Dries van Agt over Israël en Palestina

Laatste update 24-5-2012

Andreas Antonius Maria (Dries) van Agt werd op 2 februari 1931 in Geldrop geboren. Hij maakte carrière als jurist, hoogleraar, politicus en diplomaat. Begonnen als advocaat in Eindhoven in de jaren ’50, werkte hij in de jaren ’60 bij achtereenvolgens de ministeries van Landbouw en Visserij en Justie. Van 1968 tot 1971 was hij hoogleraar strafrecht en strafprocesrecht aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. Van 1971 tot 1977 was hij minister van justitie voor de KVP in de kabinetten Biesheuvel en Den Uyl, en van 1977 tot 1982 was hij minister-president voor het CDA, eerst in een coalitie met de VVD van Hans Wiegel, vervolgens met D66 en de PvdA, een vechtkabinet dat binnen een jaar ten val kwam. Daarna was hij achtereenvolgens Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant en Europees ambassadeur in Japan en de VS.

In 1999 raakte Van Agt tijdens een bezoek aan het ‘Heilige Land’ geïnteresseerd in het Israëlisch-Palestijnse conflict, en sinds 2005, toen hij een Europese delegatie bij een ‘fact finding mission’ naar Israël leidde, heeft Dries van Agt zich opgeworpen als voorvechter en activist voor de Palestijnse zaak. Met opiniestukken in de krant, optredens in praatprogramma’s, lezingen door het hele land, een eigen website (www.driesvanagt.nl) en een eigen boek (“Een schreeuw om recht”), probeert hij mensen ‘de ogen te openen’ wat betreft het mateloze Israëlische onrecht de Palestijnen aangedaan.

Antisemitisme beschuldigingen

Dries van Agt studeerde aan het Gymnasium Augustinianum, een rooms-katholieke middelbare school in Eindhoven, die bekend stond om haar conservatieve opvattingen. Zo hield zij lange tijd vast aan het antisemitische gebed over de Judaei Perfides, de ‘valse joden’, dat formeel werd afgeschaft door het Tweede Vaticaanse Concilie van 1962-65. Sommigen brengen deze achtergrond in verband met Van Agts huidige felle anti-Israël retoriek, evenals een aantal incidenten tijdens zijn ministerschap en premierschap, waaronder zijn beruchte ‘ariër opmerking’ rond de discussie over de vrijlating van de Drie van Breda (tot levenslang veroordeelde oorlogsmisdadigers), en zijn weifelende optreden wat betreft de oorlogsmisdadiger Pieter Menten. 

Onhandige opmerkingen, zoals in een toespraak tijdens Bevrijdingsdag 2007 waarin hij zei dat de Palestijnen al ‘8 keer 5 jaar’ bezet zijn, en zijn lidmaatschap van een antizionistische organisatie waarvan ook de notoire antisemiet Israel Shamir lid was, versterken de verdenking dat Dries van Agt niet alleen anti-Israël, maar ook anti-Joods zou zijn. Van Agt zei zelf over deze beschuldiging dat hij ‘daarvoor geen eelt op zijn ziel heeft’ en dat wie hem zo noemt “impliciet zegt dat deze man niet onschuldig is aan wat zich toen heeft voltrokken” (Pauw en Witteman, 9 september 2009). Dat laatste is vreemd; antisemitisme is uiteraard veel breder dan het steunen van of hebben meegewerkt aan de Holocaust. Het wordt door verschillende organisaties en mensen verschillend gedefinieerd, waarbij vooral de connectie met antizionisme (ontkenning van het bestaansrecht van en demonisering van Israël) omstreden is. Zelfs als je van mening bent dat antizionisme en antisemitisme geheel verschillende zaken zijn, blijft Van Agts uitspraak problematisch, en riekt zij naar het bagatelliseren van Jodenhaat, los van de context van de Tweede Wereldoorlog.

