Naar aanleiding van de hoog opgelopen spanningen tussen Israël en Iran is op zondag 12 augustus in ‘De wereld morgen’ een artikel van Mitchell Plitnick gepubliceerd met daarin zijn visie hierover. Er is echter verschil van mening tussen Amerika en Israël over hoe de Iraanse bedreiging moet worden opgevat. Vanuit Israël wordt die bedreiging als directer ervaren dan vanuit Amerika. Juist dat verschil komt Plitnick maar wat goed te pas.
Een Nederlandse vertaling van dit artikel verscheen een dag later als een opiniestuk in het Friesch Dagblad. Plitnick is voor eenzijdige druk op Israël en zelfs sancties en grijpt het meningsverschil tussen Amerika en Israël aan om daarmee zijn eigen ideeën te bewijzen. Hij baseert zich daarbij onder meer op een inlichtingen rapport van het National Intelligence Estimate uit 2007 en gaat helemaal voorbij aan de bevindingen van het Internationaal Atoomagentschap uit eind 2011 en de meer dan dreigende taal van de Iraanse president Ahmadinejad aan het adres van Israël. Die driegende taal heeft ook Ban Ki-Moon, de leider van de Verenigde Naties, verbijsterd. Bovendien toont Plitnick weinig begrip voor de reacties van de Israëlische minister van defensie, Barak en premier Netanyahu. Reden genoeg dus om op te reageren. Het onderstaande artikel is op vrijdag 17 augustus als ingezonden in het Friesch Dagblad geplaatst.
Mitchell Plitnick van de radikale actiegroep “Jewish Voice for Peace“
Op maandag 13 augustus is in het Friesch Dagblad een opinie artikel van Mitchell Plitnick gepubliceerd , ‘Amerika en Israël kibbelen over Iran’, waarin de reden van het meningsverschil tussen beide landen uiteen wordt gezet. Maar de verhouding tussen Iran en Israël is dermate gespannen dat, anders dan uit de titel blijkt, verschil van inzicht daarover niet zomaar gekibbel genoemd kan worden. Bovendien laat Plitnick in zijn artikel ter zake doende informatie achterwege.
De Israëlische minister van defensie, Ehud Barak, stelt dat een nieuw Amerikaans rapport, waarin melding van verassende en significante ontwikkelingen in Iran, dicht bij de eigen Israëlische inschatting komt. Plitnick licht in zijn artikel toe dat er desondanks een meningsverschil zou zijn tussen Amerika en Israël over de dreiging van Iran. Israël ziet die dreiging als onmiddellijk maar de Amerikanen zijn van mening dat er nog voldoende tijd en ruimte is om de diplomatieke weg te bewandelen. De Amerikaanse visie heeft ook mijn voorkeur, wat echter niet wegneemt dat de dreiging vanuit Iran wel heel serieus genomen moet worden. Het is de vraag of Plitnick dat voldoende heeft gedaan. Hij gaat in zijn artikel uit van het Amerikaanse standpunt en staaft dat onder meer aan de hand van een inlichtingen rapport van het National Intelligence Estimate uit 2007, wat inhoudt dat Iran niet meer zou werken aan een kernwapen. Helaas heeft Plitnick de bevindingen van het Internationaal Atoomagentschap, IAEA, van november 2011 weggelaten. Het IAEA zegt, dat sommige geheime activiteiten van Iran weliswaar vreedzame toepassingen hebben, maar dat ‘andere specifiek voor kernwapens zijn’. In een bijlage van dertien kantjes staan door het IAEA en inlichtingendiensten verzamelde gegevens vermeld, waaruit zou blijken dat Iran werkt aan alle onderzoek aspecten die nodig zijn voor het maken van een kernwapen.
Naast de bevindingen van het IAEA zijn er natuurlijk ook de angstaanjagende uitspraken van Mahmoud Ahmadinejad die herhaaldelijk te kennen geeft de Joodse staat te willen vernietigen. Gelet op deze genoemde feiten is het begrijpelijk dat de Israëlische minister van defensie, Ehud Barak en premier Netanyahu de Iraanse dreiging als onmiddellijk beschouwen en daarom mogelijk in actie willen komen. Daarover blijkt ook in toenemende mate onenigheid binnen Israël zelf. Tijdens vergaderingen met topofficieren van het Israëlische leger bleek Barak op sterke weerstand te stuiten. Die weerstand alleen al wijst er op dat een militaire aanval vanuit Israël op Iran desastreuse gevolgen kan hebben. Het is te hopen dat Israël een volgende oorlog bespaard mag blijven.
Tjalling Tjalsma, Sneek.