De blokkade van de Gazastrook
en de Free Gaza konvooien

Laatste update 30 november 2012


 

Blokkade van Gazastrook

Na de gewelddadige machtsovername door Hamas in juni 2007 stelde Israël een zeeblokkade in en mochten geen schepen zonder toestemming van of naar de Gazastrook varen. Israël onderschepte meermaals schepen met Iraanse wapens op weg naar de Gazastrook, o.a. nog op 15 maart 2011.

Ook over land is de toegang door Israël en Egypte beperkt, en tot juni 2010 werden bijna alleen humanitaire goederen doorgelaten. Niet alleen wapens en materiaal dat voor wapens of anderszins militair kan worden gebruikt, maar ook verschillende niet-noodzakelijke levensmiddelen zoals halva, koriander en chips kwamen voordien vaak niet binnen. Gazanen mochten de Gazastrook alleen uit in bijzondere omstandigheden, zoals een zware medische behandeling of de Haij (bedevaart naar Mekka). Jaarlijks worden zo’n tienduizend Gazanen in Israël behandeld, en daarnaast krijgen er ook een aantal toestemming om naar de Westoever of Jordanië te reizen voor behandeling. Overigens moet ook Hamas toestemming hiervoor geven, en zij is evenals Israël, strikt.

De Egyptische grensovergang met Gaza mag volgens afspraken met Israël uit 2005 alleen voor personenvervoer worden gebruikt. Na de machtsovername van Hamas was deze grens langdurig gesloten, maar werd veel gesmokkeld via tunnels. Vanaf juni 2010 mochten weer duizenden mensen per maand deze grens passeren, en op 28 mei 2011 werd de doorgang verder versoepeld.

Achtergrond

Bij Israëls terugtrekking uit de Gazastrook in 2005 werd een regeling getroffen met de Palestijnse Autoriteit, Egypte en de EU, waarbij Egypte onder toezicht van EU waarnemers de grens tussen Gaza en Egypte controleerde (personenovergang) en de PA met Israël samenwerkte aan de grensovergangen tussen Israël en Gaza (vooral doorvoer van goederen). Vanwege herhaalde beschietingen door vooral Hamas van de grensovergangen met Israël bleven deze soms voor langere tijd dicht, waar Hamas vervolgens Israël de schuld van gaf.

Na de coup in juni 2007 waarbij Hamas Fatah uit de Gazastrook verjoeg (en er een einde kwam aan een kortstondige eenheidsregering van Fatah en Hamas), zijn de PA functionarissen gevlucht en hebben de EU waarnemers hun werkzaamheden gestaakt, mede omdat Hamas hun veiligheid niet garandeerde. Israël en Hamas weigerden met elkaar samen te werken en Israël stelde een militaire en economische blokkade in.

Israël voert verschillende redenen aan voor de blokkade. In de eerste plaats zegt het de wapensmokkel van Hamas tegen te willen gaan. Israël heeft verschillende schepen met wapens voor Hamas onderschept, alsmede wapenkonvooien over land. Daarnaast wil het voorkomen dat Hamas en andere terreurgroepen Israël kunnen binnendringen om aanslagen te plegen of soldaten te ontvoeren. Het heeft verschillende pogingen hiertoe verijdeld. Hamas zette ook (nep)patiënten in voor aanslagen, en Israël heeft meerdere aanslagen verijdeld van mensen die om medische redenen Israël binnen mochten. Tot slot wil Israël het Hamas-regime verzwakken en erkent het haar bestuur van de Gazastrook niet. Hamas verklaart regelmatig Israël te willen vernietigen en heel Palestina met geweld te willen bevrijden. Het zegt met aanslagen en raketten het leven van de Israëli’s onmogelijk te willen maken. Het heeft daarmee Israël de oorlog verklaard, en Israël bestempelde de Gazastrook onder Hamas in het najaar van 2008 formeel als vijandig gebied. De blokkade moet de steun van de bevolking voor Hamas verminderen, en ook Hamas’ internationale positie verzwakken. Een laatste argument dat sommige Israëlische politici aanvoeren is dat zolang de gekidnapte IDF soldaat Gilad Shalit door Hamas gevangen wordt gehouden, de Hamas leiders geen recht hebben op een luxe leventje. Volgens sommigen zijn het vooral de Hamas leiders en de mensen die zij bevoordelen, die zich luxe producten kunnen veroorloven, en worden zij dus vooral getroffen door de blokkade.

