United Civilians for Peace

en het Israëlisch – Palestijns conflict

Laatste update 23-6-2013

Update: Het bureau van UCP moest wegens bezuinigingen bij de deelnemende organisaties eind maart 2011 haar deuren sluiten, maar maakte in november 2011 een doorstart in (naar mag worden aangenomen) afgeslankte vorm. Ook tussentijds bleef men aktief, met in september 2011 een actieweek met lezingen door het land en de publicatie van een boek. De in juni 2011 gestarte Facebook pagina van UCP valt op doordat alle kritische reacties verwijderd worden en de plaatsers ervan geblokkeerd. De website van UCP blijft zich onderscheiden door zeer eenzijdige en misleidende informatie over het conflict.

1. Wat is United Civilians for Peace?

2. Activiteiten UCP

    a. Oriëntatiereizen
    b. Andere activiteiten
    c. Activiteiten van deelnemende organisaties
    d. Lijst van UCP activiteiten

3. Doelstelling en werkwijze

    a. Lobby
    b. Complexiteit en tegengestelde belangen
    c. Sancties en boycot
    d. Internationaal recht en Verenigde Naties

4. Organisaties en financiering

    a. Kamervragen
    b. Financiering van UCP en medefinancieringsorganisaties
    c. Organisatie

5. Andere conflicten

6. Conclusie


United Civilians for Peace

Bespreking door Ratna Pelle, Israël-Palestina Info

[website: http://www.unitedcivilians.nl/ ]

In oktober 2007, ruim een maand voor de vredesconferentie in Annapolis, bracht het CIDI een rapport uit over het samenwerkingsverband United Civilians for Peace. Dit rapport telt ruim 50 pagina’s en is hier te vinden (in pdf).

Kern van het rapport is dat dit samenwerkingsverband, geheel gefinancierd door de ontwikkelingsorganisaties ICCO, Oxfam-Novib en Cordaid, helemaal niet uit is op vrede maar een eenzijdige campagne voor de Palestijnen voert. Het in 2001 opgerichte UCP is een initiatief van voornoemde ontwikkelingsorganisaties en het IKV Pax Christi. Kerk in Actie is in 2007 uit UCP gestapt vanwege hun te pro-Palestijnse opstelling. In het rapport worden de activiteiten van UCP, de activiteiten van de donororganisaties en mensen waarmee men samenwerkt vergeleken met de doelstellingen en activiteiten van de Nederlandse regering en de EU wat betreft het Israëlisch-Palestijns conflict. Men concludeert dat UCP deze op geen enkele manier ondersteunt en zelfs tegenwerkt en een polariserende rol speelt. Men vraagt zich af of de overheid een organisatie wel moet subsidiëren die tegen het eigen beleid ingaat en een hetze tegen een VN lidstaat en bondgenoot van Nederland voert.

Daarnaast presenteert het rapport ook alternatieven, en beschrijft verschillende organisaties die werken aan samenwerking tussen Israëli’s en Palestijnen, aan vredeseducatie en dialoog. (Zie ook op onze website het overzicht: Initiatieven voor vrede en verzoening.)

De schrijvers hebben voor dit onderzoek niet alleen allerlei literatuur en websites gelezen, maar ook met experts en vredesactivisten aan beide kanten gesproken alsook met leden van UCP en ICCO. Een van de schrijvers heeft een eigen blog (Dutchblog Israel) en is een uitgesproken tegenstander van de nederzettingen en criticus van het Israëlische beleid in de bezette gebieden.

Helaas heeft dit rapport maar beperkt aandacht gekregen in de media, maar er zijn wel naar aanleiding ervan (opnieuw) kamervragen gesteld over de subsidiering van UCP.

Hieronder volgt een samenvatting van het 45 pagina’s tellende CIDI rapport. Daarnaast geef ik mijn eigen visie op onder andere de veelvuldig herhaalde oproep van UCP tot sancties tegen Israël en UCP’s visie op het conflict, en leg ik uit waarom deze en andere zaken waar UCP voor staat een rechtvaardige oplossing van het Israëlisch-Palestijns conflict in de weg staan.

1. Wat is United Civilians for Peace?

UCP is een samenwerkingsverband van verschillende ontwikkelings- en vredesorganisaties, te weten: ICCO, Cordaid en Oxfam-Novib als mede-financiers en verder IKV Pax Christi als deelnemer. Kerk in Actie stapte begin 2007 uit UCP uit onvrede over het eenzijdige beleid. UCP is geen zelfstandige rechtspersoon en wordt geheel gefinancierd door de drie ontwikkelingsorganisaties. Men houdt kantoor in het pand van ICCO en het e-mail adres valt eveneens onder ICCO; het voorzitterschap rouleert tussen de organisaties. Ondanks deze nauwe banden presenteert men zich als volledig onafhankelijke organisatie.

Er gaat per jaar 450.000 à 500.000 Euro in de organisatie om, dat wordt besteed aan vijf tot zes voltijdbanen, een professionele website, en verschillende activiteiten waarvan zogenaamde ‘oriëntatiereizen’ naar Israël en de Palestijnse gebieden voor verschillende doelgroepen (politici, jongeren, journalisten) een belangrijk deel uit maken. Het geld wordt verder besteed aan dure advertenties tegen Israël in landelijke dagbladen, opinie-onderzoeken onder de Nederlandse bevolking, glossy brochures, manifestaties met buitenlandse gasten zoals de antizionistische en zeer omstreden historicus Ilan Pappe en een rondreis door Nederland met een replica-muur.

2. Activiteiten UCP

UCP kwam eind 2001 voor het eerst in het nieuws. Men had zogenaamde burgerwaarnemers naar de bezette gebieden en Jeruzalem gestuurd, die daar bij Palestijnse demonstraties en rellen en confrontaties met het Israëlische leger aanwezig waren. Een van die waarnemers bepleitte bij terugkomst – evenals toenmalig ICCO directeur H. Bruning, dat Nederland zijn associatieverdrag met Israël opschort. Een paar maanden later riep UCP op tot economische en politieke sancties en opschorting van het associatieverdrag, een oproep die men daarna nog veelvuldig heeft herhaald.

In juni 2002 vergeleek Sander Agterhuis, één van de burgerwaarnemers van de organisatie, in het Amsterdams Stadsblad het optreden van het Israëlische leger in Jenin met de methoden die de nazi’s gebruikten om de getto’s uit te kammen. Hij distantieerde zich later onder druk van Joodse organisaties van deze uitspraak.

a. Oriëntatiereizen

UCP heeft verschillende reizen naar Israël georganiseerd, onder andere een reis onder leiding van oud-premier Dries van Agt, die kort na de Israëlische terugtrekking uit de Gazastrook in de zomer van 2005 plaatsvond. Het doel was officieel “om uit eerste hand die feiten waar te nemen en te beoordelen, die een bedreiging (blijven) vormen voor het vooruitzicht op een rechtvaardige vrede en die niet daadkrachtig worden aangepakt door de internationale gemeenschap”. De delegatie wilde “deze feiten onder de aandacht brengen van de internationale media en de politieke vertegenwoordigers en functionarissen in de landen waaruit zij komen”. Er werden uiteraard alleen gevolgen aan Palestijnse kant van de Israëlische bezetting onderzocht, en voor allerlei andere feiten, zoals het extremistische en antisemitische gedachtegoed van Hamas, de ophitsing in Palestijnse media, de aanslagen, hoe aan de Palestijnen geschonken kassen in Gaza werden geplunderd en vernield, en het Palestijnse wanbestuur had men geen aandacht.

