mrt 242013
 

NPK strijdt tegen het zionisme.

IMO Blog.

Europa PalestinaIk zal de genoemde brochure ‘Europa en Palestina’ van het Nederlands Palestina Komitee hieronder inhoudelijk bespreken, want anders krijg ik natuurlijk weer het verwijt dat ik in al mijn vooringenomenheid alleen maar op de naam van een organisatie afga. De inhoud voldoet echter geheel aan de verwachtingen: er wordt een ouderwets links anti-imperialistisch verhaal gehouden waarin Israel als koloniale en door het Westen gesteunde macht tegenover de inheemse bevolking staat die volkomen terecht een vrijheidsstrijd voert tegen de systematische onderdrukking en land- en grondstoffenroof van Israel.  Het boekje rept met geen woord over Palestijns geweld tegen Israelische burgers, de nazi-moefti Al Husseini, zelfmoordaanslagen en de alomtegenwoordige Jodenhaat onder Palestijnen en in de gehele Arabische wereld. De Palestijnen zijn slechts slachtoffers die voor hun onvervreemdbare rechten strijden. Israelisch geweld is nooit een antwoord op Palestijns geweld, nooit gericht op zelfbescherming, maar altijd onderdeel van een al langer bestaand plan om de Palestijnen systematisch te verdrijven en van hun land en rechten te ontdoen. Ook zou de PLO al in 1974 de tweestatenoplossing hebben geaccepteerd, wat uiteraard nonsens is.

De strijd tegen het zionisme

Een paar fragmenten:

Op Europa rust een zware verantwoordelijkheid voor het ontstaan en het voortduren van ‘de kwestie Palestina’. Onder de kwestie Palestina wordt verstaan: de strijd van Palestijnen tegen zionistisch joodse kolonisten, die stelselmatig toewerken naar het omvormen van Palestina naar een Joodse staat. Aan die omvorming worden tot op de dag van vandaag nieuwe dimensies toegevoegd en is gepaard gegaan met verdrijving, onderdrukking en marginalisering van de autochtone Palestijnse bevolking en de verwoesting van haar samenleving.

Oftewel: het Israelisch-Palestijns conflict wordt gereduceerd tot ‘de kwestie Palestina’ en daarmee bedoelt men de strijd tegen Israel en Joodse zelfbeschikking, die men als per definitie onrechtvaardig en kolonialistisch beschrijft. De ‘omvorming’ van ‘Palestina’ zoals men het hier noemt als misdaad bestempelen is natuurlijk onzin: er was geen ‘Palestijnse staat’, er was een gebied dat Palestina genoemd werd, en het klopt dat de zionisten daar een stempel op hebben gedrukt en dit gebied hebben omgevormd tot een vruchtbaar en welvarend land waar inmiddels zo’n 10 miljoen mensen wonen. De ‘autochtone bevolking’ (die voor een deel helemaal niet zo autochtoon was maar uit Syrië en Jordanië kwam vanwege de werkgelegenheid in Palestina) is niet verdreven en gemarginaliseerd; zij profiteerde van de welvaart die de Britten en de zionisten brachten. Zij weigerde echter iedere samenwerking met de (ook gedeeltelijk inheemse) Joden en probeerde die tijdens diverse ‘opstanden’ met geweld te verjagen.

Veel landen zijn in de vorige eeuw omgevormd van hoofdzakelijk agrarisch naar modern, industrieel en post-industrieel, en dat ging vaak gepaard met onteigeningen, ontberingen en verdrijvingen van groepen mensen die zich daartegen verzetten. Zo hebben groepen Bedoeïenen en Toeareg in veel Arabische landen te lijden onder allerhande maatregelen zoals de zigeuners bij ons. Hoe dan ook is het verhaal van de boze zionisten en de pure,
vredelievende autochtone bevolking een grote leugen die zowel de complexiteit van de zaak als de rechten en wortels van de Joden in het land volledig ontkent.