Mantra’s over het conflict

In zijn ijver om de Palestijnse zaak te bepleiten, neemt Van Agt het niet te nauw met de waarheid. Met veel pathos en misbaar klaagt hij de ’tenhemelschreiende misdaden’ van Israël aan tegen de ‘weerloze Palestijnse slachtoffers’. Hij reduceert een complex conflict tot een simpel goed-fout verhaal, waarbij één partij onvoorwaardelijke steun verdient en de andere als een schurkenstaat behandeld dient te worden. Hij valt mensen die oog hebben voor het leed en de fouten van beide kanten fel aan, pleit tegen vredesonderhandelingen en voor een boycot van Israël. In zijn in september 2009 uitgekomen boek pleit hij bovendien voor een binationale staat, waarmee hij het Joodse recht op zelfbeschikking ontkent en deze wil terugdraaien. In feite herhaalt hij een beperkt aantal mantra’s eindeloos, net zo lang totdat mensen ze gaan geloven. Dit zijn onder andere (met ons commentaar toegevoegd):

1. Israël is gesticht vanwege de Holocaust, en diezelfde Holocaust maakt kritiek op Israël haast bij voorbaat verdacht. De Palestijnen boeten nu voor onze zonden, en de machtige pro-Israëllobby voorkomt dat er een open debat over Israël gevoerd kan worden. Bovendien is Europa voor een groot deel verantwoordelijk voor de stichting van Israël en dus ook voor het onrecht de Palestijnen aangedaan.

– De moderne zionistische beweging heeft haar oorsprong in de 19de eeuw, niet alleen in (Oost-)Europa maar bijv. ook in Jemen. Naast religieuze inspiratiebronnen en antisemitisme, speelde ook het verlangen mee om zoals andere etnische groepen de eigen culturele en nationale identiteit te behouden en te ontwikkelen en zelfbeschikking te verwerven als volk. Hoewel de Holocaust ongeëvenaard is – en hopelijk ook blijft – kwamen discriminatie en antisemitisme ook in de islamitische wereld voor, die nu nog ver achter ligt qua burgerlijke vrijheden en gelijkheidsprincipes.

2. De Palestijnen hebben zich altijd vreedzaam verzet tegen de wrede en onmenselijke Israëlische bezetting, en pas in de jaren ’90 zijn zij begonnen met zelfmoordaanslagen. Hoewel hij die zegt af te keuren, meent hij ook dat de Palestijnen het recht hebben zich met geweld te verzetten, en daaronder vallen ook aanvallen op burgers binnen de bezette gebieden.

– Onder de ‘bezielde’ leiding van de moefti van Jeruzalem zijn er al vanaf de jaren ’20 regelmatig geweldsuitbarstingen geweest tegen de Joden in Palestina, die in 1947-1948 uitmondden in een burgeroorlog. Nadien vonden er met grote regelmaat aanvallen plaats van over de grens door gewapende Palestijnse groepen, en in de jaren ’70 zochten Arafat en de zijnen hun toevlucht tot vliegtuigkapingen en gijzelingen zoals op de Olympische Spelen van München.

3. Israël voerde toen en nu een politiek van etnische zuiveringen, en ook de afscheidingsbarrière is om die reden gebouwd. Israël is een racistische staat die net als Zuid-Afrika internationaal geboycot en geïsoleerd moet worden.

– Israël had een Joodse meerderheid nodig om het recht op zelfbeschikking te kunnen verwezenlijken en toch een democratische staat te kunnen zijn, maar probeerde die vooral te realiseren door immigratie van zoveel mogelijk Joden. Dat werd eerst door de Ottomanen en later door de Britten tegengewerkt, en na de Holocaust en de oprichting van Israël probeerden Arabische staten te verhinderen dat Joden uit hun landen naar Israël zouden emigreren. De verdrijving van Arabieren tijdens Israëls onafhankelijkheidsoorlog toen, en de bouw van de afscheidingsbarrière nu, zijn in de eerste plaats defensieve maatregelen om de eigen bevolking te beschermen.

4. Vredesonderhandelingen zoals het Oslo vredesproces of de Annapolis conferentie zijn tijdverspilling en leveren niets op. ‘Je kunt een tijger niet met een schaap in een kooi zetten en verwachten dat daar een rechtvaardige vrede uit voortkomt’, aldus Van Agt op een lezing.

