jun 242012
 

GBA?“Jong, Palestijns en steeds geboren in het verkeerde land. Nederlandse gemeenten registreren Bezette Gebieden vaak als Israël.” Een artikel onder deze kop, geschreven door Jeroen den Blijker, verscheen op 12 juni in de papieren krant van Trouw. Het geeft het perspectief weer van de 20-jarige Emiel de Bruijne, die wil dat de Nederlandse overheid in plaats van Israël ‘Palestina’ als zijn geboorteland registreert. De Bruijne is geboren in Oost Jeruzalem en zoon van een Nederlandse vader en Palestijnse moeder. De mening van de jongen en zijn advocate komen ruim aan bod in het bericht, en worden nergens van kritisch commentaar voorzien. Integendeel, met kwalificaties als ‘omissie’ en ‘boosdoener’ lijkt de journalist zich volledig hierachter te scharen.

Twee jaar geleden ontving De Bruijne zijn gymnasiumdiploma, waarop stond dat Israël zijn geboorteland was. Hij vindt dat Oost Jeruzalem geen Israël, maar door Israël bezet Palestijns gebied is en het zo ook in zijn diploma moeten had moeten worden genoemd. De Bruijne gaat hier voorbij aan het feit dat Israël in 1981 Oost Jeruzalem heeft geannexeerd. Bovendien werd datzelfde Oost Jeruzalem in 1948 veroverd door Jordanië en was voor de junioorlog van 1967 bezet Jordaans gebied. Hij vindt het `grievend’  om steeds weer Israël als zijn geboorteland ingevuld te krijgen, wat volgens hem `geen recht doet aan de historische feiten en de huidige situatie’. Hijzelf doet echter geen recht aan die historische feiten en de huidige situatie. Palestina was een A-mandaat van de Volkenbond dat toevertrouwd werd aan het Verenigd Koninkrijk toen het Ottomaanse Rijk in 1920 bij de Vrede van Sèvres werd verdeeld. Op 25 mei 1923 werd Abdoellah benoemd tot emir van Trans Jordanië, het gebied ten oosten van de rivier de Jordaan, en werd het mandaatgebied door Groot-Brittannië bestuurlijk gesplitst. Op 25 mei 1946 werd Trans Jordanië onafhankelijk. Op 3 april 1949 tekenden Israël en Trans Jordanië een bestand en op 24 april 1950 annexeerde het koninkrijk formeel het bezette gebied (de Westelijke Jordaanoever -die toen pas die benaming kreeg- en Oost Jeruzalem) en veranderde zijn naam in Jordanië. In de junioorlog van 1967 veroverde Israël de Westelijke Jordaanoever die nog steeds voor een deel onder Israëlisch gezag valt. Het bestuur van de gehele Westelijke Jordaanoever is in de Osloakkoorden geregeld maar er is officieel nog steeds geen sprake een zelfstandige Palestijnse staat.

Een niet erkende staat kan in Nederland onmogelijk als geboorteland op officiële documenten worden geregistreerd. Den Blijker noemt dat een ‘omissie’. Dat is wel heel vreemd uitgedrukt voor een officiële gang van zaken. Den Blijker bedoelt hiermee namelijk de manier waarop met gegevens van de inwoners van ons land wordt omgegaan. Gemeenten beheren de identiteitsgegevens van burgers in Nederland. Het Agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en Reisdocumenten (BPR) beheert de stelsels van deze identiteitsgegevens: de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens (GBA). Het BPR hanteert vaste landentabellen met een afzonderlijke code voor elk land. Voor Palestina is er geen land code en daarom kan het niet als land worden geregistreerd. Bij het vaststellen in welk land iemand is geboren hanteert het BPR de norm van datum en plaats van geboorte en onder welke soevereiniteit die vielen. Een woordvoerder van het BPR gaf hierbij als toelichting dat ten tijde van De Bruijnes geboorte Oost Jeruzalem onder Israëlische soevereiniteit viel en hij daarom officieel in Israël geboren is. Dat hij het daar niet mee eens is en had gewild dat Jeruzalem onder Palestijns bestuur valt, kan geen reden zijn de gegevens maar aan te passen. Toegegeven, die registratie lijkt niet altijd eenduidig: de moeder en zussen van De Bruijne zijn in Bethlehem geboren wat als respectievelijk ‘Bethlehem onbekend’, ‘Bethlehem Israël’ of ‘Bethlehem Jordanië’ wordt omschreven. Bethlehem ging in 1967 van Jordaans naar Israëlisch bestuur en in 1996 naar de Palestijnse Autoriteit over. Het artikel vermeldt niet of zijn moeder voor 1967 en zijn jongste zus na 1996 werd geboren, in welk geval de registratie wel consistent zou zijn.

Den Blijker noemt in zijn artikel het beleid van de GBA de ‘boosdoener’. Het woord oorzaak in plaats van boosdoener zou correcter zijn geweest, en bovendien is de GBA ook afhankelijk van het BPR. Maar Emiel de Bruijne wil niet de rest van z’n leven, zoals hij dat zelf noemt, ‘achtervolgd’  worden door die registratie van de GBA en heeft om rechtshulp gevraagd. Hij wordt in zijn strijd gesteund door Palestine Link, een organisatie die voor de belangen en rechten van het Palestijnse volk in Nederland opkomt. Palestina Link stuitte in dit geval op het beleid van de GBA. Minister Spies, van binnenlandse zaken, liet desgevraagd weten dat Palestina formeel door de Nederlandse staat niet als land wordt erkend. Volgens De Bruijne is dat een klassiek antwoord en ongerijmd bovendien want Nederland erkent de bezetting ook niet. De Bruijne overweegt daarom een gang naar de rechter. Hij vindt het belangrijk dat dit probleem voor alle in Nederland woonachtige Palestijnen goed wordt geregeld en zadelt op een irreële manier Nederlandse instanties hiermee op. Het is namelijk zeer de vraag of zijn probleem alleen door Nederlands beleid kan worden opgelost.

Want wat is de belangrijkste oorzaak van De Bruijnes probleem? Dat zijn de gespannen verhoudingen in het Midden Oosten, die vooral het gevolg zijn van de Arabische afwijzing van een Joodse staat en waaruit de huidige situatie is ontstaan. Dààr ter plekke moet er naar een -diplomatieke- oplossing worden gezocht. Wanneer er in de toekomst een levensvatbare en  soevereine Palestijnse staat komt, dan moet die vooraf aan belangrijke eisen voldoen, zoals bijvoorbeeld het erkennen van Israël als Joodse staat waarvan de veiligheid gewaarborgd is. Wanneer Palestina internationaal als soevereine staat is erkend, dan pas kan het BPR die nieuwe staat een eigen land code toekennen. Dat had Den Blijker nadrukkelijk moeten opmerken in zijn artikel.

Tjalling Tjalsma.

 

Bronnen:

Share