Het is onzin dat Europa een ‘zware verantwoordelijkheid’ heeft voor het ontstaan en voortduren van de ‘kwestie Palestina’. Israel is, in weerwil van de populaire opinie, niet door Europa gesticht uit schuldgevoel over de Holocaust, maar een product van noeste zionistische arbeid. Men begon al eind 19e eeuw met het stichten van gemeenschappen in Palestina en het opzetten van zionistische organisaties die mensen hielpen om ‘aliya’ te maken. Herzl lobbyde bij diverse machthebbers, zonder succes, voor toestemming een Joods Nationaal Thuis te stichten. In 1917 kwam de Balfour verklaring en in 1922 kregen de Britten het mandaat over Palestina, met als doel het Joods Nationaal Thuis te faciliteren. Toen de 2e wereldoorlog uitbrak, was er al een semi onafhankelijke Joodse staat in Palestina, met goed functionerende instituties, een belastingstelsel en voorzieningen. De VN formaliseerde in 1947 wat in feite al bestond. Overigens stemden niet alle Europese landen voor, en was de (gebrekkige) steun voor Israel mede ingegeven door respect en bewondering voor wat de zionisten hadden opgebouwd in Palestina.

“De eenzijdige proclamatie van de staat Israel op 15 mei 1948 had voor de Palestijnen dramatische gevolgen. Want de oorlogshandelingen die onmiddellijk daarop uitbraken, zijn door Israel aangegrepen om een tot in details voorbereide campagne van etnische zuivering in gang te zetten, het zogeheten Plan Dalet, bedoeld om de demografische verhoudingen in de te vormen Joodse staat meteen ingrijpend te wijzigen. Gebeurde dat niet, dan zou net iets meer dan de helft van de inwoners van die Joodse staat ‘niet joods’ zijn. Om de vluchtelingenstroom op gang te brengen, zijn bloedbaden aangericht zoals in het Palestijnse dorp Deir Yassin op 9 april 1948 – ruim een maand vóór het eind van het Britse mandaat over Palestina. Vóór de proclamatie van de staat Israel op 15 mei 1948 waren al rond 300.000 Palestijnen voor het geweld op de vlucht geslagen.”

Ja, nadat de Palestijnen ook al maanden tegen de Joden aan het vechten waren, en daarbij ook diverse bloedbaden hadden aangericht. Het was geen ’tot in de details voorbereide campagne van etnische zuivering’ maar een antwoord op een poging de Joden uit Palestina te verdrijven, iets waartoe Palestijnse en Arabische leiders toentertijd veelvuldig opriepen, en wat ook bijna was gelukt, want de Joden stonden er in het voorjaar van 1948, voor de Haganah met haar tegenoffensief begon, slecht voor. Overigens had de Joodse staat volgens het delingsplan wel een Joodse meerderheid, zij het krap.

In de Junioorlog van 1967 veroverde Israel de resterende 22 procent van het voormalige mandaatgebied Palestina: de Westelijke Jordaanoever, waaronder Oost-Jeruzalem dat vanaf 1948 in handen van Jordanië was geweest; de Strook van Gaza die vanaf 1948 onder militair bestuur van Egypte had gestaan; het schiereiland Sinaï van Egypte en de Hoogvlakte van Golan in Syrië.

De misleiding zit vooral in de weglating: Israel werd door Jordanië aangevallen, Egypte had de haven van Eilat geblokkeerd en honderdduizenden troepen naar de grens gestuurd, het ene na het andere dreigement tegen Israel geuit en defensieverdragen met Syrië en Jordanië gesloten. Oh, en een week voor Israels aanval had men de VN troepen in de Sinaï naar huis gestuurd. Het zag er dus allemaal behoorlijk bedreigend uit, en daarbij is het afsluiten van internationale waterwegen een casus belli. Zie ook: De Zesdaagse Oorlog

Oslo Akkoorden

Vervolgens legt men uitgebreid uit waarom de Oslo Akkoorden niet deugen:

De beide Oslo-akkoorden berustten op onderling gemaakte afspraken. Het internationaal recht diende niet als basis voor het vinden van een uitweg uit de kwestie Palestina. Sterker nog, de gemaakte afspraken waren daarmee in strijd. Want overeenkomstig het internationaal recht rust er een verbod op gebiedsuitbreiding door middel van geweld en dient Israel tot de ‘volledige ontruiming’ van het in 1967 veroverde gebied over te gaan.

