aug 292012
 

We zien Palestijnen op TV meestal wanneer zij lijden, en dan vooral wanneer dat komt door Israel, door de bezetting en agressieve soldaten en kolonisten. Vandaar dat de honderdduizenden Palestijnen die vorige week de stranden in Israel bezochten, niet in onze media terug kwamen. Israelische journalisten, waaronder de linkse Gideon Levy, vielen ze wel op, en hij steekt zijn verbazing over dit vreedzame tafereel niet onder stoelen of banken:

It was hard to believe my eyes; I was excited to the point of tears. I wandered along the beaches for hours, meeting Palestinians who were happier than I’d seen them in years. Families from Jenin to Hebron, who set up their tents, grilled meat, ran freely along the shore, went into the choppy water with their clothes on and never stopped taking pictures, so they’d have a memento. It was some human spectacle.

To make sure this wasn’t some sort of summer delusion, I contacted the coordinator of government activity in the territories to ascertain what this was all about. The COGAT spokesman said that in honor of the Muslim holiday of Id al-Fitr, Israel had issued 130,000 entrance permits to residents of the territories. I didn’t believe him, and asked him to check again; maybe that was a typo. Nope, no typo.

Quietly, presumably to avoid confronting the yelps of the right, the gates of heaven were opened to tens of thousands of Palestinians as they hadn’t been opened for years. That may have been a red flag flying over the lifeguards’ hut, but a white flag of hope (forgive the flowery words) was flying for a moment on the shore at Charles Clore Park.

De beschrijving van het geluk van deze mensen, die jarenlang niet op het strand waren geweest, is hartverwarmend. Ook andere Israeli’s vonden het prachtig, en wie gunt Palestijnse kinderen nou niet een heerlijk dagje aan het strand, zoals dat voor veel Israeli’s zo vanzelfsprekend is?

Ik kwam onlangs echter nog een heel andere beschrijving van Palestijnse vreugde tegen. In een interview op het Hamas TV station Al Aqsa vertelt terroriste Ahlam Tamimi over de vreugde na de ‘geslaagde’ aanslag op de Sbarro pizzeria in Jeruzalem. Naarmate het dodental stijgt, neemt de vreugde ook toe:

Ahlam Tamimi: 16 Zionists were killed [in the suicide bombing you helped carry out].
Interviewer: Was the sound of the explosion…?
Ahlam Tamimi: It was very loud. The mujahid Abdallah Barghouti did a perfect job producing the guitar [containing the bomb], and the results amazed everybody, thanks to Allah.
[…]
Afterwards, when I took the bus, the Palestinians around Damascus Gate [in Jerusalem] were all smiling. You could sense that everybody was happy. When I got on the bus, nobody knew that it was me who had led [the suicide bomber to the target]… I was feeling quite strange, because I had left [the bomber] ‘Izz Al-Din behind, but inside the bus, they were all congratulating one another. They didn’t even know one another, yet they were exchanging greetings.
[…]
While I was sitting on the bus, the driver turned on the radio. But first, let me tell you about the gradual rise in the number of casualties. While I was on the bus and everybody was congratulating one another, they said on the radio that there had been a martyrdom attack at the Sbarro restaurant, and that three people were killed. I admit that I was a bit disappointed, because I had hoped for a larger toll. Yet when they said “three dead,” I said: “Allah be praised.”
Interviewer: Was it an Israeli radio station or a Palestinian one?
Ahlam Tamimi: That station was in the Zionist language, and the driver was translating for the passengers.
[…]
Two minutes later, they said on the radio that the number had increased to five. I wanted to hide my smile, but I just couldn’t. Allah be praised, it was great. As the number of dead kept increasing, the passengers were applauding. They didn’t even know that I was among them.
On the way back [to Ramallah], we passed a Palestinian police checkpoint, and the policemen were laughing. One of them stuck his head in and said: “Congratulations to us all.” Everybody was happy.

De uitgelaten reacties na een zelfmoordaanslag zijn niet uitzonderlijk onder Palestijnen. Vaak werden na aanslagen snoepjes uitgedeeld, en heerst er een stemming zoals bij ons wanneer Nederland het EK heeft gewonnen. Tamimi kwam in oktober vrij bij de Shalit deal en leeft sindsdien met haar man in Jordanië. Bij de aanslag waar zij aan meewerkte kwam een groot deel van het Nederlandse gezin Schijveschuurder om, waaronder verschillende kinderen. Ik heb me nooit kunnen voorstellen hoe de dood van onschuldige burgers en zelfs kinderen mensen zo blij kan maken. Hoe diep moet de haat zitten? Hoe wanhopig moet je zijn? Velen leiden daaruit af dat de Palestijnen blijkbaar ontzettend extreem worden onderdrukt en vernederd, maar is dat ook zo?

