= IMO Blog =
Afgelopen week maakte de nep-nedermarokkaan Nizar Mourabit zijn ware identiteit bekend. Achter Mourabit, die verschillende stukken schreef voor bekende weblogs en kranten over moslims, IS, Gazademonstraties en radikalisering, bleek de Zwolse beeldend kunstenaar Nelle Boer schuil te gaan. Boer had naar eigen zeggen nog nooit een Marokkaan ontmoet. Toch wist hij menig journalist te overtuigen met zijn ‘genuanceerde’ stukken, en wilde men hem maar wat graag plaatsen. De correspondent schreef afgelopen woensdag:
Nizar Mourabit werd geboren op Facebook. Om precies te zijn: op 20 november 2013. Na een jaar is hij uitgegroeid tot officieus woordvoerder van de Marokkaanse gemeenschap in Nederland. Veelgevraagd door kranten, radio en tv. Becommentarieerd door iedereen van GeenStijl, tot columnist Stephan Sanders in een stuk voor NRC Handelsblad. Zijn naam reikt inmiddels tot in Amerika, waar het Gatestone Institute, een prominente Amerikaanse denktank, hem aanhaalt als gerespecteerd ‘Muslim commentator.’
En hij is het levende bewijs dat je nagenoeg iedereen van alles kunt overtuigen.
Boer wilde ‘ervaren hoe het is om Marokkaan in Nederland te zijn’, ‘hij legde zo bloot hoe eenvoudig het is om uit te groeien tot een veelgevraagd en veelbesproken deelnemer aan het publieke debat’. Het bleek een stuk gemakkelijker te zijn om gepubliceerd te worden als Marokkaan dan als mijzelf, voegt hij daar aan toe. Een jonge Marokkaanse intellectueel met een in linkse ogen genuanceerd verhaal, dat is gefundenes fressen voor veel media, en nadat hij eenmaal enige bekendheid had gekregen, werd hij overal gevraagd. Ook voor de tv en radio, maar dat hield hij af uit angst om ontmaskerd te worden. Na een Facebook en Twitter account te hebben aangemaakt neemt hij contact op met Joop, waar hij onder eigen naam al vaker voor had geschreven:
‘Ik mailde Francisco van Jole [initiatiefnemer/eindredacteur van VARA-opiniesite Joop, KS] dat ik een boek aan het schrijven was over mijn leven als Marokkaanse Nederlander. Het opiniestuk dat ik leverde was een deel uit dat boek, zo vertelde ik hem.’
Een paar dagen later is zijn debuut als Nizar Mourabit op Joop een feit, waarin hij Syrië-gangers oproept om vooral niet te gaan. Andere blogs, waaronder Frontaal Naakt, benaderen hem met de vraag voor hen te schrijven, en hij produceert een stuk voor FN over Geen Stijl redacteur Annabel Nanninga die aanwezig was bij een Gaza demonstratie in Den Haag waar antisemitische leuzen werden geroepen en met jihadvlaggen gezwaaid. Maar over dat laatste ging zijn stuk niet. Nanninga zou een rel hebben uitgelokt door zonder toestemming mensen te fotograferen en ze extreme uitspraken toe te dichten, om zo de moslims in een kwaad daglicht te stellen. Peter Breedveld smult ervan (en houdt nog steeds vast aan zijn eigen gelijk, ook na de uitspraken van Boer). Er is alleen niks van waar, zo zegt hij nu zelf:
Boer had in werkelijkheid geen idee waar hij over schreef. ‘Ik wist helemaal niet of Nanninga wel of geen incident zou hebben uitgelokt en of ze nu wel of niet wist wat die jongens op haar foto’s precies zeiden. Maar zij is wel het type waarbij ik zou verwachten dat ze zoiets zou doen. En bij wie ik het niet erg zou vinden als dit aan haar zou worden toegeschreven. Ik vond dus dat Nizar dit best kon opschrijven.’
Een zeer hoogstaand moreel principe. Zij is er wel het type voor, dus ik mag het opschrijven. Opvallend veel mensen nemen dit voor zoete koek, niet alleen Peter Breedveld, die iedereen waar hij het niet mee eens is voor nazi uitmaakt en overal een complot tegen hem, zijn geliefde weblog en zijn geliefde Hassnae in ontwaart, maar ook mensen als Abdelkader Benali complimenteren hem met zijn stuk. Vervolgens vindt hij het tijd om in een echte krant geplaatst te worden, en stuurt hij een opiniestuk naar Trouw over het Gaza conflict dat dan woedt. De Correspondent bestempelt zijn stuk als een ‘verzoenende interventie in een debat waarin de emoties intussen hoog opliepen’. Het stuk heeft inderdaad een, zeker voor een Marokkaan, rustige toon, vooral aan het begin: ‘Weloverwogen kritiek van beide zijden wordt voornamelijk beantwoord met hatelijke aantijgingen die de discussie alleen maar verlammen.’ zo schrijft hij, om daarop vooral in te gaan op hoe hijzelf als Marokkaan voor van alles wordt uitgemaakt. Hij vervolgt met:
Jammer genoeg is de Jodenhaat van een deel van de demonstranten voor verschillende media aanleiding om de hele groep weg te zetten als antisemitisch en gewelddadig. Iets waar docent Ronald Gunst zich in Trouw van 31 juli terecht zorgen over maakt.
… Het antisemitisme van deze enkelingen wordt helaas flink uitvergroot, om het maar niet te hebben over Gaza en over de terechte bezwaren van de demonstranten. Zolang het gaat om weerstand bieden aan het oprukkend antisemitisme, mag de volledige groep demonstranten afgeschilderd worden als geboefte.
Het is de aloude manier van kwaad met kwaad bestrijden, een zichzelf waarmakende voorspelling.
De haat wordt over en weer gevoed. Het is haat tegen haat. De Hitlergroet wordt met een Hitlergroet beantwoord.
Hè? Waar komt de haat aan pro-Israel zijde opeens vandaan? Behalve een paar opmerkingen aan zijn adres vermeldt hij daar niks over, maar opeens zouden sympathisanten van Israel voor een deel hetzelfde doen als de ‘enkelingen’ die antisemitische leuzen uitkramen of de Hitlergroet brengen. Er moet immers wel evenwicht zijn. De Gaza demonstranten werden in de media bepaald niet afgeschilderd als antisemieten, er was juist relatief weinig aandacht voor. Het was duidelijk dat het om excessen ging, om uitzonderingen. Daarbij was het juist opvallend dat dit antisemitisme zo weinig werd veroordeeld van de kant van de pro-Palestina activisten. Integendeel, sprekers als Appa (die bij bijna elke Gaza demo sprak) stookten het vuurtje verder op met scheldkannonades en complottheorieën en uitspraken als ‘fuck zionism, fuck the talmoed’. Voor de grieven van de Gaza demonstranten was overigens alle ruimte, en een krant als Trouw plaatste het ene na het andere opiniestuk dat het opnam voor de Palestijnen. Ik werd zelf nogal moe van het eindeloze geklaag dat men allemaal voor antisemiet werd uitgemaakt terwijl er tegelijkertijd nauwelijks afstand van werd genomen.
Ratna Pelle