– Israël wordt zo ten onrechte neergezet als de enige partij die vrede verhindert, en de Palestijnen letterlijk als een mak schaap. De PA weigert al sinds Oslo essentiële concessies te doen zoals het afzien van de ’terugkeer’ van de vluchtelingen en hun nakomelingen naar Israël en het delen van de oude stad van Jeruzalem met haar Joodse heiligdommen. Andere landen fungeren al jaren als bemiddelaars tussen de partijen. Het is overigens ook niet reëel om te eisen dat de sterkste partij het meeste toegeeft.

5. Nederland is blind voor het onrecht dat Israël de Palestijnen aandoet, en moet door Van Agt verlicht worden. Dit is een heilige missie, hij ziet zichzelf als een eenzame stem, een roepende in de woestijn, een onvermoeibaar strijder tegen onrecht. De media en de politiek lopen volgens hem aan de leiband van de VS en durven geen kritiek op Israël te uiten, alleen moedige mannen zoals hij doen dat.

– Er is al jaren volop aandacht in de media voor de Palestijnse positie, méér dan voor de Israëlische. Dat de media pro-Israël zouden zijn en het niet durven te bekritiseren is een allang achterhaald beeld. De politiek laat zich in haar kritiek doorgaans omzichtiger uit, en uit die bij voorkeur achter de schermen. Dat is een normale diplomatieke houding tegenover bondgenoten en handelspartners. Wanneer heeft de regering zich bijv. hard uitgesproken tegen misstanden in China of Saoedië-Arabië?

6. Israël doodt Palestijnen, onderdrukt ze, schoffeert ze, vervolgt ze en ontzegt ze hun meest basale rechten. Libanon, Jordanië, Syrië, Egypte en Irak hebben hun best gedaan om onder moeilijke omstandigheden hun Palestijnse broeders op te vangen.

– Van Agt maakt zich alleen kwaad om Palestijns leed en mensenrechtenschendingen wanneer Israël de boosdoener is, en zwijgt in alle toonaarden over de miserabele omstandigheden waarin de Palestijnse vluchtelingen leven, zonder basale rechten, over de moordpartijen van Palestijnen onderling, over hoe o.a. Jordanië rond 1970 en Libanon recentelijk (vluchtelingenkamp Nahr Al Bared) tegen de Palestijnen hebben opgetreden.

7. Van Agt is bijzonder mild tegenover Hamas, dat internationaal erkend, gerespecteerd en gelegitimeerd moet worden, zo betoogde hij in een uitzending van NOVA eind december 2008. In plaats van Hamas haar bloedige coup tegen Fatah te verwijten, nam Van Agt het juist hartstochtelijk voor Hamas op. Hamas zou meer steun onder de Palestijnen genieten dan Fatah (dat is absoluut onjuist, zoals uit diverse peilingen blijkt), en zou in tegenstelling tot Fatah werkelijk in staat zijn iets tegen de bezetting te doen.

– Het is moeilijk om het Israëlisch-Palestijns conflict op te lossen zonder Hamas daarin te betrekken, maar zolang Hamas categorisch weigert Israëls bestaansrecht te erkennen en de terreur af te zweren, is met Hamas zeker geen vrede mogelijk.

8. Israël is oppermachtig en heeft daarom onze steun niet nodig. Israël wordt door niemand bedreigd. De Palestijnen hebben Israël allang erkend en ook de Arabische staten zijn daartoe bereid in ruil voor teruggave van de bezette gebieden. Hamas heeft Israël een ‘bijzonder royaal aanbod’ gedaan in de vorm van een langdurig bestand in ruil voor alle bezette gebieden en Oost-Jeruzalem. De enige vijand van Israël is zijzelf.

– De Israëli’s worden in woord en daad bedreigd door met name terreurgroepen als Hamas en Hezbollah, en door hun sponsors Iran en Syrië, die beiden ook met atoomprogramma’s bezig zijn die een existentiële dreiging voor het land kunnen gaan vormen. Daarnaast is er een ‘demografische dreiging’ door de Arabische eis tot een ‘recht op terugkeer’ van alle vluchtelingen en hun nakomelingen naar Israël, die een einde aan de Joodse zelfbeschikking zou maken. Noch Hamas, noch Fatah erkennen de Joden als volk met een recht op zelfbeschikking en een legitieme plaats in het Midden-Oosten.

9. Het Israëlisch-Palestijns conflict is simpel, zwart-wit en alleen op te lossen door de Palestijnen ‘al hun rechten’ te geven en al hun eisen in te willigen.

