Mythes over Israël, de Holocaust en de Joodse lobby

Laatste update 16-10-2012

  1. DE PALESTIJNEN BOETEN VOOR EUROPESE ZONDEN
  2. ISRAEL IS OPGERICHT VANWEGE DE HOLOCAUST
  3. ISRAEL MISBRUIKT DE HOLOCAUST
  4. KRITIEK OP ISRAEL KAN NIET
  5. DE JOODSE LOBBY

NB: Absurde mythes (leugens) als dat er nooit een Holocaust zou zijn geweest, of Palestijnen een even erge of ergere “Holocaust” doormaken als de Joden destijds, laten we hier buiten beschouwing, daar geen zinnig mens die serieus zal nemen.

Zie voor index mythes: Mythes en misvattingen over het Israëlisch-Palestijnse conflict

Zie voor een algemene analyse van de veranderende beeldvorming over het conflict: Beeldvorming over Israël en de Palestijnen en de media

 


DE PALESTIJNEN BOETEN VOOR EUROPESE ZONDEN

* De Palestijnen moeten voor de Holocaust boeten, terwijl zij hier niks mee te maken hadden

Het is niet helemaal waar dat de Palestijnen niks met de Holocaust te maken hadden. Een van hun belangrijkste leiders, de Moefti van Jeruzalem Haj Amin Al Husseini, stond achter de nazi’s en speelde een actieve rol tijdens de Tweede Wereldoorlog (zie Dictionary Haj Amin el Husseini ). Hij maakte geen geheim van zijn antisemitische ideeën en zette de Arabieren in verschillende opstanden op tegen de Joodse gemeenschap in Palestina. Zo werd de Joodse gemeenschap in Hebron, die daar eeuwenlang in vrede met de Arabieren had geleefd, in 1929 aangevallen door door de Moefti opgehitste menigten, waarbij 60 Joden werden vermoord (zie The Hebron Massacre of 1929 ). Sommige Arabische bewoners van Hebron boden de Joden onderdak om aan deze pogrom te ontkomen. (NB: de extremistische Joodse kolonisten die nu in Hebron wonen zijn geen afstammelingen van deze gemeenschap, maar gebruiken de geschiedenis om hun claim op deze stad te rechtvaardigen). Ook hielp de Moefti om het Duitse antisemitisme in de Arabische wereld te verspreiden door voor de nazi’s radio uitzendingen in het Arabisch te verzorgen.

De moefti in Bosnië met een nazi-recruut

Na de oorlog verklaarde de Moefti aan de Britten dat Hitlers ‘oplossing van het Jodenvraagstuk’ ook in Palestina toegepast zou moeten worden. Naast de Moefti waren er andere Arabische leiders, veelal van dezelfde radicale Hoesseini-clan, die er dergelijke ideeën over de Joden op na hielden, en deze ook niet onder stoelen of banken staken, zoals Musa Kazim El Husseini, voormalige burgemeester Jeruzalem, in 1921: “De Joden behoren tot de actiefste voorsprekers van vernietiging in veel landen… Het is bekend dat het uiteenvallen van Rusland geheel of grotendeels door de Joden veroorzaakt werd, en een groot deel van het verlies van Duitsland en Oostenrijk moet hen ook aangerekend worden.” (Benny Morris, Righteous Victims, Knopf 1999, pag. 99)

Onder druk van de Arabieren, en met name na de Arabische opstand van 1936-1939, werd Joodse immigratie naar Palestina drastisch ingeperkt. Dit gebeurde juist in een periode waarin veel Joden in Europa wanhopig op zoek waren naar een veilige haven. Nadat ook de VS haar poorten had gesloten voor vluchtelingen zaten zij als ratten in de val. Waren de poorten van Palestina open gebleven, dan had dit vele Joden kunnen redden.

Door de Joodse immigratie waren de Arabieren niet in de knel gekomen. Pas nadat zij in 1947 het VN delingsplan verwierpen en een oorlog begonnen, werden ze hard getroffen door de gevolgen daarvan. Zonder de verschillende Arabische opstanden in de jaren ’20 en ’30 was er waarschijnlijk geen delingsplan gekomen, en hadden de Arabieren zich er bij moeten neerleggen dat Palestina niet een puur Arabische staat zou worden maar waarschijnlijk uiteindelijk een Joodse meerderheid had gekregen. Volgens sommigen is het onrechtvaardig dat de Arabieren in (een deel van) Palestina geen zelfbeschikking kregen in een Arabische staat. Daarbij wordt voorbij gegaan aan het feit dat de Joden oorspronkelijk een Midden-Oosters volk zijn en er ook in de Arabische wereld ongeveer een miljoen Joden leefden. Dat de Joden zelfbeschikking kregen op circa 1% van het grondgebied van het Midden-Oosten lijkt dan ook niet onredelijk.