Dat klopt niet. Volgens resolutie 242 waar men hier waarschijnlijk op doelt, moet Israel ‘bezette gebieden’ ontruimen in ruil voor veilige grenzen en respect voor de territoriale integriteit van alle landen in de regio.

Op basis van de Akkoorden is echter ‘de mate van ontruiming’ tot inzet van onderhandelingen gemaakt. Waartoe Israel in dit verband al dan niet bereid was, zou in de bestaande constellatie eerder bepaald worden door de uitkomst van een debat daarover in Israel, dan door onderhandelingen met de PLO. Door het internationaal recht los te laten, stortte de PLO zich in een ongewis avontuur, en stelde daarbij de belangen van het Palestijnse volk in de waagschaal.

Het internationaal recht is niet los gelaten: 242 riep op tot onderhandelingen om tot vrede te komen en daar sluiten de Oslo Akkoorden prima bij aan. Overigens namen beide partijen risico met de akkoorden, en Israel in feite veel meer dan de PLO. De PLO had immers niks en kreeg wel van alles, namelijk vergaand zelfbestuur over 40% van het land en 98% van de Palestijnen. Daarmee nam Israel een behoorlijk risico, en dat bleek toen de PLO, in weerwil van de gemaakte afspraken, in deze gebieden een terroristische infrastructuur opzette van waaruit vele (zelfmoord)aanslagen zijn gepleegd.

In het kader van Oslo bleken Arafat en de zijnen bereid om op nog meer essentiële punten in te leveren. Zozeer dat het nettoresultaat van Oslo een voortzetting van de Israelische bezetting in een nieuwe vorm zou betekenen.

Beide partijen leverden in, en het hele idee was om stapsgewijs steeds meer land en bevoegdheden over te dragen. Dat gebeurde ook. De bezetting werd daardoor niet in een keer volledig teniet gedaan, maar de volgende stap was mede afhankelijk van het succes van de vorige. Beide partijen hebben zich overigens niet altijd aan de afspraken gehouden, maar de openlijke steun aan de terroristen door de PLO is een belangrijke oorzaak waarom de Oslo Akkoorden niet hebben geleid tot werkelijke onafhankelijkheid voor de Palestijnen.

Om diezelfde reden leken voor Israel de kansen gunstiger dan ooit om op eigen voorwaarden politiek zaken te doen met een organisatie, die vanwege haar historische rol binnen de nationale beweging, nog altijd in de positie verkeerde om namens de Palestijnen akkoorden af te sluiten. De in het Westen gevierde Israelische schrijver Amos Oz sprak destijds over ‘de tweede grote overwinning in de geschiedenis van het Zionisme’ (met de stichting van de staat Israel in 1948 als de eerste). Tegelijk bood Oslo Israel de mogelijkheid om de belangen van de diverse geledingen van het Palestijnse volk – in Israel, in de in 1967 bezette gebieden, in de diaspora – tegen elkaar uit te spelen en in het
verlengde daarvan de positie van de PLO volledig te marginaliseren. Op zich niets nieuws: het fragmenteren van het Palestijnse volk is van oudsher een belangrijk oogmerk van de politiek van de staat Israel geweest.

Amos Oz zei dit omdat hij oprecht van mening was dat vrede in het belang was van en inherent onderdeel van het zionisme. Hij zei het niet vanuit de idee (zoals hier gesuggereerd) dat men zo op andere wijze de Palestijnen kon blijven onderdrukken. Na de dood van Rabin en de overwinning van Netanyahu dankzij een goed getimede Palestijnse campagne van zelfmoordaanslagen, verdween aan beide kanten steeds meer de goodwill en het vertrouwen en probeerde men afspraken naar eigen hand te zetten.

