mrt 142015
 

Beatrice de Graaf= IMO Blog = 

Er is een klein relletje uitgebroken omdat terrorisme deskundige Beatrice de Graaf in een online college heeft gezegd dat Arafat geen terrorist maar een vrijheidsstrijder is. Dat is althans de lezing van Likoed.NL en andere critici, die er fijntjes bij vermelden dat ze vijfde staat op de kandidatenlijst voor de ChristenUnie en dat het voor mensen met hart voor Israel daarom misschien verstandiger is op een andere partij te stemmen. De CU voelt de hete adem en kwam snel met een verklaring, waarin De Graaf uitlegt dat:

“Mijn online-college bij de Universiteit van Nederland is bedoeld als historisch overzicht van de ontwikkeling van terrorisme en de definitie daarvan door de tijd heen. Historische kwalificaties uit de tijd zelf weerspiegelen daarom geenszins mijn mening. Het is een weergave van de debatten uit de desbetreffende periode.

Ik ben overtuigd lid van de ChristenUnie en onderschrijf het beleid van de partij inzake het Midden-Oosten, Israël en de Palestijnse gebieden.”

Discussies over terrorisme liggen gevoelig. De Graaf haalt dan ook het cliché aan dat ‘de één zijn vrijheidsstrijder de ander zijn terrorist’ is, waarmee wordt bedoeld dat het maar net is aan welke kant je staat. Gewelddadig verzet tijdens WOII, de acties van de Irgun tegen de Britten en Arabieren in Palestina, de jonge jaren van Nelson Mandela, de Sandinisten en Ché Guevara: voor velen waren en zijn dit vrijheidsstrijders, voor anderen terroristen, en soms zie je het perspectief veranderen met de tijdgeest. Tot in de jaren ’80 was er veel meer sympathie en begrip voor ‘linkse bevrijdingsbewegingen’, en ook bijv. voor radikale dierenrechtenactivisten die soms behoorlijk ver gingen. Tegenwoordig worden die vaak op dezelfde lijn gezet met islamitisch gefundeerd terrorisme. Maar ook daarover woedt nu een hevige discussie.

Veelal spreekt men bij Hamas, Hezbollah en anderen die aanslagen plegen in Israel van ‘militanten’ en bij Al Qaida en IS (ook aanslagen in Europa, en nog een graadje wreder en extremer qua ideologie) van terroristen of religieuze extremisten. De verschillen zijn gradueel: wat zou Hamas doen als ze meer macht hadden, en vooral, wanneer al hun aanslagen zouden lukken? Binnen Hamas en ook bijvoorbeeld de Taliban wordt bovendien vaak een onderscheid gemaakt tussen meer gematigden en radikalen. Met de gematigderen of de politieke tak zou je moeten praten, juist om de radikaleren de wind uit de zeilen te nemen, is een veelgehoorde opvatting. Tot nu toe hebben dergelijke pogingen nog niet veel opgeleverd, en het onderscheid lijkt dan ook wat kunstmatig. De Britten probeerden indertijd ook niet om met ‘gematigde nazi’s’ tot een vergelijk te komen.

In hoeverre is terrorisme subjectief? Volgens De Graaf is terrorisme ‘een buitengewoon glibberig begrip’. ‘Het hangt er heel erg van af wie op wie dit begrip plakt.’ Wat voor de één een terroristisch misdrijf is, kan voor de ander een gerechtvaardigde vrijheidsstrijd zijn. Ze heeft daarin in zoverre gelijk dat het nogal wat uitmaakt of je het doel dat de terrorist s.c. vrijheidsstrijder voor ogen staat, onderschrijft. Iedereen onderschrijft het doel van het gewapende verzet tegen de nazi’s, en van de anti-apartheidsstrijd. Daarom worden die doorgaans niet als terroristisch bestempeld. En ook voor de doelen van dierenrechtenactivisten kunnen velen wel sympathie opbrengen, ook al vinden ze de methoden in onze democratie te ver gaan. Dat is een tweede onderscheid bij de beoordeling of iets terroristisch is: zijn er ook andere manieren om je doel te bereiken? Binnen een democratische rechtstaat zijn er veel meer manieren om voor je belang of ideologie te strijden dan binnen een dictatuur of wanneer je land bezet wordt door een vijandig leger. We lijken daden vooral als terroristisch te bestempelen wanneer we ze ongerechtvaardigd vinden, wat natuurlijk erg subjectief is. Toch zijn er wel een aantal algemene kenmerken.

