mrt 202017
 

= IMO Blog =  

Ook bij mij sloeg de verkiezingsstress toe. Er was een tijd dat ik daar geen last van had, en hooguit nadacht over de vraag of ik op de hoogste vrouw zou stemmen, die kandidaat die ik vaag van naam kende of de sympathieke lijstduwer. Maar sinds ik me met Israel en de Palestijnen bezig hou, is het met vooral Tweede Kamer en Europese verkiezingen iedere keer weer zweten. Want een partij die wat dit betreft een redelijk standpunt inneemt, en ook nog sociaal, groen en progressief is, die bestaat niet.

De diverse kieshulpen wijzen me steevast in de richting van GroenLinks, Partij voor de Dieren en soms PvdA. In de 30 stellingen zitten zelden vragen over Israel of het Midden-Oosten, en dan nog leggen ze het af tegen de vele vragen over sociaal economische issues, milieu en infrastructuur. Zo kon het dat DENK bij de top 3 zat en de ChristenUnie, een redelijk sympathieke partij met oog voor natuur en de medemens, daar ver onder stond. Zondagsrust is voor mij niet belangrijk en zelfbeschikking van de zwangere vrouw of mensen die hun leven voltooid achten wel. En ze gaan me op milieu- en sociaal gebied ook niet ver genoeg.

De PVV is achtergebleven bij de peilingen tot opluchting van velen, ook in andere landen (geen continuïteit in de lijn Brexit en Trump), en midden-rechts heeft het goed gedaan. Wilders heeft zich waarschijnlijk verkeken op het belang dat kiezers hechten aan zichtbaarheid tijdens de campagne en de bereidheid met anderen in debat te gaan en in actualiteitenrubrieken uitleg te geven over je plannen voor het land. Wilders meende kennelijk dat (op het slotdebat na) een A-viertje en een hoop tweets voldoende zijn om de grootste partij te worden, maar zo makkelijk is het toch niet.

Rutte en Buma speelden handig in op het klimaat en namen een deel van de nationalistische en populistische taal in light vorm over. Zij zullen nu waarschijnlijk de spil vormen van een nieuw kabinet, waar D66 bij gevraagd zal worden, waarschijnlijk samen met de CU. Een wat aparte combinatie op het eerste gezicht, maar deze partijen hielpen het vorige kabinet vaak aan een meerderheid in de Eerste Kamer en kunnen redelijk door een deur, tenminste op sociaal-economisch gebied.

Wat betekent dit alles voor Israel? Het NIW bracht een interessante analyse van de positie van de diverse partijen in de vorige periode. Het vorige kabinet probeerde soms krampachtig een evenwichtige koers te houden, en was daarmee minder uitgesproken pro-Israel dan Rutte-1, waarin Uri Rosenthal minister van Buitenlandse Zaken was. Er is onder Rutte-2 nogal wat gebeurd en steeds moest het kabinet schipperen tussen de voor- en tegenstanders van Israel. De PvdA probeerde meermaals om een kritischere houding tegenover Israel erdoor te krijgen, en werd daarbij door de VVD gestopt. Er werden veel moties ingediend. Een thema dat centraal stond was de etikettering en de instanties die samenwerking met Israelische bedrijven stopzetten omdat die de ‘bezetting’ zouden steunen.

In maart 2013 wil Timmermans producten uit de nederzettingen als zodanig etiketteren, omdat de Nederlandse consument recht heeft om te weten waar de producten vandaan komen. Rutte weet dit uit te stellen en zegt dat op richtlijnen uit Brussel zal worden gewacht. In 2013 verbreken ook diverse bedrijven contacten met partners in Israel, waaronder Royal Haskonig, Vitens en PGGM. Royal Haskonig zegt desgevraagd een ‘waarschuwing’ te hebben gekregen van het ministerie, en ook Timmermans spreekt van een (al sinds jaar en dag bestaand) ontmoedigingsbeleid, waarbij bedrijven “worden ‘geïnformeerd’ over de (onrechtmatige) bezetting”.

Ook tijdens een bezoek van Rutte, Timmermans en Ploumen ziekt deze ‘boycotsfeer’ door, en wordt een bezoek aan waterbedrijf Mekorot afgezegd, wat de aanleiding is voor het stoppen van een nieuw samenwerkingscontract met Mekorot door Vitens. Vervolgens zegt Timmermans een wandeling door Hebron af, omdat extra bewaking door het leger nodig wordt geacht vanwege de veiligheid. Israel protesteert en tot twee keer toe wordt de Nederlandse ambassadeur ontboden, maar Timmermans ontkent betrokkenheid bij de besluiten van de bedrijven.

In november 2015 komt de EU met richtlijnen voor de etikettering. Landen moeten zelf weten of ze de etikettering invoeren. Duitsland en Hongarije maken duidelijk niet mee te zullen doen. Tijdens het Kamerdebat erover wordt een motie van Han ten Broeke bijna Kamerbreed aangenomen, waarin de regering wordt gevraagd er bij de Europese Commissie voor te pleiten dat er richtlijnen komen voor álle producten uit álle gebieden die bezet of illegaal geannexeerd zijn. Vreemd genoeg is alleen de PvdA tegen. Een half jaar later komt minister Koenders met een antwoord op die motie. Voor het labelen van alle producten uit alle omstreden gebieden is geen draagvlak in Europa, zo meldt hij. Met steun van het CDA wordt besloten de etikettering in te voeren.

Er spelen meer dingen tijdens deze regering. De Gaza Oorlog van 2014 met zijn vele demonstraties en een onrustbarende toename van het aantal antisemitische incidenten, de geplande stedenband van Amsterdam met Tel Aviv, de op deze site eerder uitgebreid behandelde AOW kwestie, geld naar organisaties die boycots van Israel bepleiten en geld van de PA voor veroordeelde terroristen, maar ook de veiligheid van Joden in Nederland en aandacht voor antisemitisme: steeds bleek dat de linkse partijen steevast de kant van de Palestijnen kozen en de rechtse inclusief CU die van de Joden en Israel. Het CDA stemde voor het eerst een paar keer met de pro-Palestijnen mee, en de PvdA stemde vreemd genoeg een paar keer als enige partij tegen Israel en haalde dus GroenLinks en de SP ‘links’ in. Triest.

De progressieve partijen zeggen allemaal voor een tweestatenoplossing te zijn, voor vrede, tegen geweld en voor onderhandelingen. Klinkt dus op het eerste gezicht redelijk evenwichtig, maar als al die mooie idealen op de weerbarstige praktijk stuklopen, begint men vooral over specifieke acties richting Israel en blijft de PA buiten schot.

In het volgende deel meer hierover.

 

Ratna Pelle

Share