okt 082014
 

‘Veel critici van Israël maken het bekritiseren van Israël verdacht.’

[Een kortere versie van dit artikel verscheen vandaag in ThePostOnline.]

Ratna Pelle

Hitler-GazademoHet essay van Elma Drayer in Vrij Nederland over kritiek op Israël en hedendaags antisemitisme, riep de bekende Pavlov reactie op. Never mind dat ze schreef dat Israël, net als talloze andere landen, ‘een dubieuze ontstaansgeschiedenis en zwarte bladzijden kent, dubieuze grenzen verdedigt, en niet zelden uiterst dubieuze beslissingen neemt’.

Miko Flohr verweet haar vorige week ‘stropoppen, verdraaiingen en selectief winkelen in de krochten van het internet’. Het essay is een: ‘fantastische aaneenrijging van een aantal drogredenen waarmee ‘vrienden’ van Israël hun retorische opponenten bij voortduring om de oren plegen te slaan’. Ze had, zo betoogt hij, lang moeten speuren naar de voorbeelden van antisemitisme op internet, wat nieuwskliekjes opgewarmd en een rapper beluisterd om zo bij haar eigen gelijk uit te komen. En ze maakt kritiek op Israel verdacht door haar ‘stilzwijgend in het extreme te trekken en te koppelen aan  allerlei antisemitische uitspraken van malloten op het internet en aan het verstoorde wereldbeeld van een rapper.’

Dat deed Drayer helemaal niet. Juist veel critici van Israël maken het bekritiseren van Israël verdacht. Zij trekt die kritiek ook niet ‘stilzwijgend in het extreme’, maar laat openlijk, helder en duidelijk zien dat deze vaak met dergelijke ideeën gepaard gaat. Onder bijna elk artikel op nieuwssites en fora kom je wel antisemitische en andere hatelijke reacties tegen, daarvoor hoef je nauwelijks te zoeken en ook niet naar dubieuze antisemitische sites te surfen. Zelf kwam ik tijdens de Gaza oorlog diverse verwijzingen naar Hitler tegen (in de trant van ‘Hitler, waar blijf je?’) op de facebookpagina van de Volkskrant. Een paar dagen later stonden ze er nog steeds. De lijst van Drayer is dan ook makkelijk aan te vullen met talloze andere voorbeelden, op facebook, waar de Hitler-pagina’s sneller opduiken dan ze worden gesloten, op twitter, op allerhande fora van gewone organisaties, en op de vele anti-Israël sites waar men het blijkbaar ook niet zo op Joden heeft.

Een land als geen ander

Na je vijf alinea’s door dergelijke ad hominems heen te hebben geworsteld, komt Flohr eindelijk enigszins ter zake, om gelijk de mist in te gaan. Om te beginnen ontkent hij dat Israël een land is als alle andere, omdat het aan de basis ligt van het christendom. In zoverre als dat het geval is (er liggen christelijke wortels in meer landen van het Midden-Oosten), zijn deze wortels geen excuus om Israël continu aan zoveel hogere maatstaven te houden. En hoe verklaart dit dat de Palestijnen juist vaak niks fout lijken te kunnen doen? En dat de recente havikachtige uitspraken van Abbas en Erekat nergens werden vermeld, net zomin als de vele Palestijnse video’s waarin de Joden als kwaadaardig en verdorven worden neergezet?

Het wordt nog erger wanneer Flohr beweert dat er ‘behalve Israël ook vrij weinig landen in de wereld zijn wier stichting gepaard ging met grootschalige massa-immigratie en met de massale ontworteling van een er al wonende bevolking’. Bij het ontstaan van veel landen, zoals de USA, Polen of Pakistan, zijn hele bevolkingsgroepen verdreven of uitgemoord. Zo heeft de splitsing van Brits Indië in India en Pakistan geleid tot enorme vluchtelingenstromen en miljoenen doden. Er zijn nog vele andere voorbeelden van volksverhuizingen en verlegde grenzen, van vluchtelingen en massale moordpartijen die met het ontstaan of veranderen van de grenzen van nationale staten samenhingen. De demografische veranderingen in Israël waren allesbehalve uniek. Flohr laat de oorzaken van de Palestijnse vlucht en ontworteling buiten beschouwing: zij waren het die, samen met de Arabische staten, een oorlog waren begonnen. Ze ageerden al vanaf de jaren ’20 tegen de Joden en belaagden hen in diverse ‘opstanden’. En terwijl de zionisten verschillende compromissen accepteerden die door de Britten of de VN werden voorgesteld, wezen de Arabieren alles, en ook iedere vorm van samenwerking, af.