De Joden wilden geen eigen nationaal thuis in Palestina vanwege de Holocaust, maar vanwege het groeiende antisemitisme in Europa en een verlangen naar het land van hun voorvaderen terug te keren en weer een natie te vormen. Voorzover dit ten koste van de Arabieren ging, hebben zij niet moeten ‘boeten’ voor de Holocaust, maar voor het feit dat er naast het Arabische nationalisme nog een andere, even legitieme nationale beweging in het Midden-Oosten kwam die een stukje van ‘de koek’ opeiste.

ISRAEL IS OPGERICHT VANWEGE DE HOLOCAUST

* Israël is vanwege de Holocaust aan de Joden gegeven. Israëli’s moeten hier dankbaar voor zijn en zich wat bescheidener opstellen

Israël is weliswaar in 1948, drie jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog, gesticht maar de Zionisten waren al vanaf eind 19e eeuw bezig het land te ontginnen en dorpen en steden te bouwen. De Joden hebben hun staat niet op een presenteerblaadje aangeboden gekregen, maar hier hard voor gewerkt. Ruim voordat de oorlog begon functioneerde de Joodse gemeenschap in Palestina al als een semi-autonome staat met eigen instituties, belastingen, een ondergronds leger en een vakbond. De Yishuv (pre-1948 Joodse gemeenschap in Palestina) kreeg geen internationale steun behalve van Joden in de diaspora.

De Holocaust (Shoah) speelde wel mee in de VN-beslissing uit 1947 om het land in twee staten te delen, maar was niet de enige motivatie. Vanwege het aanhoudende geweld en verzet van beide volken tegen de Britten, hadden zij in 1947 het mandaat teruggegeven aan de VN. Het was inmiddels duidelijk geworden dat beide volken niet vreedzaam in één staat konden leven.

Het is vreemd om het recht van de Joden op zelfbeschikking met de Holocaust te rechtvaardigen: dit impliceert dat zij hier zonder de Holocaust geen recht op hadden gehad. Echter het Britse Mandaat, dat voorzag in een Joods thuis, was door de Volkenbond in 1922 toegekend. Het Zionisme, en Joodse aanwezigheid in Palestina, bestonden al lang voor de Holocaust. (Zie ook Israel and the Holocaust II.)

De Holocaust toonde definitief aan dat de Joden als minderheid in andere landen niet veilig waren, en bevestigde op tragische wijze de noodzaak van een eigen staat. Dit heeft zeker bijgedragen aan de populariteit van het Zionisme onder Joden, en sympathie van andere landen. Anderzijds beroofde de Holocaust de Joodse gemeenschap in Palestina van een enorm potentieel aan immigranten. Sommige mensen menen dan ook dat Israël een succes is geworden ondanks de Holocaust.

Israëli’s hoeven nergens dankbaar voor te zijn. Er was sympathie voor de nieuwe Joodse staat, maar wanneer het nodig was bleef steun merendeels uit. Zo greep de VN niet in toen de Arabische staten in weerwil van VN resolutie 181 Israël direct na de uitroeping van de staat binnenvielen. Sterker nog, toen Israël aanvankelijk dreigde te verliezen deden voorstellen binnen de VN de ronde waarin aan Arabische eisen werd toegegeven en de grootte en soevereiniteit van de nieuwe Joodse staat verder zou worden ingeperkt. Een belangrijke motivatie voor het uitroepen van de onafhankelijkheid waren de honderdduizenden Joodse vluchtelingen en overlevenden van de Holocaust die Palestina niet in mochten van de Britten (velen probeerden Palestina te bereiken op illegale boten maar werden doorgaans onderschept en dan ofwel teruggestuurd of op Cyprus gedetineerd). De behulpzaamheid van de buitenwereld kende dus zo zijn grenzen. Het is overigens nogal aanmatigend dankbaarheid te verwachten voor een recht dat anderen zich al lang hebben toegeëigend.

