apr 242021
 

= IMO Blog =

Hans Achterhuis (foto Vysotsky).

In een interview in Trouw van 8 april deed filosoof Hans Achterhuis een nogal boude uitspraak over Joden. Hij gaf het interview naar aanleiding van zijn nieuwe boek over religie en geweld. Hij ziet religie als een belangrijke aanstichter van geweld, vooral bij mensen die bewust tot een religie toetreden, zoals nu vaker gebeurt. Op de vraag wat we kunnen doen aan de verharding van het geloof, die Achterhuis ook bij de islam ziet, antwoordt hij:

“De scheiding van kerk en staat is daarvoor van het grootste belang, dat voelden mensen als Thomas Hobbes, John Locke en later Kant al goed aan; zij hebben dat idee theoretisch uitgewerkt. Want als gelovigen de macht krijgen, gaat het mis, dat zie je vanaf het ontstaan van de grote religies: aan het begin van de jaartelling werden de christenen vervolgd, maar vanaf het moment waarop de Romeinse keizer Constantijn zich tot het christendom bekeert, worden de heidenen vervolgd.”

Om te vervolgen met:

“Hoe vreselijk het verhaal van de Joden ook was, toch was het in zekere zin een zegen dat ze verspreid werden in de diaspora. Ze hadden geen macht, en daarmee ook geen mogelijkheid om religieus gemotiveerd geweld uit te oefenen. En je ziet ook hoe het mis kan gaan als die macht er wel is, in de staat Israël.

Dus ja, een ding wat je kunt doen is dat je ervoor zorgt dat religie altijd ver blijft van de macht, maar ook dat de macht ver weg blijft van alles wat op religie lijkt.”

De uitspraak over Joden is bijzonder ongelukkig en veroorzaakte dan ook de nodige ophef in Joodse kringen. Volgens sommigen is het ook antisemitisch. Het CIDI reageerde fel op Twitter:

“Content zijn als een groep achtergesteld is, en angst hebben voor diezelfde groep als ze opkomt voor haar rechten. Dat is de definitie van discriminatie, waar Hans Achterhuis een voorbeeld van toont in zijn interview in Trouw.

De titel ‘Denker des Vaderlands’ zou hij vandaag niet hebben verdiend.”

Ook de Israelische ambassadeur was kwaad en laakte dit ‘schaamtevolle artikel op de dag dat we de 6 miljoen Joden die in Europa zijn vermoord herdenken’. Die link, met de Israelische Yom HaShoah, werd vaker gelegd.  In reactie op vragen van o.a. Jewish Telegraphic  Agency zei Trouw dat deze timing toevallig was, wat me ook wel logisch lijkt. Je kunt niet per se van een Nederlandse krant verwachten met een Israelische herdenkingsdag rekening te houden.

In zekere zin…

Voor Achterhuis lijkt het hier een terloops voorbeeld in zijn algemenere verhaal over religies en geweld. Hij wil Joden niet achterstellen, maar ziet het op een bepaalde manier als positief dat ze geen macht hadden (dit zou hij bij andere religies niet anders zien), en hekelt wat ze nu doen met de macht die ze in Israel hebben. Dat lichtte hij niet nader toe, zodat onduidelijk bleef wat hem precies dwarszit. De uitspraak was kwetsend omdat Achterhuis voorbij ging aan de ellende die de Joden overkwam juist omdat ze geen macht hadden. Hij praat dat niet natuurlijk goed, maar zijn uitspraken suggereren dat het omgekeerde erger is, namelijk macht hebben waardoor je voor jezelf kunt opkomen maar ook anderen schade kunt berokkenen. Iets ‘in zekere zin’ een zegen noemen is natuurlijk nogal vaag taalgebruik, waarop de interviewer had moeten doorvragen, net als op het vermeende machtsmisbruik in Israel.

Kwalijk is daarnaast dat Achterhuis geen onderscheid maakt tussen Joden als volk en jodendom als religie, en in het interview maakt hij ook nauwelijks onderscheid tussen verschillende religies. Hij erkent dat er ook veel gelovigen zijn (ook fanatiek) die geen geweld zullen gebruiken, maar impliceert tegelijkertijd dat het geweld van Israel religieus gemotiveerd is.

