feb 212013
 

Door: Tjalling. Trouw

In de recent verschenen Nieuwsbrief media en Israël – verkiezingen Knesset januari 2013 konden niet alle commentaren op de berichtgeving in Trouw hierover worden meegenomen. Daarom hieronder een aparte beschouwing.

Voor de verkiezingen

Afgelopen oktober wist men bij Trouw al dat de verkiezingen in Israël gewonnen zouden worden door Netanyahu, op dat moment redelijk populair tegenover een schijnbaar hopeloos verdeelde oppositie. De focus wordt sterk op de buitenlandse politiek van Netanyahu gelegd, die Israël in een isolement zou drijven. Daarbij wordt politicoloog David Nachmias aangehaald. Netanyahu heeft volgens hem op veiligheidsgebied niet de Palestijnen maar de dreiging van Iran tot hoofdonderwerp gemaakt. Ook wist Nachmias zeker dat verkiezingen in Israël tot dan toe altijd beslist zijn op de veiligheidskwestie.

Netanyahu is echter in de eerste plaats leider van Likoed, een partij met economisch liberale kenmerken. Die kenmerken zijn vooral van belang bij de binnenlandse politiek van Netanyahu, maar daar gaat men bij Trouw aan voorbij. Ten onrechte. De binnenlandse politiek van Netanyahu’s Likoed had gevolgen voor veel Israëli’s. Velen van hen zijn daardoor in armoede gekomen. Nadat de uitslag van de verkiezingen bekend was, bleek inderdaad dat de Israëli’s vooral belang hechtten aan de binnenlandse sociaal economische verhoudingen. Armoede en sociale ongelijkheid worden ook in Israël als grotere problemen gezien dan de veiligheid.

Netanyahu wordt in de aanloop naar de verkiezingen geschetst als een onbuigzame man met rechtse ideeën die aansluiten op de groeiende desinteresse van veel Israëli’s in vrede met Palestijnen op basis van de twee statenoplossing, en op de opkomst van uiterst rechtse of ultraorthodoxe stromingen. ‘De rug van Netanyahu blijft ook recht als het over de economie gaat. De massale protesten in de zomer van 2011 tegen de lage lonen en de uit de pan gerezen kosten van het levensonderhoud liet de premier overwaaien.’

Zelfs de opvoeding van Netanyahu wordt er nog even bijgehaald door op te merken: ‘Het nationalisme met koloniale trekken werd Netanyahu thuis met de paplepel ingegoten.’

Samenvattend: Afgezien van enige aandacht voor andere vooral rechtse Israëlische politici lag het accent vrijwel alleen op de persoon en positie van Netanyahu, een man die in Trouw wordt beschreven als iemand met rechtse en uiterst rechtse ideeën, die voor veiligheid gaat ten koste van de vredesonderhandelingen en waar de oppositie, die vreest voor een racistischer en oorlogszuchtiger Israël onder een nieuwe regering van Netanyahu, niet tegenop kan.

 


Tijdens de verkiezingen

Aan de vooravond van de verkiezingen verschijnt er een opmerkelijk bericht met daarin de melding dat Netanyahu bij de veiligheid van Israël, Iran niet meer als hoofdonderwerp ziet. Dat is merkwaardig want dit spreekt eerdere berichtgeving hierover tegen. De campagne van Netanyahu blijkt zich nu opeens te focussen op de versteviging van de Israëlische defensie, met vooral het antiraketsysteem, de muur aan de Egyptische grens en de versterking aan de Syrische Golanhoogte. Slogans over vooral oorlog tegen Iran zouden nu dus niet meer bijdragen aan de campagne? In hetzelfde artikel wordt Netanyahu zelfs ‘voorzichtig’ genoemd omdat met vuur spelen en met eenzijdige militaire acties tegen Iran dreigen, niet in zijn lijn liggen. Je zou al bijna denken aan een personeelswisseling bij de redactie, maar die andere toonzetting is werkelijk opvallend.

Een lang achtergrondcommentaar door Sander Becker in Trouw van diezelfde dag bevat vele gekleurde en suggestieve opmerkingen, waaronder: ‘[…] niemand beschouwt de Arabische fracties als serieuze coalitiepartner – een symptoom van het nauwelijks verholen racisme in de Israëlische samenleving.’

