mrt 082013
 

antisemitisme_annefrank_billboardLezing door Esther Voet op zaterdag 16 februari bij Christenen voor Israël te Nijkerk

Verslag en commentaar door Tjalling.

Esther Voet begon haar lezing met de opmerking dat antisemitisme een irrationeel gevoel is wat zich niet laat wegnemen door de ratio. Het antisemitisme in Nederland is helaas groeiende, het is nadrukkelijker aanwezig dan pak weg 40 jaar geleden. Maar in vergelijking tot bijvoorbeeld België en Frankrijk is de situatie in ons land wel positiever.

Er zijn 113 gevallen van antisemitisme geregistreerd in 2011 tegenover 124 in 2010. Dit blijkt uit de nu gepubliceerde CIDI Monitor antisemitische incidenten in Nederland 2011. Er zijn over 2012 nog geen cijfers beschikbaar. De afname is vooral te danken aan een daling van het aantal haat e-mails: van 47 in 2010 naar 18 in 2011. Maar op straat worden helaas steeds meer mensen lastig gevallen en slachtoffer van antisemitische scheldpartijen.

Er is weliswaar officieel sprake van een daling, maar toch zijn genoemde getallen niet echt betrouwbaar. Meldingsmoeheid bijvoorbeeld, kan een oorzaak zijn van die daling. De samenwerking met de politie is goed, maar de lange afhandelingen van aangiften zetten daar wel een rem op. Bovendien is er het vermoeden dat de officiële meldingen niet meer dan het topje van de ijsberg zijn en ook is de veiligheid van Joodse burgers in het geding. Het CIDI werkt daarom samen met Joodse beveiligingsorganisaties waarbij ook het Joods Maatschappelijk Werk betrokken is.

In Nederland is de situatie dus positiever dan in de omliggende landen. In Engeland bleek het antisemitisme in 2012 gestegen met maar liefst 9% en in Frankrijk zijn de Joden intussen ronduit bang geworden en zien in hun angst aanleiding om op Aaliyah te gaan.

In Nederland wordt een andere definitie gehanteerd dan in de omringende landen. Dat is de reden waarom de Nederlandse cijfers moeilijk zijn te vergelijken met die van andere landen. In diverse Europese landen wordt haat zaaien tegen Israël ook onder antisemitisme gerekend, terwijl het CIDI het begrip antizionisme niet onder antisemitisme rekent. De aantallen van antisemitisme uitingen hangen bovendien sterk af van de situatie in Israël. Met name de operatie Cast Lead (de Gaza Oorlog van 2008-2009) is een schoolvoorbeeld daarvan, en ook de verschrikkelijke aanslag op een joodse school in Toulouse vorig jaar maart, waarbij vier doden vielen onder wie drie jonge kinderen.

Afgelopen herfst, tijdens de operatie Pillar of Defence (de Gaza escalatie) viel het juist weer mee. De reden daarvan blijft vooralsnog gissen, maar Esther had van een generaal van de Nederlandse strijdkrachten te horen gekregen dat `Pillar of Defence’ studiemateriaal zal gaan worden voor de Koninklijk Militaire Academie, omdat deze actie volgens hen voortreffelijk was uitgevoerd. Er vielen relatief weinig burgerslachtoffers.

Het woord antisemitisme is inmiddels inflatoir geworden, omdat het te snel wordt gebruikt. De wezenlijke betekenis van antisemitisme is in het eigen – Joodse – bestaan te worden aangetast. Het is in dit verband van belang te wijzen op het woord `risjes’. Dat woord komt nog niet voor in de woordenlijst van de Nederlandse taal  maar het kan nog het beste worden gedefinieerd als een soort milde vorm van antisemitisme.

