mrt 062013
 
A.B. Yehoshua

A.B. Yehoshua

IMO Blog

Die opmerking deed mij thuis grijpen naar de essaybundel ‘Kijken in de spiegel’ van de Israëlische schrijver A.B. Jehosjoea. Hij ontleedt daarin op chirurgische wijze de argumenten voor het bestaansrecht van Israël en wijst die allemaal af. Tot hij ten slotte uitkomt bij ‘het recht van de wanhoop’. Vanaf de negentiende eeuw, toen de natiestaat opkwam, waren de Joden als volk zonder land uiterst kwetsbaar, zoals op verschrikkelijke wijze zou blijken in de Shoah. Daar ligt voor Jehosjoea de reden en het recht van het bestaan van Israël. Maar, schrijft hij, als dit ‘inhoudt dat we een ander volk als geheel uit zijn vaderland moeten verdrijven, dan verliest het uit wanhoop geboren recht elke geldigheid’.

Hij zegt daarmee, denk ik, het volgende: als Israël af wil van de discussie over 1948, moet het af van de discussie over 1967. De geschiedenis is vol van oorlogen, veroveringen en volksverhuizingen – niets aan te doen. Maar een bezetting die al 45 jaar duurt, kan en moet stoppen.

Aldus een artikel in Trouw, het zoveelste, dat Israel bekritiseert. Het is echter eerlijker dan veel andere artikelen, omdat het naar de kern gaat. Stevo Akkermans zegt in zoveel woorden Israels bestaansrecht niet te erkennen zolang de bezetting voortduurt. Dat is nogal wat en daarom dekt hij zich mooi in door het niet zelf te zeggen maar het de Israelische schrijver A.B. Yehoshua te laten zeggen – een van de populairste schrijvers in Israel. Overigens is bepaald niet zeker dat Yehoshua dit ook zo heeft bedoeld. Ik ken de bundel waaruit Akkermans citeert niet, maar elders lees ik dat Yehoshua zich juist inzet voor erkenning van Israel door de buitenwereld. Hier lijkt dus het tegendeel te gebeuren van wat hij beoogt, want het citaat wordt gebruikt om Israel te delegitimeren. Dat gebeurt overigens wel vaker met linkse critici van Israel. Hun al dan niet terechte kritiek op het land waar zij leven, wordt door mensen van buiten gebruikt om dit land eenzijdig negatief neer te zetten en te delegitimeren.

Tactieken

Het is een beproefde tactiek om je bij de hardste kritiek op Israel te beroepen op Israelische critici of desnoods Joodse critici buiten Israel. En die zijn er genoeg, dus je hebt een ruime keuze uit allerlei soorten argumenten, invalshoeken en verschillende gradaties van radikalisme, die je overigens zelf nog naar believen kunt interpreteren en aandikken. Het is één ding wat Israelische critici zeggen, en het spreekt op een bepaalde manier voor hen en ook voor Israel dat er zoveel critici zijn en dat er zo’n open discussie wordt gevoerd over Israel, haar daden, geschiedenis, moraliteit en bestaansrecht. Ik zou geen ander land in een conflictsituatie kunnen verzinnen waar de eigen geschiedenis en eigen fouten zo meedogenloos en open en bloot voor het oog van de hele wereld worden geëtaleerd en bekritiseerd.

Het ligt echter anders wanneer mensen van buiten Israel, mensen die verder niet specifiek bij het land betrokken zijn, Israels bestaansrecht ter discussie stellen en iedere mogelijke misstand opsporen. Dat heeft toch vaak een wat nare bijsmaak. De gekste maar ook meest oninteressante dingen over Israel verschijnen op voorpagina’s van kranten, dingen die in alle andere landen van de wereld beperkt blijven tot binnenlands nieuws. En van geen enkel ander land wordt openlijk het bestaansrecht betwist en ontkend, en geldt dit tegenwoordig als een welhaast mainstream positie waarmee je in Trouw, NRC, De Volkskrant maar ook Pauw en Witteman goede sier kunt maken.