Van Agt ‘eenzijdig’ noemen is een understatement. Hij is op een ware kruistocht tegen Israël, toont veelvuldig begrip voor Palestijns geweld, vindt dat alle Palestijnse vluchtelingen moeten kunnen terugkeren naar Israël en vindt Israël als Joodse staat racistisch. Nooit heb ik hem op een woord van vrede en verzoening kunnen betrappen, horen pleiten voor dialoog of zelfs het begrip ’tweestatenoplossing’ horen gebruiken. Van Agt noemde op de vijfde Palestijns-Europese conferentie op 5 mei 2007 de Westerse eisen aan Hamas (afzweren van geweld, erkenning van de staat Israël en van Palestijnse akkoorden met die staat) meer dan onredelijk, en op een bijeenkomt in Nijmegen noemde hij de boycot van Hamas door de EU ‘a bloody shame’. Bij dezelfde gelegenheid in mei keurde hij – gehuld in een Palestijnse sjaal waarop “Jeruzalem is van ons” stond geschreven – Palestijns geweld tegen Israëli’s expliciet goed: “…gewapend verzet [is] lang niet altijd terrorisme, maar niks anders dan vrijheidsstrijd”. Ook vergeleek hij de Israëlische bezetting met die van de nazi’s, door over 8×5 jaar bezetting te spreken.

Later heeft hij dit genuanceerd en gezegd dat hij alleen de lengte, niet de aard van de bezettingen vergeleek, en zelfmoordaanslagen ‘verfoeilijk’ vindt, maar hij sprak daarbij eveneens zijn verwondering uit over het feit dat de Palestijnen pas in de jaren ’90 met deze aanslagen begonnen, 25 jaar na de bezetting. Alsof de Palestijnen niet al decennia lang allerhande geweld gebruikten, van vliegtuigkapingen tot het gijzelen van de Israëlische Olympische ploeg in München en het doodschieten van alle kinderen in een bus op weg naar school in Noord-Israël en vele andere bomaanslagen, schietincidenten en gijzelingen.

In 2002 was UCP van plan een reis olv. Gretta Duisenberg te organiseren, maar die werd, zogenaamd om politieke redenen, uitgesteld, waarna Duisenberg begin 2003 op eigen houtje ging met Anja Meulenbelt en een Palestijnse arts. Later dat jaar vertrok alsnog de vrouwendelegatie onder leiding van Tineke Lodders naar het gebied.

Op UCP reizen is Toine van Teeffelen, oud-voorzitter van het Nederlands Palestina Komitee, die in Bethlehem woont, een vast contactadres. Hij houdt voor UCP een weblog bij en is redacteur van het blad van het Palestina Komite (Soemoed). Twee van de UCP-medewerkers die een belangrijke rol in de organisatie van de reizen hebben gespeeld zijn projectleidster Ghada Zeidan, die in 2001 vanuit Beit Jala – naast Bethlehem – naar Nederland emigreerde, en media-coördinator Lambrecht Wessels. Deze laatste heeft zich in opinieartikelen in Nederlandse kranten zeer eenzijdig uitgelaten en onder andere het recht van Iran op een atoomwapen verdedigd met een beroep op de Israëlische bezetting van Palestijns gebied.

In de reizen van UCP bezoekt men weliswaar ook mensen aan Israëlische kant, maar dit zijn ofwel linkse antizionisten ofwel rechtse nationalisten. Mensen uit het politieke midden, of vredesactivisten die ook opkomen voor Israëls recht op veiligheid, komen niet aan bod, waardoor de deelnemers een vertekend beeld krijgen. Na de reizen van UCP deden deelnemers dan ook steevast negatieve uitspraken over Israël, en werd dikwijls ook weer tot sancties opgeroepen.

b. Andere activiteiten

UCP liet onderzoek doen naar ‘de economische banden van Nederlandse bedrijven met Israëlische ondernemingen die de bezetting ondersteunen’. Hierin werden onder andere de banden van Interwand Eibergen B.V. met het Israëlische ministerie van Defensie aangehaald. Het bedrijf staat  direct onder de kop “Nederlandse diensten die de Israëlische bezetting ondersteunen”.

Niets is minder waar. Het contract tussen Interwand en de Israëli’s betrof de levering, door het Nederlandse bedrijf, van glazen wanden voor een nieuw terminalgebouw bij de Erez grensovergang tussen Israël en de “bezette Gazastrook”. De Gazastrook was al niet meer bezet door Israël, niet toen het contract werd afgesloten (herfst 2005) en evenmin toen het rapport door Profundo werd uitgegeven (september 2006). Bovendien betreft het een grensovergang, en heeft Israël zoals ieder ander land het volste recht haar grenzen te controleren op een wijze die het noodzakelijk acht voor haar veiligheid.

Naast dit onderzoek heeft UCP diverse onderzoeken laten doen naar de Nederlandse houding ten opzichte van het conflict, en het draagvlak onder de bevolking voor verschillende soorten sancties tegen Israël.  

In december 2006 organiseerde UCP onder andere het Rap4justice festival in de Melkweg te Amsterdam. Hierbij traden verschillende rapgroepen op, waaronder de groep D.A.M. die in een van hun teksten Israël met de nazi’s vergelijkt. In een andere tekst spreekt D.A.M. van de door Israël verkrachte Palestijnse ziel die vervolgens zelfmoordterroristen voortbrengt. In een interview in Spits verdedigde de zanger ‘gewapend verzet’ tegen Israël.

Tijdens dit concert was ook een groep jongeren van het CIJO (CIDI jongeren) aanwezig, die tijdens de discussies het debat wilden aangaan en flyers uitdeelden waarin zij opriepen tot een twee-statenoplossing. Zij werden na klachten verwijderd, zogenaamd omdat het uitdelen van flyers tegen het reglement was.

In 2007 organiseerde UCP onder andere een stedentour met een replica-muur, waarop mensen leuzen tegen de bezetting konden schrijven.

c. Activiteiten van deelnemende organisaties

Naast de activiteiten via UCP (zie voor een volledig overzicht onder d.) werken de deelnemende organisaties ook mee aan allerhande activiteiten tegen Israël. Zo organiseerde de coalitie ‘Stop de Oorlog‘ in Felix Meritis op 29 oktober 2006 een bijeenkomst die mede mogelijk werd gemaakt door ICCO, Oxfam-Novib en GroenLinks. Daar sprak onder andere de controversiële Britse politicus George Galloway (“Hezbollah has never been a terrorist organization”, “Hezbollah is right to fight Zionist terror” zijn slechts twee van zijn problematische uitspraken die je vindt als je zijn naam samen met die van de door Iran gesteunde terreurbeweging googelt). Een andere uitspraak van hem: “On the last occasion I was re-elected despite all the efforts made by the British government, the Zionist movement and the newspapers and news media which are controlled by Zionism” (Wikipedia).

Een andere spreker was de voorzitter van de Arabisch Europese Liga, Dyab Abou Jahjah, die berucht werd met zijn haatdragende retoriek tegen Israël. Waarom de komst van dit soort figuren naar Nederland met Nederlands belastinggeld mogelijk gemaakt moest worden, vraagt men zich in het rapport af.