Naschrift

Vanwege de kritiek via vooral sociale media verscheen er twee dagen later een naschrift van de redactie met een reactie van de geïnterviewde. Hans Achterhuis schrijft hierin onder meer dat het hem in het algemeen gaat om hoe geweld zich kan manifesteren ‘waar religies zich met de macht van de staat verbinden’, en wijst daarbij op het christendom dat na erkenning door keizer Constantijn in 325 AD ketters ging vervolgen en heidenen met geweld bekeren. Hij vervolgt:

“Naar analogie hiervan verwees ik naar de joodse religie die in de lange geschiedenis van de diaspora uiterst vreedzaam was geweest, maar na de stichting van de staat Israël aan joodse gelovigen op bijvoorbeeld de bezette Westoever, mogelijkheden bood om gewelddadig op te treden.”

Deze vergelijking gaat minstens gedeeltelijk mank, omdat het meeste ‘Israelische geweld’ niet uit geloofsovertuiging of bekeringsdrang wordt uitgeoefend, maar in het kader van een territoriaal conflict. Het gaat om land, niet om religie, al speelt religie zeker een rol bij de motivatie van veel kolonisten om op de Westoever te gaan wonen. Geweld door religieuze Joden is doorgaans terrorisme zoals dat van de Palestijnen dat ook is, en dus illegaal. Je kunt erover twisten of Israel voldoende optreedt tegen geweld van kolonisten en of het leger ze niet teveel hun gang laat gaan, maar in principe is het even strafbaar als alle particuliere geweld.

Dit suggereert ook dat Achterhuis het geweld van het leger in het kader van Israels conflict met de Palestijnen niet veroordeelt, wat even verderop bevestigd lijkt te worden:

“Twee misverstanden zijn over mijn korte uitspraak gerezen. In de eerste plaats zou ik de diaspora te positief hebben voorgesteld. De vele vervolgingen van joden die toen ook plaats vonden zouden door mij zijn gebagatelliseerd. Dat is nooit mijn intentie geweest. Om de vergelijking met het christendom maar even door te trekken, Heering ontkende nergens de hardheid van de christenvervolgingen uit de eerste eeuwen van onze jaartelling. Alleen op grond van de vreedzaamheid van de vroege kerk kon hij er iets positiefs over zeggen. Dat beoogde ik ook met mijn uitspraak over de diaspora.

Het tweede misverstand is dat ik de legitimiteit van de joodse staat en het zelfbeschikkingsrecht van het joodse volk zou ontkennen door deze zaken met geweld te verbinden. Ieder die mijn werk als filosoof enigszins kent, weet dat deze aantijging absurd is. Elke staat berust op het geweldsmonopolie. Dat geldt ook voor Israël. Dat in de luwte van dit geweldsmonopolie ook onderdanen meer mogelijkheden krijgen om al dan niet religieus gesanctioneerd geweld te gebruiken geldt helaas ook voor Israël. Daar zette ik vraagtekens bij. Op dit punt weet ik mij gesteund door veel joden binnen en buiten Israël.”

Oké, dus toen Achterhuis schreef: ‘En je ziet ook hoe het mis kan gaan als die macht er wel is, in de staat Israël’, bedoelde hij dat door die macht individuele Joden of groepen meer ruimte krijgen om vanuit hun geloof geweld te gebruiken tegen mensen met een ander geloof. Hier lijkt de balans wel heel erg zoek. De eeuwenlange vervolgingen, culminerend in de Holocaust, zouden ‘in zekere zin’ opwegen tegen wat religieus geïnspireerde kolonisten nu Palestijnen aandoen? Hoe fout dat soms ook is, het gaat hier niet om duizenden doden, laat staan tienduizenden, honderdduizenden of miljoenen.

Het enige dat Achterhuis Israel aanwrijft zijn kennelijk de ‘mogelijkheden’ die onderdanen krijgen om geweld te gebruiken. Als hij dat eerder had gezegd, had dat de ambassadeur en het CIDI wellicht een woede uitbarsting kunnen besparen en Trouw een hoop boze reacties. Over het feit dat kolonistengeweld niet acceptabel is zijn zij het waarschijnlijk wel eens.