Maar heeft hij eigenlijk niet gelijk? Als je eerlijk bent, als je je schroom aflegt, als je ophoudt je schuldig te voelen over de Holocaust, is dat dan niet gewoon waar? Wel, nee. De idee dat Israel als enige land ter wereld 65 jaar na dato nog steeds haar bestaansrecht moet bewijzen en hiervoor aan allerlei voorwaarden moet voldoen, is redelijk absurd. Zelfs als het zou kloppen dat voor Israels bestaan een ander volk verdreven moest worden en voor eeuwig buiten zijn vaderland zou moeten leven, vind ik dat het recht van de Joden op een eigen en veilige plek in dit geval voorgaat. Dat is dan inderdaad een ‘recht der wanhoop’, een recht geboren uit zoveel onrecht en lijden dat je met recht kunt zeggen dat de Joden hun portie wel hebben gehad. Zoals Yehoshua ook al erkent, de geschiedenis is vol van oorlogen, veroveringen en volksverhuizingen. Als Israel geen bestaansrecht zou hebben vanwege de gedwongen volksverhuizing van een ander volk, dan hebben de VS, Canada, Australië, Turkije, India, Pakistan, Finland, Polen en een groot deel van de Arabische staten ook geen bestaansrecht. Er zijn bovendien wel degelijk meer en langerdurende en veel wredere bezettingen, en die landen maken niet de minste aanstalten om er een einde aan te maken. Hebben China, Marokko, Turkije en Rusland dan ook geen bestaansrecht vanwege deze bezettingen?

Nog los van de morele kant van een en ander geldt normaal gesproken ook zoiets als dat gedane zaken geen keer nemen. Niemand vindt het te rechtvaardigen dat een groot deel van de Indianen is uitgeroeid door blanke kolonisten, maar geen hond zal Amerika’s bestaansrecht om die reden ontkennen, of er de voorwaarde aan verbinden dat men een groter gebied aan de Indianen moet teruggeven. Dat geldt ook voor recentere conflicten en gedwongen volksverhuizingen, waarvan er velen waren in de 20ste eeuw.

Verschillen

Er is daarbij een groot verschil tussen Israel aan de ene kant en bijvoorbeeld de VS en Canada aan de andere: De vlucht en verdrijving van de Palestijnen was voor een groot deel het gevolg van de keuzes van hun eigen radikale leiders. Waren zij bereid geweest tot een compromis, hadden zij erkend dat ook de Joden legitieme rechten in het land hadden, en hadden zij iets meer menselijkheid getoond toen de situatie van de Joden in Europa steeds precairder werd, dan was er waarschijnlijk allang een onafhankelijk Palestina geweest naast Israel, en misschien was er dan zelfs geen Israel geweest. De zionisten radikaliseerden door de Palestijnse afwijzing van iedere samenwerking en samen-leven en het brute geweld tegen Joodse burgers tijdens verschillende opstanden in de jaren ’20. In reactie op dit geweld, waartegen de Britten vaak halfslachtig optraden, werd een zelfverdedigingsorganisatie opgericht, die aanvankelijk vooral gemeenschappen en kibboetsen bewaakte maar gaandeweg werd omgevormd tot een ondergronds leger. De verdrijving van veel Palestijnen was geen vooropgezet doel van de zionisten, zoals tegenwoordig vaak wordt beweerd, maar het gevolg van een door de Palestijnen begonnen oorlog. Pas toen de Joden die dreigden te verliezen en er slecht voorstonden, gingen ze in het offensief en werden strategisch gelegen dorpen aangevallen en de bevolking verdreven, mede met het oog op de aanstaande (en luidkeels aangekondigde) Arabische invasie op het moment dat de onafhankelijkheid zou worden uitgeroepen. Je kunt van mening zijn dat men van onafhankelijkheid had moeten afzien indien deze zwaar bevochten zou moeten worden, en er waren heel wat Joden die er zo over dachten. Een eigen staat is een mooi ideaal, maar het moet wel leuk blijven, en wij willen geen bloed aan onze handen. Wanneer een niet-Jood er zo over denkt moet je naar mijn idee wel consequent zijn, en dan blijven er weinig natie-staten meer over.