In juni 2007 organiseerde een initiatiefgroep onder het motto “40 Jaar bezetting” verschillende activiteiten, waaronder manifestaties in Amsterdam en Den Haag en een bustour door het land. Deze groep werd geleid door ICCO, en bestond verder onder andere uit Novib-Oxfam en Gretta Duisenbergs ‘Stop de Bezetting’. Men had een grote campagne met bekende Nederlanders onder het motto “Ik ben ontzet”, een advertentiecampagne in de landelijke dagbladen, waarin de regering werd opgeroepen zich actiever voor ‘vrede’ (lees: meer druk op Israël) en een einde aan de bezetting in te zetten en ‘alle partijen’ in het conflict te betrekken, met andere woorden, zij werd opgeroepen met Hamas te praten. Ook in deze actie geen enkele aandacht voor de andere kant, de oorzaken van de bezetting, het feit dat waar Israël zich heeft teruggetrokken dit juist tot meer geweld heeft geleid. Men vond dat Israël zich eenzijdig tot de Groene Lijn, de vroegere wapenstilstandsgrens met Jordanië, moet terugtrekken, en alle nederzettingen en de ‘muur’ afbreken. Dit betekent dat Israël zich ook uit het oude Joodse kwartier in Jeruzalem moet terugtrekken en de Klaagmuur en de Joodse begraafplaats moet opgeven, uiteraard zonder enige toegevingen van de andere kant.

Het ICCO voert al jarenlang campagne tegen producten die mogelijk uit de bezette gebieden komen, en heeft voor elkaar gekregen dat leverancier UDEA geen producten uit Israël meer levert. Men is bezig met een soortgelijke actie richting de HEMA.

De Belgische en Britse zusterorganisaties van Oxfam-Novib zijn nog radikaler dan de Nederlandse tak, en voeren geregeld boycotacties tegen Israël.

d. Lijst van UCP activiteiten

Deze lijst bevat de belangrijkste landelijke activiteiten waarvan United Civilians for Peace de enige of belangrijkste organisator was.

eind 2001 – 2002

Burgerwaarnemers zijn namens UCP aanwezig in de Palestijnse gebieden

april 2002

Handtekeningenactie voor sancties tegen Israel

maart 2003

Foto-expositie “Drie maanden in Gaza” in de Centrale Bibliotheek in Dordrecht (voortijdig beëindigd door de bibliotheek vanwege ” te eenzijdig beeld ” van het conflict)

juli 2003

UCP-reis voor vrouwen, o.l.v. Tineke Lodders

december 2003

UCP-reis voor onderwijsdeskundigen

maart 2004

UCP-reis voor Nederlandse politici, o.l.v. Bert Bakker

juli 2004 – juli 2005

“Schaduwreportage” over het mensenrechtenbeleid van de Israëlische regering, uitgevoerd door Euro-Mediterranean Human Rights Network, in opdracht van UCP en het Nederlandse Juristen Comité

januari 2005

UCP-missie van acht waarnemers bij de Palestijnse presidentsverkiezingen

juli 2005 – juli 2006

“Schaduwreportage” over het mensenrechtenbeleid van de Israëlische regering, uitgevoerd door Euro-Mediterranean Human Rights Network, in opdracht van UCP en het Nederlandse Juristen Comité

augustus 2005

UCP-delegatie o.l.v. Dries van Agt

november 2005

UCP-reis voor leden van politieke jongerenorganisaties

november – december 2005

Opiniepeiling, uitgevoerd door TNS NIPO in opdracht van UCP, naar de mening van Nederlanders over het Palestijns-Israelisch conflict

januari 2006

UCP-missie van zeven waarnemers bij de Palestijnse parlementsverkiezingen

maart 2006

UCP-missie van drie waarnemers bij de Israëlische parlementsverkiezingen

juli 2006 – juli 2007

“Stedentour” van een replica-muur

september 2006

UCP-reis voor christelijke journalisten met Hamas-bezoek

september 2006

Onderzoeksrapport ” Nederlandse economische relaties die de Israëlische bezetting van Palestijnse en/of Syrische gebieden ondersteunen “, uitgevoerd door Profundo in opdracht van UCP

september 2006

Opiniepeiling, uitgevoerd door TNS NIPO in opdracht van UCP, naar de mening van Nederlanders over het Israelisch-Palestijnse conflict

december 2006

Opiniepeiling, uitgevoerd door TNS NIPO in opdracht van UCP, naar de mening van Nederlanders over het Palestijns-Israelisch conflict

10 december 2006

Rap4Justice festival in de Melkweg, Amsterdam

december 2006 – april 2007

Spray4justice graffiti wedstrijd. Hoofdprijs: ” een reis met UCP en Ali B naar Palestina en Israel ”

maart 2007

UCP-reis van Femke Halsema en Mariko Peters, kamerleden voor GroenLinks

2 – 10 april 2007

“Ali B goes Palestine”

5 mei 2007

Vertoning van clip ” over de muur en de bezetting ” tijdens de pauze van een concert van Roger Waters in het Gelredome

mei-juni 2007

Acties onder de titel “40 jaar bezetting”, samen met Oxfam-Novib, ICCO, Gretta Duisenberg’s Stop de Bezetting en andere organisaties. Manifestaties in Den Haag en Amsterdam, dubbeldekkerbus die met spandoek “Ik ben ontzet” door Nederland reed om mensen voor slotmanifestatie uit te nodigen. Initiatief van en dus waarschijnlijk ook gefinancierd door ICCO

 

3. Doelstelling en werkwijze

Volgens de website zet UCP zich in “voor een rechtvaardige en duurzame oplossing van het Palestijns-Israëlisch conflict. […] Door het organiseren van verschillende activiteiten (lobby, media, campagne) in Nederland en in de regio richt UCP zich op het creëren van een breed maatschappelijk draagvlak voor rechtvaardigheid opdat een duurzame vrede mogelijk is. Dit vereist niet alleen een evenwichtige berichtgeving over het conflict, maar ook een groter inzicht in de materie”.

Onder de ‘frequently asked questions’ (FAQ) wordt de vraag of UCP pro-Palestijns of pro-Israëlisch is als volgt beantwoord: “…UCP is pro-mensenrechten. Het gaat hierbij om de bescherming van mensenrechten zonder een onderscheid te maken naar afkomst. UCP is van mening dat Israël het volste recht heeft om haar burgers te beschermen tegen geweld, maar dat dit niet ten koste mag gaan van de rechten van andere burgers. Als bezettende macht heeft Israël bovendien bepaalde verantwoordelijkheden ten aanzien van de bescherming van de rechten van de Palestijnse burgerbevolking in de bezette gebieden.” Er staan verschillende ‘factsheets’ op de website, waarin de geschiedenis wordt vervalst en alleen aandacht is voor Israëlische (vermeende) wandaden.

 In de praktijk bekritiseert UCP dan ook vrijwel alleen mensenrechtenschendingen door Israël, en heeft zij nauwelijks aandacht voor Palestijns geweld en mensenrechtenschendingen tegen Israëlische burgers, of mensenrechtenschendingen binnen de Palestijnse gebieden zoals die bijvoorbeeld op grote schaal voorkwamen tijdens de coup van Hamas in de Gazastrook. In al haar activiteiten staan Israëlische mensenrechtenschendingen en geweld centraal, en wordt de situatie vanuit een Palestijns standpunt gepresenteerd en toegelicht.

Hoewel UCP zegt dat Israël het recht heeft haar eigen burgers te beschermen, heeft men er geen enkel oog voor dat het verdraaid moeilijk, zoniet onmogelijk is, dit te doen zonder de rechten van Palestijnen te schaden of in te perken. Door de vele veiligheidsmaatregelen zoals de ‘muur’, checkpoints en legeroperaties worden veel aanslagen verijdeld, explosieven of wapens onderschept en terroristische cellen ontmanteld. Bovendien gebruiken Palestijnse strijders burgers soms bewust als menselijk schild. Ook dat wordt volkomen genegeerd.