– Joden en Palestijnse Arabieren hebben beide legitieme claims en rechten die echter deels onverenigbaar zijn; voor vrede en verzoening moeten beide partijen compromissen sluiten. De Palestijnen hebben een eigen, actief aandeel gehad in hun huidige slechte positie.

10. Er is een machtige zionistische lobby die hem en anderen die het voor de Palestijnen opnemen probeert monddood te maken en allerlei smerige tactieken gebruiken. Vandaar dat hij weigerde met Ronny Naftaniel in debat te gaan tijdens een bijeenkomst aan de Nijmeegse universiteit in januari 2008. Naftaniel is volgens hem een vertegenwoordiger van het verderfelijke zionistische regime, en het CIDI een propagandamachine die door Israël wordt betaald.

– Het kan Van Agt moeilijk zijn ontgaan dat hij vele malen vaker dan het CIDI in de media zijn zegje mag doen, daarbij zelden echt kritische vragen krijgt, en als er al een lobby zou zijn die kritiek op Israël wil verhinderen, die klaarblijkelijk bijzonder onsuccesvol is. Overigens is het CIDI een vrij kleine organisatie met vijf of tien betaalde krachten, en ontvangt zij geen geld uit Israël noch van de Nederlandse overheid.

 

Door Van Agt verkondigde misvattingen

Dries van Agt beweerde aanvankelijk een tweestatenoplossing na te streven, maar pleitte in zijn boek voor het eerst openlijk voor een binationale staat, waarmee hij zich feitelijk tegen Israëls bestaansrecht keert. Sinds 2004 al is hij lid van een zeer antizionistische organisatie, de IFJP, waar destijds ook de antisemiet Israel Shamir bijzat (zie hieronder meer), en op zijn website staan al langer diverse artikelen waarin een ‘eenstatenoplossing’ wordt bepleit. Ook verkondigt hij steeds dat alle Palestijnse vluchtelingen en hun nakomelingen het recht hebben naar Israël terug te keren. Bovendien vindt hij dat het delingsplan van de VN uit 1947 oneerlijk was, en was het dus terecht dat de Palestijnen en Arabische staten met geweld probeerden de nieuwe staat te vernietigen. Hij ziet Israëls rechtvaardiging alleen in de Holocaust (en dat was eigenlijk niet terecht volgens hem) en niet in het recht van het Joodse volk op zelfbeschikking in hun eigen historische thuisland, op een eigen staat waar men Hebreeuws spreekt, een nationale cultuur ontwikkelt en in stand houdt, z’n eigen feestdagen heeft en waar Joden altijd naartoe kunnen om wat voor reden dan ook. Kortom, een plek waar Joden zich altijd thuis kunnen voelen en geen minderheid zijn die zich moet aanpassen. Als de Palestijnen nationale rechten hebben, waarom de Joden dan niet?

De analyses van Van Agt zitten er vaak fundamenteel naast, omdat zijn kennis in feite erg beperkt is en hij totaal geen inzicht heeft in Israëls kant en drijfveren (bijvoorbeeld wat betreft Hamas). Immers, volgens hem doet Israël alles alleen maar uit expansiedrift en racisme tegen de Palestijnen. Volgens hem werkt Israëlisch geweld altijd averechts en hij negeert dat Israël in feite behoorlijk succesvol is in het bestrijden van Palestijns terrorisme en geweld. Hij heeft geen enkel oog voor Israëls kwetsbaarheid en begrijpelijke angsten. Wanneer Hamas keer op keer zegt dat het Israël wil vernietigen, en ook Fatah zich consequent tegen erkenning van Israël als Joodse staat uitspreekt, en in de Palestijnse media voortdurend van allerlei vreselijks over Joden wordt beweerd dat aan de nazi’s doet denken, dan is het op zijn minst begrijpelijk dat Israël zegt: we nemen deze uitspraken serieus en doen aan zulke organisaties geen vergaande concessies zoals het overdragen van land.