Ongemakkelijke gevoelens

De vraag waarom kritiek op Israël zo vaak gepaard gaat met antisemitisme, waarom juist Israëls bestaansrecht geregeld wordt ontkend, en waarom er zo’n vergrootglas ligt op alles wat in Israël misgaat, is door de mistbanken en rookgordijnen die Flohr oproept bepaald niet beantwoord.

Duidelijk is dat Joden en de Holocaust nog steeds ongemakkelijke gevoelens oproepen, en het dan al te aantrekkelijk lijkt Joden zelf op een lijn te kunnen stellen met nazi’s. Steeds meer mensen verwijten Joden de verkeerde lessen uit de Holocaust te hebben getrokken, in plaats van te focussen op de lessen voor henzelf. De Joden moeten eens ophouden met zielig doen, lees je geregeld op internet, of: die haat tegen de Joden/Israël komt wel ergens vandaan, ze maken het er zelf naar.

Antisemitisme is zeker niet alleen een allochtoon probleem, maar de groeiende groep moslims in het Westen maakt het er niet beter op, en er worden vanuit een misplaatst idee van politieke correctheid ook geen harde noten gekraakt op dit gebied. Als linksdenkende opiniemaker of politicus kun je probleemloos de hypocrisie van bijvoorbeeld de katholieke kerk aan de kaak stellen, maar met de islam moet je oppassen, want voor je het weet speel je Wilders in de kaart en stigmatiseer je, waardoor je het probleem alleen maar groter maakt. Van de andere kant lost het gescheld van sommigen op de islam als zijnde een achterlijk geloof ook niks op en heeft Wilders het debat onnodig op scherp gezet.  

Beeld en emotie

Er zijn meer oorzaken voor de eenzijdig negatieve aandacht voor Israël. Het conflict wordt in de media vaak sterk versimpeld weergegeven. Mensen kennen de geschiedenis niet meer, en zien het Westerse en technologisch hoogstaande Israël met superieure wapens vechten tegen een ogenschijnlijk machteloze ‘inheemse’ bevolking. De Palestijnse propaganda heeft het conflict succesvol weten te isoleren van het bredere Arabisch-Israëlische conflict en als Noord-Zuid conflict weten te framen, waarbij Israël als koloniale bezetter land van de Palestijnen inpikt en hun rechten met voeten treedt. De media zijn in het algemeen de nadruk steeds sterker gaan leggen op het persoonlijke verhaal, het leed van de ‘gewone man/vrouw’, en minder op het grotere plaatje en de achtergronden. Het straatinterview, waarin mensen wordt gevraagd wat zij er nou van vinden dat de treinen weer eens vertraagd zijn, dat het schoonmaakpersoneel staakt of het zonnetje schijnt, is daar een sprekend voorbeeld van. Soms vraag ik me tijdens het Achtuur Journaal af of ik niet per ongeluk het jeugdjournaal heb opstaan.

De nadruk op beeld en emotie speelt de Palestijnen als zwakkere partij in de kaart. Een tijdig door Israël verijdelde aanslag die vele doden had kunnen veroorzaken, is nou eenmaal niet zo indrukwekkend als een bombardement op Gaza waarbij een heel huizenblok werd weggevaagd. Van de raketten die van daaruit werden afgevuurd is geen beeld, want dat staat Hamas in het totalitair bestuurde Gaza niet toe, en is bovendien levensgevaarlijk om te verkrijgen.

Kritische aandacht

Ook de Israëlische openheid en zelfkritiek speelt de Palestijnen in de kaart. In tegenstelling tot de meeste andere oorlogsgebieden kunnen journalisten in Israël vrij reizen, ontmoeten wie ze willen en schrijven wat ze willen. Het is er stukken minder gevaarlijk dan in Syrië, Irak of Soedan. Er zijn goede voorzieningen en de afstanden zijn klein. Het interne debat is levendig en kranten als Haaretz leveren continu munitie voor Israël critici. Voor een land dat min of meer in oorlog en onder continue bedreiging leeft is de persvrijheid en de ruimte om niet alleen bepaalde politieke beslissingen, maar het wezen van het land en haar bestaansrecht te bekritiseren, ongekend. Israëlische en Joodse antizionisten en vredesactivisten reizen de wereld rond om te vertellen dat de bezetting het grote probleem en obstakel is en Israël, in tegenstelling tot het Palestijnse leiderschap, geen vrede wil. Op universiteiten, op kerkbijeenkomsten, zelfs bij exposities en kunstuitingen, wordt een eenzijdig pro-Palestijns verhaal verteld. Ook dit is uniek. En kan het CIDI als zogenaamd machtige pro-Israëllobby continu op de warme belangstelling en kritische aandacht van de media rekenen, de vele pro-Palestijnse organisaties gelden als belangeloze ideële organisaties die de vrede en de mensenrechten willen bevorderen en worden nooit kritisch doorgelicht.

Zie ook: Elma Drayer en verdachte kritiek op Israel

Share