Israël-Palestina Info: Scholierenpagina

Bookmark and Share

Laatste update 27-12-2012

Een scholiere stuurde ons 3 vragen over het conflict ten behoeve van haar werkstuk. Wij hebben geen tijd om uitgebreid op allerhande specifieke vragen in te gaan, maar ons antwoord aan die scholiere zal ook voor anderen van nut kunnen zijn. Onderstaande vraag 2 met antwoord hebben we nog zelf toegevoegd. De informatie hieronder is wat eenvoudiger geformuleerd, maar staat in principe ook elders op onze website.

Algemene opmerkingen

Zeker bij een zo omstreden kwestie als het Israëlisch-Arabische conflict is het van belang om verschillende visies naast elkaar te leggen en te vergelijken, en vervolgens je eigen mening te vormen. Van beide kanten zijn er radicale en gematigde visies: de radicalen eisen doorgaans het hele gebied op voor hun eigen volk, en vinden dat de anderen moeten vertrekken of er hoogstens (deels) als ondergeschikte minderheid mogen blijven wonen. Ze vinden dat de andere partij geen volk is of dat deze elders maar een staat moet vestigen. De gematigden zijn voorstander van een compromis door ofwel het gebied te verdelen in twee zelfstandige staten, of als twee volken samen in één staat te wonen.

Lees dus meerdere boeken over het conflict die het vanuit verschillende perspectieven en standpunten weergeven. Boeken hebben overigens enkele voordelen boven websites: ze hebben een vaste inhoud, een opbouw met begin en einde, en ze zijn doorgaans uitgegeven door een serieuze uitgeverij die kritisch naar de inhoud kijkt en oplet dat er geen grote onzin in wordt beweerd.

Een website daarentegen kan iedereen maken en erop beweren wat hij maar wil. Websites houden soms op te bestaan, of een artikel waaruit je citeert kan een week later zijn gewijzigd. Het is ook een voordeel van websites is dat ze regelmatig worden bijgewerkt en aangevuld: zijn boeken al snel een paar jaar oud, op een website kun je soms vinden wat er diezelfde dag is gebeurd in het conflict.

Bekijk ook websites met verschillende perspectieven en standpunten, en bedenk welke mening de makers van de website uitdragen. Het Palestina Komitee zal het vooral voor het Palestijnse standpunt opnemen, en het CIDI vooral voor het Israelische. Websites en weblogs die door individuen worden gemaakt zullen eveneens vaak een eigen voorkeur uitdragen, al is die niet altijd meteen duidelijk.

Vergeet tenslotte niet om steeds je bronnen te vermelden, zowel bij boeken als websites. Succes!

Vier vragen 

1. Welke motieven spelen een rol binnen het conflict (van beide kanten)?

2. Hoe ‘kregen’ de Joden Israël?

3. Welke gevolgen heeft het conflict op economisch, sociaal en demografisch gebied?

4. Zijn er mogelijke oplossingen voor het conflict tussen deze twee landen?

___________________________________________________________________

1. Welke motieven spelen een rol binnen het conflict (van beide kanten)?

De Joden die terug wilden gaan naar Palestina om daar weer een land op te bouwen worden ‘Zionisten’ genoemd. Zion is een andere naam voor Jeruzalem, de hoofdstad van het land. De meeste Joden die in Palestina zijn gaan wonen kwamen uit Europa. Ze gingen erheen om verschillende redenen:

– De belangrijkste reden was de vervolging. Veel mensen vertrouwden of accepteerden de Joden niet, hoewel ze al vele eeuwen in Europa woonden. Ze hadden een ander geloof, taal en cultuur dan de christelijke Europeanen, en hadden altijd minder rechten gehad dan anderen. Zo mochten ze vroeger geen land bezitten en de meeste beroepen niet uitoefenen. De meeste Joden leefden daarom van de handel, ze trokken veel rond (werden vaak ook verjaagd en in sommige landen mochten ze helemaal niet wonen) en trouwden alleen met andere Joden. Als er iets mis ging (een epidemie, oorlog of economische problemen) kregen de Joden daar vaak de schuld van. De christelijke kerken namen het de Joden ook kwalijk dat zij niet in Jezus geloofden en gaven hen de schuld dat Jezus aan het kruis was gestorven. In de negentiende eeuw werd het geloof minder belangrijk en kregen de Joden op veel plaatsen gelijke rechten en gingen ze zich ook meer aanpassen (integreren) aan de maatschappij. Toch bleven veel niet-Joden vooroordelen tegen hen houden, en vooral in Oost-Europa (waar ze minder aangepast waren) werden ze zwaar vervolgd in de negentiende en twintigste eeuw. In het begin vluchtten er ook veel Joden naar Amerika, het ‘land van de vrijheid’, maar toen in de jaren ’30 het overal slecht ging met de economie wilde ook de Verenigde Staten ze niet meer opvangen. In Duitsland waren toen de Nazi’s aan de macht gekomen, die de Joden alle rechten afnamen en ze gingen uitmoorden (zowel gelovige Joden als mensen die alleen van Joden afstamden). De helft van de circa 12 miljoen Europese Joden zijn door de Nazi’s vermoord (de Holocaust), en veel overlevenden gingen na de oorlog naar Palestina.

– Sommige Joden waren van mening dat het wantrouwen en de vervolging in Europa niet te vermijden waren, omdat de Joden er niet echt thuis waren en afweken van de meerderheid. Overal waren moderne staten opgericht, waar de Joden als afwijkende minderheid leefden. Ze dachten dat zij ook een eigen land nodig hadden, waar ze zelf de grond moesten bewerken en weer alle beroepen moesten uitoefenen, zodat ze net als anderen een zelfstandig volk konden worden. Het moest ook een veilige haven worden waar Joden altijd heen konden als ze in andere landen vervolgd werden. De meesten van hen vonden het logisch dat ze dat land moesten opbouwen in het gebied waar ze ooit samen hadden gewoond en een eigen land hadden gehad.

– Een andere reden waarom Joden naar Palestina wilden gaan, was dat ze hun eigen taal en cultuur wilden behouden, en in Europa ging die steeds meer verloren in de negentiende eeuw, omdat iedereen wilde dat ze zich aanpasten aan de christelijke maatschappij.

– De Joden hadden tot het jaar 135 na Christus hun thuis in Palestina (toen Judea geheten), waar ze hun geloof en hun heilige plaatsen hadden en onder elkaar waren. Volgens hun geloof hadden ze het land van God gekregen. Judea was echter door de Romeinen bezet, evenals de meeste gebieden rond de Middellandse Zee en een groot deel van Zuid- en West-Europa. Nadat de Joden in 135 in opstand waren gekomen tegen de Romeinen, werden de meesten van hen uit hun land verdreven en werd dit door de Romeinen ‘Palestina’ hernoemd. De Joden verspreidden zich over het Midden-Oosten en Europa. Veel Joden beschouwden hun verdrijving als een straf van God, omdat ze blijkbaar niet goed naar Zijn wetten hadden geleefd, en geloofden dat ze pas naar hun land terug zouden mogen als de “Verlosser” door God naar hen zou worden gestuurd. De meeste gelovige Joden waren het er daarom eerst niet mee eens dat ze terug moesten gaan naar Palestina, maar toen de vervolging in Europa steeds erger werd (vooral door de Nazi’s), veranderden ze van gedachten.
Tegenwoordig zijn de gelovige Joden vaak zelfs de meeste fanatieke verdedigers van Israël, omdat ze nu denken dat het de wil van God is dat ze het hele oude ‘Beloofde Land’ weer moeten besturen.