Het is bovendien goed om onderscheid te maken tussen antisemitisme op zichzelf, Israël ‘bashing’ (Dat is het voortdurend negatief bejegenen van de Joodse staat, Tj) en kritiek op Israël. Het onderscheid tussen genoemde items werd echter niet aan de hand van voorbeelden toelicht. Bij kritiek op Israël maakt het groot verschil of er specifieke zaken worden bekritiseerd, zoals bijvoorbeeld de grote inkomensverschillen in dat land, of dat men het bestaansrecht van Israël in twijfel trekt en ontkent dat Joden recht hebben op zelfbeschikking.

Om het antisemitisme zo goed als mogelijk in te dammen, riep Esther in haar lezing op om alle uitingen van antisemitisme, bijvoorbeeld in de pers en op straat, te melden bij het CIDI. Enkele weken geleden heeft het CIDI de minister van Onderwijs, Jet Bussemaker (PvdA), opgeroepen om antisemitische vooroordelen onder middelbare scholieren te onderzoeken. Eerder onderzoek onder Amsterdamse middelbare scholieren wees uit dat er nog veel vooroordelen over Joden bestaan. Uit een onderzoek dat voor een afstudeerscriptie werd gedaan, bleek dat veel scholieren Joden als ‘rijk en gierig’ beschouwen. Het CIDI gaat een lespakket ontwikkelen gericht tegen deze vooroordelen met daarin tevens informatie over de uitgebreidheid en veelzijdigheid van het Joodse leven in heel Nederland. Het doel van het lespakket is om de scholieren empathie bij te brengen voor de Joden en het Jodendom in al haar facetten.

Esther Voet volgt binnenkort Ronny Naftaniel op als directeur van het CIDI

Esther lichtte vervolgens toe waarom de situatie in Nederland gunstiger is dan in de omringende landen. Nederland is altijd al een tolerant land geweest met ruimte voor minderheden. Een voorbeeld daarvan is de Portugese synagoge in Amsterdam. Dat is een gebouw met allure, wat laat zien dat ook een minderheid zich kan manifesteren in ons land. En laten we dat zou houden. Antisemitisme is strafbaar in ons land, dat moet elke immigrant bijgebracht worden.

Er zijn ook andere oorzaken waardoor het antisemitisme toeneemt. De onvolledige of onjuiste berichtgeving in de media over Israël bijvoorbeeld. Eén van de gevolgen daarvan is dat maar weinig mensen weten dat feitelijk slechts ruim 9% van de Westelijke Jordaanoever door Joodse nederzettingen wordt ingenomen, en de meeste Palestijnen niet onder een directe bezetting leven maar onder de Palestijnse Autoriteit in relatieve autonomie.

Op internet is er ronduit sprake van een riool als het om antisemitisme gaat. Teveel gebruikers van internet veroorloven zich een vrijheid die laat zien dat er virulente Jodenhaat in de wereld is. De ontwikkelingen in de politieke partijen baren ook zorgen. Vooral de linkse politiek laat zich op een onheuse manier steeds kritischer uit over Israël. Een heel lastig aspect is het `geïmporteerde antisemitisme’. Het is erg triest te moeten vaststellen, dat in Marokkaanse en Turkse kringen het antisemitisme evident aanwezig is. Dat heeft ook invloed op de publieke opinie en beeldvorming in het algemeen.

Gelukkig is er vrijheid van meningsuiting in Nederland en die kan niet zomaar worden aangetast. Om aan te kunnen tonen wanneer antisemitisme strafbaar is, zonder daarbij de vrijheid van meningsuiting tekort te doen, wordt als richtsnoer het strafproces tegen Wilders gebruikt. In 2010 en 2011 stond het Nederlandse Tweede Kamerlid Geert Wilders terecht, die werd verdacht van haat zaaien en discriminatie. De rechters van het hof spraken Wilders vrij, omdat hij zich niet schuldig zou hebben gemaakt aan het beledigen van moslims, het aanzetten tot haat en discriminatie. Wilders had zich volgens het OM uitgelaten over de islam, niet over de belijders van die religie. Daarmee zou hij niet strafbaar zijn. Dezelfde criteria zijn dus van toepassing bij het vaststellen wanneer antisemitisme strafbaar is. Wanneer er sprake is van haat zaaien, aanzetten tot discriminatie en het beledigen van mensen om de religie die ze aanhangen dan is antisemitisme strafbaar in de zin van de wet. Zo werd er afgelopen herfst een klacht ingediend tegen PVV-Tweede Kamerlid Dion Graus wegens antisemitisme. Hij zei in een uitzending van TV Limburg dat Joden ‘dieren martelen, zogenaamd onder het mom van vrijheid van geloof.’

