= IMO Blog =
(Vervolg van De glibberige terrorist van Beatrice de Graaf)
Wanneer Beatrice de Graaf zegt dat het bij Arafat maar net is hoe je ertegenaan kijkt, zegt ze eigenlijk dat de vraag of de Palestijnse gewelddadige strijd gerechtvaardigd is, niet te beantwoorden is. Dat is wel erg makkelijk. Ze lijkt daarin mee te gaan met wat ‘de geschiedenis’ vindt, namelijk dat Arafat vanaf 1974 geen terrorist meer was omdat hij zich bereid toonde te onderhandelen, en dat Fatah en de PLO zich hebben gematigd en nu redelijke gesprekspartners zijn. Ook van de studenten in het publiek waren er nog maar weinigen die Arafat als terrorist kwalificeerden.
De Graaf toonde een fragment van Arafats speech bij de VN in 1974, en vertelde vervolgens van de gijzeling op het Olympisch Dorp in München in 1972, een eenduidig terroristische actie (al liet ze in het midden of Zwarte September een onderdeel of een afsplitsing van Fatah was). Twee jaar later werd Arafat, door zich bereid te tonen onderhandelingen aan te gaan met Israel, binnen de VN erkend als politiek vertegenwoordiger van de Palestijnen.
De vraag of Arafat een terrorist is of een vrijheidsstrijder, is in feite de vraag of de Palestijnen strijden voor vrijheid en onafhankelijkheid, of dat ze een ander legitiem land proberen te ontwrichten door een terreurcampagne tegen de bewoners. In tegenstelling tot andere organisaties die als terroristisch te boek staan (ETA, IRA) proberen Palestijnse terroristen vaak om zoveel mogelijk burgers te doden. Soms zeggen ze dat ze eigenlijk soldaten wilden treffen, wetende dat dat hun strijd meer legitimiteit geeft, maar ze hebben nog nooit gewaarschuwd voor een aanslag, en zelfmoordterroristen bliezen zich doorgaans op in bussen, restaurants of op markten. Hamas heeft meermaals gezegd dat alle Israelische inwoners (behalve de Arabieren) kolonisten zijn en medeplichtig omdat ze in het leger dienen, hebben gediend of gaan dienen. Arafat speelde een slim spel. Hij wist dat hij de Palestijnse strijd meer legitimiteit kon geven door naast geweld ook te onderhandelen en tegemoet te komen aan de eisen van de VS. Maar hij matigde zijn visie niet, zoals Mandela bijvoorbeeld wel heeft gedaan. Wanneer het zo uitkwam bleef terrorisme voor hem een optie. Likoed.NL schreef in reactie op het hoorcollege van De Graaf:
In de nacht van 9 maart 1978 vertrokken in alle stilte twee kleine rubberboten vanuit Libanon richting het zuidelijk gelegen Israël. Beide boten waren volgepakt met messen, Kalasjnikovs, zware explosieven en 11 Palestijnse terroristen.
(…) Vroeg in de ochtend landden beide boten op het strand bij de kibboets Ma’agan Michael, een kleine boerengemeenschap zo’n 70 kilometer ten noorden van de Israëlische stad Tel Aviv. De elf terroristen renden naar de nabijgelegen snelweg, waar ze een complete bus met meer dan negentig vrouwen, kinderen en mannen wisten te gijzelen die een toeristisch dagtochtje aan het maken waren.
Nadat de gealarmeerde Israëlische politie de bus had klemgereden begonnen de Palestijnse terroristen in het wilde weg te schieten en staken de bus in brand. 38 onschuldige Israëlische burgers werden op brute wijze vermoord. (…)
Van de elf Palestijnse terroristen werden er uiteindelijk negen door de Israëlische politie gedood. Fatah, de organisatie waar al deze terroristen lid van waren en waar Yasser Arafat in 1978 al negen jaar de hoogste leider van was, prees deze aanslag als een weergaloos succes, een heldendaad! Fatah doet dit trouwens tot op de dag van vandaag, bijvoorbeeld op de Palestijnse televisie.
