okt 142014
 

room4= IMO Blog =  

In de Utrechtse Domkerk is momenteel een foto-expositie te zien van War Child, waarin op foto’s met onderschiften is uitgebeeld hoe Palestijnse kinderen zouden worden behandeld in Israelische gevangenissen. De expositie is gemaakt door het Palestijnse Madaa Center dat gevestigd is in Oost Jeruzalem, en naar Nederland gehaald door de Nederlandse ‘Coalitie voor Palestijnse kinderen in Israëlische gevangenschap’. Volwassenen beelden de situaties uit, uit getuigenissen van kinderen die vast hebben gezeten. Je krijgt dan verhalen als dit:

Uit een getuigenis van een vijftienjarige Palestijnse jongen: ‘Ze sloten me vijf uur lang op in de ruimte, met mijn handen achter mijn rug gebonden, en mijn benen aan elkaar gebonden. Toen ik weigerde een bekentenis af te leggen, sloegen ze me, en bonden mijn handen steeds strakker vast.

Voor Palestijnse kinderen is in de verhoorkamer van het politiebureau in Jeruzalem geen eten, water en toilet, is te lezen op de tentoonstelling. Uit een getuigenis van een achtjarige Palestijnse jongen: ‘Ik had honger en dorst. Toen ik vroeg of ik naar het toilet mocht, zeiden ze dat ik in mijn spijkerbroek moest plassen.’

Daarbij is een geboeide man te zien die net in zijn broek heeft geplast, en voor zijn mond de handen van twee bewakers. Bij mij roept dit verschillende vragen op: hoe vaak is dit gebeurd? Is dit standaardpraktijk (zoals de tentoonstelling suggereert) of zijn dit excessen? Wat is de standaardprocedure? Is dit aangekaart binnen de Israelische politiek en het rechtssysteem? Wat zijn precies de Israelische wetten wat dit betreft? Er zijn immers tal van mensenrechtenorganisaties actief in Israel, Palestijnen worden doorgaans bijgestaan door (vaak Israelische) advocaten, soms geregeld en betaald door deze organisaties, men kent daar de weg in het juridische systeem.

Het roept daarnaast ook de vraag op of men wederhoor heeft toegepast en wat de context was waarbinnen dit wangedrag van de verhoorders heeft plaatsgevonden. Waarvan werden de Palestijnse ‘kinderen’ verdacht? Het is bekend dat Hamas al jonge kinderen rekruteert omdat zij minder snel gepakt worden bij de checkpoints en dus makkelijker wapens en explosieven kunnen smokkelen. Ook stenengooien leren ze al op jonge leeftijd. Op scholen onder PA bestuur worden jonge terroristen als helden en voorbeelden voor de kinderen gepresenteerd. Zonder enige context over de uitgebeelde voorvallen, het Israelische rechtssysteem en info over de reden dat de jongeren werden verhoord, is het lastig hier een genuanceerd oordeel over te vellen. Toch roepen dit soort beelden naar alle waarschijnlijkheid weer veel verontwaardiging en woede op, wat ook de bedoeling lijkt van de betreffende organisaties. Het gaat hier niet om het helder krijgen van de feiten, maar het aanklagen van Israel.

Een derde vraag die dit bij mij oproept is waarom een kerk een dergelijke politiek gevoelige tentoonstelling moet laten zien? Er zijn tal van pro-Palestijnse organisaties die dergelijke gekleurde info naar buiten brengen; waarom moet dit nu ook in een kerk? Hier hoort iedereen zich thuis te kunnen voelen, ook mensen die zich zeer met Israel verbonden voelen.