Noch Hamas, noch Fatah hebben Israel erkend. In de handvesten van beide organisaties wordt opgeroepen tot Israëls vernietiging middels de gewapende strijd, en vertegenwoordigers van beide organisaties laten zich geregeld in dergelijke bewoordingen uit. Zowel president Abbas en Mohamed Dahlan hebben gezegd dat de erkenning van Israël door de Palestijnse Autoriteit slechts om tactische redenen was, om geld en erkenning van het westen te krijgen. De PLO heeft Israël in 1993 erkend maar nooit als Joodse staat, en in het Arabisch zei Arafat veelvuldig het tegenovergestelde. Zowel Hamas als Fatah als de PLO als de Palestijnse Autoriteit eisen de terugkeer van miljoenen vluchtelingen en hun nakomelingen, en weigeren Israël als Joodse staat te erkennen. De Palestijnen erkennen de Joden alleen als religieuze groep en niet als volk, en pretenderen ten onrechte dat het zou gaan om een exclusieve en religieuze Joodse staat, waarvan de erkenning de rechten van de Arabieren in Israel zou aantasten. Met ‘Joodse staat’ wordt echter bedoeld een nationaal thuis voor de Joden, zelfbeschikking voor het Joodse volk, geen religieuze staat. Dit hebben Israëlische leiders keer op keer herhaald. Het VN delingsplan sprak overigens al van een Joodse en een Arabische staat, en de Palestijnse Autoriteit heeft ook het Arabische en islamitische karakter van de Palestijnse staat in haar voorlopige grondwet vastgelegd.

Hamas heeft Israël meerdere malen een langdurig bestand aangeboden, in ruil voor volledige terugtrekking uit de Westelijke Jordaanoever, de Gazastrook en Oost-Jeruzalem. Soms werd ook nog de terugkeer van alle vluchtelingen en hun nakomelingen geëist, de vrijlating van alle gevangenen en/of ontmanteling van het Israëlische atoomprogramma. Of er uiteindelijk vrede zou worden gesloten ‘was aan een volgende generatie’. Het is ondenkbaar dat Israël alle gebieden ontruimt zonder enige garantie buiten een bestand dat op ieder moment kan worden verbroken, vooral wanneer je bedenkt dat Hamasleiders geregeld oproepen tot bevrijding van ‘heel’Palestina’ en het zionistische regime als het ultieme kwaad dat bestreden moet worden neerzetten. In september 2009 nog heeft Hamas de Holocaust een zionistische leugen genoemd en onderwijs over de Holocaust ‘een oorlogsmisdaad’.

Voordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak was er in Palestina al een semi Joodse staat. De Joodse gemeenschap telde zo’n 500.000 mensen, en men opereerde in veel opzichten onafhankelijk van de Britse machthebbers, met een eigen bestuur, scholen, ziekenhuizen, bedrijven, een machtige vakbond en een ondergronds leger. Dit alles werd betaald van eigen belastingen. Het land is niet aan de Joden gegeven, maar zij hebben het zelf met hard werk en eigen investeringen ontwikkeld, een ontwikkeling waarvan de Arabische bevolking ook profiteerde door werkgelegenheid, betere infrastructuur en betere gezondheidszorg die ook voor hen toegankelijk was. Zie bijvoorbeeld: The Impact of Zionism Bovendien werd het Britse Mandaat geheel uit belastinginkomsten betaald, en de Joden brachten veel meer belasting op dan de Arabieren.