ISRAEL MISBRUIKT DE HOLOCAUST

* Israël misbruikt de Holocaust voor politieke doeleinden, terwijl de Zionisten juist heel weinig deden om de slachtoffers te redden.

De wereld gegijzeld door de Joden??

De Holocaust wordt – helaas- aan beide kanten misbruikt voor politieke doeleinden. Sommige Palestijnen en Arabieren, en ook hun westerse sympathisanten, vergelijken graag de situatie van de Palestijnen met die van de Joden tijdens de Holocaust. Gaza wordt ‘een groot concentratiekamp’ genoemd, en Israëlische soldaten worden met de kampbewakers vergeleken. Sommige kolonisten vergeleken diezelfde soldaten tijdens de ontruiming van de Gazastrook met de Nazi’s, die de Gazastrook ‘Judenrein’ maakten door alle kolonisten te ‘deporteren’. Deze vergelijkingen zijn misselijkmakend en een belediging voor de slachtoffers van de Nazi’s.

Sommige anti-Zionisten beschuldigen de Zionisten en Israël ervan te weinig voor de (potentiële) slachtoffers te hebben gedaan voor, tijdens maar ook na de Holocaust, en zelfs dat de Holocaust hen wel goed uitkwam om meer steun voor een Joodse staat te kunnen krijgen. De macht en mogelijkheden van de Zionisten vóór de stichting van Israël wordt hierbij zwaar overdreven, en de beschuldigingen zijn vaak gebaseerd op onjuiste informatie. Zowel onder Joden als niet-Joden, Zionisten en anti-Zionisten, waren er mensen die met de Nazi’s collaboreerden, ofwel uit nobele motieven om zoveel mogelijk levens te redden, ofwel om zijn eigen hachje te redden. De Zionisten speelden in op het antisemitisme van de Nazi’s en probeerden hun medewerking te krijgen voor de emigratie van Duitse Joden naar Palestina. Hier is de zogenaamde Havara of Hesder overeenkomst uit 1933 uit voort gekomen, die Duitse Joden toestond naar Palestina te emigreren in ruil voor de waarde van hun bezittingen in contanten. Deze overeenkomst heeft zeker 60.000 Joden gered.

Het is logisch dat de Holocaust een grote rol speelt in het denken en handelen van veel Joden en Israëli’s. In een van Israëls eerste toespraken voor de VN zei de Israëlische afgevaardigde dat Israël had besloten dat zoiets als de Holocaust nooit meer zou gebeuren. Velen schrijven Israëls successen op het slagveld toe aan een sterke en diepgewortelde motivatie ‘zich niet meer als makke schapen naar de slachtbank te laten leiden’. Aangezien vele overlevenden en hun kinderen in zowel de 1948 als 1967 oorlog meevochten, en de Arabieren openlijk spraken over de vernietiging van Israël en de vele slachtoffers die ze zouden maken, is dit niet zo vreemd. Tegelijkertijd is de Holocaust ook een inspiratiebron voor Joodse vredesactivisten, die menen dat een volk dat als geen ander weet wat het is vervolgd, vertrapt en uitgemoord te worden, juist het goede voorbeeld zou moeten geven en een ‘licht onder de naties’ zou moeten zijn. Dat klinkt nobel uit de mond van een Israëli, maar wanneer Amerikanen of Europeanen met dit argument hun pijlen wel erg specifiek op Israël richten, heeft het een nare bijklank.

Israël (alsmede Zionistische organisaties in de VS) speelt een beetje de rol van waakhond tegen antisemitisme en spreekt andere landen hierop aan. Men is hierin soms behoorlijk assertief. Zo riep Sharon in 2005 de Franse Joden op naar Israël te emigreren vanwege het sterk toegenomen antisemitisme aldaar, tot irritatie van de Franse regering. Sommige mensen vinden het hypocriet dat Israël andere landen de les leest over antisemitisme terwijl het zelf de Palestijnen onderdrukt. Zij vergeten dat veel landen die Israël de les lezen over de bezetting, het zelf ook niet even nauw nemen met de mensenrechten en hun eigen minderheden onderdrukken. Sommige Israëli’s storen zich er op hun beurt aan dat Europeanen hun de les lezen terwijl die de Joden eeuwenlang hebben vervolgd en uitgemoord tijdens de Holocaust. Ieder land komt op voor zijn eigen volk en belang, en Israël is hierop geen uitzondering. De notie dat Israël in het bijzonder zich bescheidener zou moeten opstellen is besides the point. Er is meer voor te zeggen dat wij, Europeanen ons wellicht wat bescheidener moeten opstellen. Waar is immers meer gevochten en meer bloed vergoten dan in Europa?