De Liberaal Joodse Gemeente in Utrecht maakte dan ook bezwaar tegen de expositie, omdat men bang is dat het ‘op ons terugslaat’. Niet iedereen kan, zo is de afgelopen tijd nogal eens gebleken, een goed onderscheid maken tussen Israel, vermeende misstanden van leger of veiligheidsdiensten, Joden, en zionisten. Een kritisch kerklid geeft nog een ander argument tegen de expositie:

Ook is een kerk volgens de critici geen geschikte plek voor een tentoonstelling met Israëlkritiek. Met haar ’tweeduizendjarige verleden van antisemitisme’, vindt Kohlbrugge, heeft de kerk geen recht van spreken. “Voordat je met een vingertje gaat wijzen, moet je bedenken hoeveel vingertjes er naar jezelf wijzen. Je kunt een brief schrijven naar de ambassade, maar je bent niet in de positie om ‘foei, jij’ te zeggen tegen de Israëlische staat.”

Joop Hamburger

Natuurlijk, je kunt er de klok op gelijk zetten, verscheen er een stuk van Jaap Hamburger op Israel-haatsite Joop.NL, waarin hij het standpunt van de LJG hekelt. Joden die het voor Joden opnemen, en daarbij het woord ‘antisemitisme’ laten vallen, het is een schande! Zo leest hij de woordvoerder de les:

Nee, deze expositie gaat niet over joden; zij gaat over Palestijnse minderjarige kinderen die mishandeld worden door de Israëlische autoriteiten. Met zulke exposities zou mevrouw Van der Molen dolblij moeten zijn; zij zou in sjoel en daarbuiten luid en duidelijk moeten oproepen die te bezoeken omdat de tentoonstelling als achterliggende gedachte heeft van Israël een beter land te maken dan het nu is. In die zin, en in die zin alleen “slaat de tentoonstelling op ons terug”. Voor deze boodschap heeft Van der Molen kennelijk geen belangstelling of begrip: zij wil de misstanden niet zien. Die fundamenteel kortzichtige en bekrompen houding zal uiteindelijk een betere voedingsbodem blijken voor antisemitische sentimenten dan tien zulke exposities in de Domkerk. Ik ben bang dat dat inzicht niet aan Van der Molen besteed is.

Als het doel was van Israel een beter land te maken, waarom moet die tentoonstelling dan hier worden getoond? Dat kan men toch beter in Israel zelf doen? Zet daar de politiek onder druk de rechten van minderjarige gevangenen beter te regelen en beter toe te zien op naleving van de regels. Als ik iets in Den Haag verbeterd wil hebben, ga ik ook niet in Boekarest demonstreren. Dus ik denk niet dat mevrouw Van der Molen veel begrip heeft voor deze ‘boodschap’.  Zij weet ondertussen dat zo’n tentoonstelling weer kan leiden tot bedreigingen van bekende Joden of er Joods uitziende mensen, tot sis-geluiden, tot uitschelden voor kankerjood, want dat is de afgelopen maanden, vooral tijdens de Gaza oorlog, ook veelvuldig gebeurd. Daar hoorden we Hamburger overigens niet over, of ook eigenlijk wel, want dat vond hij flauwekul en de schuld van de Joden zelf, hadden ze zich maar duidelijker moeten distantiëren van wat Israel in Gaza deed.

Van Hamburger mag een Jood het nooit voor Joden en hun rechten of belangen opnemen, dat is ‘bekrompen’ en ‘kortzichtig’, of, nog erger, eng nationalistisch en zionistisch. En als je dan wordt uitgescholden of bedreigd is het je eigen schuld. Je moet altijd de andere wang toekeren en erkennen wat jouw volk aan ellende heeft aangericht in de wereld, nu en in het verleden, ja, eigenlijk moet je diep dankbaar zijn dat de Joden nog op deze wereld mogen leven.

Onverdraaglijk vind ik ook het tweede deel van haar uitspraak: “Het [de tentoonstelling] slaat op ons terug, dus het veroorzaakt leed, en dat wil je vrienden toch niet aandoen?” Dit is een treurig voorbeeld van een egocentrisch en exclusief zelfbeklag waar ik als jood mijn buik zo van vol heb. Het is een zelfbeklag dat het zicht ontneemt op het leed van anderen – in dit geval dat van Palestijnse kinderen.