Nadat de meeste Joden door de Romeinen uit hun land waren verdreven, zijn er allerlei andere mensen gaan wonen. Eeuwen later waren de meeste inwoners bekeerd tot het christendom, en toen de islam opkwam, werden de meesten daartoe bekeerd. De islam werd door de Arabieren uit het Midden-Oosten verspreid in veel landen rond de Middellandse Zee, Europa, Afrika en Azië. De islamieten nemen de Joden evenals de christenen kwalijk dat ze hun profeet niet erkennen als de ware boodschapper van God, maar zij hebben de Joden nooit zo erg vervolgd als de christenen dat in Europa deden. Ze vonden wel dat het Midden-Oosten voor altijd onder islamitisch bestuur moest blijven, en waren er fel op tegen dat de Joden een eigen land zouden krijgen in Palestina, zeker ‘vreemde’ Joden uit Europa, die een veel modernere cultuur en levensstijl hadden (vrouwen die in korte broek rondliepen bijvoorbeeld i.p.v. een lang gewaad en hoofddoek).
Zowel joden als christenen hadden een ondergeschikte positie als minderheid in de islamitische landen en werden daar als minderen behandeld. Het christendom en de islam zijn allebei afgeleid van het jodendom, dus veel plaatsen die voor gelovige Joden heilig zijn (zoals in Jeruzalem) zijn dat ook voor de christenen en moslims. Daarom waren de moslims er ook tegen dat die plaatsen onder Joods beheer zouden komen.

De Arabieren (islamieten en christenen) die in Palestina woonden waren ook gewoon bang dat de Joden uit Europa de baas over hen zouden gaan spelen en zij het dan slechter zouden krijgen. Dat gebeurde eerst niet: er trokken juist meer Arabieren naar Palestina, omdat de Joden daar voor meer werk en welvaart zorgden. Toch waren ze er niet gerust op en kwamen herhaaldelijk in opstand, aangespoord door hun leider, de islamitische Moefti van Jeruzalem, die niets van Joden moest hebben en met de Nazi’s in Duitsland samenwerkte.

Toen de Verenigde Naties na de Tweede Wereldoorlog voorstelden om het land dan maar in tweeën te delen, ontstond er een burgeroorlog tussen de Arabieren en Joden in Palestina, en kwamen de buurlanden de Palestijnse Arabieren helpen om de Joden te verdrijven. De Joden wonnen die oorlog, en honderdduizenden Arabieren die uit Palestina waren weggevlucht of verdreven tijdens de oorlog, mochten niet meer terugkomen, en de dorpen waar zij gewoond hadden werden vernield. Voor de Palestijnse Arabieren was dit rampzalig, en ze noemen dit dan ook de ‘Nakba’, de katastrofe. De Joden die eerst in Arabische landen hadden gewoond, waren daar niet meer veilig na de oorlog met Israël, en veel daarvan vluchtten toen naar Israël (uiteindelijk ongeveer evenveel als er Palestijnen uit Israël gevlucht waren).

De Palestijnen en de buurlanden bleven weigeren om de staat Israël te erkennen, en er volgden nog twee oorlogen, waarbij Israël in 1967 ook de gebieden veroverde die volgens de Verenigde Naties voor de Palestijnen bestemd waren geweest (die waren tussen 1948 en 1967 door Egypte en Jordanië bezet). In deze gebieden, de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook, zijn daarna veel Joden gaan wonen. Omdat de Arabieren toch geen vrede wilden sluiten, vonden veel Israëli’s dat ze deze gebieden maar moesten houden. Dat was beter voor de veiligheid van Israël, en bovendien lagen hier veel plaatsen die voor gelovige Joden heilig waren.

In 1979 sloot buurland Egypte vrede met Israël, maar de andere Arabische landen zagen dit als verraad en hebben Egypte daarna een tijd lang geboycot. De Egyptische president werd in 1981 door radicale moslims vermoord. Vanaf 1988 zeiden de Palestijnen dat ze Israël wel wilden erkennen, en in de jaren ’90 begonnen er onderhandelingen om vrede te sluiten. De Palestijnen wilden het gebied dat Israël in 1967 had bezet, om daar een Palestijnse staat te stichten, en zouden dan stoppen met geweld tegen Israël. De beide partijen vertrouwden elkaar echter niet, en na jaren moeizaam onderhandelen liep het vredesproces stuk. De Israëlische premier was in 1995 vermoord door een radicale Jood die geen vrede wilde, en radicale moslims die ook geen vrede wilden gingen bomaanslagen plegen tegen Israëlische burgers. Om vrede te sluiten moesten namelijk beide kanten water bij de wijn doen en een deel van het land opgeven, en dat willen de radicalen niet. En op dat punt zitten we nog steeds… Er zijn radicale Palestijnen zowel als Joden die nog steeds vinden dat het hele gebied voor hen moet zijn en dat de staat van de andere partij geen bestaansrecht heeft. Deels omdat ze religieus of historisch vinden dat zij er het alleenrecht op het hele land hebben, en deels omdat ze de andere partij gewoon niet moeten of niet vertrouwen.