 De hiervoor besproken activiteiten zijn allemaal volkomen eenzijdig en gericht op het vergroten van de druk op Israël. De stelling dat men Israëls recht op veiligheid erkent, is dan ook niet meer dan mooipraterij. Officieel veroordeelt men geweld van beide kanten, maar Palestijns geweld wordt feitelijk beschouwd als een begrijpelijke reactie op de Israëlische bezetting.

 UCP zegt onder andere over haar doelstelling:

 UCP richt haar aandacht onder meer op de politiek, de media en het Nederlandse publiek om een breed maatschappelijk draagvlak te creëren. Naast evenwichtige berichtgeving over het conflict, vereist dit ook een groter inzicht in de materie. Door de activiteiten van onze afdelingen Lobby, Media en Campagne, wilt UCP de betrokkenheid van onze doelgroepen vanuit meerdere invalshoeken bevorderen. UCP beschikt over een uitgebreid netwerk van contactpersonen (sprekers en experts) in Nederland én in de regio. Door deze gedegen kennis en deskundigheid is het Dienstencentrum van UCP in staat om adequate informatie te verstrekken aan publiek, politici en maatschappelijke organisaties over het Israëlisch-Palestijnse conflict.

 Er is een speciale afdeling media:

 Omdat UCP een onevenwichtigheid opmerkt in de Nederlandse mediaberichtgeving ten aanzien van het Israëlisch-Palestijnse conflict, verstrekt de afdeling Media (op verzoek) betrouwbare informatie over de actualiteiten. Ook organiseert de afdeling Media verschillende missies naar de regio voor journalisten.

 Op meerdere plaatsen op de website biedt men deskundigen aan om op een activiteit te komen spreken en eigen achtergrond materiaal om mensen ‘beter te informeren’.

a. Lobby

UCP richt zich op het beïnvloeden van de publieke opinie, de media en de politiek, om een in haar ogen ‘evenwichtiger standpunt’ in te nemen. Dit uit zich in de praktijk in een eenzijdige hetze tegen Israël, in het geven van op zijn minst onvolledige maar vaak ook ronduit onjuiste informatie, in het continu oproepen tot opschorten van het associatieverdrag en andere sancties. UCP is een lobbyorganisatie in de ware zin van het woord en geeft dit zelf ook toe, want het woord ‘lobby’ komt op de website meer dan eens voor bij de beschrijving van de eigen activiteiten of missie. Hiermee verschilt zij fundamenteel van andere activiteiten van de drie medefinancieringsorganisaties, waar de hulpverlening centraal staat en voorlichting wordt gegeven over concrete projecten. Omdat UCP goed in de slappe was zit kan zij op verschillende terreinen en niveaus actief zijn, en worden deze activiteiten allen door een professionele organisatie gesteund. Andere organisaties die pro-Palestijnse activiteiten willen organiseren profiteren hiervan en kunnen aansluiten bij UCP. Bovendien geeft het UCP op zijn beurt geld aan andere organisaties en activiteiten, zoals Duisenbergs ‘Stop de Bezetting’.

Het feit dat men zich nooit van uitspraken van Gretta Duisenberg, Van Agt, en anderen heeft gedistantieerd spreekt boekdelen. Duisenberg heeft onder andere voorgesteld om op 4 mei ook een minuut stilte in acht te nemen voor Palestijnse slachtoffers, ze heeft de kinderen en kleinkinderen van Holocaust slachtoffers overgevoeligheid verweten, en beschuldigt Joden ervan de Holocaust als excuus te gebruiken voor Israëls misdaden. Ze rept veelvuldig over de rijke, machtige Joodse lobby in de VS en vindt het onbegrijpelijk dat juist Joden in staat zijn anderen zo te onderdrukken. Ze heeft letterlijk gezegd dat ze moet oppassen geen antisemiet te worden. Iedereen die ook maar enigszins in vrede is geïnteresseerd zou zich verre van zo iemand moeten houden.

b. Complexiteit en tegengestelde belangen

 UCP ageert eenzijdig tegen Israël en werkt polarisatie in de hand. Zij zegt voor vrede te zijn maar roept nooit op tot verzoening tussen beide partijen, erkent nooit oprecht dat beide partijen veel leed is aangedaan, en dus zowel dader als slachtoffer zijn. UCP erkent ook niet de complexiteit van het conflict, de verschillende zaken die door elkaar spelen en die het onmogelijk maken één oorzaak of één boosdoener aan te wijzen. UCP erkent eenvoudigweg niet dat er ook een andere kant is in het conflict, dat Israël ook legitieme claims en angsten en grieven heeft. Men belijdt hooguit in algemene termen dat Israël recht heeft op veiligheid, maar legt nooit uit wat het dan mag doen om zich tegen bijvoorbeeld zelfmoordterrorisme te beschermen.

Het devies lijkt altijd te zijn dat als de bezetting wordt opgeheven, en de Palestijnen een eigen staat hebben, alles vanzelf goed zal komen en de vrede spontaan uit zal breken. Men ontkent daarmee dat er een fundamentele tegenstelling in belangen is, en dat dit alleen kan worden opgelost door ofwel een compromis ofwel doordat een van beiden de ander definitief verslaat. Bij een compromis zal geen van beiden al zijn (vermeende) rechten kunnen binnenhalen, en zal er aan beide kanten onvrede blijven die door extremisten kan worden misbruikt om de vrede te doen mislukken. Israëlische veiligheidseisen zullen de Palestijnse soevereiniteit beperken, en omgekeerd, hoe meer Palestijnse soevereiniteit, hoe meer risico dit inhoudt voor Israël. Het feit dat er het afgelopen jaar maar 12 Israëli’s door Palestijns geweld omkwamen is geen gevolg van een gematigder ‘beleid’ van Hamas & co, want er zijn genoeg aanslagen verijdeld en explosieven onderschept. De door UCP verfoeide checkpoints en de afscheidingsbarrière en Israëlische legeroperaties zijn nadelig voor de Palestijnen, maar brengen Israël wel degelijk veiligheid. Het is dus een beetje hypocriet om te zeggen oog te hebben voor Israëls veiligheid, maar vervolgens alles wat ze doet hard te veroordelen.

 Jack van Ham en René Grotenhuis, Cordaid-directeur en oud-voorzitter van UCP, verdedigden de stellingname van United Civilians for Peace in een opiniestuk in Trouw, onder de veelzeggende titel “Waarheid in conflict ligt niet in het midden”. Ook hebben UCP leden op kritiek te pro-Palestijns te zijn gereageerd met te wijzen op het hogere aantal slachtoffers aan Palestijnse kant. Alsof de partij met de meeste slachtoffers per definitie ook moreel in haar gelijk staat.

Het is dus misleidend, om niet te zeggen hypocriet, dat men bij de FAQ’s op de vraag pro-Israël dan wel pro-Palestijns te zijn, die vraag ontwijkt door te stellen pro-mensenrechten te zijn. De mensenrechten van de één gaan nou eenmaal vaak ten koste van die van de ander.

Op de website van UCP staat onder de FAQ een kort ‘ABC van het Israëlisch-Palestijns conflict’: het gaat over de ‘muur’, de nederzettingen en het besluit van het Internationaal Gerechtshof over de ‘muur’. That’s it. Geweld tegen Israëli’s en de al bijna een eeuw durende strijd tussen beide partijen vindt men blijkbaar niet zo belangrijk.