Die dubbele houding is kenmerkend voor Fatah, de PLO en de PA. Enerzijds prijst men terroristische daden als deze en zet de daders neer als helden van de natie, en worden gevangenen financieel beloond voor hun geweld tegen Israelische burgers met een maandelijks bijlage. Anderzijds wordt (af en toe) met Israel onderhandeld, en werken de veiligheidsdiensten nauw samen. De PA wordt bovendien grotendeels door Westerse landen gefinancierd. Je zou kunnen zeggen dat men van twee walletjes eet: via het terrorisme zet men druk op Israel (Arafat gaf tijdens de tweede intifada op strategische momenten opdracht tot het plegen van aanslagen met dit doel), en anderzijds wordt men door het westen erkend en gefinancierd. Daarbij heeft Arafat in 1994 samen met Rabin en Peres de Nobelprijs voor de Vrede gekregen. Een sterker bewijs dat de geschiedenis hem toen althans niet als terrorist zag, is nauwelijks denkbaar. Toen moest de tweede intifada echter nog beginnen. Israel heeft in de Muqata documenten gevonden waaruit bleek dat Arafat de zelfmoordaanslagen niet alleen moreel steunde, maar ook financieel.
De vraag of Arafat een terrorist was, is niet een louter subjectieve. Hij steunde een strijd tegen een ander land en vermomde die als een vrijheidsstrijd zoals verschillende linkse bewegingen in derde wereldlanden die voerden. Daarbij werd mooi verdoezeld dat Israel een democratie is en een aantal legale manieren kent om te protesteren en je doelen te behalen. Een meerderheid van de bevolking in Israel steunde de onderhandelingen en het einddoel, twee staten voor twee volken. Daarbij is de Palestijnse gewapende strijd een van de weinige die zich zo veelvuldig en expliciet op burgerdoelen heeft gericht. Ontvoeringen, gijzelingen, vliegtuigkapingen, zelfmoordaanslagen, raketten en sinds kort de tunnels en de auto’s die willekeurige passanten overrijden: het is allemaal gericht tegen burgers, om met minimale middelen maximaal angst te zaaien en te ontwrichten.
De Graaf heeft gelijk dat terrorisme vaak een ‘glibberig’ begrip is en dat er vele grijstinten zijn, maar juist Arafat is daarvan in feite geen goed voorbeeld. Bovendien kan haar beschrijving makkelijk zo opgevat worden alsof het ook haar eigen visie is en niet alleen een beschrijving van hoe anderen het zien. Daarbij is het nogal onhandig dat ze deze uitspraken doet en tegelijkertijd nummer vijf staat op de lijst van de Christen Unie voor de Eerste Kamer. De CU heeft zoals gezegd de nodige reacties gekregen en zag zich genoodzaakt met een toelichting te komen. Die heeft de zorgen echter niet geheel weg kunnen nemen. Naast Likoed heeft ook Geen Stijl erover geschreven. Geheel in Stijl is men behoorlijk grof en wordt De Graaf bijvoorbeeld een ‘stomme kut’ genoemd die eigenlijk nooit iets wezenlijks zegt dat het ‘kudtvolk op straat niet drie jaar geleden al wist’. Maar tussen al het gescheld door bevat hij ook een zinnige link naar het gedraai van Arafat, waarna men even een eigen definitie van terrorisme geeft:
De definitie van terrorisme is heel simpel. U maakt zich schuldig aan terrorisme als het uw expliciete doel is opzettelijk zoveel mogelijk burgers expres te doden.
Dat is een heel beperkte definitie, die tal van bewegingen die als terroristisch worden bestempeld (RAF, ETA, IRA), erbuiten laten. En zo zijn de Geallieerde bombardementen op Duitse steden, gericht op het veroorzaken van zoveel mogelijk slachtoffers, opeens wel weer terrorisme. En wanneer Fatah een bus met vrouwen en kinderen ontvoert of een vliegtuig kaapt en de passagiers niet wil doden maar wil uitruilen tegen gevangen genomen Fatah activisten, dan is dat dus geen terrorisme. Oftewel, Geen Stijl kan wel heel hautain roepen dat het allemaal zo simpel is en de sociale wetenschap alleen maar zevert op kosten van de gemeenschap, maar zelf komen ze er ook niet uit.
De oproep om De Graaf van de kandidatenlijst te halen gaat mij dan ook te ver. Zij is een intelligente vrouw die tot denken aanzet en lastige onderwerpen op een aansprekende manier weet te verwoorden en daarmee wetenschap voor een grotere groep toegankelijk maakt. Dat ze op zijn minst de indruk heeft gewekt Arafat niet als terrorist te zien en weinig oog te hebben voor juist de bijzonder wrede kant van de Palestijnse gewapende strijd, is reden tot zorg (en wellicht ook voor wat bijscholing op dit gebied) maar niet tot ontslag.
Ratna Pelle