Religieus geïnspireerd geweld

Vreemd is dat Achterhuis in dit kader de Palestijnse zelfmoordaanslagen niet noemt, die immers vaak religieus geïnspireerd zijn. Volgens Hamas is het de heilige plicht van Palestijnen om martelaar te worden en hun geloof en land tegen de goddelozen te verdedigen. Vanuit dat geloof hebben de Palestijnen recht op het hele land, dat vroeger immers ook ‘Arabisch’ was en min of meer islamitisch werd bestuurd. Het hele handvest van Hamas, en ook de verklaringen die zelfmoordaanslagplegers vaak geven vlak voor hun daad, ademen deze religieus-nationalistische ideologie. Dit geldt ook voor de Al Aqsa Martelarenbrigades, de Islamitische Jihad en andere groeperingen. Waar het religieus geïnspireerde kolonistengeweld maar een klein deel uitmaakt van het geweld van Israelische kant, is religieus geïnspireerd geweld centraal in het Palestijnse ‘verzet’, en staat soms haaks op het officiële Palestijnse geweld, dat van de veiligheidsdiensten op de Westoever die met Israel samenwerken.

Joden in de diaspora worden sinds WO2 vooral voorgesteld als vreedzame en onschuldige slachtoffers, terwijl het zionisme en de staat Israel als moderne ‘uitvinding’ wordt gezien en als reactie op antisemitisme en vervolging, en soms zelfs als eigenlijk on-joods (hierin soms gesteund door Joodse antizionisten). Joden als religie en Joden als volk met recht op zelfbeschikking zijn niet zo makkelijk uit elkaar te halen. Sommige tradities en feesten zijn sterk verbonden met het land Israel en de geschiedenis van de Joden als volk, niet enkel de religie. Het zionisme was als idee dan ook niet nieuw, wel het feit dat men dit vertaalde naar een politieke, seculiere beweging met een concreet plan, en dit ten uitvoer ging brengen. Wie het zionisme afwijst of de Joodse staat bij elke gelegenheid zwart maakt, die ontkent het recht van Joden op zelfverdediging als volk.

Gelijkheid voor de wet

Wat steekt aan de uitspraken in het interview is dat Achterhuis daarin negeert dat Joden juist door een gebrek aan macht zo werden vervolgd, en juist die geschiedenis aantoonde dat zij als kleine minderheid, politieke en militaire macht nodig hadden om te overleven. Het was dus niet ‘in zekere zin’ een zegen, het was diep tragisch dat, ook in een tijd met natiestaten die gelijkheid voor de wet van alle burgers propageerden, die vervolging niet stopte. Dat geeft te denken over de specifieke achtergrond van het antisemitisme.

Een andere kritiek op Achterhuis is dat zijn stelling dat religies als ze zich verbinden met de macht van de staat gewelddadig kunnen worden, nogal een open deur is. Iedere ideologie die middelen en macht krijgt om zijn ideeën er desnoods met geweld door te duwen wordt vroeg of laat gewelddadig. Achterhuis wijst er daarbij zelf op dat communisme en nazisme ook een soort religies zijn, maar dat geldt in feite voor ieder stelsel dat een bepaalde manier van leven en/of maatschappij inrichting voorstaat en als doel heeft dat zoveel mogelijk mensen daarnaar gaan leven. In een dergelijk doel zit geweld als het ware ingebakken.

Juist de Joden onderscheiden zich daarin, want zij streven er niet naar dat iedereen Joods wordt. Zij willen eigenlijk vooral met rust worden gelaten en zelf de ruimte hebben hun religie en identiteit te leven. En in het geval van Israel/Palestina natuurlijk land. Je ziet dan ook veel meer islamitisch geïnspireerd geweld in de wereld, want een (kleine) minderheid van moslims die fanatiek en extreem intolerant is vindt dat iedereen aan de islam moet worden onderworpen. Bij christenen is het ook eeuwen zo gegaan, gezien de vele godsdienstoorlogen en gewelddadige bekeringen en onderwerping van heidenen en kolonisatie van hun land. Pas na de WO2 is men daar anders over gaan denken en is er langzaam meer respect gekomen voor andere religies.
In dit zicht is de gewraakte uitspraak des te wranger.

Hannah Arendt, de filosofe waar Achterhuis zich al zijn halve leven mee bezig houdt en zeer bewondert, worstelde als vele andere Joden met het idee van Joodse zelfbeschikking en de manier waarop het uitgevoerd moest worden. Hierover meer in het volgende deel.

Ratna Pelle

Share