 UCP geeft misleidende informatie door het conflict simpel voor te stellen en alleen over de bezetting en Israëlische wandaden te spreken, en samen met haar expliciete doel tot beïnvloeding van media, politiek en publiek, maakt dit haar tot een propaganda organisatie voor de Palestijnen.

Men zegt voor een twee-statenoplossing te zijn maar gaat nooit in op de vraag hoe die er dan precies uit moet zien. Wat te doen met de Oude Stad van Jeruzalem, mag Israël enkele grote nederzettingenblokken houden, moeten de vluchtelingen en hun miljoenen nakomelingen kunnen terugkeren naar Israël? Vooral dat laatste is interessant, want dit gaat niet samen met een tweestatenoplossing, of het moeten twee Arabische staten zijn. En wat te doen als de Palestijnen zich niet aan afspraken houden, als blijkt dat het gevonden compromis niet tot vrede leidt, dat de terreurorganisaties niet vanzelf verdwijnen als de Palestijnen een eigen staat hebben? Men ontwijkt alle moeilijke vragen en komt steeds met dezelfde mantra van mensenrechten en een einde aan de bezetting.

De idee dat het UCP meer om een hetze tegen Israël gaat dan om het welzijn van de Palestijnen wordt versterkt door het feit dat men slechts aandacht heeft voor Palestijnse mensenrechten wanneer die door Israël worden geschonden. Het brute geweld waarmee Hamas de Gazastrook veroverde, de penibele positie van christenen en homo’s in de Palestijnse gebieden en de onderdrukking van ‘dissidenten’ die zich tegen geweld en voor een compromis uitspreken schijnt niet belangrijk te zijn. Sinds Januari 2006, toen Hamas de parlementsverkiezingen won, zijn meer dan 600 Palestijnen omgekomen door onderling geweld. Ook zijn er in 2007 meer dan driehonderd Palestijnen omgekomen in gevechten met het Libanese Leger, en zijn tienduizenden het vluchtelingenkamp Nahr-Al Bared ontvlucht, om na maanden terug te komen in een totaal verwoeste plaats. UCP en andere vredesorganisaties waren toen opvallend stil.

c. Sancties en boycot

 De veelvuldige oproep tot boycots van Israël (opschorten associatieverdrag, geen handel met bedrijven die zogenaamd de bezetting ondersteunen, geen wapendoorvoer, diplomatieke sancties) zijn van alle activiteiten de meest direct tegen Israël gerichte. Hoewel voor een deel vooral symbolisch, kunnen zij, indien er gehoor aan wordt gegeven, grote gevolgen hebben.

 In de eerste plaats zal de relatie tussen Nederland en Israël er drastisch door verslechteren, en zullen we niet langer worden gezien als een neutrale bemiddelende partij. Dit zal pogingen op diplomatiek niveau zaken voor elkaar te krijgen zeker schaden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de projecten die we in de Palestijnse gebieden steunen en het feit dat door toedoen van Nederland de grenzen voor Palestijnse bloemen uit de Gazastrook zijn opengegaan. De idee dat Israël eerder naar ons zal luisteren als we de deur via een boycot keihard dichtslaan is absurd. Israël zal zich door ons de les niet laten lezen en niet opeens de zeer vergaande en volkomen irreële eisen van UCP inwilligen (de afscheidingsbarrière afbreken, alle nederzettingen en wijken in Oost-Jeruzalem ontruimen, en ook het leger geheel terugtrekken uit de Westelijke Jordaanoever). Zelfs als we in EU verband zouden opereren zou Israël geen eisen inwilligen die haar burgers ernstig in gevaar brengen, en zal zij niet eenzijdig 200.000 kolonisten en 200.000 Oost-Jeruzalemieten gaan verplaatsen.

 Mensen die voor een boycot zijn maken vaak de vergelijking met Zuid-Afrika. Het blanke regime heeft immers (mede) onder druk van de internationale boycot uiteindelijk toegestemd in een deling van de macht. Israël is echter geen blank kolonisten regime, al doen het UCP en mensen als Van Agt  vaak erg hun best het zo voor te stellen. Het Joodse volk is net zozeer verbonden met het land als de Palestijnen, zowel fysiek als religieus, zij hebben er 1.000 jaar een soevereine staat gehad, en na hun verdrijving door de Romeinen zijn er altijd Joden blijven wonen. Bovendien is de legitimiteit van Israël verankerd in internationaal recht, in de VN delingsresolutie, het Britse mandaat en Israëls toetreding tot de VN. Israël is een democratie waar iedereen voor de wet gelijk is en van rassenscheiding geen sprake is; Israëlische Arabieren dienen in het leger, zitten in de Knesset, zijn rechter en zelfs Israëlisch ambassadeur. De helaas veel voorkomende discriminatie van Israëlische Arabieren heeft voornamelijk politieke oorzaken (zij worden wel als vijfde colonne beschouwd, en hun leiders sympathiseren openlijk met Israëls vijanden). De situatie in Gaza of de Westoever met Apartheid Zuid-Afrika vergelijken is absurd, want in een militaire bezetting is er nooit algemeen stemrecht. Een bezetting is doorgaans een tijdelijke situatie waarna vrede wordt gesloten en eventueel nieuwe grenzen getrokken.

 Er zijn nog veel meer redenen waarom boycots onjuist zijn, bijvoorbeeld omdat daarmee de oorzaak van het conflict alleen bij Israël wordt gelegd, omdat je het de mensen die werkelijke toenadering zoeken tussen Israël en de Palestijnen alleen maar moeilijker maakt, omdat je de vele Israëlische vredesactivisten die zich inzetten voor een einde aan de bezetting van je vervreemdt, en het in Israël juist de rechts-nationalistische sentimenten zal versterken (dit gebeurde bijvoorbeeld ook na aanname van de infame ‘zionisme is racisme’ resolutie in de VN in 1975).

 Terwijl zij niet zullen bijdragen aan een oplossing van het conflict en toenadering tussen beide partijen, zijn boycots wel schadelijk voor Israël, en dat is waarom UCP er zo’n voorstander van is. Men is dan ook niet voor vrede maar tegen Israël.

 (Voor meer redenen om boycots af te wijzen, ook als je met de Palestijnen sympathiseert en het liefst vandaag een einde aan de bezetting ziet, zie artikel Israël boycot.)

d. Internationaal recht en Verenigde Naties

 UCP presenteert zich als organisatie die opkomt voor het internationaal recht, en vindt dat beide partijen zich aan de relevante VN resoluties, de Geneefse Conventie etc. moeten houden. Men zegt   meer kritiek op Israël te hebben omdat zij ook de grootste schender van de mensenrechten is in het conflict. De realiteit wijst anders uit.

De eerste VN resolutie over het conflict is de delingsresolutie uit 1947; die werd door de Joden aanvaard en door de Arabische staten en de Arabische Palestijnen verworpen. Veel mensen die de mensenrechtenkaart spelen vinden dat opeens heel begrijpelijk, want de VN mocht ‘niet zomaar land van een ander weggeven’. Deze VN resolutie werd niet alleen verworpen, zij werd direct geschonden door een oorlog te beginnen tegen de Joden in Palestina met als doel, in de woorden van de moefti van Jeruzalem, een van de belangrijkste Palestijnse leiders ‘om dezelfde oplossing van het Jodenvraagstuk toe te passen als Hitler in Europa had gedaan’. De moefti wist waar hij het over had, want hij had Hitler geholpen door het rekruteren van moslims voor de SS in voormalig Joegoslavië.

