jul 262012
 

De Palestijnse Autoriteit gebruikt UNESCO als achterdeur van de VN

 

Terwijl toelating van Palestina als staat tot de Verenigde Naties kan rekenen op een veto van de USA, werd de Palestijnse Autoriteit in 2011 wel toegelaten tot de UNESCO, de cultuur- en wetenschapspoot van de VN. Sindsdien moet UNESCO het met een kwart minder budget doen, daar vanwege deze stap de USA en Israel hun bijdragen hebben opgeschort. Israel heeft al vaker aanvaringen gehad met UNESCO, onder meer over de graven van Joodse aartsvaders en -moeders in Hebron en Bethlehem, die UNESCO in 2010 tevens als islamitische heiligdommen meende te moeten karakteriseren. Voor plaatsing op de Werelderfgoedlijst heeft de PA nu als eerste een christelijk erfgoed voorgedragen: de Geboortekerk te Bethlehem, overigens tegen de wens van de beheerders van de kerk, die vrezen een speelbal van de politiek te worden.

De zogeheten Geboortekerk van Christus is sinds 29 juni opgenomen in de lijst van het Werelderfgoed. Het Unesco-comité dat hierover oordeelt, steunde de aanvraag die de Palestijnse Autoriteit via een spoedprocedure indiende. Dit ondanks het feit dat er politieke motieven aan dit verzoek ten grondslag lagen.  De meeste – Nederlandse – media lichtten wel de onjuiste Palestijnse argumenten toe,  maar vrijwel niet de gegronde Israëlische bezwaren daartegen.

De Geboortekerk te Bethlehem staat op de plek waar Jezus Christus zou zijn geboren en is een gebouw met zeker meer dan alleen historische allure. De 6e-eeuwse basilica heeft vijf schepen (een middenschip met aan elke zijde twee zijbeuken). De zuilen die gebruikt zijn in de basilica zijn van de Korinthische orde. De wanden van het middenschip zijn gedecoreerd met 12e-eeuwse mozaïeken, die verschillende concilies afbeelden. Onder de vloer van de huidige kerk, bevindt zich de oude vloer die vele mozaïeken bevat. Het gebouw komt dus om architectonische en culturele redenen zeker in aanmerking voor plaatsing op de Unescolijst. De kerk trok vorig jaar alleen al 2 miljoen bezoekers.

Het criterium dat Unesco voor plaatsing op de lijst van Werelderfgoed hanteert is dat de VN-lidstaten verplicht zijn het Werelderfgoed binnen hun eigen grenzen te onderhouden. De Palestijnen voeren als argument voor  hun verzoek en de spoedprocedure aan dat de kerk wordt bedreigd door de Israëlische bezetting van de Westoever en zou zijn verwaarloosd.  Die reden is allang  niet meer van toepassing.  Bethlehem ging in 1996 van Israëlisch bestuur over op Palestijns bestuur.  Dat kreeg daarmee ook het toezicht op en de verantwoordelijkheid voor de staat van onderhoud van historisch belangrijke gebouwen. De Palestijnse Autoriteit heeft dus al tijd genoeg  gehad om die verwaarlozing aan te pakken. De eigenlijke oorzaak van de verwaarlozing is overigens onenigheid tussen de drie christelijke stromingen die het gebouw beheren over ieders verantwoordelijkheid.

Israël heeft goede redenen om  tegen deze aanvraag te zijn en noemde het verzoek van de Palestijnen eerder al een klap voor de joodse staat.  Het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken liet weten op zichzelf niet tegen het plaatsen van de Geboortekerk op de lijst van Werelderfgoed  te zijn, maar wel als dit op verzoek van de Palestijnen gebeurt.  De  Palestijnse  aanvraag is namelijk gebaseerd op een soort van monsterverbond. Monumentenbehoud wordt normaliter geïnitieerd en gedragen door een bevolking die zich verbonden voelt met deze monumenten en hun waarde als erfgoed erkent. Spontane verbondenheid vanuit de Palestijnse bevolking met een gebouw dat wordt gezien als één van de heiligste plekken voor christenen op Islamitisch grondgebied is op z’n zachtst uitgedrukt onlogisch.  Zo’n  betrokkenheid is in werkelijkheid gebaseerd op tegenstellingen en kan alleen maar door de Palestijnse overheid  geredigeerd zijn. De Palestijnen gaven trouwens eerder zelf al toe dat aan het verzoek aan Unesco een politiek motief ten grondslag lag. Ze hopen met de erkenning door de VN-organisatie een stem te krijgen voor een onafhankelijke Palestijnse staat.

Het is bijna voorspelbaar wat er verder kan  gaan  gebeuren wanneer  deze  kerk eenmaal op de lijst van Werelderfgoed zou prijken. De Palestijnen kunnen dan  beweren dat Jezus in Palestina zou zijn geboren.  By the way, nu al meent het Palestijnse oecumenisch centrum voor christelijke bevrijdingstheologie,  Sabeel, dat Jezus Christus een Palestijnse Jood zou zijn geweest.   Veel Christenen zijn het echter niet met die visie eens en delen hun terechte bezwaren met Israël. Naast de joodse staat en de VS,  staan ook christelijke kerkleiders kritisch tegenover de hele gang van zaken rondom de plaatsing.  Zij willen de Geboortekerk uit politiek gekissebis houden en hebben daarmee groot gelijk. Politieke motieven  mogen geen  rol spelen bij verzoek tot plaatsen op de Unesco lijst.

Tjalling Tjalsma.

 

Bronnen:

Share

  2 Responses to “Geboortekerk op Werelderfgoedlijst”

Comments (2)
  1. Ehm ook ik heb op school geleerd dat Jezus in de toenmalige Romeinse provincie Palestina is geboren. Palestijnen bestonden er toen niet als nationaliteit, maar zeggen dat eigenlijk Joden langer in Palestina wonen dan de Arabieren lijkt me historisch juist.
    Overigens ooit gehoord: de mensen die zich nu Palestijn noemen zijn helemaal geen Arabieren…..

    Kortom het wordt allemaal heel erg ingewikkeld als men historische feiten zou gaan ontkennen, omdat er nu eenmaal een Palestina bestond, maar nooit als nationale staat, maar wel eeuwenlang de naam voor dat gebied was. Ook in Joodse boeken werd het gebied zo genoemd voor 1948. Dat de huidige Palestijnse machthebbers deze verwarring (mis)(ge)bruiken maakt het er helaas zo dat zelfs een kerstverhaal opeens in een politiek conflict terecht komt

  2. In de tijd van Jezus’ geboorte heette het gebied toch wel degelijk Judea: http://en.wikipedia.org/wiki/Judea_(Roman_province)