sep 162013
 

= IMO Blog = 

Zoals betoogd in mijn vorige blog is het creëren van voldoende draagvlak onder Israeli’s en Palestijnen een noodzakelijke voorwaarde om een vredesakkoord te kunnen sluiten en vooral te kunnen uitvoeren; zeker als dit eerst ter referendum aan beide volken wordt voorgelegd. Vooral aan Palestijnse zijde is op dit gebied veel, moeizaam werk te verrichten, omdat het ronduit gevaarlijk kan zijn voor Palestijnen om openlijk af te wijken van hun huidige “nationale consensus”, die het zionisme in alle toonaarden afwijst, een karikatuur van de Joden en de geschiedenis geeft en het “recht op terugkeer” als onvervreemdbaar beschouwt.

Opland in 1976 (foto: Persmuseum Facebook pagina)

Opland in 1976 (foto: Persmuseum Facebook pagina)

Internationale bemiddelaars bewandelen liever de makkelijke weg. In plaats van de onderliggende problemen en oorzaken te benoemen en aan te pakken, komt men met de bekende formule, of, beter gezegd een van de volgende varianten: in een serie gesprekken worden de concrete twistpunten besproken zoals de grenzen, de vluchtelingen, Jeruzalem etc. en daar rolt vervolgens een plan uit dat in grote lijnen overeenkomt met de Clinton parameters uit 2000, of het Geneefse Akkoord uit 2003: een twee-staten-oplossing gebaseerd op de Groene Lijn met enkele grenscorrecties waardoor een deel van de grote nederzettingenblokken nabij de Groene Lijn en rond Jeruzalem Israelisch kunnen blijven, in ruil voor Palestijns land elders. Jeruzalem wordt gedeeld langs etnische lijnen met een gemeenschappelijk bestuur, eventueel met internationale supervisie, over de heilige plaatsen in de oude stad. De vluchtelingen krijgen geen of een symbolisch recht op terugkeer en worden gecompenseerd. De Palestijnse staat wordt gedemilitariseerd met een sterke politiemacht gesteund door internationale troepen. En Israel krijgt enkele veiligheidsgaranties zoals een beperkte en tijdelijke aanwezigheid in de Jordaanvallei, Early Warning Stations en/of toezicht over de grenscontroles die eveneens onder internationaal toezicht komen. In de tweede variant (de Roadmap to Peace) wordt dit einddoel via interim akkoorden en een interim (voorlopige) Palestijnse staat bereikt.

Ter verdediging van deze aanpak wordt vaak gezegd dat beide partijen best weten wat er voor een vredesakkoord nodig is, dat de contouren al lang duidelijk zijn en dat een meerderheid aan beide kanten hier in principe toe bereid is. Het moet allemaal in feite alleen nog goed worden uitgewerkt. Daarbij wordt vaak vergeten dat het venijn hem in de staart zit: hoeveel en wat voor veiligheidsgaranties krijgt Israel? Hoe regel je een goed werkend gedeeld of internationaal bestuur over de oude stad? Hoe voorkom je dat extremisten het mooie nieuwe akkoord wel heel makkelijk kunnen opblazen dankzij de gewonnen soevereiniteit en vertrek van het Israelische leger? In Libanon keken VN troepen toe hoe Hezbollah zich bewapende en Israelische soldaten ontvoerde. De troepenmacht in de Sinaï liet zich in 1967 door Nasser wel erg makkelijk wegsturen. Kortom, hoe geef je Israel enerzijds genoeg en realistische veiligheidsgaranties en de Palestijnen tegelijkertijd werkelijke soevereiniteit? Gaat dat überhaupt wel samen? Dat gaat volgens mij alleen samen als er een basis van vertrouwen is, en een besef van een gemeenschappelijke toekomst en gemeenschappelijk belang. Want dan zijn beide partijen bereid om echt in te leveren.

Het voordeel van de makkelijke weg is duidelijk: mogelijk ligt er over een half jaar een akkoord en kan president Obama samen met Netanyahu en Abbas op de foto. Hij zal de geschiedenis ingaan als de president die het is gelukt het moeilijkste conflict dat er is tot een oplossing te brengen. Zijn falen in Syrië, in Afghanistan en de vele binnenlandse problemen zullen hem worden vergeven als hij een akkoord tussen Israel en de Palestijnen tot stand heeft gebracht. Het lijkt zo mooi, en het moet toch eigenlijk gewoon kunnen?

En zo zal de zoveelste poging falen, want zonder een einde aan de opruiing, zonder dat Palestijnen leren (en ervaren) dat het zionisme net zo legitiem is als hun eigen streven naar onafhankelijkheid, zonder schoolboeken die een realistisch beeld geven van wat er is gebeurd en die de zwarte bladzijden aan beide kanten benoemen in plaats van de Joden te demoniseren, heeft vrede geen kans. De Palestijnen hebben wat dat betreft een substantieel langere weg te gaan dan Israel, alleen al omdat je gevaar voor je leven loopt wanneer je als Palestijn een verzoenend en werkelijk gematigd standpunt inneemt tegenover Israel, en er van vrijheid van meningsuiting en een rechtsstaat in de Palestijnse gebieden vooralsnog geen sprake is.

Maar ook in Israel kan nog het nodige verbeterd worden. Zo zijn met name de boeken die op de ultra orthodoxe scholen worden gebruikt ook nogal eenzijdig en zetten de Palestijnen vaak erg negatief neer. En wanneer de internationale gemeenschap wat minder selectief te werk gaat kan het gevoel overal alleen voor te staan en niemand te kunnen vertrouwen plaats maken voor een opener houding, waardoor iets van het oude elan van de vredesbeweging misschien zou kunnen terugkeren. Daarbij is het van belang dat racisme, extremistische ideeën en kolonistengeweld hard worden aangepakt. Het klinkt misschien als een cliché, maar wanneer beiden zien dat de liefde voor het land hen ook kan binden in plaats van enkel scheiden, kan men een begin maken met het bouwen aan een gezamenlijke toekomst.

Ratna Pelle

Share