen aan de Palestijnse visie tegenover Israel zolang er sprake is van een gesloten systeem, waarin andere meningen niet worden getolereerd. Journalisten die een andere visie hebben worden door de PA geïntimideerd. Mensen die enig begrip voor Israel tonen worden verdacht van spionage en lopen het risico te worden opgepakt of door de gemeenschap uitgestoten. Sari Nusseibeh, directeur van de Al Quds universiteit, is meermaals bedreigd omdat hij zich compromisbereid toonde wat betreft het zogenaamde ‘recht op terugkeer’. Mede onder die druk heeft hij zijn positie later herzien. Iedereen die ook maar enig compromis voorstelt of vagelijk hint op het idee dat een reëel compromis nodig is bijvoorbeeld wat betreft de vluchtelingen, wordt als verrader neergezet door de hardliners, en daarmee in feite vogelvrij verklaard.
President Abbas moet een dun koord bewandelen om enerzijds stevig genoeg het Palestijnse narratief te verkondigen en anderzijds nog enigszins gematigd over te komen naar het Westen. Gelukkig voor hem is de Westerse wereld nogal welwillend en kritiekloos tegenover de Palestijnen en komt hij weg met zijn onbuigzame houding. Maar een akkoord komt er zo natuurlijk niet. Door de zogenaamde Palestine Papers lekte in 2011 uit dat Abbas tegenover Olmert een paar toegevingen had gedaan, en bijvoorbeeld bereid was tot een landruil waardoor enkele wijken in Oost Jeruzalem bij Israel zouden worden gevoegd. Hij kwam hierdoor onder vuur te liggen van hardliners binnen zijn partij en haastte zich een en ander te bagatelliseren. De kans dat de zeer beperkte concessies waartoe hij bereid leek door zijn partij en de PLO zouden worden geaccepteerd leek nihil.