Er is autonomie sinds 1995, en het Israelische leger is, zeker na de tweede intifada, niet meer aanwezig in Palestijnse steden. Het aantal checkpoints en roadblocks is sterk gedaald, het aantal aanslagen ook. In 2011 vielen welgeteld 20 Palestijnse en 16 Israelische slachtoffers. Ten tijde van de tweede intifada lagen deze cijfers een stuk hoger en waren er geregeld invallen van het Israelische leger in Palestijnse steden, maar ook toen was het vergeleken met andere conflicthaarden een mild conflict waarin nauwelijks excessen en massaslachtingen voorkomen. Ondanks alle aandacht voor wanhopige Palestijnen en de (inmiddels sterk versoepelde) blokkade van Gaza is de Palestijnse levensstandaard hoog vergeleken met de omringende landen. Er zijn vernederingen en pesterijen, er zijn spanningen, onzekerheden, maar verklaart dat deze vreugde (en dus haat) aan Palestijnse zijde? Israeli’s zijn ook bang voor hun buren, voor de aanslagen, voor een Iraanse atoombom, en zijn soms diep beledigd door het antisemitisme in de Arabische wereld. Toch hoor je hen niet juichen wanneer er onschuldige Palestijnse slachtoffers vallen, wanneer per ongeluk een school is geraakt. Extremisten daargelaten, maken Israeli’s een onderscheid tussen strijders (terroristen) en onschuldige burgers. Met Hamas leden heeft men doorgaans weinig compassie, en daarbij is de vraag of het betreffende Hamas lid voordat hij werd geraakt zelf een raket aan het afschieten was van ondergeschikt belang. Het Israelische leger probeert zo min mogelijk onschuldige burgers te doden en geeft veel geld uit aan de ontwikkeling van precisiewapens. Naar verhouding doodt Israel minder onschuldige burgers dan de NAVO in Afghanistan.

Sommigen verklaren deze haat uit de islam, die minachting voor Joden predikt. Dat lijkt me reëel genoeg, gezien ook het feit dat vaak naar ‘Kaybar’ (waar de Joden door Mohammed werden verslagen) en naar de hadith waarin wordt opgeroepen tot het doden van Joden wordt verwezen door religieuze leiders. Maar er zijn ook moslims die vanuit hun religie verzoening nastreven, al hoor je die helaas niet veel. Sommigen ook wijzen op de invloed van het Westerse en vooral Duitse antisemitisme dat door de nazi’s in de jaren ’30 naar Palestina werd geëxporteerd en zich daar vermengde met islamitisch gefundeerd antisemitisme. Dat lijkt mij een plausibele verklaring, waarmee ook de toename van het Arabische antisemitisme wordt verklaard. Niet het zionisme is hier debet aan (dit was eerder een reactie op antisemitisme) maar de vruchtbare samenwerking tussen Palestijnse leiders als de mufti en nazi propagandisten.

Daarnaast is er een groot verschil tussen de media in de Arabische landen (en de Palestijnse samenleving) en de onze. Er is zowel in Gaza als op de Westoever censuur, en kritische journalisten worden gearresteerd. Mensen worden, kortom, geindoctrineerd met verhalen en leugens over de Joden, hun religie en hun duivelse praktijken. Een meerderheid gelooft bijvoorbeeld dat de aanslagen op de Twin Towers in feite door de Mossad zijn gepleegd. Complottheorieën tieren er welig, en sommigen zijn te bizar voor woorden. In zo’n klimaat gaan mensen vanzelf haten, vooral als ze dan ook nog eens werkelijke negatieve ervaringen met Israeli’s hebben, en hen slechts zien als soldaat bij een checkpoint.

De beste remedie tegen haat is Israel op een andere manier ervaren, aan het strand van Jaffa bijvoorbeeld. Israel moet dus, zolang de veiligheid het toelaat, vaker en meer permits afgeven voor dagjes strand, en daarnaast ook de samenwerking op allerlei gebied stimuleren. Zodat de vreugde over leuke uitstapjes, bijzondere ontmoetingen en gastvrijheid in Israel die over een ‘geslaagde’ aanslag zullen overheersen. Zodat beide volken elkaar leren kennen, elkaars verhalen horen en met elkaar praten. En ondertussen moet het Westen de druk opvoeren om de haat en opruiing in de Palestijnse media een halt toe te roepen.

Ratna Pelle

Share