KRITIEK OP ISRAEL KAN NIET

* Israël is boven kritiek verheven. Wie het bekritiseert wordt steevast voor antisemiet uitgemaakt.

Een van vele antisemitische cartoons

Het is waar dat critici van Israël soms onterecht voor antisemiet worden uitgemaakt. In het verleden gebeurde dit omdat men kritiek op Israël ongepast vond na de verschrikkingen van de Holocaust, en omdat Israël alom als de David tegen een vijandige Arabische wereld werd gezien. Kritiek werd al gauw geïnterpreteerd als sympathie voor de vijanden van Israël en de Joden, en sommige critici hadden die sympathie wellicht ook echt. Kritiek op Israël kwam aanvankelijk vooral uit radicale hoek (communisten die de anti-Zionistische Sovjet-lijn volgden en fascisten). De beschuldiging van antisemitisme komt tegenwoordig niet zozeer voort uit het feit dat Israël boven kritiek verheven zou zijn, maar juist omdat het zo fel en veelvuldig wordt bekritiseerd. Israëli’s en anderen die het voor Israël opnemen hebben veelal het gevoel dat Israël juist meer bekritiseerd wordt dan welk ander land ter wereld ook. Het is misschien ironisch, dat zij daarbij evenals Israëls critici wijzen op bijvoorbeeld de vele VN-resoluties tegen Israël en het feit dat Israël meer dan enig ander land door de VN mensenrechtencommissie is veroordeeld. Een mensenrechtencommissie die is voorgezeten door Libië en als leden o.a. Soedan, Cuba en Iran kent. Men heeft dan ook terecht het gevoel dat er met twee maten wordt gemeten.

Israël en het Midden-Oosten conflict staan in de schijnwerpers. Als een Israëlische soldaat een Palestijns kind doodt of als er een aanslag in Israël is gepleegd, haalt dit vaak het Acht Uur Journaal, terwijl in Soedan, Kongo of Syrië een veelvoud aan onschuldige burgers worden gedood. Pro-Israëli’s beklagen zich erover dat aanslagen die tot doel hebben zoveel mogelijk burgers om te brengen moreel op één lijn worden gesteld met Israëlische ‘anti-terrorisme acties’, waarbij men juist onschuldige slachtoffers wil ontzien. Bovendien is er volgens hen te weinig aandacht voor het antisemitisme in de Arabische wereld en de systematische steun die radicale groeperingen krijgen vanuit Arabische landen. Pro-Palestijnen op hun beurt vinden dat er juist teveel aandacht wordt besteed aan Palestijnse aanslagen in vergelijking met de dagelijkse vernederingen van de bezetting. De media kunnen het wat dit betreft nooit goed doen. Feit is wel dat, met name sinds de tweede intifada, de Palestijnse kant veel aandacht krijgt, en de bezetting een centrale positie inneemt in de berichtgeving. De notie dat Israël boven kritiek is verheven is of kritiek nog steeds erg moeilijk ligt is dan ook onjuist. (Zie ook artikel “Beeldvorming over Israël en de Palestijnen“)

Volgens sommige Zionisten is het stelselmatig zwart maken van Israël en met name het ontkennen van haar bestaansrecht een vorm van antisemitisme. Immers, Israël is de enige Joodse staat en haar bestaansrecht ontkennen betekent dat men het recht op zelfbeschikking van de Joden ontkent. Waarom zouden alleen de Joden geen recht op zelfbeschikking hebben in een wereld vol met natie-staten? Men heeft er – gezien het Arabische antisemitisme – terecht twijfels over of Joden als minderheid in een door Arabieren gedomineerde staat wel veilig zouden zijn. Tweeduizend jaar leven in de diaspora was geen onverdeeld succes.