Naar aanleiding van het begrip religie merkte Esther nadrukkelijk op dat de Joden een volk zijn en geen religie. Om in dit verband antisemitisme aan te kunnen tonen is het goed om uit te gaan van het verschil tussen wie je bent en wat je doet. Om dit verschil helder te krijgen werden twee voorbeelden van cartoons aangehaald. Op de ene genoemde cartoon was een afbeelding te zien van allerlei mensen met stereotiepe kenmerken van Joden. Een dergelijke cartoon is strafbaar. Op de andere cartoon, een afbeelding van premier Netanyahu die zielig uitziende Palestijnen uitlacht. Die cartoon is niet strafbaar omdat het een persoonlijke houding van Netanyahu laat zien.

Commentaar Tjalling:

De lezing die Esther Voet heeft gehouden in Nijkerk kwam op het juiste moment. Daar kom ik later op terug. Jammer was wel dat de algemene definitie van antisemitisme, Jodenhaat, tot uiting komend in een vijandige houding ten aanzien van joden op basis van vooroordelen en stereotypen, achterwege werd gelaten. De nadere toelichting van wat antisemitisme inhoudt kwam daardoor niet goed tot zijn recht. Bovendien werd het onderscheid tussen de zogeheten `risjes’ en antisemitisme niet voldoende duidelijk gemaakt. Risjes kan worden omschreven als een `mildere’ vorm van antisemitisme. Het gevaar van risjes is naar mijn mening minstens zo groot omdat juist deze vorm van antisemitisme in toenemende mate weer Salonfähig aan het worden is.

In de lezing werd duidelijk gezegd dat met het oog op het antisemitisme de situatie in Nederland gunstiger zou zijn dan in de omringende landen. Ik miste daarbij het feit dat het CIDI het zogeheten Israël bashing niet onder antisemitisme rekent. Israël bashing, wat naar mijn mening ook vaak voortkomt uit antisemitische gevoelens, wordt in ons land niet officieel geregistreerd als antisemitisme waardoor weliswaar de cijfers gunstiger uitvallen, maar dat is niet echt een betrouwbare graadmeter.

In de lezing werd ook het begrip `geïmporteerd antisemitisme’ aangehaald. Een goed en actueel voorbeeld daarvan is een uitzending van de publieke taakomroep NTR van de serie Onbevoegd gezag, die de dag nadat Esther haar lezing hield werd uitgezonden. In de uitzending, die het nodige stof deed opwaaien, vertellen Turkse jongeren dat ze de Holocaust goedkeuren. In het televisieprogramma werd de Koerdische Turk Mehmet Sahin* in de Arnhemse ‘achterstandswijk’ Broek gevolgd. De bedoelingen van Sahin zijn goed, hij is van mening dat door kennisoverdracht het antisemitisme onder Islamitische jongeren kan worden opgelost. Dat zal hem behoorlijke inspanningen gaan kosten, als het hem al lukt. Het antisemitisme zat er bij de gefilmde jongens namelijk heel diep in. Hun uitspraken over Joden waren ronduit schokkend. Een jongen in een blauw truitje zei: “Wat Hitler met de Joden heeft gedaan, daarmee ben ik wel tevreden, eerlijk gezegd.” Je zou hopen dat zo’n uitspraak incidenteel is, maar helaas is dat niet het geval. In de overwegend Marokkaanse en Turkse wijken in Amsterdam Nieuw-West, de Indische buurt in Amsterdam-Oost, maar ook in delen van de Pijp, lopen al tien jaar of langer orthodoxe Joden of Joden met een keppel een grote kans om uitgescholden of fysiek belaagd te worden. Virulent antisemitisme is heel normaal geworden in de meest Joodse stad van Nederland, zonder dat iemand zich daar echt druk over maakt.