2. Hoe ‘kregen’ de Joden Israël?

Eerst moet ik even kort schetsen hoe landen ontstaan en wie daarover beslissen. Het is nog niet zo lang dat in veel landen iedereen mag meestemmen over wie het land regeert en wat er besloten wordt. Vroeger waren overal koningen, keizers, tsaren, sjeiks en stamhoofden de baas, samen met de rijke elite van het land (adel) en de religieuze leiders (kerk). In de negentiende eeuw kregen steeds meer mensen inspraak in een aantal Europese en Amerikaanse landen. Eerst nog alleen mensen met geld, en in de twintigste eeuw mocht in sommige landen iedereen mee gaan stemmen over de regering. Dat noemen we democratie. De meeste landen waren ontstaan door koningen die oorlog voerden en gebieden veroverden en weer kwijtraakten, of door huwelijken tussen koningskinderen, of door land te kopen van andere heersers. Veel landen in de derde wereld waren veroverd door Europese landen, en daar hadden de inwoners helemaal niets te zeggen. Omdat oorlogen erg duur waren voor de koningen en heersers, en een ramp voor de bevolking, kwam er wel steeds meer overleg tussen de landen. Zo hebben Engeland en Frankrijk onderling besloten hoe ze hun kolonieën in Afrika en het Midden-Oosten zouden verdelen, en met een liniaal grenzen getrokken, die later de grenzen werden van nieuwe, onafhankelijke landen.

Het Midden-Oosten, waar Israël/Palestina ligt, was eeuwenlang in het bezit geweest van het Ottomaanse Rijk, waarin de sultan van Turkije de baas was. In de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) vochten de Ottomanen mee aan de kant van Duitsland en Oostenrijk, die de oorlog verloren. Het Midden-Oosten werd toen bezet door Engeland en Frankrijk, die geholpen waren door Arabische opstandelingen (die van het Ottomaanse bestuur afwilden). De Engelsen hadden de Arabieren beloofd dat ze onafhankelijk mochten worden na die oorlog, en ze hadden de Zionistische Joden beloofd dat zij ook een eigen thuisland zouden krijgen in Palestina. De Zionisten hadden daar al jarenlang om gevraagd bij allerlei machtige landen (ook bij de Ottomanen, maar die hadden geweigerd). De oorlog was de grootste en verschrikkelijkste tot dan toe geweest, en de landen kwamen in 1919 in Parijs bijeen om een vredesverdrag te sluiten. De Arabische prins vond het prima dat de Joden ook een thuisland zouden krijgen als de Arabieren dan de rest van het Midden-Oosten kregen, maar Frankrijk wilde zijn veroverde gebied in Syrië niet afstaan aan de Arabieren, waardoor die afspraak niet door ging. Na die vreselijke oorlog werd door de zelfstandige landen de Volkenbond opgericht, een samenwerkingsverband tussen de staten dat moest voorkomen dat er nog eens oorlog kwam. De Volkenbond gaf Engeland en Frankrijk het tijdelijke bestuur over het Midden-Oosten, totdat die gebieden klaar zouden zijn om zelfstandig te worden, en gaf Engeland in 1922 het mandaat om er het Joodse thuisland te vestigen. Voorheen waren er ook al tienduizenden Joden naar Palestina getrokken, maar nu werd het makkelijker, en de Joodse immigranten begonnen er een staat op te bouwen.