De Palestijnen zijn geen onschuldige slachtoffers, maar een actieve partij in het conflict en mede verantwoordelijk voor wat hen is overkomen. Zoals in ieder conflict en iedere oorlog lijden veel mensen onder de besluiten en het fanatisme van hun leiders. De Palestijnse leiders, moefti Haj Amin Al Husseini voorop, weigerden iedere samenwerking met de Britten en met de Joodse gemeenschap, en hitsten de bevolking op tegen de Joden met leugens als dat zij de Al Aqsa Moskee wilden opblazen. In 1947 verzetten zij zich tegen het delingsplan van de VN, na ook alle voorgaande plannen van de Britten, Amerikanen en welke commissie dan ook te hebben afgewezen. In reactie op het delingsplan vielen de Arabieren in Palestina Joodse doelen aan en isoleerden vele gemeenschappen door wegen af te sluiten en Joodse konvooien aan te vallen. Jeruzalem was volkomen geïsoleerd en 100.000 Joden dreigden te verhongeren. In reactie op deze wanhopige situatie werd besloten tot een groot tegenoffensief waarbij alle strategisch gelegen Arabische dorpen zouden worden ingenomen en vernietigd. Dit plan, plan Dalet, wordt door Van Agt en consorten ten onrechte gebruikt als bewijs van etnische zuivering door de Joden. Er was echter geen sprake van een zuivering: dorpen die de Joodse gemeenschap niet bedreigden werden veelal gespaard, en in verschillende plaatsen, zoals Haifa, werd de Arabische bevolking opgeroepen om te blijven. Als de Joden deze oorlog hadden verloren, was genocide waarschijnlijk geweest. In plaatsen waar zij verloren zijn alle Joden vermoord of verdreven, zoals in Gush Etzion en de oude stad van Jeruzalem. De moefti, leider van de door de nazi’s gesteunde grote Arabische opstand van 1936-1939, vluchtte via omwegen naar Berlijn en zocht en kreeg daar steun voor de eliminatie van het Joods Nationaal Thuis in Palestina. Hij zette onder andere een SS-divisie bestaande uit moslims op die Joden en Partizanen in Joegoslavië vermoordde en overtuigde diverse regeringen ervan geen Joodse vluchtelingen binnen te laten. Na de oorlog zei hij tegen de Britten dat hij in Palestina dezelfde ‘oplossing’ voor het ‘Joodse probleem’ wilde uitvoeren als de nazi’s in de door hun bezette landen hadden gedaan. Hoewel hij het radikaalst was, werden zijn ideeën gedeeld door verschillende andere Palestijnse leiders, vooral maar zeker niet alleen van zijn clan. Het waren dus de Arabieren die een etnische zuivering probeerden door te voeren.

Van Agt beroept zich op de Verenigde Naties en de vele VN resoluties die tegen Israël zijn aangenomen, alsook op mensen als Desmond Tutu, Jimmy Carter, Richard Falk en andere uitgesproken critici van Israël. Hij gaat daarbij bijzonder selectief te werk. De belangrijkste resolutie van de VN, de delingsresolutie uit 1947, wijst hij af als onrechtvaardig. Onterecht beweert hij dat de VN al vanaf 1967 eist dat Israël zich uit de bezette gebieden terugtrekt. Resolutie 242 uit augustus 1967 pleit voor ’terugtrekking uit bezette gebieden’ (zonder ‘de’) en erkenning en veilige grenzen voor alle staten in de regio. Geen onvoorwaardelijke terugtrekking dus. Ook het zogenaamde recht op terugkeer is niet verankerd in internationaal recht zoals hij en andere voorvechters van de Palestijnen beweren. Resolutie 194, die daartoe altijd wordt aangehaald, bepleit inderdaad terugkeer maar spreekt niet van een recht en stelt als voorwaarde dat de vluchtelingen in vrede met hun buren willen leven. Dit was bovendien een resolutie van de Algemene Vergadering en dus niet bindend en afgewezen door de Arabische staten. Het is waar dat de VN, vooral de Algemene Vergadering, vele anti-Israël resoluties heeft aangenomen, met als historisch dieptepunt de “Zionisme=racisme resolutie” uit 1975. Met name vanaf de 70-er jaren zijn binnen de VN, onder dominantie van de Arabische en niet-geliëerde staten, tal van anti-Israël instituties opgericht, die jaarlijks tientallen conferenties en andere anti-Israël activiteiten organiseren, zoals de jaarlijkse herdenking van de Nakba, en van de 7 VN-divisies is er 1 geheel gewijd aan de Palestijnen. Israël was als enige staat decennialang uitgesloten van deelname aan de meeste onderdelen van de VN, omdat het werd geweerd als lid van het Aziatische blok, en kan nog steeds niet aan alle bijeenkomsten deelnemen. De meeste veroordelingen van landen door de VN Mensenrechtenraad betreffen Israël, niet Soedan, Zimbabwe, Kongo, Birma, Iran of China, allen notoire mensenrechtenschenders. Alleen voor de bezette Palestijnse gebieden is er een speciale landenrapporteur en alleen dit onderwerp komt iedere vergadering automatisch aan de orde.