Antisemitisme onder Islamitische medelanders wordt ook veel te snel goedgepraat. De Jodenhaat van een grote groep Nederlandse moslims zou worden veroorzaakt door de gewelddadige acties van het Israëlische leger in de bezette gebieden en Gaza. Maar de acties van het Israëlische leger in Gaza waren tot nu toe niet opzettelijk gewelddadig, integendeel zelfs. Esther had gehoord dat de operatie `Pillar of Defence’ studiemateriaal zal gaan worden voor de Koninklijk Militaire Academie, omdat bij deze actie relatief weinig burgerslachtoffers vielen. En al zou het Israëlische leger Palestijnen onrecht aandoen, dan nog kan niet worden gesteld dat dit de oorzaak zou zijn van antisemitisme onder moslims, hooguit een aanleiding. De oorzaak van `geïmporteerd antisemitisme’ ligt besloten in de breed levende Jodenhaat in moslimlanden, die als het ware met resp. de grootouders en ouders mee is geïmmigreerd naar Nederland, en waar veel Nederlandse moslimjongeren nog steeds mee worden opgevoed. Dit is uiterst pijnlijk om op te moeten merken, en om ook deze vorm van antisemitisme op te kunnen lossen is niet gemakkelijk. Mehmet Sahin denkt dit door kennisoverdracht te kunnen bereiken. Op een vergelijkbare manier is men bij het CIDI deze mening ook toegedaan. Esther haalde in haar lezing het voorbeeld van het lessenpakket aan. Er zijn meer mogelijkheden om antisemitisme aan te pakken. Antisemitisme is strafbaar in Nederland en dat moet ook zo blijven. Daarom is het van groot belang om elke vorm van antisemitisme te melden bij het CIDI of de politie.

* Update:

De genoemde Mehmet Şahin heeft moeten onderduiken na bedreigingen die hij kreeg op zijn optreden in “Bevoegd gezag”:

De inwoner van de Arnhemse wijk Broek die vorige week openlijk afstand nam van antisemitische uitspraken van Turkse jongeren, heeft deze week enige tijd ondergedoken gezeten. Dit hebben verschillende bronnen bevestigd aan het NTR-programma De Halve Maan.

Mehmet Şahin, die de Turks-Nederlandse jongeren uit de wijk onder meer huiswerkbegeleiding gaf, ging in het NTR-programma Onbevoegd Gezag openlijk in tegen de anti-joodse sentimenten die de jongeren uitten. De jongeren zeiden dat ‘Hitler goed werk had gedaan’ en dat het vermoorden van vrouwen en baby’s goed was als het om joden ging.

Nadat hij op tv tegen de jongeren inging, kreeg hij bedreigingen uit de buurt. Er werd hem onder meer verweten zelf joods en een agent van de Mossad te zijn. Ook zijn er doodsbedreigingen geuit en zijn de buurtbewoners een handtekeningenactie gestart om Şahin te dwingen tot verhuizing.

Op last van de Arnhemse burgemeester Pauline Krikke is Şahin met zijn familie enkele dagen elders ondergebracht. Noch de burgemeester, noch de betrokken jongens en hun families wilden commentaar geven op de zaak. Ook Mehmet Şahin zelf was niet bereikbaar voor commentaar.

 


Bronnen bij lezing:

Bronnen bij commentaar:

Share