De VN en andere organisaties hebben herhaaldelijk gewaarschuwd voor een humanitaire crisis, maar van hongersnood en sterfte is geen sprake. De UNRWA levert steun aan circa 1 miljoen mensen in de Gazastrook die het formeel als vluchtelingen beschouwt, en ook het Rode Kruis en diverse andere humanitaire organisaties hebben allerlei hulpprojecten in Gaza. Zowel de VN, de VS als de EU geven jaarlijks vele miljoenen aan hulp aan de Gazastrook, en proberen daarbij de machthebbers van Hamas te omzeilen. Naast de internationale hulp komen ook veel, vooral luxe producten, binnen via de honderden smokkeltunnels die onder de grens met Egypte door zijn gegraven. Diverse pogingen van Israël en Egypte om hier een einde aan te maken (vanwege de vele wapens die ook via de tunnels worden gesmokkeld) zijn tot dusver niet erg succesvol gebleken.

Sinds de Israëlische terugtrekking uit Gaza zijn door Hamas en in minder mate de Islamitische Jihad in 5 jaar tijd meer dan 5.000 raketten en mortiergranaten op Israël afgevuurd. Hoewel zij meestal hun doel missen, hebben zij een normaal leven in Sderot en kleinere plaatsen dichtbij de grens met Gaza onmogelijk gemaakt. Hamas heeft inmiddels raketten waarmee het ook Ashkelon, Ashdod en Beersheva kan bereiken, en het beweert dat het zelfs tot Tel Aviv kan komen. Deze raketten krijgt het van Iran en worden via Soedan en de Sinaï naar binnen gesmokkeld en in Gaza in elkaar gezet. Hamas bouwt ook zelf raketten, de primitievere Qassams. Israël heeft in reactie op de raketten meermaals aanvallen op de Gazastrook uitgevoerd, zowel beschietingen als kortdurende invasies met grondtroepen. Vooral in de zomer van 2006, na de ontvoering door Hamas van een Israëlische soldaat (van Israëlisch grondgebied, via een tunnel) en in de winter van 2008-2009 vonden grootschalige militaire operaties plaats. Tijdens de Gaza Oorlog kwamen meer dan 1.000 Palestijnen om. Ook in maart en november 2012 vonden er geweldsescalaties plaats.

Israël stelt dat per dag circa 100 vrachtwagens met goederen de Gazastrook binnengaan, en per week circa 15.000 ton aan hulp wordt binnengebracht. In juni 2010 heeft Israël de blokkade versoepeld, en aangekondigd dat alle humanitaire hulp en niet-militaire goederen, ook luxe producten, onbeperkt worden toegelaten. In plaats van een lijst met toegestane goederen is er toen een lijst met verboden goederen gekomen; materiaal dat voor wapens, explosieven en bunkers kan worden gebruikt. Constructiemateriaal mag alleen door als het gebonden is aan specifieke bouwprojecten waarop door internationale organisaties toezicht wordt gehouden. In december 2010 besloot Israel tot een verdere versoepeling van de blokkade en werd ook export vanuit de strook weer op grotere schaal toegestaan.

De blokkade lijkt haar doel, het isoleren en verzwakken van Hamas, niet dichterbij te hebben gebracht. Volgens Israël komt dit behalve door de smokkeltunnels mede doordat het Westen vanaf het begin halfslachtig is geweest wat betreft de boycot van Hamas. Zo hebben diverse landen, waaronder Rusland, Noorwegen en Zwitserland, op hoog niveau contact gehad met Hamas en ook politici en hooggeplaatste personen uit andere landen hebben met Hamas leiders gesproken. Ook is de boycot veelvuldig openlijk bekritiseerd zowel door regeringen als door humanitaire organisaties.