Van Agt beweert dat Nederland nog steeds weinig aandacht heeft voor de Palestijnen, en stelt zichzelf graag als eenzame held voor. In werkelijkheid zingt hij mee in een breed koor bestaande uit felle critici van Israel van diverse politieke partijen en maatschappelijke organisaties, columnisten, ontwikkelings-, vredes- en kerkelijke organisaties. In de media hebben kritische bijdragen over Israël al jaren de overhand, zijn vooral critici aan het woord en staat Israëlisch geweld of andere (vermeende) misstanden centraal. Binnen zijn eigen CDA wordt genuanceerd gedacht over het conflict, met aandacht voor beide kanten, en ook de door Van Agt vermaledijde Maxime Verhagen bekritiseert Israël op momenten fel vanwege bijvoorbeeld de voortgaande nederzettingenbouw, de route van de afscheidingsbarrière, en de blokkade van de Gazastrook.

Van Agt doet aan openlijke zelfkastijding, en zegt dat hij er spijt van heeft vroeger zo pro-Israël te zijn geweest. Dat laatste is wat overdreven, het onderwerp hield hem niet bezig en zijn opstelling kwam overeen met de dominante visie in die tijd. Ook nu sluiten zijn ideeën aan bij de tijdgeest en zijn heel wat minder revolutionair dan hij en zijn sympathisanten het graag doen voorkomen.

Kritiek op Israel zou nog steeds moeilijk liggen vanwege schuldgevoelens over de Holocaust, aldus Van Agt. Van enige terughoudendheid om die reden is weinig te merken. Geen land wordt zo veelvuldig en fel bekritiseerd, met de nazi’s vergeleken, een schurkenstaat genoemd en haar bestaansrecht ontkend. Van Agt weet dat en maakt daar dankbaar gebruik van, en presenteert zichzelf tegelijkertijd als de grote dappere taboedoorbreker die met gevaar voor eigen leven opkomt voor ‘Het Recht’.

 

Associaties met anti-Israël organisaties

Dries van Agt is in 2004 als adviseur toegetreden tot het zogenaamde ‘International Forum for Justice and Peace’ (IFJP), een radicaal anti-zionistische organisatie die vanuit Nederland is opgezet en waar destijds ook de antisemiet Israel Shamir bijzat.

Deze organisatie schreef onder andere in een ‘position paper’ uit 2006:

“Het Conflict in het Midden-Oosten” tussen de Palestijnen en Israël bestaat niet. Zionistisch Israël is het probleem.” “Israëls weigering vrede te sluiten is overduidelijk – dat zou het einde van de Zionistische droom betekenen. Hoewel dit beleid niet te handhaven is, tolereert de EU het nochtans hardnekkig en steunt het zelfs actief. Volgens Amerikaanse criteria is Israël sinds haar oprichting al een monumentale schurkenstaat en een zeer actief lid van de As van het Kwaad.”

Het is deze organisatie niet alleen te doen om de bezetting van Palestijns land, maar om Israël als Joodse staat, dat wordt gekarakteriseerd als een ondemocratische koloniale mogendheid vergelijkbaar met het Apartheidssysteem van Zuid-Afrika, dat een voedingsbodem schept voor islamitisch extremisme wereldwijd en mede voor de terroristische aanslagen in o.a. Europa verantwoordelijk is. Israël wordt door het IFJP neergezet als een mislukte staat die alleen dankzij externe steun overeind kan blijven, en die een blok aan het been is van Europa, wiens vriendschappelijke relatie met Israël de verhoudingen met de islamitische wereld onder druk zet. De EU moet al haar steun aan en samenwerking met Israël onmiddellijk stopzetten, en bovendien Israëls politieke en militaire leiderschap laten vervolgen door het Internationale Strafhof, tenzij Israël onmiddellijk de ‘muur’ afbreekt, zich achter de Groene Lijn terugtrekt en alle nederzettingen (inclusief Oost-Jeruzalem) ontruimt, haar kernwapens ontmantelt en miljarden euro’s compensatie aan de Palestijnen betaalt. Ook Europese burgers die tevens de Israëlische nationaliteit bezitten dienen te worden vervolgd. Je moet het hele stuk lezen om de haat tegen Israël goed te kunnen laten doordringen.