De VN stelde vervolgens een bemiddelaar aan, graaf Folke Bernadotte, die een staakt-het-vuren bemiddelde in de zomer van 1948, en met een plan kwam dat meer aan de Arabische wensen tegemoet kwam . Dit werd door zowel de Arabieren als de Israëli’s afgewezen waarna de VN in het najaar van 1948 resolutie 194 aannam, die opriep tot een einde aan de gewelddadigheden, internationalisering van Jeruzalem en de terugkeer naar Israël van die vluchtelingen die in vrede wilden leven. Deze resolutie wordt door de Palestijnen, de Arabische wereld en hun sympathisanten aangehaald als het bewijs dat het zogenaamde ‘recht op terugkeer’ verankerd is in internationaal recht. Deze resolutie is echter geen internationaal recht maar deed slechts aanbevelingen. Bovendien is zij door zowel Israël als de Arabische staten afgewezen.

Er is in de daaropvolgende jaren, en dit gaat door tot vandaag de dag, een onophoudelijke stroom anti-Israël resoluties aangenomen door de Algemene Vergadering, die echter geen internationaal recht vormen en slechts de geloofwaardigheid in Israël van de Verenigde Naties diep hebben aangetast. Nog steeds wordt Palestijns terrorisme niet veroordeeld in deze resoluties, omdat er een automatische meerderheid is van de islamitische landen en derde wereldlanden die voor iedere anti-Israël resolutie stemmen. Ook werd Israëls lidmaatschap van het Aziatische blok in de VN altijd geblokkeerd door de Arabische staten, en pas in 2000 is zij toegelaten tot het Westerse en Andere Landen blok, waardoor zij eindelijk een (bijna) volwaardige positie heeft in de VN en deel kan nemen aan de besprekingen van belangrijke VN lichamen.

Relevant voor het conflict is met name Veiligheidsraad resolutie 242 , kort na de Zesdaagse Oorlog aangenomen, die oproept tot terugtrekking uit bezette gebieden en het erkennen van de grenzen en territoriale integriteit van alle landen in de regio. De Palestijnen en hun sympathisanten stellen vaak ten onrechte dat deze resolutie tot onmiddellijke en onvoorwaardelijke terugtrekking van Israël uit alle bezette gebieden oproept. De Amerikaanse onderhandelaars hebben later expliciet gesteld dat het woordje ‘de’ bewust was weggelaten omdat de precieze grenzen in een vredesverdrag moeten worden vastgesteld, en Israëls grenzen ook veilig moeten zijn.

Wat betreft de ‘onwettigheid van de nederzettingen‘ verwijst UCP naar de Vierde Geneefse Conventie, waar staat dat een land niet een deel van zijn eigen bevolking naar bezet gebied mag verplaatsen. Deze conventie is vlak na de Tweede Wereldoorlog opgesteld, en het gezaghebbende commentaar van het Rode Kruis op dit artikel bevestigt dat artikel 49 (“Deportations, Transfers, Evacuations”) bedoeld was om de gedwongen verplaatsing van burgers te voorkomen, en zo de lokale bevolking te beschermen tegen ontheming. Israël heeft haar burgers niet gedwongen verplaatst en het artikel legt geen beperkingen op aan de vrijwillige vestiging van personen. Het is zeker niet zo, zoals veelal beweerd, dat internationaal recht het Israël verbiedt om ook maar iets in de bezette gebieden te doen. Dan zou alle ontwikkeling daar al 40 jaar hebben stilgelegen.

4. Organisaties en financiering

 De overheid geeft subsidie op verschillende gronden, en het is zeker niet zo dat alleen organisaties die precies haar standpunt uitdragen voor subsidie in aanmerking komen. Criteria zijn dat er behoefte moet zijn aan een dergelijke organisatie, hij moet een zeker maatschappelijk nut hebben en de markt moet zelf niet adequaat in de behoefte kunnen voorzien. Uiteraard verschillen de verschillende politieke partijen van mening over de vraag wanneer dat laatste het geval is, en hoe groot het maatschappelijk nut is van een bepaalde organisatie of project.

 Wat betreft UCP is er in de eerste plaats geen sprake van maatschappelijk nut, want zij draagt niet bij aan meer bewustwording over het conflict, toenadering tussen beide partijen, creatieve oplossingen voor het conflict, of het Nederlandse beleid ten aanzien van het Midden-Oosten. Bovendien voorziet de markt al ruimschoots in Israël-kritische organisaties en individuen, die geregeld de krantenkolommen vullen of op TV te zien zijn om hun visie op het conflict te geven, die naar de Palestijnse gebieden en Israël reizen en daar contacten leggen c.q. onderhouden, die plaatselijke groeperingen steunen etc. Het Israëlisch-Palestijns conflict staat meer in de belangstelling dan welk ander conflict ook. Iedere krant of omroep heeft zowat een eigen correspondent in het gebied, en er worden geregeld zogenaamde achtergronddocumentaires uitgezonden, waarin ook weer meestal vooral kritiek op of misstanden door Israël centraal staan. Het zou dus meer voor de hand liggen dat de overheid organisaties die informatie geven over Tibet, West-Sahara, Soedan of over de Koerden zou subsidiëren, want daar is zelden een achtergrondprogramma of een hele krantenpagina over te vinden. Bovendien zou het, als al tot subsidie inzake het Israëlisch-Palestijns conflict wordt besloten, voor de hand liggen organisaties te subsidiëren die een ander geluid laten horen dan dat nu dominant is, die op een waarlijk creatieve en vernieuwende manier te werk gaan, en die daarbij het Nederlandse overheidsbeleid inzake het conflict niet tegenwerken.

a. Kamervragen

Er zijn meermaals kamervragen gesteld naar aanleiding van activiteiten van UCP, zoals naar aanleiding van de reis naar Israël van Duisenberg en andere vrouwen, en het concert waar D.A.M. optrad. In reactie op kamervragen naar aanleiding van het eerste antwoordt toenmalig minister van ontwikkelingssamenwerking Agnes van Ardenne de kamer  als volgt (13 november 2002):

 “Ik ben het met u eens dat het onwenselijk is dat Nederlandse medefinancieringsorganisaties gelden van de Nederlandse overheid zouden aanwenden voor uitsluitend eenzijdige politieke activiteiten die bovendien weinig relevantie zouden hebben voor de doelstellingen van de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking. In de subsidie-beschikkingen van de MFO’s is hieromtrent een tweetal artikelen opgenomen. Eén artikel bepaalt dat de MFO’s zich onthouden van activiteiten die tot doel hebben de onafhankelijkheid van een staat te ondermijnen of een wettige regering ten val te brengen met onwettige middelen. […] In een tweede artikel wordt bepaald dat de MFO’s bij activiteiten ten laste van de subsidie rekening houden met het beleid van de Minister. Indien grond bestaat voor het oordeel dat financiering niet verenigbaar is met het beleid van de Minister, treedt de MFO in overleg met de Minister.”