Hoewel ook in de Palestijnse Gebieden de euforie aanvankelijk groot was, spraken van meet af aan Palestijnen zich met goede argumenten krachtig uit tegen de Akkoorden van Oslo.

Bovenop de humanitaire hulp aan Palestijnse vluchtelingen in het kader van de UNRWA, kwam er ontwikkelingsgerichte financiële steun: de opbouw van instituties, verbetering van de infrastructuur en het onderwijs. Dit vanuit de gedachte: wil de tweestatenoplossing kans van slagen hebben, dan moet de Palestijnse kant versterkt worden. Tegelijk ontlastte deze hulp van buiten Israel van zijn volkenrechtelijke plicht om als bezettende macht voor het welzijn van degenen die onder bezetting leven op te draaien. Dat de Palestijnen in het kader van Oslo vastzaten aan een regeling waarbij vanwege de machtsongelijkheid Israel de uitkomst zou bepalen en de belangen van de staat Israel centraal zouden blijven staan, werd kennelijk op de koop toe genomen. De EU werd de belangrijkste geldschieter van de PNA.

Het hele idee van de Oslo Akkoorden was nou juist dat er een einde zou komen aan de bezetting en dus aan het feit dat Israel alles voor de Palestijnen regelde, van scholen tot riolering, afvalverwijdering, belastingen, juridische zaken en werkgelegenheid. De Palestijnen kregen een eigen zelfbestuur dat al dit soort zaken zelf zou gaan regelen. Israel hield een zeer beperkte controle op gebied van veiligheid, maar kon het A-gebied niet zomaar in. Vandaar ook dat het terrorisme zich daar zo goed kon ontwikkelen. De Europese hulp ontlastte dan ook niet zozeer Israel, maar juist de Palestijnen. Zij waren nu immers min of meer onafhankelijk en dat betekent dat je je eigen zaken moet regelen, maar omdat men daar nog niet toe in staat was sprong de EU met een grote zak geld bij. Erg sympathiek van die EU zou je zeggen. Men hoopte daarmee de kans van slagen van een en ander te vergroten. Immers, wanneer er goed werkende instituties zouden komen en werk en andere voorzieningen, neemt dat de extremisten de wind uit de zeilen. Er sprak oprecht idealisme en hoop uit, en geloof in het Palestijnse leiderschap. Dat leiderschap maakte dat helaas niet waar en veel van dat geld verdween op mysterieuze wijze. Inmiddels is bekend dat de PA onder Arafat door en door corrupt was en de financiën een puinhoop waren. Toch rept dit boekje daar met geen woord over.

Partij in het conflict

Ik zou het hele boekje op deze manier kunnen becommentariëren maar het lijkt me duidelijk genoeg. Het boekje druist op alle punten in tegen het EU beleid, dat immers gericht is op een tweestatenoplossing (en niet het bestrijden van het ‘zionistische project’), en dat onderhandelingen en compromissen voorstaat en geen strijd totdat heel Israel is verdwenen. De standpunten van het NPK, die in dit boekje worden verwoord, zijn strijdig met die van de EU en Nederland. Helaas gebeurt het vaker dat de EU en ook Nederland organisaties en initiatieven steunt met een zeer eenzijdige agenda, zoals Palestijnse media en schoolboeken en tal van zogenaamde ‘mensenrechten organisaties’ die in feite een strijd voeren tegen Israel en niet voor vrede en verzoening. Dit draagt bij aan polarisatie van het conflict en ook aan wantrouwen en anti-Europese sentimenten in Israel. Daarbij wordt met brochures als deze een volkomen onjuist beeld gegeven van de situatie, het conflict, en het aandeel van beide partijen erin. Dat bevordert op zijn beurt anti-Israel en ook anti-Joodse sentimenten.

Ratna Pelle

Share