nov 042014
 

= IMO Blog =  

Ben-Gurion en Rabin op de Tempelberg in juni 1967

Ben-Gurion en Rabin op de Tempelberg in juni 1967.

De spanningen in Jeruzalem zijn de afgelopen week hoog opgelopen. Er waren al weken rellen, maar die kregen weinig aandacht in onze media. Twee weken geleden zag ik al een filmpje op Elder of Ziyon van moslimvrouwen die Joodse mannen de toegang tot de Tempelberg ontzegden en schreeuwden, duwden en trokken. De Israelische politie was aanvankelijk terughoudend, maar nadat de rellen aanhielden en naar steeds meer wijken omslaan treedt men harder op. Vorige week woensdag werd een Joodse rabbijn aangevallen, Yehuda Glick, toen hij een conferentiecentrum in Jeruzalem uitliep. Hij ligt zwaar gewond in het ziekenhuis.

In veel media wordt Glick als een ‘extreemrechtse activist’ omschreven. Voor o.a. Trouw en de NOS is dat nog niet rechts genoeg en heet hij een ‘ultra-rechtse Joodse activist’ te zijn. Zijn activisme bestaat echter niet uit geweld tegen Arabieren of hun eigendommen, ook geen oproepen om moslims het land uit te jagen of te vermoorden. Nee, hij pleit ervoor dat Joden op de Tempelberg mogen bidden en dit een spiritueel centrum voor alle drie monotheïstische wereldreligies  wordt. Hij wil er ook graag de Derde Tempel laten bouwen, maar voor hem hoeven de Al Aqsa moskee en de Rotskoepel daarvoor niet te worden afgebroken. Hij bekritiseert de vijandige opstelling van islamitische leiders, maar blijft hopen dat Joden en moslims vreedzaam samen kunnen leven. Verder houdt hij lezingen en is actief in organisaties die zijn streven delen, en is hij in hongerstaking gegaan nadat Israel hem de toegang tot de Tempelberg had ontzegd (wegens bidden daar). Als kwalificatie komt misschien radikaal-religieus of hoogstens rechts-religieus in aanmerking, maar de labels die veel media op dergelijke activisten plakken zijn misleidend, en worden overigens zelden tot nooit op radikale Palestijnen toegepast.

Een editorial in de Jerusalem Post geeft Glick’s positie zo weer:

What makes this crime all the more tragic was the fact that Glick, who is a vocal activist for the right of Jews to pray on the Temple Mount, is also a strong defender of Muslims’ right to freedom of religious expression on what they call Haram a-Sharif, the Noble Sanctuary. Unlike some proponents of Jewish prayer on the Temple Mount who call to destroy Muslim houses of prayer and replace them with a rebuilt Jewish Temple, Glick advocates joint Jewish-Muslim prayers on the site that is so sacred to both religions.

Woensdagavond werd de vermeende dader door Israelische politieagenten doodgeschoten, een man die zowel door Fatah als Islamtisiche Jihad als held werd geëerd. Er werd bovendien vuurwerk afgestoken en snoep uitgedeeld toen het nieuws van Glicks – wat men dacht dood- bekend werd. En Abbas heeft de familie een condoleance brief geschreven:

“With anger, we have received the news of the vicious assassination crime committed by the terrorists of the Israeli occupation army against [your] son Mu’taz Ibrahim Khalil Hijazi, who will go to heaven as a martyr defending the rights of our people and its holy places,” Abbas wrote in a condolence letter sent Saturday to the shooter’s family.

Dit is een bekend patroon: Palestijnen plegen een aanslag of ander geweld, Israel slaat terug, het nieuws focust vooral op de Israelische reactie. Die zou disproportioneel zijn, olie op het vuur gooien, etc. In Israel is bijna niemand blij met de Palestijnse doden en gewonden, en worden die niet uitbundig gevierd. Joodse extremisten (zoals degene die de Palestijnse tiener verbrandde in reactie op de ontvoering en dood van drie Joodse tieners op de Westbank) worden niet als helden geëerd in de samenleving maar worden door een overgrote meerderheid veroordeeld. Er zijn zeker mensen te vinden die vreselijke dingen zeggen, en die uitspraken zie je (vaak aangedikt en verdraaid) terug op sites als Mondoweiss, Electronic Intifada etc., maar het cruciale verschil is dat dit om een kleine minderheid gaat, terwijl het bij de Palestijnen gemeengoed is dat iedere pleger van aanslagen op Joods-Israelische burgers als held wordt geëerd. Dit gebeurt op officiële kanalen van Fatah maar ook in door de PA gecontroleerde media en zelfs op scholen.