Bijna een derde van de Arabieren in Israël stemt echter op Joodse en zionistische partijen, is daar lid van en vertegenwoordigt hen ook in de Knesset. Meer voor de hand liggende redenen dat de drie Arabische partijen geen serieuze kandidaten zijn voor een regeringscoalitie, zijn hun sterk anti-zionistische opstelling en radicale programma’s (deels communistisch, deels conservatief islamitisch en islamistisch; sommigen kiezen openlijk partij voor Israëls vijanden).

(Meer over dit artikel in de nieuwsbrief.)

Op dinsdag 22 januari, dag van de verkiezingen, opnieuw een artikel in Trouw (een AP bericht, door de redactie bewerkt) waarin er nogmaals op werd gewezen dat het vredesproces met de Palestijnen onder Netanyahu een stille dood leek te zijn gestorven. Dat de Palestijnen in 2010 de onderhandelingstafel zelf hebben verlaten wordt niet gemeld. Ook op de verkiezingsdag zelf wordt het standpunt van het Israël onder Netanyahu over de Palestijnse kwestie onbuigzaam genoemd, waarmee Israël het internationale isolement over zichzelf zou afroepen. Israël verliest inderdaad steeds meer steun, maar dat het enkel en alleen aan het beleid van Netanyahu zou liggen is niet juist. De laatste tientallen jaren is er mondiaal steeds meer begrip gekomen voor de Palestijnen en hun positie, terwijl de islamitische invloed toeneemt en het Westen met haar eigen wereldbeeld (mensenrechten) in de knoop komt.

Israël verliest hierdoor steeds meer sympathie en wordt als bezetter en pariastaat gezien.

In het zelfde artikel de opmerking dat de joodse staat met een kwakkelende economie kampt. Dat klopt ook lang niet.

Israël heeft een snel ontwikkelende high-tech sector en dienstensector en is de 24e economie in de wereld. In plaats van het klakkeloos af te doen als zou Israël een kwakkelende economie hebben, was het was dan ook correcter geweest te melden dat terwijl de economische crisis flink toesloeg in Europa, het de Israëlische economie de laatste jaren voor de wind ging, maar niet iedereen in Israël daarvan profiteert, mede vanwege het economisch liberale beleid van de regering Netanyahu.

In een ander artikel op diezelfde dag wordt nog maar eens opgemerkt dat Netanyahu na het tellen van de stemmen weer een uiterst rechtse of fundamentalistische coalitie lijkt te kunnen smeden waarbij wordt vermeld dat Likud de verkiezingen is ingegaan samen met de uiterst rechtse Yisrael Beiteinu. Zij zou echter onder druk staan van een nieuwe, nóg rechtsere partij, Habayit Hayehudi van miljonair Naftali Bennet.

Ook die dag een artikel gewijd aan een nieuwe machtsfactor: werkende charediem-joden die zich hebben georganiseerd in de zogeheten Tov-beweging. Aanhangers daarvan behoren tot de meest orthodoxe stromingen van het jodendom, maar voelen zich naar eigen zeggen niet thuis bij de gevestigde ultra-orthodoxe partijen. Die zijn voor hen te traditioneel en te zeer gericht op de eigen gemeenschap. De machtsfactor van de werkende charediem Joden zou echter voor diezelfde ultra-orthodoxe partijen geen belemmering vormen, omdat voor deze partijen een aardige verkiezingswinst was voorspeld. Later op de dag een bericht waarin wordt gemeld dat aan het begin van de avond al 55,5 procent van de Israëlische kiezers hun stem had uitgebracht en dat was het hoogste aantal kiezers op dat tijdstip geregistreerd sinds 1999. Een hoge opkomst is mede bepalend voor de definitieve uitslag. Nergens in de verslaggeving van Trouw werd vooruitgelopen op de factor X, namelijk het onverwachte. Je kunt namelijk nooit echt op iets onverwachts vooruitlopen.

Samenvattend: ook op de dag van de verkiezingen zelf lag de nadruk op de positie van Netanyahu die, naar de opvatting van Trouw, enkel en alleen een rechts tot uiterst rechts beleid wil voeren. De verslaggeving in Trouw voor en tijdens de verkiezingen bleek geschreven vanuit het vooringenomen idee dat rechts zou gaan winnen en dat Israël steeds meer verrechtst en tegen een compromis met de Palestijnen is. Gelukkig kreeg de Israëlische kiezer die dag het laatste woord en die bleek gematigder dan Trouw (en andere media) dachten.