Ondanks het feit dat het eerste ontegenzeggelijk het geval is, en de MFO’s in dit geval bepaald geen rekening houden met het beleid van de minister, is het nog nooit van een dergelijk overleg gekomen. Op latere kamervragen gaf de minister precies hetzelfde antwoord. Het rapport over UCP concludeert dan ook:

De raison d’être van United Civilians for Peace is het voeren van een volkomen eenzijdige politieke campagne, een continue hetze tegen Israël. Die hetze kan en mag niet met Nederlandse en Europese subsidies gesteund worden. Na kamervragen over het rapfeest in De Melkweg schreven de ministers Bot en Van Ardenne-Van der Hoeven dat “het onwenselijk zou zijn dat Nederlandse medefinancieringsorganisaties gelden van de Nederlandse overheid zouden aanwenden voor uitsluitend eenzijdige politieke activiteiten die bovendien weinig relevantie zouden hebben voor de doelstellingen van de Nederlandse ontwikkelingsorganisaties”.

Met de beste wil van de wereld konden wij er niet achterkomen hoe de puur politieke, uiterst eenzijdige lobby-activiteiten van United Civilians for Peace relevantie hebben voor zelfs maar één doelstelling van de Nederlandse ontwikkelingsorganisaties, of van het beleid van de Nederlandse regering of van de Europese Unie. Dat het werk van UCP daarnaast vooral polariserend werkt en dus niet bepaald een constructieve bijdrage lijkt te kunnen leveren aan het vinden van een rechtvaardige en vreedzame oplossing van het Palestijns-Israëlisch conflict is nog een reden waarom Den Haag en ook Brussel er goed aan zouden doen hun (indirecte) financiële steun aan United Civilians for Peace te heroverwegen. Bovendien zouden de in United Civilians for Peace samenwerkende medefinancieringsorganisaties tekst en uitleg moeten geven over in ieder geval een deel van hun activiteiten met betrekking tot het Palestijns-Israëlisch conflict.

Naar aanleiding van het hier besproken CIDI-rapport zijn er opnieuw kamervragen gesteld door Van Balen (VVD). Het antwoord van minister Koenders van Ontwikkelingssamenwerking, mede namens minister Verhagen van Buitenlandse Zaken, op deze vragen ‘over activiteiten en doelstellingen en subsidiëring van het samenwerkingsverband United Civilians for Peace (UCP)’:

Vraag 1:  Hebt u kennisgenomen van de CIDI-publicatie “United Civilians tegen Israël” van 10 oktober jl. en het daarmee corresponderende artikel in de Telegraaf van 25 oktober jl.?
Antwoord:  Ja.

Vraag 2:  Deelt u de mening van het Centrum Informatie en Documentatie over Israël (CIDI) dat de activiteiten van UCP, die via de medefinancieringsorganisaties Novib, ICCO en Cordaid indirect door de Nederlandse overheid worden gesubsidieerd, direct indruisen tegen het Nederlandse beleid ten aanzien van het Midden-Oosten-Vredesproces (MOVP) in het algemeen en de dialoog tussen Israël en de Palestijnse Autoriteit (PA) in het bijzonder?

Vraag 3:  Deelt u de mening dat het UCP haar jaarlijkse budget van € 500.000 misbruikt voor een eenzijdige campagne tegen Israël, waarbij de schending van de mensenrechten door Palestijnse en Arabische instellingen en groepen en de negatieve rol van Iran in de regio worden gebagatelliseerd ten opzichte van het optreden van Israël?
Antwoord:  De regering constateert dat de rol van UCP vooral gericht is op beleidsbeïnvloeding en lobbying. De organisatie deelt niet alle inzichten van de regering over het MOVP en de Israëlisch-Palestijnse dialoog en draagt ook andere meningen uit dan die van de regering. Dit betekent echter niet dat van misbruik van de middelen die aan UCP zijn toegekend, kan worden gesproken. Dat is in eerste instantie ter beoordeling aan de rechtstreekse financiers van UCP, zijnde de betrokken medefinancieringsorganisaties (MFO’s) en IKV/Pax Christi. Het ministerie beoordeelt of deze financiers zich houden aan de verplichtingen die hun bij de subsidiebeschikking opgelegd zijn. In deze beschikking is een aantal algemene regels vastgelegd waaraan hun activiteiten dienen te voldoen. Zij dienen met name “rekening [te] houden met het beleid van de Minister” en “zich [te] onthouden van activiteiten die tot doel hebben de onafhankelijkheid van een staat te ondermijnen […]”. Naar onze mening handelen de betrokken organisaties bij de uitvoering van hun activiteiten vooralsnog niet in strijd met deze verplichtingen. De verplichting om rekening te houden met het beleid wil niet zeggen dat men het eens moet zijn met dat beleid; ook is ons niets gebleken van actieve steun aan organisaties als Hamas, die de staat Israël willen vernietigen. De regering zal er ook op toezien dat dat niet het geval is.

Vraag 4:  Bent u bereid deze werkwijze bij het UCP en bij de betrokken medefinancieringsorganisaties (mfo’s) aan de orde te stellen en aan te dringen op een evenwichtige benadering van het Israëlisch-Palestijnse conflict en het MOVP?
Antwoord:  Tussen het ministerie en de betrokken organisaties vindt regelmatig overleg plaats. In deze dialoog worden onder meer hun publicaties besproken en wordt waar nodig gewezen op feitelijke onjuistheden in hun analyses en/of aanpak. De ervaring is dat deze organisaties vatbaar zijn voor argumenten en kritiek.

Vraag 5:  Bent u bereid, indien uw optreden overeenkomstig het bovenstaande punt 4 niet tot resultaat leidt, de subsidies aan de genoemde mfo’s (gedeeltelijk) te heroverwegen?
Antwoord:  Mocht het zo zijn dat de MFO’s en IKV/Pax Christi zich niet houden aan de bepalingen van de subsidiebeschikking, dan zal het ministerie niet aarzelen maatregelen te treffen. Dat zou ook tot de (gedeeltelijke) inhouding van subsidiegelden kunnen leiden. Daartoe bestaat nu geen enkele aanleiding.

Het is opvallend dat herhaalde kamervragen en het duidelijk overtreden van de regels wat dit betreft nooit tot enige actie tegen de MFO’s heeft geleid, zelfs niet een verhelderend gesprek. Zoals de media hier geen aandacht aan besteden, en liever Van Agt in de uitzending of op de opiniepagina hebben staan dan een serieuze discussie over de rol van de ontwikkelingsorganisaties en het door hun gefinancierde UCP te voeren, zo negeert ook de regering de kritiek. Het wordt tijd dat hier verandering in komt.

b. Financiering van UCP en medefinancieringsorganisaties

 Zoals eerder aangegeven wordt UCP geheel uit het budget van Oxfam-Novib, ICCO en Cordaid betaald. Uiteraard pleit het CIDI er niet voor de subsidie aan die organisaties geheel stop te zetten, maar door de zogenaamde communicerende vaten is niet vast te stellen hoeveel ontwikkelingsgeld daadwerkelijk naar UCP gaat, en ook als men zegt hiervoor slechts donaties te gebruiken is duidelijk dat men die ruimte heeft doordat men overheidssubsidies voor andere zaken kan inzetten. Het probleem is bovendien breder dan UCP alleen, want Oxfam-Novib en ICCO organiseren ook los van UCP anti-Israël activiteiten en Cordaid heeft de fel anti-Israëlische en anti-joodse VN conferentie in Durban tegen racisme in 2001 financieel gesteund. Het CIDI rapport stelt vast:

 In geen van de online te vinden jaarverslagen van de vijf deelnemende organisaties staat precies vermeld hoeveel geld zij in UCP steken, maar het staat vast dat United Civilians for Peace financieel volledig van de vijf afhankelijk is. Al die vijf organisaties zouden hun werk zonder overheidssubsidies niet kunnen doen, hun begroting bestaat immers grotendeels uit zulke subsidies: ICCO 80%, Cordaid 70%, Oxfam-Novib 57%, IKV 90%, Pax-Christi 47%. Ook al hebben alle in UCP deelnemende organisaties aanvullende inkomstenbronnen, volgens de wet van de communicerende vaten kan worden gesteld, dat ook UCP bij de gratie van overheidssubsidies bestaat. Een organisatie die ruim in zijn overheidsmiddelen zit, kan immers gemakkelijker geld vrijmaken voor zijn politieke hobbyisme, dan eentje die voor zijn ontwikkelingswerkzaamheden alle centen bijeen moet schrapen.

 c. Organisatie

 Het rapport hekelt verder het feit dat men niet eerlijk is over de nauwe verbondenheid tussen UCP en de deelnemende organisaties, en het doet voorkomen alsof UCP geheel autonoom is. Volgens het rapport wordt de schijn gewekt dat “United Civilians for Peace vooral als een uitlaatklep functioneert die die medewerkers de mogelijkheid biedt bepaalde politieke uitspraken te doen die ze zonder de “dekmantel” van UCP minder gauw zouden kunnen ventileren”, een indruk die volgens de auteurs werd versterkt tijdens een persoonlijk gesprek met drie medewerkers van ICCO.

5.  Andere conflicten

Het rapport contrasteert de houding in het Israëlisch-Palestijns conflict van de deelnemende ontwikkelings- en vredesorganisaties met het beleid inzake Darfoer. Op IKV na stelt men zich uitermate gereserveerd op waar het de veroordeling van de zware mensenrechtenschendingen door de Soedanese regering betreft en de roep om een interventiemacht en sancties. Het rapport geeft voorbeelden van dit opvallende verschil in benadering van diverse medewerkers van de aan UCP deelnemende organisaties. De conclusie luidt dan ook:

Wat voor Darfur geldt, geldt voor diverse regio’s in de wereld, gebieden en landen waar ICCO, Cordaid, Oxfam-Novib actief zijn. Zimbabwe, Rwanda, Tadzjikistan, Pakistan, en China zijn maar een paar van de landen waar de organisaties werken en al dan niet namens of in plaats van de Nederlandse overheid met plaatselijke organisaties samenwerken, en waar mensenrechten met voeten worden getreden. Toch horen of zien we van vertegenwoordigers van ICCO, Oxfam-Novib, of Cordaid zelden of nooit een roep om wat voor sancties of strafmaatregelen dan ook tegen de regeringen in Harare, Kigali, Doesjanbe, Islamabad of Bejing. Het is veelzeggend dat ICCO, Cordaid, Oxfam-Novib, Pax Christi, en IKV destijds besloten om nu juist waar het Israël ( en de Palestijnen ) betreft een apart samenwerkingsverband op te richten, en dat dat samenwerkingsverband niet gericht is op heuse hulpverlening – de daadwerkelijke hulpactiviteiten van de in UCP deelnemende organisaties in de Palestijnse gebieden en Israël worden uitsluitend door of via de afzonderlijke organisaties uitgevoerd – maar op propaganda- en lobby-activiteiten. 

6. Conclusie

UCP doet zich voor als mensenrechtenorganisatie maar heeft alleen oog voor Israëlische mensenrechtenschendingen. Hoewel men zegt ‘boven het conflict’ te staan, werkt men samen met allerlei (pro) Palestijnse organisaties. Zo heeft men verleden jaar nog 20.000 Euro aan Gretta Duisenbergs ‘Stop de Bezetting’ overgemaakt. UCP is dan ook in feite een anti-Israël lobby club waarvan het voornaamste doel is om de druk op Israël te vergroten door een eenzijdig en zwart-wit beeld van het conflict te schetsen. Men heeft verschillende onderzoeken laten uitvoeren naar het draagvlak onder de bevolking voor diverse ‘drukmiddelen’ (lees: sancties) tegen Israël en men roept geregeld op tot opschorten van het associatieverdrag.

Het heeft er de schijn van dat de ontwikkelingsorganisaties die in UCP participeren haar gebruiken als ‘uitlaatklep’ om radikalere dingen te kunnen doen dan onder de naam van hun eigen organisaties mogelijk is. Men voelt wel aan dat oproepen tot boycots of sancties gevoelig liggen bij een deel van de bevolking en niet helemaal in het plaatje van ontwikkelingshulp passen. Omdat UCP geheel door Oxfam-Novib, ICCO en Cordaid wordt gefinancierd, en zij voor het merendeel van hun uitgaven worden gesubsidiëerd door de overheid, wordt UCP dus indirect door de overheid gesubsidiëerd. UCP is bovendien veel minder onafhankelijk dan men het graag doet voorkomen, houdt kantoor op het ICCO en de voorzitter wordt bij toerbeurt door een van de organisaties geleverd.

De ideeen en werkwijze van UCP staan haaks op het regeringsbeleid dat gericht is op het stimuleren van onderhandelingen tussen beide partijen en probeert om een onafhankelijke, bemiddelende rol te spelen. De Nederlandse regering geniet bij beide partijen een zeker vertrouwen en geloofwaardigheid.
Over UCP, haar activiteiten en de subsidie die zij (indirect) ontvangt zijn meermaals kamervragen gesteld, de laatste keer naar aanleiding van het rapport van het CIDI.

Er zijn andere organisaties die daadwerkelijk gericht zijn op het bevorderen van samenwerking en vrede tussen Israël en de Palestijnen, die een betere bestemming zouden zijn voor het Nederlandse overheidsgeld dat nu naar UCP gaat.
UCP is onderdeel van een trend waarin er steeds meer aandacht en begrip is voor het Palestijnse narratief, en onder het mom van vrede en mensenrechten Israël wordt gedemoniseerd en als schurkenstaat apart gezet.

 


© Dit artikel is copyright Israël-Palestina Informatie, afgezien van onderdelen waarvoor andere bronnen worden vermeld. Voor overname gelieve kontakt met ons op te nemen via het e-mail adres. Beperkte citaten voorzien van een link naar deze webpagina zijn toegestaan.


 
Zie ook….

Over subsidies aan anti-Israël NGO’s

IMO blog Ratna:
Strijd tegen Israel gevochten met Nederlandse subsidie (1)
Strijd tegen Israel gevochten met Nederlandse subsidie (2)

Over UCP
IMO blog Ratna:
Antoine Bodar en de UCP versie van het Israelisch-Palestijns conflict
Opinieonderzoek United Civilians for Peace
United Civilians for Peace en het anti-Israelisme
UCP over Israel als Joodse staat
GroenLinks met UCP naar Israel en de Palestijnse Gebieden
Spray4justice – met Ali B. naar Palestina
Rap4Violence
Netwerk reportage n.a.v. CIDI rapport 2007:
Onderzoek naar United Civilians for Peace
Keesjmaduraatje:
Geen subsidie meer voor de United Civilians for Peace

Over Gretta Duisenberg en Stop de Bezetting
Israel-Palestina.Info:
Gretta Duisenberg & Paul Witteman
Gretta Duisenberg’s krokodillentranen
IMO blog Ratna:
Gretta Duisenberg op Islamonline
Het antisemitisme van Stop de Bezetting
Stop de leugens van Stop de Bezetting

Over het Palestina Komitee
Israel-Palestina.Info:
Palestina Komitee ijvert voor einde van Israël (Reformatorisch Dagblad)

 

Comments are closed.