okt 282014
 

demo-dialoog= IMO Blog =  

Nadat Nelle Boer onder zijn alias Nizar Mourabit een opiniestuk in Trouw geplaatst had gekregen, hapten ook het Parool en de Volkskrant toe, waarna Mourabit gebeld werd door radio en tv. In zijn artikelen benadrukt hij dat hij niet als Marokkaan maar als Nederlander gezien wil worden, en dat ook voor andere Marokkanen geldt; dit terwijl hij naar eigen zeggen helemaal geen Marokkaanse Nederlanders kent. Dat laatste bleek dan ook niet te kloppen:

Hij dacht op veel steun en herkenning uit de Marokkaanse gemeenschap te kunnen rekenen, maar kwam van een koude kermis thuis. ‘Veel Nederlanders reageerden onder mijn stukken met de boodschap dat ik voor altijd een Marokkaan zou blijven. Veel Marokkanen waren dat verrassend genoeg met hen eens, en verweten me dat ik in de eerste plaats Marokkaan, en dan pas Nederlander was. Dat vond ik op een bepaalde manier wel schokkend, dat ook de tweede en derde generatie Marokkanen zo denkt.’

Wat vooral verbluffend is, is dat zowel Boer als de redacties dit niet hadden verwacht, en hoe makkelijk een Nederlander die helemaal geen kontakten heeft in de Marokkaans-Nederlandse gemeenschap als woordvoerder van deze gemeenschap wordt gezien. Wat dit experiment blootlegt, is zowel de totale onwetendheid van kranten en (web-)redacties wat dit betreft en hun enthousiasme om een Marokkaan in hun kolommen aan het woord te laten. Boer zegt aan het begin van het stuk in de Correspondent dat hij ‘misnoegd’ vaststelde makkelijker als Mourabit dan als Boer geplaatst te worden.

Mij verbaast dat niet: wat Mourabit schreef past precies in het plaatje dat de zogenaamde kwaliteitsmedia hebben: verreweg de meeste Marokkanen zijn gematigd maar worden toch als extreem of antisemiet weggezet. Alle Marokkanen worden automatisch ook als moslim gezien, al zijn ze dat misschien wel helemaal niet. En de meeste Marokkanen voelen zich Nederlander, zijn hier geboren en getogen, maar worden steeds als Marokkaan aangesproken en weggezet, wat hun integratie juist bemoeilijkt. Dit beeld blijkt, behalve misschien het tweede punt, niet te kloppen. De kwaliteitsmedia hebben een visie op Marokkanen, en Mourabit bevestigde precies wat zij al dachten. Iemand die zich distantieert van radikalisme, maar in de praktijk toch vooral de Nederlandse vooroordelen hekelt. Iemand die antisemitisme veroordeelt maar toch vooral de media hekelt die te weinig oog zouden hebben voor de legitieme grieven van de Gaza demonstranten. Dat vooral Trouw zo gretig toehapte (‘graag tot een volgende gelegenheid’, schreef de redactie) en bij een volgende correspondentie er overheen las toen Mourabit per abuis met Nelle Boer ondertekende, verbaast me dan ook allerminst. Trouw stond vol met artikelen die deze visie uitdroegen. Een Jood die het op een rustige toon voor Israel opneemt en zowel antisemitisme als racisme hekelt kan slechts dromen van zoveel aandacht.

De Correspondent trekt iets andere conclusies, maar hekelt ook hoe snel media dingen overnemen en hoe slecht verhalen gecheckt worden:

De vraag is natuurlijk: wat leert het experiment van Boer ons? Naast het feit dat het moeilijk is om als Marokkaan niet automatisch ook ‘als Marokkaan’ te worden aangesproken, legt het vooral een medialogica bloot. Ten eerste: de druk om snel en veel te publiceren gaat ten koste van de zorgvuldigheid en het natrekken van een verhaal. Mourabit werd nagenoeg overal zonder veel vragen aan een podium geholpen.

