mei 272015
 

Abbas-Vaticaan– Door Tjalling. –  

Appeasement politiek.

Appeasement politiek is bedoeld om de vrede te willen handhaven door steeds weer concessies te doen aan de tegenpartij. Gelet op de intenties van het Vaticaan ligt een dergelijke politiek voor de hand. Hoe goed bedoeld ook, het verleden heeft geleerd dat door enkel appeasement na te streven, de vrede vaak niet gehandhaafd bleef. Bovendien kunnen concessies aan slechts één partij de andere betrokken kant serieus in gevaar brengen.

Vaticaanse erkenning van `Palestina’.

Het Vaticaan heeft op woensdag 13 mei ‘Palestina’ officieel erkend als soevereine staat. Dit past binnen het Vaticaanse streven naar appeasement. De Israëlische regering reageerde teleurgesteld op dit eenzijdige besluit, dat werd genomen net één dag voor 14 mei, de datum van de Israëlische onafhankelijkheidsverklaring. Het is logisch dat de Israëlische regering teleurgesteld was; een Palestijnse staat kan nu eenmaal niet worden erkend totdat er een definitief vredesverdrag met Israël ligt. Zo’n verdrag laat nog wel even op zich wachten.

Abbas weigert namelijk het zelfbeschikkingsrecht van het Joodse volk te erkennen. Ook weigert hij om in een vredesverdrag af te zien van verdere Palestijnse claims. Deze twee essentiële elementen zijn een must voor een duurzame vrede. Bovendien maakten die zelfde elementen ook onderdeel uit van het Amerikaanse vredesvoorstel in 2014, dat Abbas afwees. Ook ernstig is het feit dat een beoogd Palestina zal zijn gebaseerd op racisme. Abbas heeft immers herhaaldelijk uitgesproken dat er geen Joden zullen mogen wonen. Dit is een ontoelaatbare vorm van racisme. Zelfs het Internationale Recht kan daar, ook inzake het Israëlisch Palestijns conflict, niet omheen. In plaats van appeasement politiek zou een realistischere Vaticaanse politiek de vrede beter bevorderen. Die kans heeft men helaas laten liggen.

Abbas is geen vredesengel.

Als je het als Vaticaan zijnde goed bedoelt met beoogd Palestina, dan ligt het voor de hand de voorzitter, c.q. de latere president daarvan, tijdens een audiëntie met alle benodigde vriendelijkheden te ontvangen, zoals op 16 mei gebeurde. Echter hierbij maakte de pers een journalistieke blunder. In diverse mainstream media, waaronder bijvoorbeeld De Telegraaf en de NOS werd gemeld dat Paus Franciscus voorzitter Abbas van Palestina een ‘vredesengel’ zou hebben genoemd. Dit bleek niet juist. De paus heeft dit zo niet gezegd en de redacties hebben niet de moeite genomen om die mededeling na te trekken. Hieruit blijkt dat de mainstream van de media overenthousiast meedoen aan de appeasement van het Vaticaan. Volgens de berichtgeving uit het Vaticaan had de paus namelijk in werkelijkheid gezegd: “May the angel of peace destroy the evil spirit of war. I thought of you: may you be an angel of peace.” Het was dus een wens. Hiermee wordt maar weer eens bevestigd dat de berichtgeving in de media over het Israëlisch-Palestijnse conflict nogal eens gebaseerd is op wat de redacteuren graag willen horen, in plaats van uit te zoeken wat daadwerkelijk gezegd of gebeurd is.

Mocht Abbas ooit toch nog eens echt een vredesengel worden, dan zal hij radicaal van houding moeten veranderen. Abbas wijst immers elk compromis voor vrede af. Bovendien riep hij in de herfst van vorig jaar nog op tot geweld in Jeruzalem. Abbas is dus zeker geen vredesengel en gelet op zijn werkelijke intenties was zelfs de wens van de Paus niet gepast.

Vaticaanse erkenning van Israël.

De erkenning van Israël kwam lang niet zo gemakkelijk tot stand als de recente erkenning van beoogd Palestina. Israël heeft daarop ruim 45 jaar moeten wachten. Na uitputtende onderhandelingen werd in december 1993 in Jeruzalem het politieke grondverdrag getekend dat de historische doorbraak mogelijk maakte in de door de geschiedenis zwaar beladen relaties tussen Israël – vertegenwoordiger van het Joodse volk – en het Vaticaan. Naar aanleiding van de Oslo Akkoorden formaliseerde Paus Johannes Paulus II in 1994 de diplomatieke banden tussen het Vaticaan en Israël. Hieraan waren echter wel voorwaarden gebonden. Definitieve erkenning was afhankelijk van een oplossing van de Palestijnse kwestie en van een regeling voor de status van Jeruzalem, een heilige plaats voor de drie monotheïstische godsdiensten jodendom, christendom en islam. Verder had het Vaticaan oog voor de christelijke minderheid in het Midden-Oosten en wilde het geen staat erkennen waarvan de grenzen niet door de buurlanden werden erkend. Dit is op z’n minst een opmerkelijk contrast, want waarom erkent het Vaticaan een Palestijnse staat, die officieel nog niet bestaat, zonder dat er een definitief vredesverdrag met Israël ligt? Kennelijk zijn de eisen aan beoogd Palestina stukken minder hoog dan die ruim 20 jaar geleden aan Israël werden gesteld.

Voordeel van de twijfel.

Bij de Vaticaanse erkenning van mogelijk toekomstig Palestina krijg ik de indruk dat onzekere factoren aan Palestijnse kant werden genegeerd. De reden daarvan is vermoedelijk gebaseerd op de mondiale wens om een beoogd Palestina te erkennen, omdat daarmee de vrede gediend zou zijn. Het Vaticaan zal waarschijnlijk in die wens zijn meegegaan en daarom een onzorgvuldige diplomatieke afweging hebben gemaakt. Zeker is in elk geval wel dat Israël hierdoor in ernstige verlegenheid is gebracht en de vrede nìet is gediend.

 


Externe bronnen:
http://www.trouw.nl/tr/nl/5009/Archief/article/detail/2698669/1994/06/16/Betrekkingen-tussen-Vaticaan-en-Israel-nu-geformaliseerd.dhtml

http://www.nrc.nl/handelsblad/van/1993/december/30/israel-en-vaticaan-knopen-betrekkingen-aan-jeruzalem-7208538

Share