mrt 182012
 

Iron DomeDe luchtafweerraketten van Iron Dome werden soms ten onrechte als ‘Israelische raketten die op Gaza worden afgevuurd’ vermeld.


Ruim een week geleden begon de Gaza escalatie die tot de dood van meer dan 20 Palestijnse terroristen en enkele burgers leidde, en waarbij meer dan 200 raketten op Israel zijn afgevuurd (volgens sommige bronnen zo’n 300), op steden als Ashdod, Ashkelon en Beersheva. De Islamitische Jihad en andere terreurgroepen hebben zelf trots gemeld hoeveel raketten zij hebben afgevuurd op Israel (informatie tot en met dinsdag 13 maart. Bron Elder of Ziyon):

 Islamic Jihad (Al Quds Brigades): 91 Grads, 31 “Jerusalem” missiles, 24 “107” missiles, 31 mortars

PRC (Nasser Salah Din Brigades): 47 “Nasser” rockets, 9 mortars

Fatah (Al Aqsa Brigades – al-Nedal Division): 19 Qassam-type rockets, 7 mortars

PFLP: 9 Grads, 32 Qassam-type rockets, 5 mortars

DFLP : 1 Grad, 17 Qassam-style rockets, 3 Mortars

Al-Ahrar and Jaysh al-Jumma: 4 Qassam-style rockets

So the total through Monday is 101 Grads, 174 short range rockets and 55 mortars, or 330 projectiles for these groups. There may have been others that shot rockets as well.
Interestingly, they are not counting any rockets fired since the “cease fire” on Tuesday night.

Israel voerde volgens de Jerusalem Post in dezelfde tijd zo’n 40 aanvallen uit op de Gazastrook, op wapendepots, ‘lanching squads’ en raketlanceerinstallaties voor langere afstandsraketten. Elder of Ziyon telt maar 29 Israelische aanvallen, gebruik makend van het Palestijnse PCHR.

Sinds dit staakt het vuren hebben de Palestijnen nog diverse raketten afgevuurd op Israel, maar dit kwam pas donderdag in het nieuws toen Israel na twee dagen een luchtaanval uitvoerde. Ook vrijdag zijn nog enkele raketten op Israel afgevuurd. Zowel Trouw, De Volkskrant en het AD kopten donderdag op hun website: “Israëlische luchtaanval op Gaza ondanks staakt-het-vuren”. Verderop in het artikel wordt van ‘enkele raketten’  op Israel gesproken, ‘waarop Israel antwoordde met luchtaanvallen’. Opvallend in de berichtgeving over de escalatie is dat er nauwelijks onderscheid wordt gemaakt tussen door Israel gedode burgers en strijders. In de koppen staat zonder uitzondering het Israelische geweld centraal, niet de Palestijnse raketten die eraan vooraf gingen. Pas laat in de tekst wordt vaak vermeld dat het met name leden van de Islamitische Jihad en de Volksverzetscomitees waren die door Israel werden getroffen. De eerste dagen werden uitsluitend terroristen gedood door Israel, wat uitzonderlijk is bij dit soort aanvallen op dichtbevolkt gebied, ook gezien het feit dat de terreurgroepen in Gaza juist vanuit de nabijheid van huizen en scholen opereren omdat dit hun meer veiligheid verschaft dan open veld. Dat zij daarbij de burgerbevolking in gevaar brengen wordt op de koop toe genomen of zelfs ook nagestreefd omdat burgerdoden door Israel leidden tot felle internationale veroordelingen en de sympathie voor de Palestijnen ten goede komt. De verhouding tussen gedode strijders en burgers door Israel is bovendien beter dan die van andere moderne Westerse legers, zoals de NAVO.

Bij wijze van test vroeg ik mijn vader afgelopen week wat zijn indruk was van de escalatie, of hij meende dat er meer burgers of strijders waren omgekomen en hoe het was begonnen. Hij leest de NRC en Trouw en kijkt naar het NOS journaal en/of Nieuwsuur. Zijn antwoord was niet verrassend, wel triest: hij meende dat vooral Palestijnse burgers waren omgekomen. Hij had geen idee hoeveel raketten de Palestijnen hadden afgevuurd en wat de aanleiding was van de escalatie. Hij had ook geen idee hoever die raketten konden komen en hoeveel mensen in Israel daardoor betroffen waren. Daar lees je dan twee kwaliteitskranten voor en betaal je via de belasting mee aan de publieke omroep.

Er was, zoals altijd, weinig aandacht voor de impact die de vele raketten vanuit Gaza op een miljoen mensen in Israel hadden. In het NIW staat hierover een mooie reportage, waaruit hieronder een citaat:

Als het alarm afgaat hebben we acht seconden om dekking te zoeken, je kunt het beste hier onder de tafel gaan liggen,” legt Odelia Ben-Porat uit. Samen tellen we acht seconden, en nog een keer. „Ben je onderweg en het alarm gaat af dan wordt geadviseerd om je auto uit te gaan en ernaast te gaan liggen.
Met onze vijf jonge kinderen lukt dat niet in acht seconden. Zijn we met zijn allen dan zet ik de radio hard aan zodat de kinderen het alarm niet horen en bid ik dat er niets gebeurt.” .” Als manager van Reut, een non-profitorganisatie die zich bezighoudt met opvang van en hulp aan slachtoffers van de dagelijkse beschietingen vanuit de Gazastrook, heeft Odelia dagelijks met de problematiek van het leven in Sderot te maken. „Door de stress heeft iedereen hier een trauma. Onze realiteit is acht seconden. Weet je dat er in 2011 680 raketten op ons zijn afgeschoten? Dat is gemiddeld twee op een dag. Kun je je voorstellen wat dat met je doet?”

En in gesprek met een kinderarts in Ashkelon:

Net had ik hier een moeder met twee jonge kinderen. Mijn mobiel ging en de kleintjes zaten meteen onder tafel. Ze dachten dat het het alarm was.” Plots horen we een enorme knal maar er is geen alarm. „Ja, dat gebeurt ook weleens,” zegt Elisheva lachend. Maar dan gaat toch het alarm en we rennen met zijn allen naar een veilige hoek in de kliniek. Een paar minuten later, terug in haar kamer, belt haar zoon Chaim. Hij woont in Ashdod. Naast zijn huis is net een raket ingeslagen, in het winkelcentrum. Hij is helemaal overstuur. „Sorry, ik moet naar hem toe.”

Dit is de kant van het verhaal die grotendeels onderbelicht blijft. Net als het feit dat er zo weinig slachtoffers vallen aan Israelische zijde omdat men zoveel voorzorgsmaatregelen neemt. De scholen waren dicht, overal zijn schuilkelders gebouwd en er is veel geld geïnvesteerd in het Iron Dome raketafweersysteem, dat boven verwachting goed functioneerde. Zo werd zondag (een werkdag in Israel) in Beersheva een school getroffen, maar er vielen geen slachtoffers omdat die dicht was.

Mede vanwege het geringe aantal burgerslachtoffers was er relatief weinig aandacht voor deze escalatie in de media. De websites van de kranten hadden er allemaal diverse, vaak letterlijk van het ANP overgenomen, berichten over en de papieren kranten nog enkele artikelen. Het was echter geen voorpagina nieuws en op TV was er nauwelijks aandacht voor. Binnenkort volgt nog een uitgebreidere analyse van de berichtgeving over deze zaak.

RP

 

Share