Joden die aandacht vragen voor eigen leed of problemen, het zou niet moeten mogen inderdaad. Nederlanders die vooral rouwen wanneer andere Nederlanders omkomen, Turken of Koerden die alleen in actie komen wanneer het om hun volk gaat, Arabieren die voor andermans leed hun huis niet uitkomen en al helemaal geen petitie ondertekenen, het is allemaal heel gewoon. Zo zijn mensen blijkbaar. Maar Joden, daar verwacht Hamburger meer van, en hij houdt niet op ze publiekelijk te veroordelen wanneer ze zich niet aan zijn eigen Hoogstaande Morele Principes houden.

Oh ja, natuurlijk, de kritiek is in feite slechts bedoeld om kritiek op Israel te smoren en verdacht te maken:

Dan nog dit: het gevoel dat mij bekruipt is dat er stennis wordt gemaakt door Van der Molen – alsmede door sommigen binnen de Domkerk – om kritiek op Israël te smoren. De Fabeltjeskrant is nog immer het favoriete programma hier – ‘ogen dicht en snaveltjes toe’ – als het om Israël gaat. Als deze expositie een antisemitische strekking zou hebben, dan geldt dat voor alle kritiek die geuit wordt op Israël en op het Israëlische beleid.

Niemand zegt dat de expositie een antisemitische strekking heeft. Wat gezegd wordt is dat het antisemitisme in de hand kan werken, omdat veel mensen het onderscheid tussen Joden en Israel niet meer maken. Dit ligt niet alleen aan de expositie maar minstens evenzeer aan het doorgeschoten anti-Israel klimaat waarin we leven, en waarin iedere (vermeende) misstand van Israel tot woede leidt. Woede die helaas soms ook wordt afgereageerd op Joden of Joodse symbolen. Beelden van wreedheden die door Israeli’s zouden zijn begaan vertalen zich in de hoofden van een groeiende groep in beelden van Joden die nu aan de verkeerde kant staan, die van slachtoffer dader zijn geworden. En van daaruit is het een kleine stap naar Joden als de nieuwe nazi’s. Dat weet Jaap Hamburger natuurlijk ook wel, want hij is niet dom, maar hij sluit zich daarvoor af. En neemt iedereen de maat die daar wel oog voor heeft.

Als je geen kritiek op Israel wilt zien moet je denk ik onder een steen gaan leven; het schreeuwt je bijna dagelijks tegemoet vanuit de (sociale) media, politiek en kerken. Wanneer mensen bezwaar maken tegen de overkill aan ongenuanceerde, eenzijdige en soms behoorlijk suggestieve inhoud van die kritiek worden ze steevast door Jaap Hamburger c.s. weggezet als enge en harteloze nationalisten die alleen oog hebben voor hun eigen volk. Maar hoeveel oog heeft Hamburger voor Joodse problemen, voor Israels problemen, voor agressie en bedreigingen van de andere kant? In feite geen enkele, en het enige dat hij met EAJG doet is Israel en iedereen met ook maar enig begrip voor Israel hekelen en persoonlijk aanvallen.

Daarbij is hij bereid ver te gaan. Zo heeft hij mij in de Volkskrant weggezet als ultra nationaliste door een bewust totaal verkeerd weergegeven citaat van een inmiddels overleden Israeli, van wie ik veel heb geleerd en op wiens website ik nog steeds een blog heb. Los van het feit dat ik natuurlijk op geen enkele manier verantwoordelijk ben voor wat iemand anders schrijft, is het op deze manier verkeerd citeren en toepassen van ‘guilt bij association’ gewoon een heel smerige en laag bij de grondse manier om anderen in discrediet te brengen. Blijkbaar waren de argumenten op en dus was grover geweld nodig. Ik zou bijna met Wilders (waar ik – opgelet Hamburger! – absoluut geen fan van ben) zeggen: wat een miezerig mannetje is het toch.

Ratna Pelle

Share