Ook het feit dat Israël wordt veroordeeld voor zaken (gebied bezetten, mensenrechten schenden, minderheden discrimineren) die andere landen straffeloos (en vaak in nog ergere mate) doen, wijten sommigen aan antisemitisme. Dat is niet altijd terecht. We stellen ook hogere eisen aan Israël omdat het een Westerse democratie is. Het is bovendien makkelijker om in Israël en de bezette gebieden kritische journalistiek te bedrijven dan in bijvoorbeeld Soedan of Kongo. Voor mensenrechten-organisaties is het makkelijker om aan gegevens te komen en gevangenen of Israëlische mensenrechtenactivisten te spreken dan in landen met een dictatoriaal regime. Daarnaast lijken we van de Joden soms extra moreel gedrag te verwachten juist vanwege de verschrikkingen die zijzelf hebben meegemaakt. Dat lijkt oppervlakkig gezien misschien logisch, maar is eigenlijk vreemd: stel dat in een rechtszaak de slechte jeugd van een verdachte niet als verzachtende maar verzwarende omstandigheid zou gelden? Terecht mag iemands eigen verleden nooit op zo’n manier tegen iemand worden gebruikt. Deze opvatting is dan ook ongepast, vooral wanneer zij van niet-Joden afkomstig is.

Soms gaan mensen die het voor de Palestijnen opnemen echter ver over de grens, zoals wanneer Gretta Duisenberg beweert dat Joden de Zuid-Amsterdamse restaurants dreigen te bezetten zoals zij ook de Westoever bezetten, of als beweerd wordt dat Joden de media beheersen en teveel macht hebben, of Israël de VS tot de invasie in Irak hebben genoopt of zelfs achter de aanslagen op de Twin Towers zit om zo de Amerikanen tegen de moslims op te zetten. Ook de Wereldconferentie Tegen Racisme van de VN in 2001 in Durban, en met name het gedeelte dat door NGO’s (Non Governmental Organisations) werd georganiseerd, ging duidelijk over de grens (zie artikel “In naam van het ideaal”). Met name radikaal pro-Palestijnse organisaties en individuen gaan geregeld de fout in en laten daarmee zien dat er wel degelijk een verband is tussen radikale Israël-kritiek en antisemitisme.

Volgens Zionisten neemt antisemitisme tegenwoordig vaak de gedaante van kritiek op Israël aan. Dit is immers aansprekender dan de oude rassenleer, of het christelijke antisemitisme. Onder het mom van ‘gerechtvaardigd verzet tegen de bezetting’ wordt het vermoorden van onschuldige burgers gerechtvaardigd. Een bezetting die volgens sommigen geheel Palestina omvat. Ook oproepen tot een internationale boycot van Israël, niet alleen van producten, maar ook wetenschappers en sporters, wordt wel als antisemitisch bestempeld (Zie ook artikel Israël boycot). De grens tussen antisemitisme en anti-Zionisme is – zoals ook uit het bovenstaande mag blijken – niet altijd eenduidig te trekken.

Terwijl critici van Israël soms onterecht voor antisemiet worden uitgemaakt, worden mensen die het voor Israël opnemen er vaak van beschuldigd onderdeel te zijn van de ‘Zionistische lobby’. Proponenten van beide kanten proberen vaak de ander zwart te maken en extremere standpunten in de schoenen te schuiven dan zij daadwerkelijk hebben. Veel debatten tussen voor- en tegenstanders op bijvoorbeeld forums op internet en in mindere mate in de geschreven media ontaarden in allerlei beschuldigingen over en weer, en er wordt vaak nauwelijks nog naar elkaar geluisterd.

 

DE JOODSE LOBBY

Cartoon van de omstreden cartoonist Latuff (bron: www.doorbraak.eu/gebladerte/40311e01.htm)

* Met name in de VS is er een machtige Joodse lobby, die de Midden-Oosten politiek van de VS in belangrijke mate bepaalt, en ervoor zorgt dat Israël vrijuit gaat en meer geld en steun krijgt van de VS dan wie ook. Iedere president laat zich leiden door ‘de Joodse stem’.

In de Verenigde Staten en in andere landen zijn veel lobby’s actief, waarvan de pro-Israël lobby één van de succesvolste is. De olielobby is echter eveneens zeer invloedrijk, en de familie Bush onderhoudt warme persoonlijke betrekkingen met leden van de heersende Saud familie van Saoedi-Arabië. Landen als Egypte en Saoedi-Arabië krijgen eveneens uitgebreide steun en geld van de VS. Israël krijgt niet altijd haar zin, en wordt regelmatig door de VS onder druk gezet om aan haar voorwaarden te voldoen. Het Amerikaanse beleid wordt in hoge mate bepaald door haar economische en strategische belangen (waaronder olie) en de wensen van de kiezers. De meerderheid van de Joden in de VS stemt overigens op de democraten, en velen zijn tegen de oorlog in Irak.