Ook opvallend is het sneeuwbaleffect: iedere redactie viel daarbij terug op de autoriteit van degenen die hem eerder een platform gaven. Media volgen elkaar in die zin vaak blindelings.

Deze keten begon in dit geval met VARA-opiniesite Joop, die dit voorjaar nog stevig uitpakte met een stuk waarin webredacties die niets checken worden gehekeld.

Francisco van Jole neemt anderen graag de maat, dat is bekend. Het is goed dat de tonnen boter die hij op zijn hoofd heeft nu eens zichtbaar worden. Het is overigens niet waar dat het makkelijk is op Joop geplaatst te worden zoals de Correspondent schrijft. Mensen die het voor Israel opnemen maken weinig kans. Van mij zijn zelfs reacties onder een artikel niet toegelaten, en hetzelfde geldt voor Likoed Nederland. Van Jole verweert zich door te stellen dat dit niet te voorkomen is zonder in een DDR-achtige situatie te belanden waarin je iedereen eerst aan een controle onderwerpt. Wij willen een laagdrempelige opiniesite zijn en hebben zo’n 1.000 opiniemakers in ons midden’.

Dat is dan echter wel slechts voor de mensen die de visie van Van Jole vertolken, of daar dicht genoeg bij in de buurt blijven. En waarom kan men mensen en verhalen niet wat beter checken? Misschien moet je dan inderdaad niet 10 maar 1 artikel tegen racisme en Zwarte Piet per dag publiceren, en geen 8 maar 1 artikel tegen Wilders en tegen Israel. En daar dan een weerwoord op toelaten, zodat je echte discussie krijgt. Dat is laagdrempelig. Maar Van Jole heeft een missie, en teveel controleren en teveel zorgvuldigheid zit die missie maar in de weg. Kwantiteit en de juiste ideologische koers gaan boven kwaliteit. Bedankt, Nelle, dat je dit hebt bloot gelegd.

Ook Frontaal Naakt en de Volkskrant verweren zich door te zeggen dat ze niet alles kapot kunnen checken. Chef opinie van de Volkskrant Arnout Brouwers zegt dat ‘men zich niet wil verlagen tot het vragen van een kopie van het paspoort’. Maar is dat echt nodig? Mourabit bestond pas sinds een jaar, met een facebook account, een twitteraccount en een blog. Dat lijkt me toch iets dat opvalt. Nergens is een werkgever van hem te vinden, een eindscriptie, een oude discussie, iets over zijn afkomst of familie. En altijd alleen maar die ene foto. Even googelen zou blootleggen dat hij geen verleden of familie heeft en even rondvragen dat bijna niemand hem kent. En in dat geval kun je, zoals De Correspondent wel heeft gedaan, de boot afhouden. Men is er zelf hoogst bescheiden over, en schrijft in een uitgebreide toelichting over hoe hen ‘een zeperd bespaard is gebleven’:

De eerste emotie was, zeg ik heel eerlijk, opluchting. Want het is alleen maar omdat we bij De Correspondent het productieproces zo hebben ingericht dat we uitgebreid de tijd voor elk stuk nemen dat we niet in zijn val zijn getrapt. (…)

We publiceren het artikel over hem dan ook niet vanuit een soort Schadenfreude tegenover al die collega’s die Mourabits stukken wel hebben gepubliceerd. Het had ons kunnen overkomen. Het verlangen naar bronnen en exclusieve scoops is nu eenmaal groter dan de neiging in alles voorzichtigheid te betrachten.

Nee, het had jullie niet kunnen overkomen, juist omdat jullie voor elk artikel de tijd nemen en Mourabit eerst te zien wilden krijgen. Jullie roken onraad, twijfelden, hielden met verschillende scenario’s rekening en besloten daarom om het kontakt af te breken. Hulde! Het verlangen naar bronnen en exclusieve scoops was bij jullie niet groter dan de neiging in alles voorzichtigheid te betrachten. Overigens ging het bij de meeste opiniestukken helemaal niet om ‘exclusieve scoops’ maar om een mening die men graag hoort van een Marokkaanse Nederlander, maar die uit de mond van een ander totaal niet opzienbarend zou zijn. De kranten krijgen per dag vele stukken toegezonden, en moeten daarom zeer selectief zijn. Het is dan ook niet zozeer de behoefte aan een scoop maar die aan een Goede Marokkaan die de redacties van kranten en weblogs zo gretig deed toehappen, zo schrijft De Correspondent in het eerder aangehaalde stuk zelf:

Het verhaal laat intussen nog iets anders zien: er is een grote behoefte aan welbespraakte ‘mediamarokkanen.’ Dat kun je als lovenswaardig of juist als overdreven beschouwen, het maakt in ieder geval dat wie zich ergens over uitlaat onder een Marokkaanse naam razendsnel als ‘stem van’ wordt beschouwd.

Dat lijkt mij inderdaad nogal overdreven. Er zijn inmiddels genoeg echte Marokkanen die meedoen aan het debat, zoals Hassnae Bouazza, Abdelkader Benali, Achmed Marcouch, Nuweira Youskine, Aboutaleb, Fatima Elatik, etc. etc. Belangrijker echter dan het precieze aantal mensen van allochtone komaf die in de krantenkolommen verschijnen en redacties bevolken (dat laatste is zeker nog een kleine minderheid), is dat de media en politieke partijen terdege rekening houden met de sentimenten en standpunten van allochtonen.

Dat blijkt in de berichtgeving over Israel-Palestina, in het Zwarte Pietendebat, in hoe er over moslims en islamitische feestdagen wordt bericht. De zogenaamde kwaliteitsmedia als NOS, NRC, De Volkskrant en Trouw lopen wat dat betreft vooruit op de gemiddelde burger en ook de integratie op de werkvloer. Na de aanslagen in de VS en de moorden op Fortuyn en Van Gogh, en de spanningen tussen allochtonen en autochtonen die daarop volgden, hebben zij consequent een beeld naar voren gebracht van een in overgrote meerderheid vredelievende en gematigde moslimgemeenschap.

Dat ging zo ver dat bepaalde feiten, zoals uitgesproken steun voor de plegers van 9/11 of van de moord op Theo van Gogh vanuit moslimhoek werd verzwegen, zo vertelt oud-journalist Hans Moll van NRC in zijn boek ‘Hoe de nuance verdween uit een kwaliteitskrant‘. Je wist niet hoe representatief zo’n uitspraak was, je weet niet waar het toe leidt als je zoiets wel in de krant zet, zo censureerde hij zichzelf. De consensus op de krant was volgens hem dat het vooral pubers waren die wilden choqueren, en het niet ging om een breed gedragen mening onder Nederlandse moslims. Daarom ook is er zo weinig aandacht voor Arabisch antisemitisme, ook wijd verbreid onder moslims in Europese landen, waaronder Nederland. Daarom is er weinig aandacht voor homohaat uit moslimhoek, voor de vaak verknipte houding tegenover vrouwen van veel Marokkaanse jongens. Daarom wordt bijna alles afgedaan als provocaties en aandachttrekkerij, of gewijd aan hun achtergestelde positie in de maatschappij. Ik kan mij bij die houding tot op zekere hoogte wel wat voorstellen, zeker kort na voornoemde aanslagen. Maar ondertussen speelde dit Wilders en de zijnen in de kaart, en ook binnen andere partijen ontstond de behoefte om harde noten te kraken en verhardden de standpunten. Het heeft mijns inziens, uiteindelijk juist tot meer polarisatie geleid, met het Zwarte Pietendebat als voorlopig dieptepunt.

Ratna Pelle

Share

  2 Responses to “Media zoeken enthousiast naar ‘goede Marokkanen’”

Comments (2)
  1. Beetje vreemd om in dit stukje geen link op te nemen naar het antwoord van Annebel Nanninga: https://www.jalta.nl/article/verschillige_kunst_maak_eens_een_onfatsoenlijk_mens_kapot.html

    De tijd van aardig blijven naar iedereen is echt voorbij.

  2. Link toegevoegd, in het vorige deel, waar Nanninga vermeld wordt.