Ondanks alle maatregelen slaagde Hamas erin steeds zwaardere en verder reikende raketten de Gazastrook binnen te smokkelen, alsmede ander zwaarder militair geschut, waaronder een anti-tankraket waarmee in april 2011 een Israëlische schoolbus werd beschoten, en draagbare raketten waarmee een helicopter werd beschoten. In november 2012 werden tevens voor het eerst raketten, afkomstig uit Iran, op Tel Aviv en Jeruzalem afgevuurd. Ook nam door de onrust in Egypte het gevaar toe van aanslagen vanuit de Sinaï. Israël bombardeerde in Soedan een wapenfabriek en een wapenkonvooi dat onderweg was naar Gaza, en onderschepte meermaals schepen met wapens voor Hamas. 

Is de blokkade legitiem?

Over deze vraag verschillen de meningen. Voor de blokkade wordt aangevoerd dat Gaza onder Hamas een Israël vijandig gezinde entiteit is, en volgens het internationale recht is een (zee)blokkade een legitiem middel in oorlogstijd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog blokkeerde Groot-Brittannië de Duitse havens. Ongetwijfeld leed de burgerbevolking daaronder. Het internationale recht vereist tegenwoordig dat humanitaire konvooien worden doorgelaten, maar het land dat de blokkade heeft ingesteld mag die wel controleren, en als schepen die controles weigeren mogen ze met geweld worden tegengehouden.

Een argument dat door tegenstanders van de blokkade wordt aangevoerd, is dat de Gazastrook geen staat is. Gaza zou zelfs nog door Israël bezet zijn omdat Israël de grenzen, de kust en het luchtruim controleert. Deze bewering is absurd, daar een bezetting altijd een fysieke aanwezigheid en uitoefening van bestuurlijke controle vereist, maar het internationale recht gaat vooral over interstatelijke relaties en de juridische positie van Gaza is nogal onbestemd. Het is niet bezet door Israël, maar ook geen soevereine staat. Officieel valt het onder het gezag van de Palestijnse Autoriteit, maar het PA bestuur is tijdens de coup in 2007 verjaagd. Door deze onduidelijke status is het ook niet geheel duidelijk of en wat de plichten zijn van Israël tegenover de Gazanen, en of het verantwoordelijk is voor hun toegang tot voedsel en andere essentiële levensbehoeften. In de praktijk is dat moeilijk houdbaar, omdat Hamas de daadwerkelijke macht heeft in het gebied, en dus toeziet op zaken als de verdeling van de humanitaire hulp, energie en andere voorzieningen, en het uitoefenen van het gezag binnen de strook.

Toch is een volledige blokkade, waarbij dus ook geen humanitaire hulp zou worden doorgelaten, illegaal omdat de Gazanen van deze hulp afhankelijk zijn. Om die reden heeft ook het Israëlische hooggerechtshof ideeën om tijdelijk de stroom en brandstof toevoer flink te verminderen afgewezen; deze toevoer is dan ook nooit met minder dan enkele procenten verminderd geweest. Overigens houdt ook Egypte haar grens met Gaza goeddeels gesloten, ondanks publieke verklaringen tegen Israëls blokkade en beleid. Egypte ziet Hamas, dat verwant is met de in Egypte tot voor kort verboden Moslim Broederschap, als bedreiging voor de eigen veiligheid.

Kritiek van humanitaire organisaties als het Internationale Rode Kruis en Amnesty International betreft vooral de onevenredige schade die de burgerbevolking lijdt door de blokkade, die door sommigen als ‘collectief straffen’ wordt gekwalificeerd, zoals onder andere in juni 2010 verwoord door de Australische jurist Ben Saul. Kort na dit artikel is de landblokkade noemenswaardig versoepeld, en ook een VN commissie kwam in juli 2011 tot de conclusie dat de blokkade legaal is.