Armoede en sociale ongelijkheid worden ook in Israël als grotere problemen gezien dan de veiligheid. Dat heeft de afgelopen verkiezingsuitslag duidelijk laten zien.

Zoals Die Zeit schreef: “Aber das Land habe sich offener, moderater und pragmatischer als erwartet erwiesen. Deshalb gebe es eine Chance zur Veränderung”

 


Na de verkiezingen

En toen kwam de verassende uitslag. De alom gevreesde en door Trouw al veronderstelde ruk naar rechts was uitgebleven. De berichtgeving in Trouw, en ook in de VK, over de uitslag van de verkiezingen is vrij oppervlakkig. In een van de eerste berichten na de uitslag was de conclusie al dat Likud-Beiteinu de parlementsverkiezingen nipt had gewonnen. Nadat alle stemmen definitief waren geteld kwam het bericht dat links en rechts dicht bij elkaar waren gekomen, iets wat dagen eerder al door verschillende peilingen was voorspeld. Netanyahu zag in die uitslag naar eigen zeggen een duidelijk signaal dat het Israëlische volk hem weer als premier wil. Voorts een kort artikel met enkele citaten van Lapid (de echte winnaar van deze verkiezingen), die al door Netanyahu was gebeld. Als kop Lapids uitspraak: ‘Israël zei nee tegen angst- en haatpolitiek’. Uiteraard is dat verkiezingsretoriek van Lapid, maar het suggereert dat de voorgaande coalitie enkel en alleen politiek bedreef uit angst, haat, radicalisme en anti-democratie’. Het artikel ‘Israëlische premier Netanyahu vecht voor zijn baan‘ is wel wat uitgebreider, maar ook hier geen heldere beschouwing over, of conclusie naar aanleiding van, het succes van Lapid. Uit de verkiezingen is gebleken dat veel Israëli’s gewoon ontevreden zijn met het binnenlandse beleid van Netanyahu wat heeft geleid tot de sociaaleconomische malaise waarin veel Israëli’s verkeren. Bovendien zijn veel – seculiere – Israëli’s geïnteresseerd in de vraag of orthodox-Joodse jongeren al dan niet in dienst behoren te gaan in het Israëlische leger.

In een artikel van Sander Becker in Trouw over de persoon Lapid zelf, wordt aan deze aspecten wel aandacht besteed, maar ook weer nadrukkelijk op het vredesproces gewezen en de internationale verwachtingen aan Israël: “Lapid zou in een coalitie de ‘vredesduif’ kunnen zijn die het Westen zo graag ziet. Hij wil de onderhandelingen met de Palestijnen hervatten, maar gaat niet zo ver als de internationale gemeenschap zou willen: Jeruzalem moet volgens hem volledig in handen van Israël blijven.” Becker noemt dat laatste een kanttekening en geeft er schijnbaar ook zijn eigen hoop of visie mee weer.

De berichtgeving in Trouw en andere Nederlandse media zoals bijvoorbeeld NRC en NOS over de verkiezingen in Israël stonden erg in het teken van de buitenlandse politiek van Netanyahu en de internationale positie waarin Israël verkeert. Daardoor was er weinig aandacht voor dingen die binnen de Israëlische samenleving speelden. De sociaal economische verhoudingen en de privileges van orthodoxe groepen achtten veel Israëli’s van hoger belang dan de buitenlandse politiek. De berichtgeving over de uitslag van de verkiezingen in onder meer Trouw en de VK was oppervlakkig, vanwege de enorme focus op het buitenlandse beleid van Netanyahu en diens positie. De gehele verslaggeving was teveel gebaseerd op een negatieve houding jegens Netanyahu en zijn beleid en had vrijwel niets verrassends of vernieuwends. Dat staat in een schril contrast met de verslaggeving over de verkiezingen in Israël in bijvoorbeeld Duitse media als Die Zeit en Die Welt, waarin meer aandacht was voor analyse en de positie van de Israëli’s, en dan met name de middenklasse. Die verslaggeving was helder, informatief, goed onderbouwd en boeiend om te lezen…

 


Geraadpleegde bronnen:

 

Share