Dit verschil tussen beide kanten wordt NOOIT belicht in de reportages van Monique van Hoogstraten, Roel Geeraeds, Rolf Bos en al die andere verslaggevers. Men weet het wel, dat kan niet anders, maar men vindt het niet interessant. Want de oorzaak van het geweld ligt ergens anders. Monique van Hoogstraten noemde in het journaal van donderdag drie elementen: de achterstelling van Arabieren in Jeruzalem, de Joodse ‘kolonisten’ die huizen opkopen in Arabische buurten en die proberen te ‘verjoodsen’, en de vastgelopen vredesbesprekingen. Daar kwam de Gaza oorlog nog eens bij, zo voegde ze aan het lijstje toe. Deze zaken hebben er zeker mee te maken, maar ze leggen ook wat anders bloot. In de reportage van een dag eerder kwamen enkel boze Palestijnen aan het woord om te vertellen dat Israel hun wijken ruïneert en alle Arabieren uit Jeruzalem wil verwijderen. Een weerwoord van Israelische zijde acht men onnodig.

Intolerantie is aan Palestijnse zijde de norm en dat vinden we normaal, dus geen nieuws. Joods-Israelische tolerantie vinden we de norm, en dus is wat daarvan (volgens de media) afwijkt wel nieuws. Dat Glick pleit voor gemeenschappelijk gebruik van de Tempelberg voor Joden én moslims, is geen nieuws. Dat hij bijna wordt vermoord en de Palestijnen daarom juichen en zelfs een als gematigd bekende staande Palestijnse president dit toejuicht, is ook geen nieuws. Dat Palestijnen geen enkele Jood in hun wijken dulden en de verkopers van huizen aan Joden als verraders zien, is evenmin nieuws. En dat Israel sinds het heel Jeruzalem onder zijn hoede heeft moslims ruimte geeft om op de Haram al Sharif te bidden en Joden niet op de Tempelberg, is ook geen nieuws. Nieuws is het dan wel weer wanneer Israel, om de zaak wat te laten afkoelen, het gebied voor een dag afsluit voor zowel Joden als moslims. Dat is een provocatieve maatregel, aldus de media, niet tegenover de Joden maar tegenover de moslims. Nieuws is het ook wanneer orthodoxe Joden ‘dood aan de Arabieren’ schreeuwen en wanneer het Israelische leger hard optreedt tegen rellende Palestijnse jongeren.

Op deze manier wordt een zeer eenzijdig beeld gegeven van het conflict en van oorzaak en gevolg. Ja, Palestijnen worden achtergesteld maar je kunt niet volhouden dat dit de oorzaak van alle spanningen en problemen is. Sinds de bezetting is de situatie van de Palestijnen er in een aantal opzichten zelfs op vooruit gegaan. Bovendien torpedeert de  Palestijnse regering juist veel samenwerkingsinitiatieven. Palestijnen in Oost Jeruzalem worden opgeroepen niet te gaan stemmen voor de gemeenteraad omdat ze daarmee ‘de bezetter’ zouden steunen. Daardoor zijn zij in de gemeenteraad en in het bestuur nauwelijks vertegenwoordigd.

Israel stelt zich wat betreft de Tempelberg juist terughoudend en pragmatisch op. Joden mogen er slechts op zeer beperkte tijden op en het is verboden voor ze er te bidden. Ook voor niet-islamitische toeristen is de toegang zeer beperkt, tot grote frustratie soms. Moslims daarentegen kunnen overdag via liefst 10 ingangen de Tempelberg op (voor Joden en niet-moslims is er één ingang en zij moeten vaak uren wachten). Moslims vinden dit volkomen vanzelfsprekend. Wanneer religieuze Joden dan met veel moeite de Tempelberg hebben weten te bereiken worden ze vaak uitgescholden en belaagd door islamitische vrouwen of voetballende jongetjes.

Abbas en andere Palestijnse en Arabische leiders roepen te pas en te onpas dat Israel de Derde Tempel wil herbouwen en de Al Aqsa Moskee vernietigen. Hiervoor is nooit enige bewijs geleverd, en het is een gerucht dat al ten tijde van de beruchte nazi mufti Haj Amin Al Husseini werd gebruikt om de moslims tegen de Joden op te hitsen. Ook nu weer is Abbas de opruier met zijn dag van woede, zijn steun voor de extremist die Glick neerschoot en zijn oproep om alle Joden de toegang tot de Tempelberg geheel te ontzeggen. Netanyahu liet ondertussen weten de status quo te zullen handhaven waarbij Joden slechts zeer beperkt toegang krijgen en er niet mogen bidden, dit tot ongenoegen van enkele extreem rechtse politici. Toch wordt Netanyahu telkens als de rechtse hardliner neergezet en Israel gehekeld voor haar harde optreden. Met de feiten heeft dat, zoveel is duidelijk, weinig van doen.

Ratna Pelle

Share