Zie ook:

De hulpkonvooien van de ‘Free Gaza’ flottielje

Sinds 2008 zijn er verschillende bootacties georganiseerd om de blokkade van Gaza door Israël te doorbreken. Deze zijn georganiseerd door radikale pro-Palestijnse activisten zoals de Amerikaanse Greta Berlin en de International Solidarity Movement, mensen en organisaties waarvan velen Israëls bestaansrecht afwijzen en menen dat heel Israël de Palestijnen toebehoort. Tot aan de Gaza Oorlog eind 2008 liet Israël enkele bootjes door, en liet de bekende Britse activiste Lauren Booth zich trots fotograferen samen met Hamas premier Haniyeh, die haar zojuist een symbolisch Gaza paspoort had overhandigd. Ook andere activisten tonen zich geheel onkritisch naar Hamas en laten zich gebruiken voor diens propagandadoeleinden. Hoewel de activisten zeggen dat het ze om de bevolking van Gaza gaat, pleiten ze consequent voor een dialoog en erkenning van Hamas, en bestrijden dat dit een terroristische organisatie zou zijn. Ze negeren de onderdrukking van Hamas van de eigen bevolking, zoals de strenge regels voor vrouwen en restricties van allerlei soorten van vermaak, intimidatie van Fatah leden en onafhankelijke journalisten, en het ophangen van ‘verraders’. Er is geen onafhankelijke rechtspraak, geen persvrijheid of vrijheid van meningsuiting. Volgens de activisten van de ‘Free Gaza’ beweging is dat allemaal Israëls schuld. De Gazavloot die op 31 mei 2010 door Israël werd geënterd bevatte buiten de gebruikelijke activisten ook een groot Turks schip dat georganiseerd was door de islamitische IHH. Zij noemt zichzelf een islamitische liefdadigheidsorganisatie, en geeft geld aan islamitische doelen waaronder de jihad. Volgens diverse onderzoeken en bronnen heeft zij banden met Al Qaida en was zij betrokken bij het rekruteren van mensen voor de strijd in diverse conflictgebieden waaronder Bosnië en Pakistan. Ook heeft zij banden met Hamas en Hezbollah. Dit was een van de redenen dat Israël besloot dit konvooi niet door te laten. Het bleek bovendien dat de IHH activisten grote sommen geld bij zich hadden die waarschijnlijk bestemd waren voor Hamas.

In de vroege ochtend van 31 mei 2010 enterde Israël in internationale wateren een vloot van zes actie-schepen die richting Gaza voeren. Uit videomateriaal blijkt dat een groep activisten op het grootste Turkse schip de Mavi Marmara bewapend waren met onder andere metalen staven en messen, en de Israëlische commando’s direct aanvielen toen die een voor een vanaf een helikopter op het dek landden. De soldaten hadden paintguns in hun handen, bedoeld om menigten uit elkaar te drijven. Op hun rug hadden ze geweren. Pas toen enkele soldaten gewond op het dek lagen, er een naar een lager dek was gegooid en een andere zijn wapen en uitrusting was afgenomen, kregen de soldaten toestemming van hun commandant om met scherp te schieten. Dat resulteerde in negen doden en tientallen gewonden aan de kant van de activisten. Zeven soldaten waren, deels ernstig, gewond.

Deze actie leidde tot wereldwijde verontwaardiging, woede en veroordelingen. Het extremistische karakter van de organisatie van met name het Turkse schip kwam pas later in het nieuws, toen beelden van Turkse activisten die zeiden het martelarenschap te zoeken op internet circuleerden. Het allesoverheersende beeld in de media bleef dat van actievoerders met een humanitair hulpkonvooi dat zomaar door het Israëlische leger werd aangevallen. Zaken als de oproepen van de Turkse activisten om de Joden te doden, en andere antisemitische en ophitsende toespraken van hun leider, Bulent Yilderim, bleven grotendeels buiten beschouwing. Ook in Israël was er echter veel kritiek op de actie, en velen vroegen zich af waarom men niet had voorzien dat er zoveel weerstand zou zijn en dat zo’n actie noodzakelijkerwijs uitmondt in scherpe veroordelingen en druk om de blokkade op te heffen. Volgens velen, zowel binnen als buiten Israël, resulteerde een en ander in een propaganda overwinning voor Hamas. Anderzijds werd erop gewezen dat het een lose-lose situatie was voor Israël, en dat was precies het doel van de vloot: niet optreden betekende dat de blokkade de facto was opgeheven, bovendien was de kans dat de schepen, of toekomstige schepen, wel wapens aan boord hebben niet denkbeeldig. Ook wees Israël erop dat uit de actie juist bleek dat men de activisten geloofde, die immers hadden gezegd zich niet met geweld te zullen verzetten. Het is wellicht naïef geweest, maar niet naïever dan al die anderen die blijven beweren dat het een humanitaire vloot van vredesactivisten betrof. Volgens sommigen was de entering op volle zee illegaal. Dat laatste klopt niet; wanneer duidelijk is dat een schip een zeeblokkade wil doorbreken mag het worden aangehouden, ook voor het de territoriale wateren heeft bereikt.