De Arabieren in Palestina moesten echter niets hebben van die Joodse immigranten (zie bij vraag 1). Zij waren bang door de Joden overheerst te gaan worden, en kwamen in opstand. Na veel rellen en moordpartijen onder de Joden, begonnen de Engelsen terug te krabbelen en beperkten de immigratie van Joden. Eerst maakten ze van het grootste deel van hun mandaatgebied een aparte staat waar alleen Arabieren mochten wonen (zie eerste kaartje hieronder; dit is nu Jordanië), en later kwamen ze met een voorstel om het overgebleven gebied nog eens in tweeën te delen met een stukje voor de Joden en de rest voor de Arabieren, maar de Arabieren wezen dat af. Uiteindelijk besloten de Engelsen in 1939 dat er nog maar een beperkt aantal Joden bij mocht komen in Palestina. Dit was juist toen de vervolging van de Joden in Duitsland echt op gang kwam, en de Joodse vluchtelingen konden nu nergens meer heen, want de meeste andere landen wilden ze ook niet toelaten. Toen brak de Tweede Wereldoorlog uit, die tot 1945 duurde. Sommige Joden konden illegaal toch in Palestina komen, maar de Engelsen probeerden dit te verhinderen en stuurden ze terug naar Europa als ze ze te pakken kregen. Toen de oorlog was afgelopen, gingen steeds meer Joden openlijk tegen de Engelsen vechten, die de overlevenden van de Holocaust nog steeds niet in Palestina wilden toelaten. Engeland gaf toen zijn mandaat terug aan de Verenigde Naties (de opvolger van de Volkenbond), en die besloot in 1947 het gebied te delen in twee ongeveer even grote landen (zie tweede kaartje hieronder). De Arabieren wezen dat weer af en probeerden de Joden te verdrijven met hulp van de buurlanden, maar dat mislukte: zij werden verslagen, en in plaats van de Joden vluchtten honderdduizenden Palestijnse Arabieren of werden verdreven, en veel van hun dorpen werden vernield. In mei 1948 verklaarde Israël zich een onafhankelijke Joodse staat.


Eerste kaartje: in 1923 haalden de Engelsen het rechterdeel van hun mandaat af en maakten daar een Arabisch land van.
Tweede kaartje: in 1947 stelden de Verenigde Naties voor het overgebleven gebied te verdelen: het donkere deel voor de Arabieren en het lichte deel voor de Joden. (Het paarse vlekje in het midden is Jeruzalem; dat zou internationaal bestuurd worden.)
Derde kaartje: in 1949 na de oorlog met de Arabieren hadden de Joden het paarse gebied veroverd.


Israël is vanaf het begin een democratisch land geweest, waar alle inwoners – Joden en Arabieren – stemrecht hebben. Wel wordt de Arabische minderheid (ongeveer 20% van de bevolking) vaak gediscrimineerd. In de meeste Arabische buurlanden zijn door de Engelsen en Fransen in eerste instantie koningen en sjeiks als heersers aan de macht gebracht. Het was wel de bedoeling dat die ook democratisch zouden gaan regeren, maar dat is meestal niet gebeurd. In sommige landen zijn ze afgezet en kwamen andere dictators (alleenheersers) aan de macht, in andere landen zijn wel verkiezingen gehouden, maar hebben de gekozen parlementen niet veel te zeggen.

Er zijn ook twijfels of die landen wel ’toe zijn’ aan democratie. Toen in Algerije voor het eerst verkiezingen werden gehouden in 1992, werden radicale moslims gekozen die de democratie gelijk weer wilden afschaffen, en de Palestijnen hebben in 2006 ook radicale moslims (de Hamas) aan de macht gekozen, die tegen vrede met Israël zijn. In Afghanistan en Irak, waar buitenlandse legers (vooral de Amerikanen) dictators hebben verdreven, gaat het nu ook nog heel moeizaam om democratische regeringen aan de macht te brengen, en is er nog heel veel geweld… Europa is ook niet van de ene op de andere dag democratisch geworden. Dit is een langdurig proces geweest.

