aug 292020
 
Twee Nederlandse vertegenwoordigers op de foto met o.a. drie PFLP terroristen.

Twee Nederlandse vertegenwoordigers op de foto met o.a. drie PFLP terroristen.

= IMO Blog = 

Nederland heeft jarenlang een Palestijnse ngo gefinancierd die twee terreurverdachten in dienst had. Afgelopen juli gaf minister Sigrid Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) n.a.v. Kamervragen toe dat de salarissen van hen beiden (deels) uit Nederlandse subsidie werden betaald. Een van hen is leider van een lokale PFLP cel. Hij zou het brein zijn achter de aanslag in augustus vorig jaar nabij nederzetting Dolev, waarbij een 17-jarig meisje werd gedood. Haar vader en broer raakten gewond.

Beide verdachten zijn kort na de aanslag door de Israëli’s opgepakt en moeten nog worden berecht. Het tweetal werkte voor de UAWC, de Union of Agricultural Work Committees. Deze organisatie krijgt al subsidie sinds 2007. De huidige subsidie, ruim 11 miljoen dollar, geldt voor de tweede fase van een land- en waterbeheerprogramma en loopt van 2017 tot en met 2021.

Betrokkenheid UAWC

Tot voor kort stelde de minister dat de beide PFLP leden niet bij het door Nederland gefinancierde project betrokken waren en dus geen subsidie ontvingen. Nu bleek echter ‘uit nader archiefonderzoek’ dat ze ‘weliswaar geen onderdeel uitmaakten van de project management unit die verantwoordelijk was voor de uitvoering van het door Nederland gefinancierde project, inclusief het beheer van de Nederlandse bijdrage’, maar wel deels hun salaris ontvingen als onderdeel van de overheadkosten in het contract met UAWC. Dat terwijl UAWC in oktober 2019 in gesprekken met de Nederlandse vertegenwoordiging in Ramallah had aangegeven dat de twee niet betrokken waren bij de uitvoering van het Nederlandse project.

Kaag liet weten dat UAWC geschokt reageerde op de gebeurtenissen en de twee terreurverdachten heeft ontslagen. Zij kregen overigens in 2017 ook een pasje van Nederlandse vertegenwoordiging in Ramallah, ‘waarmee zij zich konden identificeren als medewerkers van een partnerorganisatie van de Nederlandse vertegenwoordiging’. De minister schreef dat naar aanleiding van deze nieuwe informatie is besloten de betalingen aan de UAWC aan te houden en een extern onderzoek te laten uitvoeren naar de eventuele banden met de PFLP, alvorens een besluit te nemen over de verdere samenwerking.

UAWC krijgt ook geld van een aantal andere landen en de EU en VN. Die zien geen reden de subsidies op te schorten, aldus Kaag. Ook zegt ze dat uit eerdere Nederlandse en internationale controles geen aanwijzingen naar voren zijn gekomen van banden tussen UAWC en organisaties op een internationale terreurlijst.

De tweede medewerker van de UAWC die verdacht wordt van betrokkenheid bij de aanslag is Abdul Razeq Farraj. Hij zou volgens de aanklacht samen met hoofdverdachte Arbid verantwoordelijk zijn geweest voor het voorbereiden van de aanval, schrijft het CIDI. Arbid hield Farraj op de hoogte van alle ontwikkelingen, en de laatstgenoemde rekruteerde ook nieuwe terroristen. Hoewel Farraj sinds 1985 om de haverklap werd opgepakt voor terroristische activiteiten, ging hij in 2017 als vertegenwoordiger van de UAWC op de foto met Nederlandse ambtenaren. Op die foto staan ook PFLP-terroristen Ubai Aboudi en Rezeq Al-Borghothy.

Gewaarschuwd

Nederland was dus niet juist of op zijn best nogal onvolledig geïnformeerd. Dat roept de vraag op hoe die eerdere controles van Nederland en andere donoren zijn verlopen. De minister is wel erg goed van vertrouwen. Daarbij is ze wel degelijk eerder gewaarschuwd voor banden tussen de UAWC en de PFLP, zo blijkt. Het AD schreef begin augustus dat ‘uit brieven van drie pro-Israëlische instellingen blijkt dat de Nederlandse vertegenwoordiging in de Palestijnse gebieden in 2012, 2018 en 2019 is gewaarschuwd voor banden tussen de UAWC en de Palestijnse terreurgroep PFLP’.