Een ander fundamenteel verschil is dat de Joden geen kolonisten waren in Palestina, maar er vandaan kwamen. De meesten waren er weliswaar heen geëmigreerd vanaf de tweede helft van de 19e eeuw, zij hebben er wel altijd een binding mee gehad via hun religie, cultuur en collectieve geschiedenis. Bovendien zijn kleine groepen Joden altijd in het land blijven wonen, en had Jeruzalem eind 19e eeuw al een Joodse meerderheid. Voor veel Joden voelde naar Palestina emigreren dan ook als thuiskomen, en niet vooral als een spannend koloniaal project.

Akkermans artikel is daarom, hoe slim hij zich ook indekt (“Zelf heb ik zowel de eer gehad ‘een zionistische propagandist’ te worden genoemd (‘hij kijkt verdacht star uit zijn ogen, alsof hij onder de pillen is’) als een journalist die ‘uiterst eenzijdig’ de kant kiest van de Palestijnen en gelooft ‘in de fata morgana van een vreedzame Intifada'”), in feite racistisch omdat aan de enige Joodse staat fundamenteel andere eisen worden gesteld dan aan alle andere landen.

Clichés

Akkerman haalt er overigens nog een bekend cliché bij, namelijk dat Israels echte vrienden juist kritisch zijn en het een spiegel voorhouden, dit keer uitgesproken door Een Ander Joods Geluid. Nee, een echte vriend van Israel stelt geen hogere eisen aan Israel dan aan Turkije, China of Egypte. Een echte vriend vergroot niet je fouten uit en bagatelliseert die van je vijanden. Een echte vriend bepleit niet keer op keer dat je wordt gestraft en de relaties verminderd totdat je eenzijdig aan een serie eisen voldoet. Een echte vriend staat niet te demonstreren wanneer je op bezoek komt. Een echte vriend luistert naar je, toont begrip voor je en uit zijn weloverwogen kritiek binnenskamers. Hij waarschuwt je voor gevaren zonder die zelf te vergroten, hij zal het naar de buitenwereld toe voor je opnemen om je binnenskamers de huid vol te schelden. Een variant op dit cliché (niet in Akkermans artikel overigens maar wel bij EAJG tegengekomen) is dat van de alcoholist die geholpen moet worden door streng tegen hem te zijn, of de puber aan wie eveneens strenge regels moeten worden opgelegd voor diens bestwil. Daar spat de arrogantie vanaf, en het meer dan ironische feit dat het nota bene Europa is dat het ‘dronken Israel’ moet behoeden ontgaat velen.

Onder een dramatisch klinkende titel krijgen de lezers kortom dezelfde afgekloven clichés voorgeschoteld die de laatste tijd zo vreselijk in de mode lijken maar waar maar weinig van klopt. Eentje was ik er nog vergeten: de Palestijnen zijn de slachtoffers van de slachtoffers. Soms blijven bepaalde ideeën tergend lang in de mode.

Ratna Pelle

 

Share

  One Response to “Israel en het recht van de wanhoop”

Comments (1)
  1. Jehushua maakt 2 grote vergissingen. 1. Dat er nog geen Palestijnse staat is komt geheel en al conto van Arafat, die als beroepsterrorist geen vrede kon sluiten zonder zijn zichzelf af te schrijven.
    2. In 1918 na de WOI woonden er ca. 200.000 Arabieren in het gebied dat nu Israel is. Dat was geen volk en de economische vluchtelingen uit allerlei Arabische landen die werk vonden door de Engelse en Joodse aanwezigheid in het gebied waren ook geen volk. Het waren Egyptenaren, Soedanezen etc. Dus een Palestijns volk bestaat er niet, daarom zijn er zoveel splintergroepen die het nooit met elkaar eens worden.