Het doel van de activisten

Uit diverse verklaringen van activisten bleek dat het doel niet was om de noodlijdende bevolking van Gaza te verlichten, maar om een politiek statement te maken en de blokkade ter discussie te stellen. Veel linkse politici steunen dit doel en daarmee een actie tegen een bevriende staat. Je kunt je afvragen waarom de zeeblokkade, en niet de coup van Hamas en haar onderdrukking van de bevolking, zovelen een doorn in het oog is. Je kunt je ook afvragen of er geen gebieden zijn waar de bevolking internationale steun en bemoeienis harder nodig heeft. Een ander doel van de activisten is om Israël zwart te maken en als schurkenstaat neer te zetten. Men heeft op een confrontatie aangestuurd, in de wetenschap dat men die weliswaar militair zou verliezen, maar publicitair zou winnen. De diverse activisten hebben in de media uitgebreid hun verhaal gedaan en allerlei leugens over Israël verkondigd. Israëls aanbod om de spullen via de haven van Ashdod naar Gaza te brengen werd afgewezen. Een aanbod van de familie van de soldaat Shalit om te bemiddelen, en de spullen naar Gaza te brengen in ruil voor het verzoek van de activisten aan Hamas om Shalit voedselpakketjes te mogen sturen, werd eveneens afgewezen. En toen Israël de spullen controleerde en overlaadde in vrachtwagens, bleek dat veel medicijnen over de datum waren en kleding en schoenen afgedragen. De spullen waren bovendien deels beschadigd omdat ze op elkaar waren gestapeld zonder enig beleid en niet fatsoenlijk waren verpakt. Overigens waren maar op drie van de zes boten hulpgoederen aanwezig, en het grootste schip, de Mavi Marmara, vervoerde slechts activisten, waaronder velen met een extremistische agenda. Ook Hamas hechtte niet veel waarde aan de hulpgoederen, want zij weigerde die van Israël in ontvangst te nemen, en hulporganisaties toonden evenmin veel belangstelling. Pas na weken verklaarde de VN zich bereid de hulp in ontvangst te nemen. Dat roept de vraag op hoe nodig de hulp werkelijk was.

Gaza vloot 2011

Na het tragische incident op de Mavi Marmara heeft Israel onder internationale druk de blokkade versoepeld. Waren er aanvankelijk lijsten van producten die toegestaan waren, nu is alles toegestaan wat niet expliciet verboden is. Het gaat dan met name om bouwmateriaal en andere zaken die voor de productie van wapens of de bouw van bunkers gebruikt kunnen worden. Ook is de hoeveelheid hulpgoederen die dagelijks via Israel naar Gaza wordt gebracht toegenomen. Volgens Israel is door deze versoepeling de wapensmokkel toegenomen. Bovendien controleert Egypte de grens van haar kant minder goed sinds president Mubarak, een fervent tegenstander van de Moslim Broederschap en dus Hamas, in de lente van 2011 werd afgezet.

In juni 2011 wilde de Free Gaza Movement een nieuwe, nog grotere vloot vanuit Europa naar Gaza sturen, met wederom radikale mensen aan boord. Yasser Kashlak, hoofd van de Free Gaza Organisatie en sponsor van een Libanees schip, verklaarde:

He was more and more optimistic that one day these same boats would take “Europe’s refuse [the Jews] that came to my homeland back to their homelands.

