Standpunten van de Nederlandse politieke partijen over het Israelisch-Palestijns conflict
Vorige week plaatste Een Ander Joods Geluid een Israel & Palestina Stemwijzer op haar website, om de diverse verkiezingsprogramma’s op dit onderwerp te vergelijken en haar eigen standpunten aan te geven. Een goed idee, maar wij misten enkele punten in het overzicht, waaronder de kwestie van de Palestijnse vluchtelingen en de Palestijnse opruiing. We presenteren daarom hieronder onze eigen negen stellingen, met de standpunten van de voornaamste elf partijen en eronder onze eigen mening.
Voor zover de verkiezingsprogramma’s niets vermelden over sommige stellingen, is uitgegaan van eerdere uitspraken, gevoerd beleid en stemgedrag in de Tweede Kamer door de partijen. Op de CIDI website staan de standpunten uit de verkiezingsprogramma’s. Ook is op CIDI-TV het verkiezingsdebat te zien en horen.
V = eens / X = oneens / O = onduidelijk of onbekend (NB: bij stelling 3 zijn de posities van CU en D66 abusievelijk verwisseld!)
(Klik op de tabel voor een vergroting)
Standpunten IPI:
1. Er moet (bij voorkeur) een tweestatenoplossing komen.
Daar zijn wij het zeker mee eens, daar dit de enige oplossing van het conflict is, die internationaal breed wordt gedragen en die recht kan doen aan het streven van beide volken in het gebied naar nationale soevereiniteit. Deze oplossing wordt ook door een meerderheid van de Israeli’s en een (grote) minderheid aan Palestijnse kant gesteund, al kan men het moeilijk eens worden over de uitwerking ervan.
2. Er moet meer druk op Israel worden uitgeoefend om de nederzettingen niet meer uit te breiden/ te ontmantelen, de afscheidingsbarrière af te breken en evt. nog andere concessies, bijvoorbeeld door opschorten associatieverdrag of andere economische en/of diplomatieke sancties.
Aan beide kanten is veel verzet tegen sommige concessies die voor een vredesakkoord noodzakelijk zijn. Belangrijk is om de compromisbereidheid aan beide kanten te versterken. Dat zal alleen lukken als de leiders en volksvertegenwoordigers aan beide kanten hun achterban oproepen tot een vreedzaam compromis en rijp maken voor concessies. Druk uitoefenen zal alleen helpen als duidelijk is dat die op beide kanten wordt uitgeoefend en beiden tot concessies worden gemaand. Eenzijdige druk op alleen Israel zal averechts werken en voedt het sentiment dat men er alleen voor staat en daarmee ook nationalistische tendensen.
3. Nederland moet het streven naar een onafhankelijke Palestijnse staat zonder meer steunen, bijvoorbeeld door de unilaterale stappen van de PA in VN verband te steunen.
De unilaterale stappen van de PA zijn in strijd met de Oslo Akkoorden en een poging om vredesonderhandelingen met Israel te omzeilen door via de Verenigde Naties hun eisen ingewilligd te krijgen zonder zelf concessies te hoeven doen. Ze zullen daarom niet tot vrede leiden. Nu al steunt de VN via allerlei organen teveel eenzijdig de Palestijnse positie, en gaat daarbij soms zelfs in tegen de tweestatenoplossing.
4. Er moet met alle partijen, dus ook met Hamas worden gepraat, en Israel moet onder druk worden gezet om ook met Hamas te praten.
Hamas is niet bereid tot een vredesakkoord, het erkennen van Israel of het opgeven van terreur en aanslagen op burgers, zoals men keer op keer in duidelijke bewoordingen laat weten. Met Hamas zou pas gepraat kunnen worden als het voldoet aan de drie eisen van het Midden-Oosten Kwartet: een einde aan het geweld, erkenning van Israel en acceptatie van de akkoorden die gesloten zijn tussen de PLO en Israel. Tot dan valt er weinig te praten, en leiden contacten met Hamas alleen maar tot het legitimeren van deze terreurgroep, waardoor haar positie wordt versterkt tegenover de gematigder groeperingen.
5. Nederland moet Jeruzalem erkennen als hoofdstad van Israel, en er ook zijn ambassade vestigen.
Ook als Oost-Jeruzalem in het kader van een vredesakkoord verdeeld moet worden, is het duidelijk dat West-Jeruzalem bij Israel hoort en zal blijven. Jeruzalem is sinds 1949 door de Israelische regering als hoofdstad aangewezen, en dat dient internationaal erkend te worden. Er is dan ook niets op tegen hier de ambassade te vestigen. Wel zien de drie partijen die hier voorstander van zijn Jeruzalem als ‘ondeelbare’ hoofdstad van Israel. Daar zijn wij het niet noodzakelijk mee eens. Als de strijdende partijen het onderling eens kunnen worden over een werkbare deling tussen het overwegend Arabisch en het overwegend Joods bevolkte deel, of over een gemeenschappelijk beheer van de oude stad en heiligdommen, dan kunnen wij ons daar goed in vinden.
6. De Palestijnse vluchtelingen (en hun miljoenen nakomelingen) kunnen niet terugkeren naar Israel.
Massale ’terugkeer’ van Palestijnse vluchtelingen en hun nakomelingen naar Israel is in strijd met de beoogde tweestatenoplossing en daarom uitgesloten. Er is in het internationaal recht geen ‘recht op terugkeer’ voor deze mensen, en voor hen zouden dezelfde criteria en dezelfde definitie moeten gaan gelden die sinds 1948 voor alle vluchtelingen uit andere conflictgebieden ook gelden.