Wikipedia geeft een aantal definities, waaruit al blijkt hoe moeilijk het is tot een algemene en geaccepteerde definitie te komen:

  • Een oudere definitie komt uit de 24e druk van het Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal (1956): ‘Het gedwee maken of demoraliseren van een regering of bevolking door daden van terreur’. Waarbij ’terreur’ volgens hetzelfde handwoordenboek gelijkstaat aan ‘schrikbewind’.
  • Van Dale XIV (2005) definieert terrorisme als: (het plegen van) gewelddaden (individuele of collectieve aanslagen, gijzelingen, verwoestingen) ter demoralisering van de bevolking om een politiek doel te bereiken.
  • In het Nederlandse Wetboek van Strafrecht geeft artikel 83 de definitie van een terroristisch misdrijf: sommige misdrijven vallen hier zonder meer onder, sommige andere indien ze worden gepleegd met een terroristisch oogmerk. Artikel 83a geeft de definitie van een terroristisch oogmerk: Onder terroristisch oogmerk wordt verstaan het oogmerk om de bevolking of een deel der bevolking van een land ernstige vrees aan te jagen, dan wel een overheid of internationale organisatie wederrechtelijk te dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden, dan wel de fundamentele politieke, constitutionele, economische of sociale structuren van een land of een internationale organisatie ernstig te ontwrichten of te vernietigen. Bij diverse misdrijven geldt in geval van een terroristisch oogmerk een hogere maximumstraf.

Hierna volgen nog de definities van de AIVD, de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en een VN commissie.

Deze definities zijn echter zo ruim dat je erover kunt twisten op welke daden ze toepasbaar zijn. Wanneer het Dierenbevrijdingsfront de directeur en personeel van een dierproefcentrum bedreigt, kun je dat dan beschouwen als het ernstig vrees aanjagen van een deel van de bevolking, of is dat overdreven? Wordt de bevolking gedemoraliseerd? Dat lijkt te breed, maar een legaal bedrijf wordt wel onder druk gezet om iets te doen of juist niet meer te doen, door middel van geweld tegen burgers of de dreiging daarvan. En de strijd van Nelson Mandela en het ANC in de jaren ’60? Die was niet gericht tegen de bevolking, maar tegen de machtsstructuren die de Apartheid in stand hielden, en hadden tot doel een overheid te dwingen iets te doen of te veranderen. Ook waren ze gericht op het ontwrichten van die machtsstructuur en het aanjagen van angst bij de mensen die deze beroepsmatig in stand hielden.

Ook de strijd van de Irgun of zelfs de Hagana zou je terroristisch kunnen noemen, daar zij de Britse macht in Palestina bestreed en daarbij ook aanslagen pleegde op burgerdoelen en de Britten die het gebied bestuurden, met als doel de Britse regering onder druk te zetten om bijv. de Joodse immigratiebeperkingen op te heffen, en uiteindelijk uit Palestina te vertrekken.

De grote vraag is of je geweld, ook tegen burgers, in een bepaalde situatie gerechtvaardigd acht om bepaalde doelen te bereiken. Wikipedia:

Een probleem bij het gebruik van de term ’terrorisme’ ontstaat vaak bij politieke vrijheidsstrijd. Zo pleegden Joden in het toenmalige Brits Mandaat Palestina moordaanslagen, die echter in de geschiedenis van het latere Israël niet als terrorisme gekenschetst worden. Een berucht voorbeeld is de bomaanslag op het Koning David-hotel in Jeruzalem, met zeer veel slachtoffers. Ook de moordaanslagen door Nederlanders gepleegd op bijvoorbeeld nazi’s in Nederland, tijdens de Tweede Wereldoorlog, bijvoorbeeld de aanslag op de beruchte SS-er Hanns Albin Rauter bij Woeste Hoeve, gelden over het algemeen niet als terrorisme, hoewel zij voldoen aan alle punten van de bovenstaande definities. Daarnaast is er het probleem van ‘staatsterrorisme’: terreurdaden gepleegd door een staat, zoals in nazi-Duitsland.

En daar wringt de schoen. Want wat de één een politieke vrijheidsstrijd noemt, vindt de ander een opstand van extremisten die het land willen ontwrichten. De Palestijnen vinden dat zij met recht tegen een almachtige bezetter strijden die hun basale mensenrechten onthoudt, zoals de nazi’s en het blanke regime in Zuid-Afrika ook deden. En omdat ze niet meer middelen hebben, moeten ze wel aanslagen plegen om toch iets voor elkaar te krijgen en gezien te worden. Maar Israel zegt dat ze meermaals met redelijke vredesvoorstellen is gekomen die de Palestijnen telkens afwezen, en dat de Palestijnen, gezien de situatie, relatief goed worden behandeld. Wanneer je ook via onderhandelingen je doelen kan bereiken, is het niet gerechtvaardigd daarvoor een terreurcampagne te voeren, ook al zijn je doelen legitiem. Hun situatie is daarbij in de ogen van velen niet wanhopig genoeg om geweld tegen burgers te rechtvaardigen.

Daarbij menen velen aan Israels kant dat het de Palestijnen niet alleen om de Westbank gaat maar om het hele land, waarmee de strijd haar zweem van rechtvaardigheid zou verliezen; een ander land kapotmaken door middel van terreur tegen de burgerbevolking, daar is weinig nobel of legitiem aan. Toch is er relatief veel sympathie voor Palestijns terrorisme, en wordt dit anders bezien dan aanslagen in Europa of de VS. De langdurige Israelische bezetting en de beelden en verhalen over wreedheden gelden voor velen toch als een behoorlijke verzachtende omstandigheid.

(Zie verder Was Yasser Arafat een terrorist of een vrijheidsstrijder?)

Ratna Pelle

Share