Het is terecht kritisch te staan tegenover lobbies, zeker in de VS, waar deze nog veel meer invloed hebben dan in Europa. Lobbies zijn welhaast van nature ondemocratisch, en gebruiken vaak agressieve methoden om hun doelen te verwezenlijken. Echter, in plaats van een vergelijkend onderzoek naar de verschillende lobbies, hun invloed en strategie, alsmede een algemene kritiek op de macht en werkwijze van lobbies, wordt door felle critici van Israël doorgaans alleen de pro-Israël lobby zwartgemaakt en blijft de pro-Arabische lobby onbesproken.

Er is bovendien een groot verschil tussen het Amerikaanse congres (waar de Israël lobby veel invloed heeft) en het State Department (waar zij veel minder succesvol is), en ook tussen verschillende presidenten. Reagan was zeer pro-Israël, Carter was daarentegen behoorlijk kritisch, evenals Nixon en Kissinger. Het congres heeft meermaals moties aangenomen die opriepen de VS ambassade in Israël van Tel Aviv naar Jeruzalem te verhuizen, maar hier is nooit gehoor aan gegeven, en de VS heeft de annexatie van Oost-Jeruzalem door Israël ook nooit erkend. De VS (onder Carter) heeft de rechtse Israëlische premier Begin onder zware druk gezet de gehele Sinaï op te geven in ruil voor vrede met Egypte. Bush senior heeft financiële hulp opgeschort vanwege de voortgaande bouw van nederzettingen. De VS heeft, zeer tegen de zin van Israël, meermaals wapens aan haar vijanden verkocht, maar Israël op haar beurt verboden wapens aan China te verkopen. Tijdens de eerste Golfoorlog heeft de VS Israël verboden zich tegen de Iraakse bombardementen van Scud raketten te verdedigen. Israël en de VS verschillen behoorlijk van mening over de aanpak van Iran en de VS weigert vooralsnog om met geweld tegen Iran te dreigen of erop te zinspelen dat Israël met haar goedkeuring zal aanvallen indien Iran niet met haar kernprogramma stopt. President Obama zocht meermaals toenadering tot de Arabische wereld en onderhield een afstandelijke relatie met premier Netanyahu. Hij heeft Israël, in tegenstelling tot diverse Arabische landen, tijdens zijn eerste ambtstermijn niet bezocht. Van alle VN Veiligheidsraad-resoluties tegen Israël heeft de VS er circa eenderde gevetood. In de andere gevallen gaven andere belangen de doorslag of was men het met de resolutie eens. Al deze zaken waren niet gebeurd als de ‘Joodse lobby’ zo almachtig zou zijn als sommigen beweren.

Een aantal jaren terug zijn er verschillende schandalen geweest rond de AIPAC, de belangrijkste pro-Israël lobby organisatie, waardoor zij aan geloofwaardigheid en effectiviteit heeft ingeboet. Haar invloed wordt, hoewel nog steeds aanzienlijk, door zowel voor- als tegenstanders vaak overschat.

Door Zionisten wordt er verder op gewezen dat veel kritiek op de ‘Zionistische lobby’ klassieke antisemitische elementen bevat, zoals dat de Joden onevenredig veel macht hebben en achter de schermen aan de touwtjes trekken, disloyaal zijn aan de landen waarin zij leven en er een eigen ‘agenda’ op na houden. Zoals de Joden er destijds door antisemieten van werden beschuldigd de VS in de Tweede Wereldoorlog te hebben betrokken, worden zij er nu van beschuldigd de VS in de oorlog met Irak te hebben getrokken.
(Zie ook: “
Just Say No” – US Foreign Aid to Israel and the anti-Zionist Lobby“)

 


© Dit artikel is copyright Israël-Palestina Informatie, afgezien van onderdelen waarvoor andere bronnen worden vermeld. Voor overname gelieve kontakt met ons op te nemen via het e-mail adres. Beperkte citaten voorzien van een link naar deze webpagina zijn toegestaan.

Comments are closed.