Het is dan ook niet vreemd dat een antisemiet als Israel Shamir zich er thuis voelde. In 2005 is in Frankrijk een boek (‘Het andere gezicht van Israël’) van deze man uit de handel genomen, en de uitgever heeft een gevangenisstraf gekregen wegens het aanzetten tot haat. Shamir beweert in dat boek dat alle Joden uit zijn op de wereldheerschappij, en verwijst naar de beruchte ‘Protocollen van de Wijzen van Zion’ als bron. Shamir omschrijft Joden als ‘bacteriën’ en ‘de moordenaars van Jezus’, ontkent de Holocaust, en meent dat het Midden-Oosten conflict opgelost kan worden als alle Joden zich tot het christendom bekeren.

Nadat De Telegraaf had geschreven over de associaties van Dries van Agt en Israel Shamir met de IFJP, diende Van Agt een klacht in bij de Raad voor de Journalistiek wegens laster, stellende dat hij nog nooit van Shamir had gehoord, en door De Telegraaf ten onrechte met antisemitisme in verband werd gebracht. Hij werd grotendeels in het ongelijk gesteld, omdat hij als oudbewindsman geacht mocht worden zich ervan te vergewissen met wie hij in een organisatie stapt.

Andere leden van de IFJP zijn of waren de in 2007 overleden Tanya Reinhart, die voor een eenstatenoplossing pleitte, Hajo Meyer, voorman van Een Ander Joods Geluid, Jan Wijenberg, die het CIDI er in 2007 van beschuldigde knokploegen in te zetten tegen vermeende antisemieten, en Gretta Duisenberg, zeer omstreden vanwege haar uitspraken over Joden, de Holocaust en Israël.

Deze laatste twee leiden tevens de radicale actiegroep “Stop de Bezetting”, waarbij Dries van Agt jaren in het Comité van Aanbeveling heeft gezeten. Deze organisatie meent dat zowel “Palestina en Israel voor de Palestijnen” zijn, en op hun website wordt een absurde karikatuur van de geschiedenis van het conflict gegeven, en staan teksten waarin de Holocaust wordt gebagatelliseerd. ( http://www.stopdebezetting.com/algemeen/doelstellingen-2-2.html )

Dries van Agt leidde in 2005 onder de vlag van de IFJP een zogenaamde ‘fact finding mission’ naar Israël en de Palestijnse gebieden, die uiteraard bij terugkomst opriep tot allerhande sancties tegen Israël als men niet aan een rits eenzijdige voorwaarden voldeed.

Ook Van Agts eigen website staat vol met artikelen van radicale antizionisten en de meeste boeken die hij aanbeveelt zijn antizionistisch. Toch beweert Van Agt altijd dat hij helemaal niet tegen Israël is, alleen maar tegen de bezetting, en de media nemen deze fabel helaas klakkeloos over.

Dries van Agt draagt bij aan de polarisatie over het conflict, door met emoties doorspekte tirades tegen Israel te houden, waarin vaak hele leugens en halve waarheden worden verkondigd en een onjuist beeld van (de geschiedenis van) dit complexe conflict wordt geschapen. Van Agt brengt vrede zo niet dichterbij, en draagt helaas niet bij aan een oplossing. De enige weg naar vrede in het Midden-Oosten is door dialoog en onderhandelingen, het opbouwen van vertrouwen en het afbreken van vijandbeelden. Van Agt en zijn bondgenoten doen het tegenovergestelde, door een vijandbeeld van Israël op te roepen en eenzijdige sancties tegen de Joodse staat te eisen. Dit is geen recept voor vrede, maar voor het voortduren van een conflict dat al veel te lang heeft geduurd.


© Dit artikel is copyright Israël-Palestina Informatie, afgezien van onderdelen waarvoor andere bronnen worden vermeld. Voor overname gelieve kontakt met ons op te nemen via het e-mail adres. Beperkte citaten voorzien van een link naar deze webpagina zijn toegestaan.


 

Andere kritieken op Van Agt en Israël

Israel-Palestina.Info:

Israel & Palestijnen Nieuwsblog:

website Wouter Brassé:

IMO blog Ratna:

Etsel Infoteur: * Special over Dries van Agt

Naud van der Ven:

Keesje Maduraatje (op Het Vrije Volk):

Leon de Winter (op Elsevier):

Eliezer Yair:

 

Comments are closed.