3. Welke gevolgen heeft het conflict op economisch, sociaal en demografisch gebied?

Economisch ging het voor de Tweede Wereldoorlog zowel de Joden als de Arabieren over het algemeen beter door de Joodse immigranten. Israël werd vanaf haar oprichting in 1948 wel geboycot door de Arabische landen, maar dankzij hard werken en steun van Joden uit het buitenland en handel met het Westen werd het toch een rijk land. De Arabieren in Israël profiteerden hier ook van, maar minder dan de Joden. Nadat Israël in 1967 de overige Palestijnse gebieden bezet had, ging het de Palestijnen die daar woonden over het algemeen ook beter. Het schijnt wel slechter te zijn geworden in de jaren ’80 door de (wereldwijde) economische recessie, en nadat de Palestijnen in 1987 in opstand kwamen is het nog veel slechter geworden, omdat Israël allerlei maatregelen nam die de economie belemmerden. De Palestijnen krijgen veel geld van de internationale gemeenschap, en Israël krijgt vooral van de Verenigde Staten veel geld. Voor Israël is het altijd duur geweest om zo’n groot leger met veel moderne wapens in stand te houden, en door het geweld komen er tegenwoordig minder toeristen naar het land. Ze zijn mede daarom ook wel afhankelijk geworden van de Amerikaanse steun. Door het oplaaiende geweld mogen de meeste Palestijnen niet meer in Israël werken en is er weinig handel meer. De Palestijnen zijn daardoor in armoede vervallen.

Sociaal gezien heeft het conflict natuurlijk heel negatieve gevolgen gehad, waarvan de vlucht van Arabieren en Joden uit elkaars landen de meest zichtbare is. Veel Arabieren zijn de Joden gaan haten en andersom ook. Als er in Israël verkiezingen zijn, gaat het vooral om welke partij het land het beste kan verdedigen of welke partij het beste voor vrede kan zorgen, en worden andere problemen in het land genegeerd. De Palestijnen stemden in 2006 op de radicale Hamas die geen vrede met Israël wil en nu de macht heeft in de Gazastrook. Het wordt er allemaal niet beter op. De bezetting van de Palestijnse gebieden is slecht voor zowel de bezetter als de bezette bevolking…

Demografisch gezien hebben de immigratie en de vluchtelingenstromen ertoe geleid dat in Israël nu een grote Joodse meerderheid is. Voor de oorlog in 1947-1948 woonden er 1,2 miljoen Arabieren en 650.000 Joden in het gebied, en de Verenigde Naties hadden een verdeling bedacht waarbij het gebied dat voor Israël bestemd was een kleine Joodse meerderheid van 55% had. Nu is ongeveer 80% van de inwoners van Israël Joods. Israël heeft alle Joodse vluchtelingen goed opgevangen en een huis gegeven. De Arabische landen – behalve Jordanië – hebben geweigerd de Arabische vluchtelingen uit Palestina een nieuw thuis te geven, zodat de meesten nog steeds als vluchteling leven, ook hun kinderen en kleinkinderen die nooit in Israël zijn geweest. Met name in Libanon en ook in Syrië leven de Palestijnse vluchtelingen onder heel slechte omstandigheden, zonder fatsoenlijke huisvesting, en zij hebben vaak geen werk en inkomen om in hun levensbehoeften te voorzien en leven grotendeels van hulp van de Verenigde Naties. Indertijd zijn er zo’n 700.000 Palestijnen gevlucht of verdreven, maar met hun nakomelingen erbij zijn er nu meer dan 4 miljoen vluchtelingen, en hun aantal groeit nog steeds. Dit is een groot en schrijnend probleem. De meeste Palestijnen en andere Arabieren vinden nog steeds dat deze vluchtelingen naar Israël moeten kunnen teruggaan, maar Israël wil hoogstens een klein deel terug laten, omdat veel Palestijnen vijanden van het land zijn die destijds de Joden hebben willen verdrijven, en omdat Israël een Joodse meerderheid wil houden. Als alle vluchtelingen met hun nakomelingen terug zouden komen naar Israël zouden ze al snel de meerderheid zijn, en zouden de Joden weer een minderheid worden. Israël vindt dat de Palestijnen zelf een deel van de vluchtelingen in de toekomstige staat moeten opvangen, en de rest in de Arabische landen, zoals Israël de meeste Joden uit de Arabische staten heeft opgevangen. De Palestijnen krijgen ook meer kinderen dan de Joden, dus het probleem wordt nog steeds groter.