7. Nederland moet Israel internationaal steunen, de relaties intensiveren en desnoods een afwijkend standpunt innemen in Europees verband.
Nederland en Israel hebben van oudsher goede banden, die voor de Joodse staat van belang zijn, mede vanwege haar moeilijke positie in de VN en isolering in de regio. Vanwege de houding en boycot van het Arabische en islamitische blok komt Israel voor een aantal posities niet in aanmerking en wordt vaak eenzijdig en hard veroordeeld in de Algemene Vergadering, de Mensenrechtenraad en andere gremia. Naast de niet gebonden landen zijn ook EU landen steeds kritischer. Nederland dient Israel te steunen wanneer zij eenzijdig wordt bekritiseerd of zelfs gedemoniseerd, in VN verband en ook binnen de EU. Tegelijkertijd is kritiek op het Israelische beleid soms terecht en dient Nederland haar goede betrekkingen met dit land aan te wenden om zaken voor elkaar te krijgen die de vrede bevorderen.
8. Oost Jeruzalem is bezet Palestijns gebied waar Israel geen recht op heeft en niet mag bouwen.
Volgens het VN-delingsplan van 1947 moest heel Jeruzalem en omgeving, waaronder Bethlehem, een aparte status krijgen en onder internationaal bestuur komen. Oost Jeruzalem is dat deel van Jeruzalem dat tijdens de gevechten in 1948 door Jordanië werd bezet en waaruit toen de Joodse bevolking werd verdreven. De gehele oude stad met de Joodse wijk, de Klaagmuur en tientallen synagoges kwam onder Jordaans bestuur en werd verboden gebied voor Joden, evenals de Joodse begraafplaats op de Olijfberg. De meeste synagoges en vele graven werden vernield en de stad werd ge-Arabiseerd. Grote delen van Oost Jeruzalem, waarvan Israel de gemeentegrenzen fors vergrootte na 1967, zijn nu echter overwegend Arabisch en de inwoners voelen zich vaak Palestijns, al geeft een meerderheid te kennen liever in Israel dan in een Palestijnse staat te willen leven. Waar Israel mag bouwen en waar niet en wat de toekomstige status van Oost Jeruzalem zal zijn dient in onderhandelingen te worden geregeld.
9. Nederland moet meer druk uitoefenen op de Palestijnse Autoriteit en andere Palestijnse organisaties om Israel eenduidig te erkennen (als Joodse staat) en te stoppen met het verheerlijken van geweld en terrorisme.
Terwijl de nederzettingen vaak als obstakel worden genoemd en ieder uitbreidingsplan uitgebreid in het nieuws komt, gaat de opruiing in Palestijnse media welhaast ongemerkt aan de meeste journalisten en politici voorbij. De continue verheerlijking van geweld tegen Israelische burgers en het demoniseren van Joden heeft ontegenzeggelijk zijn invloed op de Palestijnse burgers, die in allerhande complotten en de Joodse almacht geloven. Dit staat vrede en een tweestatenoplossing in de weg. Hoewel in Israel ook discriminatie, racisme, en opruijing voorkomen, zijn de Israelische media zeer divers en wordt racisme sterk bekritiseerd en veroordeeld. Tal van kritische organisaties zetten de Palestijnse zaak en Israelisch wangedrag steeds weer op de kaart en krijgen internationaal veel aandacht. Een kritisch geluid aan Palestijnse kant ontbreekt vrijwel geheel. Nederland zou juist dit kritische geluid aan Palestijnse kant moeten bevorderen en antisemitisme en hatespeech fel moeten veroordelen. Bij de projecten die men aan Palestijnse kant steunt moet dit een belangrijk criterium worden.
Zowel Israel als de Palestijnse Autoriteit en de PLO dienen elkaars recht op soevereiniteit en nationale aspiraties te erkennen. Verschillende Israelische regeringen hebben zich voor een tweestatenoplossing en een onafhankelijke Palestijnse staat uitgesproken, al varieerde de overtuiging waarmee dat gebeurde. De PA en PLO hebben beide Israel erkent, maar nadrukkelijk niet als Joodse staat, terwijl ze hun eigen gewenste staat wel als Arabisch en islamitisch definiëren. Ook houden zij vast aan het zogenaamde recht op terugkeer van de vluchtelingen, wat indruist tegen de tweestatenoplossing.
Vraag:
Klopt bij vraag 3 hetgeen bij de CU staat ?
Hoor graag van u.
met groet,
Paul
Vergeten te linken, op de CIDI website staan de standpunten uit de verkiezingsprogramma’s:
http://www.cidi.nl/files/get/2563.pdf
Daarin pleit men voor uitbouw van het Europese associatieakkoord met Israel. Dat men desnoods een afwijkend standpunt binnen de EU wil innemen staat hier niet letterlijk.
Pardon, ik was in de war met stelling 7. Bij stelling 3 zijn we uitgegaan van de stemwijzer van EAJG, die een vrijwel identieke stelling heeft, maar kruisje en bolletje zijn per abuis verwisseld met D66. Bij de CU moet hier dus een x staan (oneens), bij D66 een o (geen duidelijk standpunt bekend)!