– Door Tjalling. –
Naar eigen zeggen wordt Van Agt gedreven door ‘zijn bezorgdheid over de ontwikkelingen in het Heilige Land’. Die bezorgdheid vertaalt zich echter in een erg eenzijdige en uiterst Israël kritische houding.
Op zaterdag 16 april heeft het congres van D66 een motie aangenomen waarin o.a. de delegaties in het Europees Parlement en de Tweede Kamerfractie worden opgeroepen: ‘Zich actief in te zetten voor het standpunt dat de Europese Unie eisen aan Israël dient te stellen om de bouw van nederzettingen en mensenrechtenschendingen te stoppen en, indien hier geen gehoor aan gegeven zal worden, het associatieverdrag met Israël (gedeeltelijk) op zou kunnen worden geschort’. Deze oproep zal oud-premier en anti-Israël activist Dries van Agt als muziek in de oren hebben geklonken. Minder goed beviel hem hoe schrijver Leon de Winter in De Telegraaf deze motie bekritiseerde.
Op Joop.nl was er natuurlijk weer alle ruimte voor een tegenartikel door Van Agt. Hij denkt namelijk te weten waar het de leden van D66 om gaat en dat is respect voor universele mensenrechten en het internationale recht. Het ligt voor de hand dat de leden van D66 inderdaad respect hebben voor universele mensenrechten en het internationale recht op zichzelf, maar ze zijn hierbij wel teveel en ook onheus gefocust op eventuele tekortkomingen van Israël. Er zijn immers talloze landen in de wereld die werkelijk mensenrechten schenden op een grove manier en veel grotere gebieden bezet houden dan de Palestijnse. Het is opvallend dat hierbij steeds maar weer Israël eruit wordt gepikt. Met de aangenomen motie van 16 april gaat het congres van D66 hierin echt veel te ver. Het is dan ook juist dat Leon de Winter daar kritisch op reageerde in De Telegraaf.
Van Agt ging daar, zoals van hem kan worden verwacht, op zijn beurt weer tegenin en verweet De Winter ‘weer volop op het orgel te zijn gegaan’. De Winter heeft zeker gèèn vrolijke melodie gespeeld want hij wees in zijn artikel erop dat D66 zweeg over heel wat verdragen met andere landen die echt mensenrechten schenden en waarmee de EU toch ook een collectief associatie-verdrag heeft gesloten.
Het is in dit verband interessant te weten dat volgens een richtlijn uit 2013 van de Europese Unie de 28 lidstaten niet mogen samenwerken met Israëlische entiteiten in Judea, Samaria of Jeruzalem-Oost. Deze richtlijn heeft betrekking op ‘alle fondsen, samenwerking, uitreiking van beurzen, onderzoeksgeld en prijzen’, aldus de Israëlische krant Ha’aretz. Bovendien stelt de richtlijn, volgens een Israëlische functionaris die met Ha’aretz sprak, dat in elk contract dat wordt gesloten tussen Israël en een EU-lidstaat een clausule moet worden opgenomen waarin staat dat Jeruzalem-Oost en Judea en Samaria geen deel zijn van de Staat Israël. Het heeft er alle schijn van dat deze richtlijn buiten het bereik valt van de meeste congresleden van D66 en Dries van Agt.
Logisch is wel dat dit alles vragen oproept. Waarom met zoveel geestdrift alleen dat ene landje waarschuwen, zo vraagt De Winter zich terecht af. Het antwoord daarop heeft volgens hem te maken met wat socioloog Abram de Swaan al in 2005 benoemde als ‘het anti Israëlisch enthousiasme’. Kritiek op Israël kwam moeizaam in Europa, er moest altijd nog iets overwonnen worden. Maar toen die aarzeling eenmaal opzij was gezet volgde een opluchting en gingen de remmen los. De ene na de andere beschuldiging volgde met vaart en verve en er brak opeens een soort van anti-Israëlisch enthousiasme door. Dit anti Israël enthousiasme komt veel voor onder mensen die jong zijn, anti-imperialistisch, antikapitalistisch en bovendien ook nog antifascistisch.
Volgens Van Agt zette De Winter de leden van het congres van D66 weg als ‘een stel antisemieten’. Dat is onjuist. De Winter heeft in zijn artikel een overweging van Abram de Swaan geciteerd namelijk: “Zijn de nieuwe activisten (aanhangers van het anti Israëlisch enthousiasme, T.Tj) antisemieten? Zij vinden van niet. Antisemitisme is iets van vroeger, een preoccupatie voor de generatie van hun ouders”. Aan het eind van zijn artikel merkte De Winter ook nog op dat ‘feiten, geschiedenis, context, de morele, religieuze jungle van het M.O. er niets toe doen als je een pathologische Israëlhater bent’. Dat is dus iets anders dan een congres wegzetten als een stelletje antisemieten.
Ronduit afkeurenswaardig is wat Van Agt aan het einde van zijn artikel beweert, namelijk dat het De Winter er alleen om te doen zou zijn dat Israël ongestraft de mensenrechten zou kunnen blijven schenden. Zo’n verwijt is grof, ongegrond en zeer kwetsend en zegt meer over de persoon van Dries van Agt dan over Leon de Winter.
Goed verhaal en de feiten kloppen. De verborgen agenda’s van Dries van agt en sommige leden binnen D66 zijn zichtbaar. Een tegengeluid wat helaas weinig wordt gehoord.
?