4. Zijn er mogelijke oplossingen voor het conflict tussen deze twee landen?

Er is van alles voorgesteld en geprobeerd, vooral in de jaren ’90. De beste – en waarschijnlijk de enige – oplossing is als ze het eens worden om het land te verdelen, en de Palestijnen het gebied krijgen dat in 1967 door Israël werd bezet. (Ze hebben nooit een eigen zelfstandig land gehad.) De Palestijnen moeten dan stoppen met geweld en het bestaan van Israël accepteren, en Israël moet dan de Joden die na 1967 in de Palestijnse gebieden zijn gaan wonen (honderdduizenden intussen) naar Israël terughalen. Ze kunnen wel afspreken om de stukken land waar nu de meeste Joden wonen te ruilen met andere stukken land die nu bij Israël horen. Jeruzalem – de heilige hoofdstad – is het moeilijkst te verdelen, want het oude centrum daarvan is voor beide partijen erg belangrijk. Toen de oude stad door Jordanië bezet was werden alle synagogen daar vernield en mochten er helemaal geen Joden komen.

Waar de Palestijnse vluchtelingen heen moeten is ook moeilijk, want de buurlanden willen ze nog steeds niet opnemen, Israël ook niet, en de nieuwe Palestijnse staat zal ze ook moeilijk allemaal kunnen opnemen.

De Arabische landen zouden Israël ook moeten erkennen en ophouden met anti-Joodse propaganda en bedreigingen. Vooral Iran dreigt al jaren om Israël te vernietigen en verschillende landen geven geld aan de terroristen die tegen Israël vechten. Pas 3 van de 22 Arabische landen hebben het bestaansrecht van Israël officieel erkend, maar zelfs in de landen die vrede met Israël hebben gesloten worden veel leugens over de Joden verteld zoals dat vroeger ook in Duitsland en Oost-Europa gebeurde.

Het conflict is heel moeilijk op te lossen zolang er radicalen zijn die niet willen delen en zolang er ze elkaar niet vertrouwen. De Israëli’s zijn nu bezig om een groot hek en muur te bouwen langs de grens, gedeeltelijk op Palestijnse grond, om zich te beschermen. Circa 7% van de Westoever ligt aan de Israëlische kant van deze afscheidingsbarrière. Israël beweert dat het maar een tijdelijke veiligheidsmaatregel is tegen de terroristische aanslagen (die zijn inderdaad sindsdien afgenomen), maar de Palestijnen beweren dat Israël het land ten westen van de barrière wil annexeren.
Sinds het mislukken van de vredesbesprekingen en het uitbreken van de tweede Palestijnse intifada (opstand) in 2000, met veel bomaanslagen tegen Israëlische burgers, zien veel Israëli’s vredesonderhandelingen niet meer zitten. Zij vinden dat de Palestijnen eerst met al het geweld moeten stoppen. Beide partijen hebben weinig vertrouwen meer in vredesoverleg. In de Gazastrook is de radicale Hamas aan de macht die tegen vrede is, en op de Westelijke Jordaanover zit het officiële Palestijnse bestuur, dat vooral vindt dat de Verenigde Naties Israël moet dwingen om toe te geven.

 Abby Zondervan, maart-april 2006 / januari-december 2012
______________________________________________________________

© Dit artikel is copyright Israël-Palestina Informatie, afgezien van onderdelen waarvoor andere bronnen worden vermeld. Voor overname gelieve kontakt met ons op te nemen via het e-mail adres. Beperkte citaten voorzien van een link naar deze webpagina zijn toegestaan.

Comments are closed.