jan 312014
 
De BDS beweging richt zich feitelijk niet alleen tegen de bezetting, maar tegen het bestaan van Israël.

De BDS beweging richt zich feitelijk niet alleen tegen de bezetting, maar tegen het bestaan van Israël.

Friesch Dagblad, 27 januari 2014*

Ratna Pelle (Nijmegen) en Wouter Brassé (Sittard)

Een al jaren lopende boycotcampagne tegen Israël lijkt eindelijk voet aan de grond te krijgen. Het onduidelijke ontmoedigingsbeleid van de regering ligt onder vuur, maar minder aandacht is er voor de rol die diverse ontwikkelings- en mensenrechtenorganisaties spelen.

De discussie die vorig jaar werd gevoerd over de etikettering van nederzettingenproducten (van Joodse bedrijven over de Groene Lijn afkomstig) werd voor een groot deel ingegeven door druk van pro-Palestijnse actiegroepen. Zij vielen hier al jaren de supermarkten over lastig, die vervolgens aan de politiek om een heldere richtlijn vroegen. Ook bedrijven en instanties als vervoersmaatschappij Veolia, ingenieursbureau Royal HaskoningDHV, waterbedrijf Vitens en pensioenbelegger PGGM werden langdurig bestookt met klachten, rapporten en acties van een netwerk aan organisaties die ijveren voor een boycot van de nederzettingen en/of van heel Israël.

Hoewel de meeste ondernemingen zeggen een beleid te voeren dat oog heeft voor de mensenrechtenaspecten in de landen waar ze opereren of investeren, leidt dat zelden tot het terugtrekken van hun geld of beëindigen van de samenwerking. Zo zijn ze veelvuldig actief in landen als China en Rusland, en in diverse Arabische staten waaronder Saudi-Arabië, waar mensenrechten veelvuldig worden geschonden. Het verschil zit vooral in de sterke aandacht bij media en politiek voor het conflict tussen Israël en de Palestijnen en in de actieve boycotlobby.

Toen onlangs pensioenbelegger PGGM haar aandelen in vijf Israëlische banken verkocht, verwees ze niet naar het ministerie maar wel naar de pro-Palestijnse lobby. De directeur van het PFZW (waarvoor PGGM belegt) onthulde op zijn weblog dat men “al een aantal jaren op dit onderwerp aangesproken wordt door organisaties zoals Cordaid, ICCO, IKV PaxChristi, Oxfam-Novib, Werkgroep Keerpunt en het Nederlands Palestina Komitee.”

Al-Haq

PGGM-woordvoerder Wilbrink meldde in het Nieuw Israelietisch Weekblad dat het Palestijnse Al-Haq afgelopen voorjaar een klant van haar benaderde. Daarop besloot men naar Israël en de Palestijnse gebieden af te reizen om de situatie met eigen ogen te bekijken. Op deze door Al-Haq georganiseerde reis zal geen eerlijk en objectief beeld van de situatie zijn gegeven, maar dit heeft wel mede geleid tot het besluit zich uit de Israëlische banken terug te trekken.

Ook Royal Haskoning en Vitens zijn door Al-Haq bewerkt. Deze professionele lobbygroep onderzoekt de betrokkenheid van Israëlische bedrijven bij de nederzettingen en de samenwerking met westerse bedrijven, en stelt rapporten daarover op. Al-Haq heeft diverse juristen in dienst die bedrijven van ‘advies’ voorzien, en dat is niet per se vrijblijvend. Het bouwbedrijf Riwal, dat ervan werd beschuldigd dat haar materieel was ingezet bij de bouw van de afscheidingsbarrière op de Westoever, werd in 2010 aangeklaagd door Al-Haq. Daarop liet het OM verschillende invallen doen, maar zag vorig jaar van vervolging af ‘omdat de schuldvraag complex was en het veel onderzoekscapaciteit zou vergen’. Deze zaak kreeg veel media-aandacht en heeft zeker invloed gehad op andere bedrijven die door Al-Haq zijn benaderd.

Al-Haq krijgt direct en indirect geld van internationale instanties en regeringen, waaronder de Nederlandse, en tevens van ontwikkelingsorganisaties als ICCO, die op hun beurt ook door de overheid worden gesubsidieerd. Al-Haq pleit niet alleen voor het desinvesteren uit bedrijven die op de Westoever actief zijn, maar voor een algehele boycot van Israël. Zij erkent Israëls bestaansrecht niet en acht gewelddadig verzet legitiem. De directeur van Al-Haq, Shawan Jabarin, heeft in Israël vastgezeten voor deelname aan een terreurgroep.

BDS-beweging

In 2005 publiceerden Palestijnse organisaties een oproep om Israël te boycotten totdat het de bezetting van ‘alle Arabische gebieden’ zou opgeven en de Palestijnse vluchtelingen in Israël zou toelaten. De internationale BDS-beweging (Boycot, Desinvestering en Sancties) ondersteunt die oproep en ijvert voor alle mogelijke boycots van Israël. Palestijnse woordvoerders hiervan hebben zich expliciet tegen vrede en een tweestatenoplossing uitgesproken.

Organisaties als ICCO en UCP (een samenwerkingsverband van ICCO, Oxfam-Novib, Cordaid en IKV/Pax Christi) en tal van indirect gesubsidieerde actiegroepen werken mee aan deze campagne, zoals de directeur van het PFZW aangaf. In 2010 en 2011 kregen de grotere subsidieontvangers kritiek op hun eenzijdige stellingnames en de radicale Palestijnse groepen die men steunde. Er werden Kamervragen gesteld en minister Rosenthal riep ICCO op het matje, maar die weigerde elke inmenging in haar beleid. ICCO-directeur Verweij sprak zich toen in een opiniestuk uit voor de boycotcampagne en beweerde ten onrechte dat deze alleen de bezetting betrof.

De lijnen tussen PGGM en de boycot-lobby blijken kort. Cees Flinterman, een van de drie ethische adviseurs van PGGM, is ook bestuurslid van het door Dries van Agt opgezette The Rights Forum, en sprak verleden jaar op een conferentie van de BDS-beweging in Nederland. Gert van Dijk is zowel voorzitter van de ledenraad van PGGM als bestuurslid van ICCO, dat de BDS-campagne mede financiert. Radicale activisten hebben ook in vakbonden als de AbvaKabo en in de PKN werkgroepen opgezet die daar ijveren voor aansluiting bij de boycotcampagnes. De PvdA hief in 2012 haar Midden-Oosten werkgroep op, nadat deze leden weigerde met minder radicale standpunten.

Indien onze regering werkelijk gekant is tegen het boycotten van Israël en de mede door haar toedoen ontstane ‘boycotsfeer’, zou ze haar financiering van eenzijdig pro-Palestijnse organisaties nog eens goed tegen het licht moeten houden. Misschien kan hier ook een ‘ontmoedigingsbeleid’ voor worden geformuleerd.

Ratna Pelle en Wouter Brassé zijn medewerkers van de website Israel-Palestina.info


(* Dit is de versie zoals ingezonden voor de opiniepagina; de in de krant gepubliceerde versie kan hier of daar iets afwijken)

Share