“Gilad Schalit should go back to Paris and those murderers go back to Poland, and after that we will chase them until the ends of the earth to  bring them to justice for their acts of slaughter from Deir Yassin until  today.” Kashlak, a fervent Hizbullah supporter, called Israël a “rabid  dog sent to the region to frighten the Arabs. He said he had a message for Israelis: ‘Get on the ships we are sending you and go back to your lands. Don’t let the moderate Arab leaders delude you, [you] cannot make peace with us. Our children will return to Palestine, you have no reason for coexistence. Even if our leaders will sign a peace agreement, we will not sign.’”

De streng islamitische IHH, verbonden met de Moslim Broederschap, was ook dit keer een belangrijke organisator van de vloot, hoewel hun eigen boot, de Mavi Marmara, dit keer moest afhaken. Ook Nederlandse organisatoren hebben banden met de Moslim Broederschap, zo blijkt onder andere uit dit artikel. Bovendien is de voorzitter van de stichting Nederland-Gaza, Rob Groenhuijzen, in opspraak geraakt vanwege zijn radicale verleden: zo heeft hij drie jaar gevangen gezeten vanwege verboden wapenbezit en het organiseren van aanslagen van marxistisch georiënteerde groeperingen, nam hij deel aan een trainingskamp van het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina en hielp in ruil mee een vliegtuigkaping voor te bereiden.

De Nederlandse organisatie probeerde bekende mensen en politici mee te laten varen, maar slaagde daar niet in, hoewel enkele bekende Nederlanders zoals oud-ministers Pronk en Brinkhorst hun steun uitspraken. De Nederlandse regering had zich duidelijk tegen de Gaza bootacties uitgesproken en de Nederlandse tak van de IHH verboden, maar de grootste nederlaag voor de Nederlandse activisten was toen alle journalisten die mee zouden varen, en die merendeels zeer sympathiek stonden tegenover de vloot, afhaakten omdat ze de organisatie niet meer vertrouwden.

De tweede internationale Gaza flottielje liep uit op een fiasco, doordat de Griekse autoriteiten de boten tegenhielden in de haven en geen toestemming gaven te vertrekken, naast zaken als toenemende scepsis over de opzet van de vloot en de organisaties erachter, tegenvallende deelnemersaantallen en steunbetuigingen, en verzekeraars en leveranciers die zich terugtrokken. De organisatoren wijtten dit alles aan Amerikaanse en Israelische druk en sabotage. Die heeft zeker een rol gespeeld, maar ook de verlichting van de landblokkade door Israel en Egypte speelde mee, de veranderde situatie in de Arabische wereld, waaronder Lybië en Syrië, die qua ernst sterk contrasteert met de situatie in Gaza, en de onthullingen over de banden van de activisten met extremistische organisaties en personen.

Zie ook de nieuwsberichten en commentaren hieronder.


© Dit artikel is copyright Israël-Palestina Informatie, afgezien van onderdelen waarvoor andere bronnen worden vermeld. Voor overname gelieve kontakt met ons op te nemen via het e-mail adres. Beperkte citaten voorzien van een link naar deze webpagina zijn toegestaan.


Websites tegen de flotilla’s:


Nieuwsberichten, commentaren en video’s Free Gaza vloot (juni-juli 2011):

3 juli 2011: Free Gaza vloot een zinkend schip (IMO)
1 juli 2011: Trouw negeert het werkelijke probleem van de Gazavloot (IMO)
19 mei 2011: Nederlandse organisatie nieuwe Free Gaza vloot (Carel Brendel/Keesje Maduraatje
8 mei 2011: Free Gaza vloot: Varen voor Hamas (IMO)

Nieuwsblog:

donderdag 30 juni 2011 Pers vertrouwt Free Gaza boot niet
maandag 2 augustus 2010 Gaza als openluchtgevangenis
 

Nieuwsberichten, commentaren en video’s Free Gaza vloot (mei-juni 2010):

IMO Blog:

 
Engelstalig: 
 
Nieuwsblog:
 

Comments are closed.