Minister Kaag erkent van deze aantijgingen op de hoogte te zijn en zegt dat de beschuldigingen destijds zijn onderzocht door Australië. Volgens dit onderzoek ‘bewezen de aantijgingen niet dat de PFLP controle had over middelen van UAWC. Ook zou niet gesteld kunnen worden dat met steun aan UAWC sprake zou zijn van directe of indirecte steun aan terroristische organisaties. Wel bleek uit het onderzoek dat drie voormalige UAWC-bestuursleden vermoedelijk een band met de PFLP hadden.’ En daarom concludeerde Nederland in 2013 dat de samenwerking gewoon kon worden voortgezet. In reactie op de recentere brieven liet de Nederlandse vertegenwoordiger Kees van Baar weten dat de Nederlandse overheid ‘geen aanwijzingen heeft dat de financiële steun van Nederland aan de UAWC gebruikt is door terroristische organisaties’.

‘Eigenstandige informatie’

In antwoord op eerdere Kamervragen over deze banden werd eenvoudig gesteld dat die informatie niet bevestigd kon worden door het ministerie. Ook bij vragen over banden van andere organisaties met de PFLP was steeds de dooddoener dat men niet over ‘eigenstandige informatie’ hierover beschikte.

De banden van UAWC (en van andere Palestijnse ngo’s die subsidie ontvangen, zoals Addameer) met de PFLP zijn al jaren bekend en duidelijk, maar het komt het ministerie (en al die andere donoren) natuurlijk helemaal niet uit dat te moeten erkennen. Zo noemt US AID, het Amerikaanse agentschap voor ontwikkelingssamenwerking, UAWC de ‘landbouworganisatie’ van de PFLP. Ook Fatah zegt dat UAWC gelieerd aan de PFLP. In het rapport ‘Terrorists in Suits’ van het Israëlische ministerie van Strategische Zaken komen eveneens meerdere banden tussen PFLP-leden en UAWC naar voren. NGO Monitor bracht een aantal links in kaart van PFLP met UAWC en andere Palestijnse ngo’s. Zelf schreef ik ook in 2016 op IMO over de banden van UAWC en PFLP.

Het CIDI dringt dan ook aan op verscherping van de selectiecriteria voor subsidie voor Palestijnse ngo’s, maar de ministers Kaag en Blok (BuZa) gaven al in 2018 aan daar geen reden toe te zien. Ook toen was de onthulling dat een PFLP-terrorist werkzaam is geweest bij een Palestijnse ngo die geld heeft ontvangen van Nederland, geen reden tot alarm, want men beschikte niet over ‘eigenstandige informatie waaruit blijkt wat de veronderstelde affiliatie zou zijn’ van de desbetreffende man. Dit terwijl de PFLP zelf in een persbericht had laten weten dat hij lid van het lokale PFLP leiderschap was en een en ander ook op zijn Facebook profiel te zien was.

Palestijnen ontkennen zelden hun betrokkenheid bij aanslagen. Samer Arbid, de leider van de PFLP cel en waarschijnlijk het brein achter de aanslag, is al uitgeroepen tot martelaar. Bij een demonstratie voor zijn vrijlating liepen demonstranten met borden waarop het PFLP logo te zien was. Arbid, die jarenlang accountant was voor Addameer (dat opkomt voor Palestijnse gevangenen) vertelt openlijk op YouTube over alle keren dat hij al was opgepakt door Israël.

Overigens is het logo van de UAWC redelijk duidelijk: een graanhalm met de contour van Israel en de bezette gebieden, oftewel ‘bezet Palestina’. Bij een beschrijving van de organisatie (gericht op het doen van vrijwilligerswerk) wordt ook naar de strijd om Palestina te bevrijden verwezen:

“With cultivation of agricultural products and the people’s relationship to their land being deeply rooted in the Palestinian culture, protecting the status of the Palestinian farmer and reactivating their national role is an integral part of the liberation struggle of Palestine.”

Fatah vermeldt UAWC, Addameer en ook de bonden van vrouwencomités (UPWC) en gezondheidszorgcomités (UHWC) als zijnde gelieerd aan de PFLP. Hooggeplaatste leden van diverse ngo’s, soms met financiële taken, hebben banden met de PFLP. Of het toezicht van de EU en andere donoren op deze ngo’s toereikend is om misbruik van subsidiegeld te voorkomen is nogal twijfelachtig. NGO Monitor noemde daarnaast de lokale afdeling van Defense for Children International (DCI-P) en het Palestinian Center for Human Rights (PCHR), twee organisaties die regelmatig in de media worden aangehaald, als ngo’s met substantiële PFLP banden.

Ratna Pelle

(Vervolg over EU subsidies aan Palestijnse ngo’s zie hier.)

~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~*~

NB: Een kortere versie hiervan verschijnt in Aleh vol. 78 nr. 3 (september 2020), een blad voor Israeli’s van Nederlandse afkomst.

Share